Thema: Verleiding h3

Thema: Verleiding h3

Verleiding

Inleiding

Bekijk eerst (een stukje van) de video van Frank Boeijen.

Bij verleiden denk je in eerste instantie waarschijnlijk aan:
"(iemand) overhalen tot iets wat hij of zij eigenlijk niet wil of mag".
Dat overhalen kan over van alles gaan: je mening, geldbesteding, vrijetijdskeuzes, seks et cetera.

In de reclamewereld wordt met verleiden vaak bedoeld:
"overhalen tot het kopen van een bepaald product".

Lees het gedicht 'Het meisje spreekt' van Willem Wilmink.

Het meisje spreekt
Toen ik voor het eerst die dingen hoorde,
was ik dertien of veertien jaar,
zag op weg naar school de mensen op straat
en dacht: die zijn naar bed geweest
met elkaar.
Maar geen spoor van avontuur
en geen spoor van licht
in hun hele postuur,
in hun hele gezicht.
De eerste keer van mezelf
ben ik bij dageraad voor het raam gaan staan,
en het licht van de zon bescheen
een schoorsteen, een plat met kiezelsteen,
en ik zag daar mijn leven van jongsafaan.
Ik heb het ook wel eens gedaan
alleen maar voor de gezelligheid,
dat heette dan dat je werd verleid.

Willem Wilmink

 

In dit thema zullen we ons vooral bezig houden met verleiden tot het meedoen aan een bepaalde handeling.

In dit thema maak je vier opdrachten. In iedere opdracht staat een andere vaardigheid centraal. In de opdrachten wordt waar mogelijk verwezen naar het thema, maar niet overal.
Je sluit dit thema af met het maken van een reclametekst of een reclamefilmpje, waarmee je je lezers of kijkers probeert te verleiden tot het meedoen aan een bepaalde actie of het bezoeken van een concert.

Wat kan ik straks?

Hier vind je de leerdoelen die horen bij het thema Verleiding.

Leerdoel

Opdracht

Je kunt herkennen uit welke drie delen een tekst is opgebouwd en volgens welke structuur de tekst geschreven is.

Schrijven: inleiding, middenstuk en slot

Je kunt het gebruik van meewerkend voorwerp, voorzetselvoorwerp en werkwoordelijke uitdrukking als zinsdelen herkennen en gebruiken.

Grammatica: Werkwoordelijke uitdrukking, meewerkend voorwerp en voorzetselvoorwerp

Je kunt zelfstandige naamwoorden op correcte manier in het meervoud zetten.

Spelling: Meervoudsvorming

Je kunt voor een woord een synoniem gebruiken en voorzetseluitdrukkingen herkennen.

Woordenschat: Synoniemen

Wat ga ik doen?

Voor je aan de slag gaat met de afsluiting maak je vier opdrachten.
In de tabel staat per activiteit hoeveel lessen je ongeveer nodig hebt.

Activiteit

Aantal lesuren

Eindproduct

Inleiding

0,5

 

Schrijven: Inleiding, middenstuk en slot

3

Artikel over een film

Grammatica: Werkwoordelijk gezegde, meewerkend voorwerp, voorzetselvoorwerp

2

Onzinverhaal

Spelling: Meervoudsvorming

2

Galgspelletje

Woordenschat: Synoniemen

2

Overhoring

Afsluiting

3

Reclametekst of -filmpje

Totaal:

13

 


De  tijd is een indicatie en afhankelijk van de keuze van het eindproduct.

 

Opdrachten

Hier vind je de vier opdrachten die horen bij dit thema.
Maak je keuze.

Opdracht 1

Schrijven: Opbouw

Opdracht 2

Grammatica: Zinsdelen

Opdracht 3

Spelling: Meervoudsvorming

Opdracht 4

Woordenschat: Synoniemen

Afsluiting thema

Kennisbanken

Hier vind je de Kennisbankitems die horen bij dit thema.

Schrijven

Opbouw tekst

Indeling tekst

Tekststructuur

Grammatica

Werkwoordelijke uitdrukking

Meewerkend voorwerp

Voorzetselvoorwerp

Spelling

Meervoudsuitgangen

Woordenschat

Synoniemen, betekenisverschillen en voorzetseluitdrukkingen

Eindopdracht

Je sluit dit thema af met het maken van een reclametekst of een reclamefilmpje.
Het doel van de tekst of het filmpje dat je gaat maken is lezers of kijkers te verleiden tot het meedoen aan een bepaalde actie. Bijvoorbeeld het bezoeken van een popconcert of het kopen van een product.

Voorbereiding

  • Kies een onderwerp.
    Bepaal samen waar jullie reclame voor willen gaan maken. De reclame moet de lezer of kijker verleiden om iet te gaan doen. Dus bedenk een onderwerp dat daarvoor geschikt is.
  • Maak een woordspin. Zet het door jullie gekozen onderwerp in het midden en probeer zoveel mogelijk associaties met het onderwerp op te roepen. Ook als het gekke associaties zijn, kunnen ze straks heel geschikt blijken te zijn.
  • Bepaal voor wie (welke doelgroep) je reclame wilt maken. Stem je inhoud (wat vinden ze belangrijk, wat weten ze al of niet?) en taalgebruik (let op woordkeuze en zinsbouw) af op je publiek. Ook je toon is belangrijk. Jongeren spreek je anders aan dan volwassenen.

Jullie hebben voor deze opdracht ongeveer 3 uur de tijd.

Tip! Bekijk de volgende video's.

 

Gebruik de rubrics bij het beoordelen van het eindproduct van het thema Verleiden.

Inhoud max. 50 punten

  • goed
    De reclametekst of het reclamefilmpje heeft veel overtuigingskracht. Anderen worden door je reclame verleid. Je reclameboodschap is origineel: je brengt iets nieuws. De toon, het taalgebruik en de zinsbouw zijn goed afgestemd op je publiek.
  • voldoende
    De reclametekst of het reclamefilmpje heeft overtuigingskracht. Anderen worden door je reclame verleid. Je reclameboodschap is leuk, maar brengt niets nieuws. De toon, het taalgebruik en de zinsbouw zijn redelijk afgestemd op je publiek.
  • onvoldoende
    De reclametekst of het reclamefilmpje heeft geen overtuigingskracht. Anderen worden niet door je reclame verleid. Je reclameboodschap is niet duidelijk. De toon, het taalgebruik en de zinsbouw zijn slecht afgestemd op je publiek.


Vorm max. 50 punten

  • goed
    De reclametekst of het reclamefilmpje is aantrekkelijk om naar te kijken en ziet er net echt uit. Het beeldmateriaal dat is gebruikt past goed bij de reclameboodschap en is afgestemd op de doelgroep.
  • voldoende
    De reclametekst of het reclamefilmpje is leuk om naar te kijken. Het beeldmateriaal dat is gebruikt past bij de reclameboodschap en is redelijk afgestemd op de doelgroep.
  • onvoldoende
    De reclametekst of het reclamefilmpje is niet erg leuk om naar te kijken. Het beeldmateriaal dat is gebruikt past matig bij de reclameboodschap en is slecht afgestemd op de doelgroep.

Uitvoering

  • Beslis samen of jullie een reclametekst of een reclamefilmpje gaan maken.
  • Overleg wat je nodig hebt en wie voor wat gaat zorgen: teksten, beeldmateriaal, filmaparatuur, etc. Op internet en in de gereedschapskist kun je wel informatie vinden over het maken van een tekst of video.
  • Maak een duidelijke planning en taakverdeling.
  • Zorg voor een realistische planning.

Bespreek regelmatig met elkaar, en met de docent, de voortgang. Pas de taakverdeling en planning aan als dat nodig is.

Maak samen het definitieve eindproduct.

Klaar?

Presenteer in overleg met jullie docent het eindproduct aan de klas. Daarna zal jullie docent het eindproduct beoordelen.

Beoordeling

Jullie docent zal bij de beoordeling bovenstaande rubrics hanteren. Verder wordt gelet op:

  • Hebben jullie je aan de planning gehouden?
  • Verliep de samenwerking met je klasgenoten goed?
  • Bevat jullie reclametekst weinig of geen fouten?

Video maken

Video kan voor veel dingen gebruikt worden bijvoorbeeld om iets uit te leggen, een project te evalueren of mensen te interviewen.        

 

D-toets

Test je kennis. Maak de D-toets.

Terugkijken

Inleiding

  • Kijk nog eens goed naar de inleiding.
    Past het filmpje goed bij het thema? Waarom wel/niet?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van dit thema nog eens door.
    Kun je aan een tekst herkennen in welke structuur deze geschreven is?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 13 uur met dit thema bezig zou zijn.
    Klopt dat met het aantal lessen dat je over dit thema hebt gehad?
    Welke opdracht heeft de meeste tijd gekost?
  • Inhoud
    Welke opdracht vond je het leukst om te doen? Kun je ook uitleggen waarom?
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht? Hadden jullie snel inspiratie? Hadden jullie wat aan de tips?
    Was het makkelijk om een onderwerp voor de video te bedenken?
    Ben je tevreden met het resultaat? Hoe verliep de samenwerking met je klasgenoten?
    Schrijf één ding op dat je de volgende keer anders gaat doen.
  • Het arrangement Thema: Verleiding h3 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2023-08-13 19:00:07
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Het thema 'Verleiding HV' is ontwikkeld door auteurs en medewerkers van StudioVO.

    Fair Use
    In de Stercollecties van StudioVO wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use. Meer informatie: Fair use

    Mocht u vragen/opmerkingen hebben, neem dan contact op via de helpdesk VO-content.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor hv3. Voordat je aan de slag gaat met de afsluiting maak je vier opdrachten. De eerste opdracht betreft 'Schrijven: Inleiding, middenstuk en slot'. Daarna zal je aan de slag gaan met 'Grammatica: Werkwoordelijk gezegde, meewerkend voorwerp, voorzetselvoorwerp'. Vervolgens zal je werken aan 'Spelling: Meervoudsvorming'. Waarna je uiteindelijk de opdrachten zal afsluiten met 'Woordenschat: Synoniemen'.
    Leerniveau
    HAVO 3;
    Leerinhoud en doelen
    Schrijven; Spelling, interpunctie en grammatica; Nederlands; Schrijfvaardigheid; Woordgebruik en woordenschat (Nederlands);
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    13 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, grammatica: wwg + mv + voorzetselvoorwerp, hv3, nederlands, schrijven: inleiding + middenstuk en slot, spelling: meervoudsvorming, stercollectie, verleiding h3, woordenschat: synoniemen

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content - Gereedschapskist. (2019).

    Gereedschapskist activerende werkvormen

    https://maken.wikiwijs.nl/105906/Gereedschapskist_activerende_werkvormen

    VO-content - Toetsen. (2021).

    Nederlands hv3 - D-toetsen

    https://maken.wikiwijs.nl/156121/Nederlands_hv3___D_toetsen