Thema 2 Europa - havo3

Thema 2 Europa - havo3

Europa

Inleiding

Europese samenwerking

In 1945 was de Tweede Wereldoorlog eindelijk voorbij en iedereen was ervan overtuigd dat dit nooit meer mocht gebeuren. Daarom richtte een aantal landen een aanvankelijk, vooral economisch, samenwerkingsverband op.

Door het afschaffen van invoerbeperkingen kon er beter gehandeld worden en de welvaart steeg enorm. Met het Verdrag van Maastricht uit 1992 werd de Europese Gemeenschap omgedoopt tot de Europese Unie en ook op het gebied van buitenlandse politiek, justitie en veiligheid ging men samenwerken.

In dit thema maak je vier opdrachten. In iedere opdracht staat een andere vaardigheid centraal.
In de opdrachten wordt waar mogelijk verwezen naar het thema Europa, maar niet overal.

Door het maken van deze opdracht zul je ontdekken hoezeer je verbonden bent met andere landen uit Europa.

Na het maken van de opdrachten ga je aan de slag met de afsluiting van het thema.
Naar welk Europees land zou je wel willen emigreren? Verzamel informatie en maak een presentatie om jullie favoriete land te promoten.

Wat kan ik straks?

Hier vind je de leerdoelen die horen bij het thema Europa.

Leerdoel

Opdracht

Ik kan het schrijfdoel van een tekst herkennen (informeren, activeren, amuseren, overtuigen) alsook de strategie waarmee ik een tekst lees.

Lezen: Leesstrategieën

Ik kan werkwoorden in een tekst in tegenwoordige tijd, verleden tijd en als voltooid en onvoltooid deelwoord gebruiken.

Grammatica: Tijden van het gezegde

Ik kan in een tekst hoofdletters en leestekens op de juiste wijze toepassen.

Spelling: Hoofdletters en leestekens

Ik kan leenwoorden uit de Duitse en Engelse taal herkennen.

Woordenschat: Leenwoorden uit andere talen

Wat ga ik doen?

Voor je aan de slag gaat met de afsluiting maak je vier opdrachten.
In de tabel staat per activiteit hoeveel lessen je ongeveer nodig hebt.

Activiteit

Aantal lesuren

Eindproduct

Inleiding

0,5

 

Lezen: Leesstrategieën

3

Tekst zoeken

Grammatica: Tijden van het gezegde

1 à 2

Toets

Spelling: Hoofdletters en leestekens

1

Tekst Europa

Woordenschat: Leenwoorden

2

Europese menukaart

Afsluiting

3

Presentatie of eindproduct naar keuze

Totaal

11

 

 

De tijd is een indicatie en afhankelijk van de keuze van het eindproduct.

Opdrachten

Lezen: Leesstrategie

Leesstrategie en doel formuleren

Intro

In deze leesopdracht staan leesstrategie, tekstsoorten en schrijfdoelen centraal.

Bekijk de video. Maak aantekeningen tijdens het kijken.
Deze aantekeningen kun je gebruiken tijdens deze opdracht.

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • drie leesstrategieën noemen om een tekst te lezen;
  • vier schrijfdoelen noemen, die ik gebruik om een tekst te schrijven;
  • herkennen welke tekstsoort bij een bepaald schrijfdoel past.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag

Stap

Activiteit

Stap 1

Bestudeer het Kennisbankitem 'Leesstrategieën' en maak de oefening.

Stap 2

Bestudeer het Kennisbankitem 'Tekstsoort en schrijfdoel'. Bekijk de acht fragmenten en geef per fragment aan om wat voor soort tekst het gaat en wat het schrijfdoel is.

Afronding

Onderdeel

Activiteit

Samenvattend

Hier vind ik de Kennisbanken die horen bij deze opdracht.

Eindopdracht

Zoek op internet of in een krant/tijdschrift artikelen bij de verschillende tekstdoelen.

Terugkijken

Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 3 lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Leesstrategieën

Bestudeer in de Kennisbank het volgende onderdeel.

Stap 2: Tekstsoort en doel

Bestudeer uit de Kennisbank het volgende onderdeel.

 

In de volgende stappen van deze opdracht vind je acht tekst-, beeld- of videofragementen.
Bestudeer deze goed en geef per fragment aan wat het tekstdoel is.
Geef ook aan met wat voor soort tekst je te maken hebt.

Fragment 1: Lincoln

Lees de tekst en bekijk de trailer.

Lincoln
Bij de Academy smullen ze van Amerikaanse heroïek.
Een reddingsoperatie van de CIA om een handjevol diplomaten te bevrijden uit Iran - zoals te zien in Argo - doet de nationalistische harten van de jury ongetwijfeld hard kloppen.
Maar met twaalf Oscarnominaties is Lincoln van Steven Spielberg toch echt de gedoodverfde favoriet. En met recht, want de regisseur behandelt met zijn film een uiterst boeiende episode uit de geschiedenis. Hij toont daarbij een andere vorm van Amerikaans heldendom; hoe de president zich inspande om de slavernij af te schaffen.
Spielberg verkende het slavernijthema eerder in zijn films The Color Purple (11 nominaties) en Amistad (4 nominaties). Beide films ontvingen nul Oscars. Waarom Lincoln het dit jaar wel goed zal doen bij de uitreikingen? Simpel: de film is van een presidentiële klasse.


Bekijk nu de video.

Fragment 2: Tom Watkins

Lees de tekst over de 15-jarige Tom Watkins.

Bureau Jeugdzorg begint een spoedprocedure om de 15-jarige Tom Watkins, die alleen rauw voedsel eet, uit huis te plaatsen. De jongen volgt al ruim twee jaar geen erkend onderwijs meer. Jeugdzorg wil dat hij op 7 januari weer naar school gaat.

Dat heeft Bureau Jeugdzorg maandag in een e-mail aan zijn moeder, Francis Kenter, laten weten.
Ze had haar zoon uiterlijk 15 december naar school moeten sturen. Dat deed ze niet.
Kenter houdt haar zoon thuis van school omdat hij volgens haar door medeleerlingen wordt uitgelachen vanwege zijn manier van eten. Ook vindt ze dat er op school geen goed voedsel te verkrijgen is. Ze geeft haar zoon thuisonderwijs, maar daarin wordt ze niet erkend: ze heeft nog altijd geen vrijstelling van de leerplichtwet voor hem weten te bemachtigen.
Tom Watkins eet sinds zijn 5de jaar alleen maar rauw, ongekookt voedsel. Hij eet geen vlees, vis, brood, rijst, zuivel of suiker. Hij kreeg landelijke bekendheid nadat een documentairemaakster, Anneloek Sollart, een film over hem maakte: Rauw.

Een kinderarts trok over hem aan de bel bij het Meldpunt Kindermishandeling, omdat ze vond dat hij onvoldoende voedingsstoffen binnenkreeg. Hij had een groeiachterstand. Volgens de arts leek zijn groeicurve op die van een ondervoed kind uit Afrika. Anderhalf jaar geleden werd hij onder toezicht gesteld, op aanvraag van de Kinderbescherming. Volgens Kenter had de rechter geen moeite met Tom’s manier van eten, maar alleen met het feit dat hij niet meer naar school ging. Ze stelt dat haar zoon zelf ook niet meer naar school wil. 'Tom en ik zitten op één lijn.'
Bureau Jeugdzorg wil geen commentaar geven. 

Fragment 3: Rietdekker

Bekijk de foto.

Fragment 4: Bultrug

Lees de tekst over bultrug Johannes.

Uit NRC van 16 december 2012:
'Bultrug had gered kunnen worden'


De bultrug op de zandbank Razende Bol had gered kunnen worden. Meerdere natuurorganisaties zijn ervan overtuigd dat zij bultrug Johannes terug naar zee hadden kunnen brengen als de overheid ze die kans had gegeven.
Dierenbeschermster Lenie 't Hart: "We hadden hem gewoon kunnen redden als er vanaf dag één goede communicatie was geweest met mensen die in de praktijk werken en de wetenschappers. We zijn heel verdrietig. Dit betekent ook dat in Nederland moet worden gevochten om een dier in leven te houden of om een dier dood te laten gaan. De mensen die hem dood wilden, hebben gewonnen."

Burgemeester
Volgens de dierenactivisten van Sea Shepherd ging het om een jong en relatief licht dier. "Waarom heeft Nederland, dat toch bekendstaat om bergingswerkzaamheden, dit niet kunnen klaren? Er waren al bedrijven die wilden helpen en die zeiden dat het goed te doen was. De techniek was er, de kennis was er en het geld was er en uiteindelijk is het niet toegestaan door het verbod van de burgemeester van Texel", zegt Sea Shepherd directeur Geert Vons.
Sea Shepherd zegt dat er niet is geluisterd naar internationale walvisexperts die in Nederland waren in verband met de rechtszaak over orka Morgan.

Fragment 5: iPad mini

Lees de tekst over iPad mini.

iPad mini in het kort.
De complete iPad-ervaring
Alles wat je zo goed vindt aan iPad — het prachtige scherm, de uitstekende prestaties, de iSight-camera en FaceTime-camera, duizenden fantastische apps, een batterij die tot 10 uur meegaat — zul je aan iPad mini ook geweldig vinden. En deze kun je met één hand vasthouden.

Prachtig 7,9-inch display
Levendige kleuren en haarscherpe tekst, dat is wat je ziet op het display van iPad mini. Maar het meest opvallend is het formaat.
Met 7,9 inch heeft het display het ideale formaat om je die grote iPad-ervaring te bezorgen.

Meer dan 275.000 apps
Apps die voor iPad zijn gemaakt, kun je ook gewoon op iPad mini gebruiken.
Allemaal indrukwekkende, schermvullende apps waarmee je praktisch alles kunt doen.
Het wordt wel heel moeilijk om je iPad mini opzij te leggen.

Supersnel mobiel internet
iPad mini heeft een geavanceerde WiFi-voorziening die tot twee keer sneller is dan vorige iPads. Je kunt in de hele wereld verbinding maken met snelle datanetwerken, dus je kunt razendsnel materiaal downloaden, video streamen en internetten.

Inhoud van de verpakking
  • iPad mini
  • Lightning-naar-USB-kabel
  • USB-lichtnetadapter

Fragment 6: Ongerak

Bekijk het liedje van Hans Dorrestijn, 'De Man van Ongerak'.

Fragment 7: Schietpartij

Lees de tekst over de schietpartij in Alphen aan den Rijn.

Van Teletekst:
De koningin heeft laten weten dat ze sprakeloos is door het grote verdriet dat zovelen in Alphen aan den Rijn is aangedaan. Ze leeft intens mee met de slachtoffers en nabestaanden.
Waarnemend burgemeester Eenhoorn van Alphen sprak op een persconferentie van een ramp van ongekende omvang. Minister Opstelten van Veiligheid toonde zich ook geschokt: "Onze zorg en medeleven gaat uit naar de slachtoffers en hun dierbaren."

Fragment 8: Saar en Moos

Lees de tekst over Saar en Moos.

Saar en Moos wonen al 25 jaar samen.
“Zouden we nou toch niet eens gaan trouwen?”,
vraagt Saar. “Ach meid,” zegt Moos, “wie wil ons nou nog hebben?”

 

Afronding

Samenvattend

Hier vind je de Kennisbank die hoort bij deze opdracht.

Eindopdracht

In deze opdracht heb je gekeken welk schrijfdoel een tekst kan hebben en onder welke tekstsoort deze tekst dan valt.

Als eindopdracht ga je op zoek naar één tekst, afbeelding, video of animatie bij ieder schrijfdoel:

  • informeren
  • overtuigen
  • activeren
  • amuseren.

Je kunt op internet teksten zoeken of in een krant, folder of tijdschrift.
Maak vier afzonderlijke pagina's met op elke pagina een voorbeeldtekst (of afbeelding). Je kunt er ook een digitaal document van maken dat je opslaat in je eigen omgeving en later uitprint.

Vraag een klasgenoot per tekst aan te geven om welk tekstdoel het volgens haar/hem gaat.
Natuurlijk geef jij van de tekst die je klasgenoot heeft gevonden aan om welk tekstdoel jij denkt dat de tekst gaat.

Bespreek vervolgens samen wat voor soort teksten jullie hebben gevonden.

Beoordeling

Nadat jullie de tekstvoorbeelden besproken hebben, lever je ze ter beoordeling in bij je docent.
Deze zal letten op:

  • inhoud: is bij elke tekst duidelijk om welk tekstdoel en welke tekstsoort het gaat?
    Passen de teksten en/of afbeeldingen duidelijk bij het tekstdoel?
  • vormgeving: zijn de afbeeldingen zorgvuldig gekozen en heb je ze op een originele manier weergegeven?
  • taalfouten: bevatten de teksten geen taalfouten?

Terugkijken

Intro

  • Heb je de introductievideo bekeken?
    Op welke manier lees je een tekst als je snel het onderwerp wilt bepalen?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Welk schrijfdoel hanteert een schrijver bij het schrijven van een recensie?

Hoe ging het?

  • Inhoud
    Over tekstsoorten en schrijfdoelen heb je in klas 1 en 2 ook al het een en ander geleerd. Wist je het nog?
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht? Heb je per schrijfdoel een passende tekst of afbeeldingen gevonden?
    Heeft je klasgenoot het tekstdoel goed kunnen bepalen? Dan heb je de juiste tekst en/of afbeelding uitgezocht!

Grammatica: Tijden

Grammatica - Tijden

Intro

Deze grammatica-opdracht gaat over werkwoordstijden.

Bekijk de video 'Waar blijft de tijd?'.

In de video zie je een aantal huishoudelijke taken voorbijkomen, die vroeger nog met de hand werden uitgevoerd. Kun je ze ontdekken?

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • de onvoltooid en voltooid tegenwoordige tijd in zinnen herkennen en gebruiken;
  • de onvoltooid en voltooid verleden tijd in zinnen herkennen en gebruiken.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag

Stap

Activiteit

Stap 1

Bekijk de video en bestudeer het Kennisbankitem 'Tijden'. Maak de opdracht.

Stap 2

Zoek een artikel over Europa en gebruik het artikel om een opdracht voor een klasgenoot te maken over werkwoordstijden.

Afronding

Onderdeel

Activiteit

Samenvattend

Hier vind ik de Kennisbank die hoort bij deze opdracht.

Eindopdracht

Maak de toets.

Terugkijken

Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 1 à 2 uur nodig.

Aan de slag

Stap 1: Kennisbank

Kijk eerst naar deze video over werkwoordstijden.
Misschien herken je het meeste wel weer.


Bestudeer nu in de Kennisbank de theorie over de verschillende tijden.

Maak de volgende oefening.

Stap 2: Welke tijd?

Zoek op internet of in de krant een artikel dat over Europa gaat.
Zoek daarin acht zinnen met telkens maar één persoonsvorm.
Je kunt ook zelf acht zinnen bedenken die over het onderwerp Europa gaan.
Het mag géén vorm van het werkwoord 'zullen' zijn.

Kopieer en plak de zinnen in een (Google-)tekstdocument.
Zorg dat je zelf weet in welke tijd de zin staat.

Print het document uit en geef het aan een klasgenoot.
Hij of zij geeft per zin aan in welke tijd de zin staat.
Gebruik de afkortingen: ott, ovt, vtt en vvt.
Jij doet hetzelfde in het tekstdocument van je klasgenoot.

Kijk elkaars werk na.
Zijn jullie het bij alle zinnen met elkaar eens?
Overleg met je docent als je er niet uitkomt.

Afronding

Samenvattend

Hier vind je de Kennisbank die hoort bij deze opdracht.

Eindopdracht

Je sluit deze opdracht af met een toets over de verschillende tijden.
Succes!

Terugkijken

Intro

  • Heb je de video van Herman van Veen bekeken?
    Wat vond je van deze video?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je bestaande zinnen in de tegenwoordige tijd zelf omzetten naar zinnen in de verleden tijd?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 1,5 uur met de opdracht bezig zou zijn. Had je voldoende tijd om de oefeningen te maken en ook de toets?
  • Eindopdracht
    Heb je een goed cijfer voor de toets gehaald? Heb je geleerd van je fouten?

Spelling: Hoofdletters en leestekens

Spelling - Hoofdletters en leestekens

Intro

In deze opdracht ga je aan de slag met hoofdletters en leestekens.

Bekijk eerst deze video. Herken je alle leestekens?

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • hoofdletters herkennen en op de juiste manier gebruiken;
  • de volgende leestekens herkennen en op de juiste manier gebruiken:
    punt, komma, puntkomma, dubbele punt, aanhalingstekens, uitroepteken en vraagteken.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag

Stap

Activiteit

Stap 1

Bestudeer het Kennisbankitem 'Hoofdletters' en maak de oefeningen.

Stap 2

en

Verbeter de adressen op een brief of envelop. Vergelijk mijn antwoord met dat van een klasgenoot.

Stap 3

Bestudeer het Kennisbankitem 'Leestekens' en maak de oefeningen.

Stap 4

Twee extra oefeningen over het gebruik van hoofdletters en leestekens.

Afronding

Onderdeel

Activiteit

Samenvattend

Hier vind ik de kennisbanken die horen bij deze opdracht.

Eindopdracht

Ik maak als eindopdracht een tekst over Europa zonder hoofdletters of leestekens. Mijn klasgenoot herschrijft de tekst. Ik doe dat ook met de tekst van mijn klasgenoot.

Terugkijken

Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer één lesuur nodig.

Aan de slag

Stap 1: Hoofdletters

Bestudeer in de Kennisbank de theorie over het gebruik van hoofdletters.

 

In de volgende oefeningen ga je het gebruik van hoofdletters oefenen.

Stap 2: Adressen

Hieronder zie je twee keer een adres zoals je dat op een envelop of in een brief zou kunnen vinden.
In de adressen ontbreken de hoofdletters.

 

Vergelijk jouw antwoord met het antwoord van een klasgenoot. Hebben jullie op dezelfde plaats de hoofdletters toegevoegd?
Bespreek eventuele verschillen. Vraag de docent als jullie er niet uitkomen.

Stap 3: Leestekens

Bestudeer nu in de Kennisbank de theorie over de leestekens.

 

Maak nu de twee oefeningen over leestekens.

Stap 4: Oefenen

Wil je nog meer oefenen met het gebruik van hoofdletters en leestekens?
Maak dan de volgende twee oefeningen.

Succes!

 

Afronding

Samenvattend

Hier vind je de Kennisbanken die horen bij deze opdracht.

Eindopdracht

Eindproduct

Als eindproduct van deze opdracht schrijf je een korte tekst (acht zinnen) over een Europees land zonder leestekens en hoofdletters.

Probeer in de tekst zoveel mogelijk theorie uit deze opdracht te verwerken. Google bij voorbeeld wat informatie op internet over je favoriete Europese vakantieland.
​Sla dit (Google-)tekstdocument op of print het uit.
Zorg dat je zelf een versie hebt met op de juiste plaats leestekens en hoofdletters, zodat je het kunt nakijken.

De tekst laat je herschrijven door een klasgenoot.
Jij herschrijft op jouw beurt de tekst die je klasgenoot heeft gemaakt.

Klaar?

Corrigeer elkaars werk. Bespreek samen de fouten die jullie hebben gemaakt.
Als jullie over bepaalde zaken twijfelen bespreek die dan met de docent.

Terugkijken

Intro

  • Heb je de introductievideo bekeken?
    Waarom gebruik je eigenlijk leestekens en hoofdletters in een tekst?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Wanneer maak je in een zin gebruik van een uitroepteken?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 1 uur met de opdracht bezig zou zijn. Had je nog tijd voor de extra oefeningen?
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht? Is het je gelukt een 'kale' tekst te maken zonder hoofdletters en leestekens?
    Ging de samenwerking met je klasgenoot goed?

Woordenschat: Leenwoorden

Woordenschat - Leenwoorden

Intro

Zonder dat je er erg in hebt, gebruik je regelmatig leenwoorden.
Dat zijn woorden die door een taal (in ons geval het Nederlands) ontleend zijn aan een andere taal.

Begin met het kijken naar (een stukje van) deze video.
Kun je al een paar leenwoorden herkennen? Schrijf ze voor jezelf op.

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • omschrijven wat wordt bedoeld met 'leenwoorden';
  • Engelse en Duitse leenwoorden herkennen.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag

Stap

Activiteit

Stap 1

Bestudeer het Kennisbankitem 'Leenwoorden' en maak de oefening over Engelse leenwoorden.

Stap 2

Maak de oefening over Duitse leenwoorden.

Afronding

Onderdeel

Activiteit

Samenvattend

Hier vind ik de Kennisbank die hoort bij deze opdracht.

Eindopdracht

of

Maak eerst de oefening met namen van buitenlandse gerechten. Maak daarna samen met een klasgenoot een Europese menukaart, waar leenwoorden in voorkomen.

Terugkijken

Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer twee lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Engelse leenwoorden

In de Kennisbank vind je informatie over leenwoorden.


Maak de oefening.

Stap 2: Duitse leenwoorden

In Stap 1 heb je gelezen en geoefend met Engelse leenwoorden.

In deze stap oefen je met Duitse leenwoorden.

Maak de volgende oefening.

Afronding

Samenvattend

Hier vind je de Kennisbank die hoort bij deze opdracht.

Eindopdracht

Als eindproduct van deze opdracht maak je samen met een klasgenoot een Europese menukaart.
Op je menukaart vermeld je een aantal buitenlandse gerechten.

Hoe ga je te werk?

Eerst maak je de oefening. Je krijgt daar vast een aantal voorbeelden van namen van buitenlandse gerechten.
Gebruik in je menukaart zoveel mogelijk leenwoorden.
Zorg dat op je menukaart voor-, hoofd- en nagerechten voorkomen.

Je kunt natuurlijk zelf een (digitale) menukaart maken, maar je kunt ook gebruikmaken van deze links:

Beoordeling

Het eindproduct wordt beoordeeld door de docent.
Bij de beoordeling gebruikt je docent de volgende vragen:

  • inhoud: heb je voldoende gebruikgemaakt van leenwoorden? Is er voldoende variatie op het menu? Staan er voor-, hoofd- en nagerechten op het menu? Is duidelijk dat het een menu is met Europese gerechten?
  • vormgeving: is het met zorg samengesteld? Is het origineel en afwisselend? 
  • taalfouten: zitten er geen taalfouten in de omschrijvingen van de gerechten?

Terugkijken

Intro

  • Heb je de introductievideo bekeken?
    Schrijf op wat je vond van de video van Kees Torn.

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je zelf ook een paar voorbeelden noemen van Duitse en/of Engelse leenwoorden?

Hoe ging het?

  • Inhoud
    In klas 1 of 2 heb je al kennisgemaakt met leenwoorden.
    Wist je nog wat leenwoorden waren?
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht? Heb je een mooie Europese menukaart gemaakt?
    Verliep de samenwerking met je klasgenoot prettig? 

Afsluiting thema

Kennisbanken

Hier vind je de Kennisbankitems die horen bij dit thema.

Lezen

Leesstrategieën

Tekstsoorten en schrijfdoelen

Grammatica

Tijden

Spelling

Hoofdletters

Leestekens

Woordenschat

Leenwoorden

Eindopdracht

Naar welk land?

Stel je zou binnen Europa willen emigreren, voor welk land zou je dan kiezen?
Je gaat samen met twee of drie klasgenoten informatie verzamelen over een Europees land waar jullie naar toe zouden willen emigreren.

Het doel van het promotiemateriaal is meer jonge mensen te interesseren voor emigratie naar dat land.

Je kunt voor informatie rondkijken op een van de volgende websites:

Hoe gaan jullie te werk?

  • Kies samen een land waar jullie naar toe zouden willen emigreren.
  • Bepaal of jullie een PowerPoint presentatie of een promotiefilmpje of een folder op papier gaan maken.
    Voor ideeën kun je rondkijken in de gereedschapskist.
  • Bepaal samen hoe je het eindproduct gaat maken. Brainstorm samen en bedenk tenminste vijf vragen over wat jullie over het land willen weten.
    Denk aan gewoontes van het land, bewoners, onderwijs, taal, kosten van levensonderhoud, mogelijkheden voor werk, geschiedenis enzovoort.
  • Bepaal wat je nodig hebt voor je eindproduct en wie ervoor gaat zorgen: teksten, foto’s, filmpjes, links en dergelijke.
  • Spreek een duidelijke taakverdeling af en zet die op papier. Bepaal ook wat je samen doet.
    Maak bij de taakverdeling ook een realistische planning.

Jullie hebben voor deze opdracht ongeveer 3 uur de tijd.

Uitvoering

Ga aan het werk volgens de afgesproken taakverdeling en houd je aan de planning. Bespreek samen de eerste opzet. Laat de eerste opzet eventueel ook aan de docent zien. Pas de opzet aan als dat nodig is.
Kom ook daarna af en toe bij elkaar om de voortgang te bespreken. Pas de werkverdeling en de planning eventueel iets aan.

Maak samen het definitieve eindproduct.
Wat vinden jullie zelf?
Verdient jullie eindproduct een goede beoordeling?
Kijk nog eens bij de beoordelingscriteria.

Inhoud max. 50 punten

  • goed
    Het eindproduct bevat veel informatie over de bestemming. Er worden minstens drie zaken genoemd waaruit blijkt dat het aantrekkelijk is om in dat land te gaan wonen. Er is een kaart en er zijn foto's of een filmpje en linkjes naar bruikbare internetsites. Het eindproduct is origineel of valt op door de bijzondere inhoud.
  • voldoende
    Het eindproduct bevat voldoende informatie over de bestemming. Er worden twee zaken genoemd waaruit blijkt dat het aantrekkelijk is om in dat land te gaan wonen. Er is wel een kaart en er zijn enkele foto's. Linkjes naar bruikbare internetsites ontbreken. Het eindproduct is origineel.
  • onvoldoende
    Het eindproduct bevat onvoldoende informatie over de bestemming. Er worden twee zaken genoemd waaruit blijkt dat het aantrekkelijk is om in dat land te gaan wonen. Er is geen kaart en er wel zijn enkele foto's. Linkjes naar bruikbare internetsites ontbreken. Het eindproduct is weinig origineel.


Vorm max. 50 punten

  • goed
    Het eindproduct spreekt potentiële emigranten aan. De lay-out is goed en duidelijk. Het taalgebruik is correct en afgestemd op emigranten. Het eindproduct is netjes verzorgd.
  • voldoende
    Het eindproduct spreekt potentiële emigranten aan. De lay-out is netjes. Het taalgebruik is redelijk. De teksten bevatten enkele taalfouten. Het eindproduct is verzorgd.
  • onvoldoende
    Het eindproduct is weinig aantrekkelijk of zelfs saai. De lay-out is onvoldoende. Het eindproduct is slordig afgewerkt en/of bevat te veel taalfouten.

 

Beoordeling

In overleg met jullie docent presenteren jullie je eindproduct aan de klas. Daarna zal jullie docent jullie eindproduct beoordelen. Hij of zij hanteert daarbij bovengenoemde criteria. Verder wordt gelet op:

  • Zijn jullie bij het maken van het eindproduct uitgegaan van een (strakke) planning?
  • Waren de taken tussen de klasgenoten onderling goed verdeeld? Wist iedereen wat zijn of haar taak was?
  • Werd er tussendoor steeds overlegd over de voortgang?
  • Hebben jullie in het eindproduct duidelijk laten uitkomen waarom jullie voor dit specifieke land hebben gekozen?
  • Waren zowel de opzet als het eindproduct duidelijk en helder leesbaar?
  • Nodigde jullie presentatie en/of eindproduct andere leerlingen uit tot het stellen van vragen?

Folder maken

Met maken van een folder presenteer je kennis die je hebt opgedaan aan anderen.

 

Presentatie maken

Jezelf op een goede manier presenteren is een belangrijke vaardigheid in deze maatschappij. Je laat zien waar je mee bezig bent geweest, waar je je in hebt verdiept en welke kennis je hebt opgedaan. Powerpoint of Prezi zijn programma's die jou kunnen helpen om informatie te presenteren.

 

Video maken

Video kan voor veel dingen gebruikt worden bijvoorbeeld om iets uit te leggen, een project te evalueren of mensen te interviewen.        

 

Fotoreportage maken

Met een fotoreportage kun je een verhaal vertellen met behulp van foto’s.

 

D-toets

Test je kennis. Maak de D-toets.

Terugkijken

Inleiding

  • Kijk nog eens goed naar de Inleiding.
    Waarom wilden de Europese landen samenwerking na de Tweede Wereldoorlog?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van dit thema nog eens door.
    Kun je de drie manieren omschrijven waarop je een tekst kunt lezen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 12 uur met dit thema bezig zou zijn. Klopt dat met het aantal lessen dat je over dit thema hebt gehad? Welke opdracht heeft de meeste tijd gekost?
  • Eindopdracht
    Hadden jullie snel inspiratie voor het maken van de eindopdracht? Waren de taken goed verdeeld bij het maken van de eindopdracht?
    Over welk land hebben jullie uiteindelijk een presentatie of ander eindproduct gemaakt?

 

 

  • Het arrangement Thema 2 Europa - havo3 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2025-11-29 10:54:21
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Het thema 'Europa HV' is ontwikkeld door auteurs en medewerkers van StudioVO.

    Fair Use
    In de Stercollecties van StudioVO wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use. Meer informatie: Fair use

    Mocht u vragen/opmerkingen hebben, neem dan contact op via de helpdesk VO-content.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor hv3. Voordat je aan de slag gaat met de afsluiting maak je vier opdrachten. De eerste opdracht betreft 'Lezen: Leesstrategieën'. Daarna zal je aan de slag gaan met 'Grammatica: Tijden van het gezegde'. Vervolgens zal je werken aan 'Spelling: Hoofdletters en leestekens'. Waarna je uiteindelijk de opdrachten zal afsluiten met 'Woordenschat: Leenwoorden'.
    Leerniveau
    HAVO 3;
    Leerinhoud en doelen
    Spelling, interpunctie en grammatica; Nederlands; Schrijfvaardigheid; Begrippenlijst en taalverzorging; Leesvaardigheid;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    11 uur 0 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, europa h3, grammatica: tijden van het gezegde, hv3, lezen: leesstrategieën, nederlands, spelling: hoofdletters en leestekens, stercollectie, woordenschat: leenwoorden

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content - Gereedschapskist. (2019).

    Gereedschapskist activerende werkvormen

    https://maken.wikiwijs.nl/105906/Gereedschapskist_activerende_werkvormen

    VO-content - Toetsen. (2021).

    Nederlands hv3 - D-toetsen

    https://maken.wikiwijs.nl/156121/Nederlands_hv3___D_toetsen

    VO-content Nederlands. (2020).

    Grammatica - Tijden h3

    https://maken.wikiwijs.nl/80809/Grammatica___Tijden_h3

    VO-content Nederlands. (2020).

    Lezen - Leesstrategie en doel formuleren h3

    https://maken.wikiwijs.nl/80808/Lezen___Leesstrategie_en_doel_formuleren_h3

    VO-content Nederlands. (2020).

    Spelling - Hoofdletters en leestekens h3

    https://maken.wikiwijs.nl/80810/Spelling___Hoofdletters_en_leestekens_h3

    VO-content Nederlands. (2020).

    Woordenschat - Leenwoorden h3

    https://maken.wikiwijs.nl/80811/Woordenschat___Leenwoorden_h3

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Europa

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Versie 2.1 (NL)

    Versie 3.0 bèta

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.