Goed spellen is belangrijk. Is dat zo? Waarom is spelling eigenlijk belangrijk?
De voornaamste reden is: een tekst foutloos kunnen schrijven. Het schrijven van een foutloze tekst straalt verzorgdheid uit. Je hebt aandacht besteed aan je werk, je neemt het serieus en daarmee neem je de lezer ervan ook serieus. Dat zie je terug aan het aantal gemaakte spelfouten.
Dat is ook een van de redenen waarom een werkstuk of artikel wordt beoordeeld op het aantal gemaakte spelfouten.
Niet alleen voor leerlingen, ook voor docenten is een goede spelling van belang. Een e-mail aan ouders of presentaties op het digibord; het moet foutloos!
Al vanaf de basisschool leer je de spellingsregels, maar het is belangrijk deze steeds te herhalen. Want helaas kun je lang niet altijd vertrouwen op de spellingcorrector of is het spellingscorrector?
Genoeg te doen. Aan de slag!
De module 'Spelling' bestaat uit de volgende onderdelen:
Onderdeel
Tijd
Onderdeel
Tijd
A Inleiding en orientatie
15 min
Meervoudsuitgangen
30 min
B Werkwoordspelling
De tussenklank
30 min
Persoonsvorm tt en vt
30 min
Tekens bij letters
30 min
Deelwoorden
30 min
Getallen schrijven
30 min
Infinitief en gebiedende wijs
30 min
Zelfstandig gebruikte woorden
20 min
TOETS
30 min
Aan elkaar of los
30 min
C Overige spellingsregels
Afkortingen
30 min
Hoofdletters en leestekens
50 min
TOETS
30 min
Als je alles leest en maakt, heb je voor deze module ongeveer 7 klokuren nodig. De stof is echter allemaal herhaling uit de onderbouw. Je kunt dus een keuze maken uit de verschillende onderdelen, en meer tijd besteden aan de regels die je niet (meer) beheerst. In de planner staat namelijk maar een week voor de hele module spelling.
Werkwoordspelling
Werkwoordsvormen
Als je de werkwoordsvormen niet herkent, kan je ook niet beredeneren hoe
het werkwoord gespeld moet worden.
Daarom hier kort een paar richtlijnen om te bepalen met welke werkwoordsvorm
je te maken hebt.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De infinitief (onbepaalde wijs)
Als we een werkwoord moeten vervoegen gaan we uit van de infinitief ofwel het hele werkwoord.
In een woordenboek wordt van werkwoorden altijd de infinitief gegeven.
De infinitief eindigt bijna altijd op -en: lopen, werken, leren, lachen etc.
Uitzonderingen: slaan, staan, gaan, etc.
Infinitieven kunnen voorkomen als zelfstandige naamwoorden. Voorbeelden: Hardlopen is goed voor je. Schaatsen is erg populair.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Gebiedende wijs
Als in een zin een bevel of opdracht staat en die zin heeft geen onderwerp, dan staat de zin in de gebiedende wijs. De zin begint met een persoonsvorm die bestaat uit de stam van het werkwoord. Voorbeelden:
Leg neer die bal!
Doe je mond open!
Pak je boek!
Ga de klas uit!
Opmerking
Als na het werkwoord het persoonlijk voornaamwoord 'u' wordt gebruikt, dan komt er wel een -t na de stam. Voorbeelden:
Gaat u maar voor.
Noteert u dat even.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Spelling berust op afspraken. Deze afspraken over hoe we een woord schrijven, maken het mogelijk doeltreffend met taal om te gaan.
Het is dan ook handig als we allemaal dezelfde regels hanteren.
De spellingcontrole is een handig hulpmiddel, maar die is lang niet foutloos.
Er bestaat een groot aantal regels voor een goede spelling en van een schrijver wordt verwacht dat hij die regels kent en juist toepast.
Het is belangrijk dat je goed spelt, want schrijfproducten met veel fouten maken een slordige indruk.
Hoofdletters
Alleen het eerste woord van een zin begint met een hoofdletter.
Als de zin begint met een apostrof dan schrijf je het tweede woord met een hoofdletter. Voorbeeld: 's Morgens ruimt mijn vader altijd de vaatwasser uit.
Als een zin met een cijfer begint, krijg je geen hoofdletter. Voorbeeld: 13 leerlingen waren afwezig.
Bestudeer de Kennisbank Nederlands over hoofdletters.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Opdracht 9
In de volgende opdracht ga je in een aantal zinnen de juiste leestekens invullen.
Overleg met je docent of je deze zinnen digitaal invult of dat je de opdracht uitprint.
Klik hier om de opdracht te downloaden.
Meervoud
Meervoudsuitgangen
Het meervoud van een zelfstandige naamwoord vorm je door er de meervoudsuitgangen -s, 's, -en of –n achter te schrijven.
De -s schrijf je er aan vast als dat geen probleem voor de uitspraak oplevert:
sektes, tantes, printers en bureaus.
Als je een fout bij de uitspraak kunt maken schrijf je 's: auto's, piano's, alinea's, baby's, jury's en ski's.
Klik op de Kennisbank Nederlands voor meer uitleg.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Hoofdregel: In samenstellingen wordt een -s geschreven, wanneer deze ook wordt uitgesproken.
Dus: stationsplein, moederskindje en scheepswrak.
Bekijk het filmpje:
De tussen -e of -en
Hoofdregel: De tussen -en wordt geschreven wanneer het eerste woord
van de samenstelling een zelfstandig naamwoord is dat alleen een meervoud heeft op -en.
Het is dus: kippenei, want het meervoud van kip is alleen kippen.
Maar het is aspergesoep en gedaanteverwisseling, want het meervoud van asperge
is asperges, terwijl het meervoud van gedaante zowel gedaanten als gedaantes kan zijn.
Bekijk het filmpje:
De tussen -e of -en: uitzonderingen
Er zijn zeven uitzonderingen waarbij je geen tussen -en maar een tussen -e gebruikt.
Sommige woorden houden een -e als tussenletter, hoewel ze als je de hoofdregel zou volgen -en zouden moeten krijgen.
Woorden die verwijzen naar een unieke persoon of zaak: zonnestraal, maneschijn en Koninginnedag.
In bijvoeglijke naamwoorden waarvan het eerste deel alleen maar wordt gebruikt als versterking van het bijvoeglijke tweede deel: apetrots, boordevol, reuzeleuk en beregoed.
Het eerste deel van het woord is een zelfstandig naamwoord zonder meervoud: rijstepap en roggebrood.
Het eerste deel van het woord heeft een meervoud op -s en –en: groentesoep, gedachtewisseling.
Het eerste deel van het woord is een zelfstandig woord met alleen een meervoud op -s: aspergekweker, etagewoning.
Het eerste deel van het woord is geen zelfstandig naamwoord: hogeschool, blindedarm, rodekool, knarsetanden.
Het woord wordt niet meer als een samenstelling gezien: bolleboos, pagegaai, schattebout.
Je kunt deze uitleg nalezen in de Kennisbank Nederlands.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Welke zelfstandige naamwoorden en bijvoeglijke naamwoorden schrijf je aan elkaar en welke los? Wanneer schrijf je tekort, teveel en tegoed aan elkaar en wanneer schrijf je het los van elkaar?
Bestudeer de Kennisbank Nederlands.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Opdracht 17:Te veel of teveel, te goed of tegoed, te kort of tekort
Afkortingen
Als je een woord afkort, eindig je de afkorting met een punt. Per afgekort woord gebruik je een punt. Je gebruikt een hoofdletter als die ook in het woord voorkomt:
hr. = heer
p. = pagina
m.b.t. = met betrekking tot
jl. = jongstleden
blz. = bladzijde
Z.K.H. = Zijne Koninklijke Hoogdheid
Een paar uitzonderingen zijn: dhr. = de heer, z.o.z. = zie ommezijde en a.s. = aanstaande
Veel gebruikte afkortingen krijgen kleine letters en geen punten:
cao, wc, btw, dvd, apk, mbo, pc, havo, info
Afgekorte eigennamen van bedrijven en instellingen schrijf je met hoofdletters en zonder punten:
EU, VVD, NAVO, UMC, NS
Afgekorte namen van ziekten schrijven we met hoofdletters behalve als ze tot het dagelijks taalgebruik behoren. Het is ME (myalgische encefalomyelitis of Mobiele Eenheid) en MKZ (mond-en-klauwzeer), maar soa en aids
Afgekorte namen van wetten, besluiten of overheidsplannen schrijven we met hoofdletter.
AOW = Algemene ouderdomswet
WAO = Wet op de Arbeidsongeschiktheid verzekering
KB = Koninklijk Besluit
VUT = vervroegde uittreding
Internationaal erkende afkortingen voor eenheden, maten, gewichten en chemische elementen krijgen geen punt:
kWh = kilowattuur
cm = centimeter
kg = kilogram
MB = Megabyte
H = waterstof
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Het project ‘Elektronisch platform wetenschappelijk schrijven’ van de KU Leuven heeft een digitale schrijfhulp opgelevert, die fouten in teksten herkend. Op de website van de universiteit word de gebruiker gevraagd in een vakje een tekst in te vullen, waarna de site drie punten controleert: structuur, stijl en spelling. De tool berekend en markeert een aantal mogelijke problemen en fouten in de tekst.
Bijzonder is dat de tool niet alleen naar spelfouten kijkt, maar ook naar structuur, samenhang en stijl. Het gaat dan bijvoorbeeld om (te) vaak gebruiktte woorden, de zins- en alinealengte en structuurwoorden zoals vervolgens, omdat en zoals. Bij stijl komen een paar vaak voorkomende fouten aan bod, zoals een overdadig gebruik van ‘vervagers': woorden als verschillende, sommige, bepaalde en vaak.
Het laatste onderdeel is de spellingcontrole: “Dat gebeurd bij ons beter dan in Word”, beweerd professor De Wachter van de Universiteit Leuven. Hij voegt daar meteen aan toe: “Maar het belangrijkste is dat alle fouten samen verzamelt worden. Spelfouten springen het snelst in het oog, maar vaak zijn ze een indicator van andere problemen, zoals een alinea die slecht is opgebouwt.” Werkwoordspelling is overigens uitgesloten, omdat de tool niet ontleed. Blijven oefenen op www.gespeld.nl dus!
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
De persoonsvorm in de t.t.
De persoonsvorm in de t.t. of v.t.
t.t. / v.t. / OD / VD
OD / VD
Voltooide deelwoord
Infinitief
Werkwoorden in goede vorm
Hoofdletters
Meervoud
Samenstellingen
Trema, liggend streepje en apostrof
Schrijfwijze van getallen
Zelfstandig gebruik
Te veel of teveel, te goed of tegoed, te kort of tekort
Afkortingen
Afkortingen
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.