Infinitieven

De infinitief (onbepaalde wijs)
Als we een werkwoord moeten vervoegen gaan we uit van de infinitief ofwel het hele werkwoord.
In een woordenboek wordt van werkwoorden altijd de infinitief gegeven.
De infinitief eindigt bijna altijd op -en: lopen, werken, leren, lachen etc.
Uitzonderingen: slaan, staan, gaan, etc.

Infinitieven kunnen voorkomen als zelfstandige naamwoorden.
Voorbeelden:
Hardlopen is goed voor je.
Schaatsen is erg populair.

Maak de volgende opdracht.

Gebiedende wijs
Als in een zin een bevel of opdracht staat en die zin heeft geen onderwerp, dan staat de zin in de gebiedende wijs. De zin begint met een persoonsvorm die bestaat uit de stam van het werkwoord.
Voorbeelden:
Leg neer die bal!
Doe je mond open!
Pak je boek!
Ga de klas uit!

Opmerking
Als na het werkwoord het persoonlijk voornaamwoord 'u' wordt gebruikt, dan komt er wel een -t na de stam.
Voorbeelden:
Gaat u maar voor.
Noteert u dat even.

Maak de volgende opdracht.