Aan elkaar of los?
Welke zelfstandige naamwoorden en bijvoeglijke naamwoorden schrijf je aan elkaar en welke los? Wanneer schrijf je tekort , teveel en tegoed aan elkaar en wanneer schrijf je het los van elkaar?
Bestudeer de Kennisbank Nederlands.
KB: Aan elkaar of los
Bekijk het filmpje:
VIDEO
Maak de volgende opdracht.
Je kunt bij 'Antwoorden' kijken of je de juiste keuze hebt gemaakt.
Opdracht
Vul op de ..............de juiste woorden in: aan elkaar of los geschreven.
Maak de juiste keuze.
We mogen ..... dat hij goed nagedacht heeft.
ervan uitgaan
ervanuit gaan
Het hangt ..... of dat gaat lukken.
ervan af
ervanaf
Zij woont niet naast de makelaar, maar ..... .
er boven
erboven
We zullen er dit keer ....?
van afzien
vanafzien
Zit jij vandaag ..... ?
voorin
voor in
Zij zit ............ de tram.
achterin
achter in
Jij moet niet telkens .......... praten.
erdoorheen
erdoor heen
Ik zal proberen ........ te denken.
er aan
eraan
Jullie moeten er niet steeds ............... .
tussen doorlopen
tussendoor lopen
Het is nog maar de vraag of we ............ .
erop vooruitgaan
eropvoor uitgaan
Maak nu de volgende opdracht.