De lessen worden gegeven in periode A, B, C en D. Je krijgt totaal drie toetsen. Deze toetsen tellen mee met GO3 (zie onderstaande afbeelding). Het bodemcijfer voor elke toets is een 4,0. Het gemiddelde van een GO moet minimaal 5,5 zijn.
Daarnaast is er ook nog een stage opdracht. Informatie voor deze stage opdracht kun je vinden in hoofdstuk 5.
Herkauwactiviteit
Om te kunnen beoordelen of er voldoende structuur of prik in het rantsoen zit, kunnen we naast het voelen van het voer ook kijken naar de herkauwactiviteit van de dieren. Immers koeien die te weinig of te kort herkauwen krijgen onvoldoende structuur. Als maatstaf kun je het volgende aanhouden:
Van de 10 liggende koeien moeten minimaal 6 koeien herkauwen.
Wanneer er meerdere koeien met de kop om liggen (meestal links), dan kan dat duiden op pensverzuring.
Wanneer er voldoende structuur in het rantsoen zit dan kauwt een koe 55 tot 65 keer op een herkauwbrok.
Herkauwactiviteit
Pensvulling
Om te kunnen beoordelen of de koeien voldoende voer opnemen moet je de pensvulling scoren (zie bestand pensvulling scoren). Dit doen we als we achter de koe staan aan de linkerkant bij de pensgroeve ook wel hongergroeve genoemd. Vooral dieren die net zijn afgekalfd nemen om verschillende redenen wel eens te weinig voer op. Door bij deze dieren de pensvulling extra in de gaten te houden, kun je als veehouder vroeg tijdig ingrijpen, om zo later problemen te voorkomen.
De pensvulling bij melkgevende koeien moet 3 of 4 zijn.
Bij droge koeien moet de pensvulling 4 of 5 zijn.
Pensvulling
Conditiescore
De conditiescore is een handig hulpmiddel om indien mogelijk bij te sturen in de voeding. Daarbij is vooral de conditie tijdens de droogstand belangrijk. De meest ideale score moet dan tussen de 3 en 3,5 liggen. Koeien die te vet afkalven (> 3,5), kalven vaak te zwaar af met alle mogelijke gevolgen van dien (nageboorte blijven staan, baarmoederontsteking). Ook neemt een koe die te vet afkalft minder ruwvoer op (2 kg ds per dag), waardoor de kans op slepende melkziekte weer toeneemt.
Na het afkalven mag de conditiescore maximaal 1 punt zakken. Neemt de conditiescore verder dan 1 punt af, dan is het verstandig om het insemineren uit te stellen, omdat de kans op drachtigheid dan klein is.
Na 150 a 200 dagen in lactatie is het mogelijk om via de krachtvoer computer de koe te voeren naar gelang de conditie.
Aan de mest kunnen we zien of het verteringsstelsel van de koe goed werkt. Daarbij letten op;
dikte (consistentie)
fijnheid
kleur
geur
Dikte - Bij een goede mestdikte is er een ronde mestflat, met midden in een putje en daaromheen enkele ringen. De mest moet recht naar beneden vallen (gelijk achter de koe). Dit kun je ook horen aan het ploppende geluid als de mest op de roosters valt. Te dunne mest gaat in een straal (in een boog) en valt spetterend een halve tot één meter achter de koe.
Hoogproductieve koeien hebben dunnere mest dan oudmelkte koeien. Dit komt door een hogere voeropname en door een snellere passage snelheid. Deze koeien krijgen meer krachtvoer. Krachtvoer wordt in de pens sneller gefermenteerd (door pensmicroben), dan ruwvoer. De pens raakt eerder leeg, waardoor de koe eerder een hongergevoel krijgt en weer gaat vreten. Als het voer sneller door de koe gaat, zal er ook minder vocht uit onttrokken worden, waardoor je dunnere mest krijgt.
Te dunne mest kan er op duiden dat het rantsoen te snel is en niet optimaal verteerd wordt. Je vindt dan in de mest veel voerresten terug. Ook kan het rantsoen te eiwitrijk zijn.
Te dikke mest kan duiden op een te traag rantsoen. De voedermiddelen blijven te lang in de pens, waardoor de koe minder voer op zal nemen. Tijdens de droogstand is dit zeer gewenst. Hiermee wordt voorkomen dat droge koeien te vet worden, maar in de lactatie komt de melkproductie dan onder druk te staan.
Fijnheid - Door de mest in een huishoudzeef uit te spoelen, kan de fijnheid en de hoeveelheid restant worden beoordeeld. Bij een actieve pensfermentatie en voldoende herkauwen, blijft er na uitspoelen circa 1/3 deel restant over en het restant is gelijkmatig en fijn vezelig.
Een snelle passage, of onvoldoende herkauwen leidt tot ongelijkmatig grove mest. Bij uitspoelen blijft er veel meer mest in de zeef achter. Dit kan duidelijk meer dan de helft zijn.
Kleur - Bij een goede fermentatie / vertering heeft de mest een bruin-groenachtige kleur. Op een eiwitrijk grasrantsoen zal de mest donkerder zijn dan bij een maïsrantsoen.
Geur - Een overmatig eiwitrijk rantsoen geeft aan de mest een scherpe, prikkelende geur, die dan ook in de stal aanwezig kan zijn. Bij pensverzuring, of bij een overmatig zetmeelaanbod in de dikke darm (nafermentatie) heeft de mest een scherpe, zure geur.
Voersignalen
Overige koesignalen en gedrag
Vacht - De vacht moet glanzend zijn en niet dof of stoffig. Daarnaast moet de koe schoon zijn. Wanneer er veel mestresten aanwezig zijn op de achterhand en staart, dan duid dit vaak op te dunne mest.
Beschadigingen huid - Drukplekken of kale plekken op de schoft of schouders kunnen een teken zijn dat het voerhek te klein is of dat de koeien te veel moeten rekken. Dit kan ten koste gaan van de voeropname.
Kreupel - Koeien met klauwproblemen herken je aan het voerhek aan de kromme rug. Ze lopen voorzichtig omdat elke stap pijnlijk is. Dit is ook de reden dat deze koeien langer in de boxen blijven liggen en daardoor minder naar het voerhek gaan, om te vreten. De pensvulling van deze dieren is vaak een 1 of een 2. Na verloop van tijd wordt de conditie van deze dieren steeds schraler.
Voer selecteren - Als er ook krachtvoerachtige voedermiddelen aan het voerhek worden gevoerd, is het belangrijk dat de koeien deze niet eruit kunnen selecteren. Koeien draaien dan met hun neus om in het voer, hierdoor valt het krachtvoer op de bodem en het ruwvoer (kuilgras) schuift op zij. De koeien kunnen dan het krachtvoer van de bodem aflikken. Je ziet dan aan het voerhek, gelijk naar het voeren, gaten in het voer ontstaan. Bij koeien die dit doen, blijven er vaak meelachtige voerdelen aan de neus kleven.
Wanneer dit veel gebeurt zie je vaak ook een grote variatie in mestdikte.
Overbezetting - Wanneer er te weinig voerplekken zijn zullen koeien die laag in de rangorde staan, minder voer of juist mindere kwaliteit voer op kunnen nemen. Andere risico plekken zijn o.a. de krachtvoerboxen en de waterbakken.
Podcast over mineralen (duur = 30 minuten)
Welke rol spelen mineralen in het rantsoen van een koe? Wat zijn
spoorelementen precies? En voor welke bronnen van spoorelementen kies je? In deze podcast gaan veehouder Wim van Laar, adviseur Egbert Roorink van P Bos veevoeder en rundveeadditieven specialist en Koen Luijben van Trouw Nutrition het hebben over het voeren van mineralen, met de focus op spoorelementen. Hier zijn namelijk nogal wat verschillende bronnen van op de markt. Voor veel veehouders en mogelijk adviseurs een ver-van-mijn-bed-show. Beluister de podcast om meer te weten te komen over mineralen en spoorelementen.
Hoe maak je waterbakken schoon.
Klik op de bovenstaande link om de video te bekijken. Op deze pagina vind je de volgende video's:
- Hoe maak je de waterbak goed schoon?
- Hoe staat het met de watervoorziening bij de kalveren
- Hoe neem je een watermonster
- Controleer de watervoorziening in het weideseizoen
- Doe het zelf: veedrinkwater beoordelen
Wil je eerst nog een extra uitleg over de onderstaande vragen, bekijk dan de bovenstaande presentatie "Omrekenen van kg product naar kg DS (en energie- of eiwitrijk)".
Rekenhulp: Omrekenen marktprijs in % van de voederwaardeprijs
Vul het DS%, VEM, DVE en marktprijs per 100 kg in en de voederwaardeprijs wordt automatisch berekend. Wanneer de prijs per ton bekend is, dan moet je deze delen door 10 om de prijs per 100 kg te berekenen.
Leveranciers brengen het bijproduct uit de productie van bio-ethanol onder verschillende merknamen op de markt. Het komt van diverse fabrieken en heeft per herkomst een duidelijk andere samenstelling.
Bekende merknamen zijn ProtiWanze, Sastapro, Bergapro, Amypro, Grainpro en Rupro+.
Het arrangement Koeienvoer 1 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Bert de Jonge
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2024-08-28 13:44:28
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Wil je snel info over een voedermiddel, of wil je verschillende voedermiddelen met elkaar vergelijken. Klik dan op deze link.
https://www.duynie.nl/producten
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Herkennen en eigenschappen voedermiddelen
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.