Introductie
In het thema IK ga je kijken naar je eigen leven. Bij zowel de PW als MZ en OA opleiding staat één ding centraal: Het werken met mensen.
Er zijn allerlei factoren die het gedrag van de mens kunnen beïnvloeden (aanleg, opvoeding, omgeving, milieu), maar ook de wijze waarop jij met mensen omgaat. Mensen leren en ontwikkelen zich. Om meer inzicht te krijgen in hoe dat proces verloopt, is kennis over jezelf van belang.
In de PIT sta jij als student centraal. In dit thema onderzoek jij wie jij bent geworden als persoon en welke factoren invloed hebben gehad op jouw ontwikkeling. Jezelf leren kennen is belangrijk om uiteindelijk je doelgroep te begeleiden.
De cliënten waarmee je werkt hebben ook ieder hun eigen levensverhaal. Ze zijn geboren en opgegroeid onder verschillende omstandigheden; omstandigheden die invloed hebben gehad en nu nog hebben, op hoe ze denken, wie ze zijn, hoe ze leven. In het thema socialisatie onderzoek je de invloed van de omgeving op het leven van je cliënt(en). De omstandigheden waaronder de cliënt is opgegroeid en de invloed van de samenleving vroeger en nu: wat betekent dat voor het leven van je cliënt? Socialisatie gaat over het milieu, de omstandigheden waarin de cliënt is opgegroeid, met welke waarden en normen, cultuur, levensbeschouwing en leefstijl.
Doelen
Je hebt kennis van jezelf als persoon en weet welke factoren invloed hebben (gehad) op jouw ontwikkeling.
Toetsvormen en criteria
- Levensboek
- Sociaal document
Beoordelingslijst
Levensboek:
Criterium
|
Beschrijving criterium
|
Voldaan
|
Deels voldaan
|
Niet voldaan
|
|
|
|
|
|
|
Wie of wat heeft een belangrijke rol gespeeld:
|
|
|
|
1
|
Familie
|
|
|
|
2
|
Woonplaats/-omgeving
|
|
|
|
3
|
Gezondheid
|
|
|
|
4
|
Belangrijke gebeurtenissen/ ervaringen/ avonturen
|
|
|
|
5
|
Levensovertuiging
|
|
|
|
6
|
Waarden en normen
|
|
|
|
7
|
School/ stage/ werk
|
|
|
|
8
|
Hobby’s
|
|
|
|
9
|
Uitgaan/ vrije tijd
|
|
|
|
10
|
Belangrijke personen in je leven
|
|
|
|
11
|
Wensen en idealen
|
|
|
|
12
|
Ik ga uit mijn dak als/ bij ……..
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
De belangrijkste kenmerken van elke ontwikkelingsfase moeten in je levensboek verwerkt zijn:
|
|
|
|
13
|
Baby
|
|
|
|
14
|
Peuter
|
|
|
|
15
|
Basisschoolkind
|
|
|
|
16
|
Puber
|
|
|
|
17
|
Adolescent
|
|
|
|
18
|
Volwassene
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Vorm :
|
|
|
|
19
|
De voorkant heeft een persoonlijk karakter
|
|
|
|
20
|
Het levensboek is overzichtelijk ingedeeld
|
|
|
|
Sociaal document:
Onderzoek de invloed van de omgeving op het leven van een klasgenoot door het maken van een sociaal document.
Kies in overleg met de docent een klasgenoot waarover je het sociaal document gaat maken.
Hoofdstuk 1:
Geef in het document een beeld van de persoonlijke situatie van de klasgenoot:
- leeftijd
- geslacht
- leefomstandigheden van de cliënt nu
- (bijzondere) omstandigheden van de cliënt op sociaal, lichamelijk en psychisch gebied
- mogelijkheden/competenties en beperkingen.
- achtergrond van de cliënt
- milieu waaruit de cliënt komt
- scholing
- (geen) werk
- cultuur
- levensbeschouwing
Hoofdstuk 2:
Geef in het document een beeld van de invloed van de samenleving op het leven van de klasgenoot:
- De gebeurtenissen in of tijdens het leven van de klasgenoot die bepalend zijn geweest voor zijn levensloop; dit kunnen gebeurtenissen in het persoonlijke leven zijn en/of gebeurtenissen in de omgeving, de samenleving.
- Belangrijke kenmerken van de levensfase en welke rol deze kenmerken spelen in het leven van de klasgenoot (ontwikkelingspsychologie). Waarin komen de kenmerken van de levensfase overeen met het leven van de klasgenoot, waarin verschillen deze? En de invloed daarvan op het leven van de klasgenoot.
- Netwerk van de klasgenoot: denk aan familie, vrienden, kennissen en leefomgeving.
De informatie je die nodig hebt om aan de criteria te voldoen kun je door middel van een interview met de klasgenoot achterhalen.
Organisatie en planning
Week 1
Lesdoelen
|
- De student kan in eigen woorden weergeven wat een socialisatieproces is en kan aangeven waarom deze kennis belangrijk is.
- De student kan in eigen woorden uitleggen wat hij kan verwachten van het beroeps ondersteunend vak Socialisatie en Levensboek.
|
Theorie
|
Het pedagogisch kader ‘Samen verschillend’ H2
Noordhoff: ‘Opvoeding en ontwikkeling’ H6.3
|
Suggesties leeractiviteiten
|
Uitleg vak en eindopdrachten, brainstormen, collage eigen
socialisatie
|
Evaluatie lesdoelen/ bijdrage PIT
|
Koppeling met de PIT ‘IK’. Korte samenvatting les. Waarom is het
belangrijk om jezelf te leren kennen?
|
Huiswerk
|
Doorlezen lessenserie en eindproducten en vanuit daar eventuele
vragen/onduidelijkheden opschrijven.
|
Week 2
Lesdoelen
|
- De student heeft in zijn agenda genoteerd wanneer hij/zij het sociaal document en het levensboek moet inleveren.
- De student kan zelfstandig een begin maken met de eindopdrachten.
- De student kan in eigen woorden benoemen wat de invloed kan zijn van een gezin op de socialisatie.
|
Theorie
|
Het pedagogisch kader ‘Samen verschillend’ H2
Noordhoff: ‘Opvoeding en ontwikkeling’ H6.3
Theorie: verschillen tussen gezinnen
- Verschillen gezinsvormen en opvoedstijlen
- Verschillen etnische en culturele achtergronden
Verschillende welstandsniveaus
|
Suggesties leeractiviteiten
|
Overeenkomsten en verschillen kunnen herkennen a.d.h.v.
filmmateriaal.
|
Evaluatie lesdoelen/ bijdrage PIT
|
Samenvatting van de les. Terugkomen op de lesdoelen. Hoe
heeft deze les bijgedragen aan je eigen zelfbeeld en het beeld
van je beroep/doelgroep?
|
Huiswerk
|
Bestuderen H2 pedagogisch kader ‘samen verschillend’
|
Week 3
Lesdoelen
|
- De student kan verschillende gezinssituaties herkennen en benoemen en wat voor invloed dit kan hebben op een socialisatieproces.
- De student kan in eigen woorden benoemen wat de invloed kan zijn van een zijn/haar eigen gezin op de socialisatie.
- Kan externe contacten (vrienden/leraren) koppelen aan eigen socialisatie.
-
Kan de invloed van arm en rijk koppelen aan het socialisatieproces van mensen.
|
Theorie
|
Het pedagogisch kader ‘Samen verschillend’ H2
Noordhoff: ‘Opvoeding en ontwikkeling’ H6.3
|
Suggesties leeractiviteiten
|
Reflectie opdrachten (H2):
- gezinsvorm,
- diversiteit
- arm en rijk
|
Evaluatie lesdoelen/ bijdrage PIT
|
Samenvatting van de les. Terugkomen op de lesdoelen.
|
Huiswerk
|
-
|
Week 4
Lesdoelen
|
De student kan in eigen woorden benoemen wat normen en
waarden zijn en wat zijn/haar eigen normen en waarden zijn.
|
Theorie
|
Het pedagogisch kader ‘Samen verschillend’ H2
Noordhoff: ‘Opvoeding en ontwikkeling’ H6.3
|
Suggesties leeractiviteiten
|
Korte theorie met werkvorm over ‘normen en waarden’
Herhaling informatie over het levensboek.
Aan de slag met het levensboek
|
Evaluatie lesdoelen/ bijdrage PIT
|
Samenvatting van de les. Terugkoppeling lesdoelen.
|
Huiswerk
|
-
|
Week 5
Lesdoelen
|
- De student legt de laatste loodjes aan het levensboek.
- De student weet dat het levensboek de volgende les moet worden ingeleverd.
|
Theorie
|
Het pedagogisch kader ‘Samen verschillend’ H2
Noordhoff: ‘Opvoeding en ontwikkeling’ H6.3
|
Suggesties leeractiviteiten
|
Werken aan het levensboek.
|
Evaluatie lesdoelen/ bijdrage PIT
|
-
|
Huiswerk
|
-
|
Week 6
Lesdoelen
|
- De student heeft de eerste kans van het levensboek ingeleverd.
- De student heeft aan het einde van de les iemand geïnterviewd of is zelf geïnterviewd.
|
Theorie
|
Het pedagogisch kader ‘Samen verschillend’ H2
Noordhoff: ‘Opvoeding en ontwikkeling’ H6.3
|
Suggesties leeractiviteiten
|
Herhaling opdracht sociaal document
Uitvoeren interview 1
|
Evaluatie lesdoelen/ bijdrage PIT
|
-
|
Huiswerk
|
-
|
Week 7
Lesdoelen
|
- De student is aan de slag gegaan met het sociaal document.
- De student weet dat deze volgende week in moet worden geleverd + de tweede kans van het levensboek.
|
Theorie
|
Het pedagogisch kader ‘Samen verschillend’ H2
Noordhoff: ‘Opvoeding en ontwikkeling’ H6.3
|
Suggesties leeractiviteiten
|
Uitvoeren interview 2
Terug geven levensboek
|
Evaluatie lesdoelen/ bijdrage PIT
|
|
Huiswerk
|
|
Week 8
Lesdoelen
|
- De student heeft de eerste kans van het sociaal document ingeleverd.
- De student heeft de tweede kans van het levensboek ingeleverd.
- De student weet wat cultuur is en kan noemen hoe de eigen cultuur van invloed is geweest op de socialisatie.
|
Theorie
|
Het pedagogisch kader ‘Samen verschillend’ H2
Noordhoff: ‘Opvoeding en ontwikkeling’ H6.3
|
Suggesties leeractiviteiten
|
Documentaire + vragen ‘cultuur’
Nabespreking: de invloed van cultuur op socialisatie
|
Evaluatie lesdoelen/ bijdrage PIT
|
Samenvatting les en terugkoppeling lesdoelen
|
Huiswerk
|
-
|
Week 9
Lesdoelen
|
De student heeft kennis van de verschillende godsdiensten
|
Theorie
|
Het pedagogisch kader ‘Samen verschillend’ H2
Noordhoff: ‘Opvoeding en ontwikkeling’ H6.3
|
Suggesties leeractiviteiten
|
Terug geven sociaal document
Nabespreking/feedback op sociaal document en levensboek
In groepjes een korte pitch van een godsdienst voorbereiden +
stellingen
|
Evaluatie lesdoelen/ bijdrage PIT
|
Terugkoppeling: invloed van godsdienst op socialisatie
|
Huiswerk
|
-
|
Week 10
Lesdoelen
|
- De student heeft de tweede kans van het sociaal document ingeleverd.
- De student kijkt terug op het vak en kan benoemen hoe dit bij de PIT IK heeft bijgedragen.
|
Theorie
|
Het pedagogisch kader ‘Samen verschillend’ H2
Noordhoff: ‘Opvoeding en ontwikkeling’ H6.3
|
Suggesties leeractiviteiten
|
Evalueren, leuke afsluiter, documentaire.
|
Evaluatie lesdoelen/ bijdrage PIT
|
Terugkijken en koppelen aan de PIT ‘IK’.
|
Huiswerk
|
-
|
Inspiratie
Week 1:
Collage maken van factoren die van invloed zijn op (eigen) socialisatie.
(Voorkennis) klassikaal bespreken. Vanuit hier de brug slaan naar het doel van deze lessen en de koppeling met de PIT.
Week 2:
Theorie hoofdstuk 2 behandelen. Filmmateriaal: bijvoorbeeld puberruil: overeenkomsten en verschillen opschrijven. Klassikale nabespreking. Terugkoppeling eigen socialisatie.
Week 3:
Zie reflectieopdrachten hoofdstuk 2.
Week 4:
Werkvorm ‘normen en waarden’
Schrijf 10 waarden op kaartjes. Laat de klas in groepjes deze waarden bestuderen en ze op volgorde leggen van prioriteit. (Individueel of gezamenlijk) Nabespreking.
Week 8:
Aflevering ‘Maatschappijleer’ op uitzendinggemist.nl (15 min)
http://www.uitzendinggemist.nl/afleveringen/1124908
Opdracht + nabespreking:
Beantwoord de volgende vragen naar eigen inzicht.
1. Wat versta jij onder cultuur?
2. Kun je belangrijke waarden en/of normen in jouw cultuur noemen?
3. Kun je belangrijke verschillen noemen tussen jouw cultuur en andere
culturen?
4. Heb je wel eens te maken gehad met ‘botsingen’ tussen jouw cultuur en een andere cultuur?
5. Hecht je veel waarde aan jouw culturele achtergrond? Wat vind je daar belangrijk in
en wat minder belangrijk?
6. Herken je normen en waarden van jouw cultuur in je eigen opvoeding?
7. Welke normen en waarden uit jouw cultuur wil je zeker meenemen in de opvoeding
van jouw kinderen?
8. Hoe kom jij in aanraking met mensen uit andere culturen?
9. Houd je rekening met hun cultuur?
10. Welke normen in de Nederlandse samenleving zouden van jou wel mogen
veranderen?
11. En wat zou daarvoor in de plaats moeten komen?
12. Welk cultureel aspect heeft veel invloed gehad op jouw socialisatie? Waarom?
13. Beschrijf kort hoe jouw leven er mogelijk uit had gezien als jij in een andere tijd had
geleefd in een of ander land was geboren.
Week 9:
In groepjes een korte pitch (2 minuten) voorbereiden over een godsdienst. (Of evt. beeldmateriaal) Presenteren in de klas. Ieder groepje bedenkt een stelling over deze godsdienst. De stellingen worden besproken in de klas. De groepjes die de godsdienst hebben uitgewerkt zijn gespreksleider van de stellingen. (Stellingen moeten zoveel mogelijk gericht zijn op socialisatie)
Gastspreker uitnodigen
Week 10:
Filmtip: De Tweeling
Levensboek:
Criterium
|
Beschrijving criterium
|
Voldaan
|
Deels voldaan
|
Niet voldaan
|
|
|
|
|
|
|
Wie of wat heeft een belangrijke rol gespeeld:
|
|
|
|
1
|
Familie
|
|
|
|
2
|
Woonplaats/-omgeving
|
|
|
|
3
|
Gezondheid
|
|
|
|
4
|
Belangrijke gebeurtenissen/ ervaringen/ avonturen
|
|
|
|
5
|
Levensovertuiging
|
|
|
|
6
|
Waarden en normen
|
|
|
|
7
|
School/ stage/ werk
|
|
|
|
8
|
Hobby’s
|
|
|
|
9
|
Uitgaan/ vrije tijd
|
|
|
|
10
|
Belangrijke personen in je leven
|
|
|
|
11
|
Wensen en idealen
|
|
|
|
12
|
Ik ga uit mijn dak als/ bij ……..
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
De belangrijkste kenmerken van elke ontwikkelingsfase moeten in je levensboek verwerkt zijn:
|
|
|
|
13
|
Baby
|
|
|
|
14
|
Peuter
|
|
|
|
15
|
Basisschoolkind
|
|
|
|
16
|
Puber
|
|
|
|
17
|
Adolescent
|
|
|
|
18
|
Volwassene
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Vorm :
|
|
|
|
19
|
De voorkant heeft een persoonlijk karakter
|
|
|
|
20
|
Het levensboek is overzichtelijk ingedeeld
|
|
|
|
Sociaal document:
Onderzoek de invloed van de omgeving op het leven van een klasgenoot door het maken van een sociaal document.
Kies in overleg met de docent een klasgenoot waarover je het sociaal document gaat maken.
Hoofdstuk 1:
Geef in het document een beeld van de persoonlijke situatie van de klasgenoot:
- leeftijd
- geslacht
- leefomstandigheden van de klasgenoot nu
- (bijzondere) omstandigheden van de klasgenoot op sociaal, lichamelijk en psychisch gebied
- mogelijkheden/competenties en beperkingen.
- achtergrond van de klasgenoot
- milieu waaruit de klasgenoot komt
- scholing
- (geen) werk
- cultuur
- levensbeschouwing
Hoofdstuk 2:
Geef in het document een beeld van de invloed van de samenleving op het leven van de klasgenoot:
- De gebeurtenissen in of tijdens het leven van de klasgenoot die bepalend zijn geweest voor zijn levensloop; dit kunnen gebeurtenissen in het persoonlijke leven zijn en/of gebeurtenissen in de omgeving, de samenleving.
- Belangrijke kenmerken van de levensfase en welke rol deze kenmerken spelen in het leven van de klasgenoot (ontwikkelingspsychologie). Waarin komen de kenmerken van de levensfase overeen met het leven van de klasgenoot, waarin verschillen deze? En de invloed daarvan op het leven van de klasgenoot.
- Netwerk van de klasgenoot: denk aan familie, vrienden, kennissen en leefomgeving.
De informatie je die nodig hebt om aan de criteria te voldoen kun je door middel van een interview met de klasgenoot achterhalen.