Medicatie en EHBO

Medicatie en EHBO

Inleiding

De centrale leervraag voor de PIT Ik is:

Welke kennis en vaardigheden heb ik nodig om mezelf echt te leren kennen?

 

Om erachter te komen welke doelgroepen het beste bij je passen moet je eerst kennis opdoen over verschillende  doelgroepen en instellingen.

Welke achtergrond hebben ze? Welke mogelijkheden hebben  ze? Op welke manieren kun je met ze werken? Allemaal vragen die tijdens de lessen aan bod komen. Welke vragen heb jij zelf nog?

Wil je werken met verstandelijk beperkten en waarom? Klopt je idee?

planning periode

Les

week

Datum

Wat gaan we doen,

waar gaat het over?

Bronnen / lesmateriaal

Angerenstein

“Ontwikkeling en omgeving”

1

 
  • Wetgeving en andere kaders van medicatie
  • Onderverdeling van medicatie

Thema 11, bladzijde:

230-234

2

 
  • Werking en bijwerking van medicatie
  • Fouten voorkomen
  • Verdieping

Thema 11, bladzijde:

239-248

3

 
  • Toepassen van EHBO
  • De eerste vijf stappen
  • Verbandmaterialen en toepassen
  • Basishandelingen
  • Verdieping: achtergronden van reanimatie

Thema 19, bladzijde:

388-396

4

 
  • Hartstilstand en ademhaling
  • Bewustzijnsverlies
  • Bloedingen
  • Gewrichts- botletsel
  • Brandwonden en elektriciteitsletsel
  • Overig letsel
  • Verdieping: letsel bij kinderen

Thema 20,

bladzijde:

409 - 428

5

 
  • Toetsing

Alle behandelde  st of

Beoordeling

De beoordeling gaat over je inzet, aanwezigheid en het eindcijfer van je toets

Lesweken Periode 1

Lesweek 1

Les 1,   Wetgeving en andere kaders van medicatie

Bronnen/ Lesmateriaal: Hoofdstuk 11 blz: 230- 234

Vandaag is de eerste les van het vak Medicatie en EHBO. Jullie krijgen te horen hoe jullie worden beoordeeld op dit vak en hoe er getoetst wordt.

In het Welzijnswerk gebruiken veel cliënten structureel medicatie. Het is onze verantwoordelijkheid om te zorgen dat de cliënten de juiste medicatie op het juiste tijdstip en op de juiste manier krijgen toegediend.

We gaan in de wetgeving en zoeken antwoord op de vraag :”Wie mogen er medicatie voorschrijven en wie mogen deze toedienen ?”.

 

Om dit te regelen is er een drietal wetten van kracht:

 

  1. De Geneesmiddelenwet

     https://nl.wikipedia.org/wiki/Geneesmiddelenwet,                                            

              http://wetten.overheid.nl/BWBR0021505/2016-08-01

 

  1. De Wet BIG https://www.bigregister.nl/registratie/inhetbigregister/wetenregelgeving/

    https://www.bigregister.nl/

     

  2. De kwaliteitswet zorginstellingen

    http://www.btsg.nl/infobulletin/wetten/wet-kwaliteitswet.html

 

 

 

 

 

 

 

 

Opdracht 1, les 1

Deze opdracht doe je individueel

 

Geef een samenvatting van deze drie wetten die de medicijnverstrekking regelen. Verwerk daarin de volgende punten:

 

  1. Korte uitleg over deze wet;
  2. Op wie deze wet van toepassing is;
  3. Wat  deze wet regelt.

 

Opdracht 2, les 1

Deze opdracht doe je individueel

 

Casus:

Marian werkt als mantelzorger. Zij verzorgt haar tante  ( Miep) die, sinds het overlijden van haar man, een terugval heeft gehad. Tante Miep verzorgt zichzelf niet goed en kan het huishouden niet meer in goede banen leiden. Miep heeft suikerziekte en moet dagelijks worden geprikt. Voorheen deed tante dat zelf, maar dat lukt haar niet meer. Miep volgt een dieet in verband met hoge bloeddruk. Ze heeft daarvoor medicatie. Daarnaast heeft Miep ook een stoma als gevolg van een eerder uitgevoerde darmoperatie. Voorheen deed haar man de verzorging op deze levensgebieden. In afwachting van een eventuele indicatie voor thuiszorg heeft Marian de zorg voor haar tante ter hand genomen. Wat mag Miep wel en wat mag zij niet ?  Hoe krijgt zij de benodigde vaardigheden om deze risicovolle handelingen uit te voeren.

 

Opdracht 3, les 1

Deze opdracht doe je individueel

 

Ontwerp een voorbeeld van een bekwaamheidsverklaring ( bron pagina 232).

 

Opdracht 4, les 1

Deze opdracht doe je in groepjes van drie

 

Vanaf pagina 235 tot en met pagina 237 vind je een onderverdeling in medicijnen. Het gaat hier om een indeling naar

  1. reguliere medicijnen en overige middelen,
  2. werkingsgebied,
  3. vorm
  4. toedieningswijze

 

Hieronder vind je een tabel met namen van medicijnen. Onderzoek tot welke categorie ze behoren en voeg dat toe aan de tabel.

 

 

Stofnaam en merknaam van het geneesmiddel

 

Regulier,

Homeopathisch,

Fytotherapeutisch.

Vorm waarin het middel wordt verstrekt

Toedieningswijze

01

Aripiprazol (Abilify)

 

 

 

02

Amoxilline (Clamoxil)

 

 

 

03

Barnidipine (Cyress)

 

 

 

04

Cilazapril (Vascase)

 

 

 

05

Cinnabaris D3

 

 

 

06

Cataflam (Diclofenac kalium)

 

 

 

07

Epinefrine ( EpiPen)

 

 

 

08

Ferrosulfaat (Fero Gradumet)

 

 

 

09

Haloperidol ( Haldol)

 

 

 

10

Ketoprofen ( Oscorel)

 

 

 

11

Lanoxin (Digoxine)

 

 

 

12

Mefloquine (Lariam)

 

 

 

13

Natriumclomoglicaat (Lomusol)

 

 

 

14

Oxazepam (Seresta)

 

 

 

15

Silicea D12

 

 

 

16

Rescuvolin (Folinezuur)

 

 

 

17

Tetanusanatoxine (Tetavax)

 

 

 

18

Viagra (Sildenafil)

 

 

 

19

Xanax (Alprazolam)

 

 

 

20

Zyprexa (Olanzapine)

 

 

 

 

Voor volgende week: iedereen een of meerdere bijsluiter(s) van een medicijn ( thuis of op stage) meenemen.

Lesweek 2

Les 2: Werking en bijwerking van medicatie.

Bronnen/ Lesmateriaal: Hoofdstuk 11 blz: 239- 248

 

Opdracht: 1, les 2

Deze opdracht doe je individueel

 

Neem de bijsluiter van een willekeurig medicijn en onderzoek de volgende informatie. Opzoeken van medicijn op internet is ook mogelijk.

 

        Naam van het geneesmiddel:

1

Merknaam en dosis

 

2

Welke werkzame stof

 

3

Voor welke aandoeningen werkzaam

 

4

Contra-indicatie

( wanneer je het niet mag gebruiken)

 

5

Hoe en wanneer innemen

 

6

Met welke medicijnen mag het, bij voorkeur, niet samen gebruikt worden

 

7

Waarschuwing:

* Zwangerschap

* Combinatie alcohol

* Invloed op concentratie

 

8

Bijwerkingen

 

9

Hoe te bewaren

 

 

De werking van medicijnen (pag. 240)

 

Beeldfragment ( duur 16.37 minuten)  Hoe werkt een medicijn:

Je hebt knallende hoofdpijn, kunt geen licht meer verdragen en elk geluid komt met een oorverdovend kabaal binnen. Je slikt een paracetamol en binnen een uur is de pijn verdwenen. Professor Adam Cohen staat in zijn praktijk nog steeds dagelijks versteld van de miraculeuze effecten van een klein pilletje. https://www.youtube.com/watch?v=Odi1-3KOBQg 

Opdracht 2, les 2

Deze opdracht doe je in groepjes van drie

 

Zoek informatie op over de volgende verschijnselen.

 

  1. Allergische reactie op medicijnen:
  1. Wat is een allergische reactie
  2. Hoe ontstaat een allergische reactie
  3. Noem een aantal verschijnselen die duiden op een allergische reactie
  4. Noem een medicijn dat berucht is om de allergische reacties die bij gebruik kunnen optreden.

 

  1. Resistentie tegen medicijnen
  1. Wat is een allergische reactie
  2. Hoe ontstaat een allergische reactie
  3. Noem een aantal verschijnselen die duiden op een allergische reactie
  4. Noem een medicijn dat berucht is om de resistentie die bij gebruik kan optreden.
  1. Vergiftiging
  1. Wat is vergiftiging
  2. Hoe kan vergiftiging ontstaan
  3. Noem een aantal verschijnselen die duiden op vergiftiging
  4. Noem een medicijn dat berucht is om vergiftiging die bij gebruik kan optreden.

 

  1. Gewenning en verslaving
  1. Wat is gewenning en wat is verslaving
  2. Hoe ontstaat gewenning of verslaving
  3. Noem een aantal verschijnselen die duiden op gewenning of verslaving
  4. Noem een medicijn dat berucht is om de gewenning of verslaving die bij het gebruik ervan kan optreden.

Lesweek 3

Les 3: grondbeginselen EHBO.

Bronnen/lesmateriaal: hoofdstuk 19 bladzijde 288-396

 

Wat is EHBO en wat komt er allemaal bij kijken? Daar kom je in dit hoofdstuk achter.

 

De eerste 5 stappen:

 

De eerste 5 stappen bij EHBO zijn:

  1.  Beoordeel het slachtoffer
  2.  Achterhaal wat er gebeurt is en wat het slachtoffer mankeert
  3.  Stel het slachtoffer gerust en zorg voor beschutting
  4.  Regel zo nodig professionele hulp
  5.  Verleen eerste hulp.

 

Opdracht 1, les 3:

Deze opdracht doe je in groepjes van vier

Beschrijf wat elke stap voor jullie betekent. Wat komt het eerste bij je op? Bespreek dit vervolgens klassikaal.

 

Toepassen van EHBO:

Je spreekt bij EHBO altijd over slachtoffers en niet over collega’s of cliënten. Eerste Hulp Bij Ongelukken betekent dat je eerste hulp verleent bij ongelukken. Welke grote en welke soort ongelukken spreken we dan over? Afhankelijk van het type ongeluk ga je handelen maar je doet voor af altijd snel een observatie.

 

De observatie bestaat uit :

Een eerste indruk van wat je aantreft

De situatie plaats van het ongeluk, andere EHBO-ers, omstanders.

Op het moment dat je dit hebt gedaan en je hebt deze informatie daarna ga je handelen.

 

Hoe zou je afhankelijk van het type ongeluk reageren?

  1. Probeer rustig te blijven,
  2. Laat je niet afleiden door bijvoorbeeld veel bloed,
  3. Observeer goed en probeer een de gestelde analyse bij te stellen als dit moet.

     

Bijvoorbeeld:  een val op het hoofd kan in eerste instantie niet zo erg lijken maar kan ook levensbedreigend zijn. Zo zijn er wonden die je niet kunt zien. Zoals?

Wanneer moet je professionele hulp inschakelen?

 

Verleen eerste hulp/ Film:

http://edu-actief.bbvms.com/p/joomla-methodesite/c/2570858.html

http://edu-actief.bbvms.com/p/joomla-methodesite/c/2570866.html

 

Verbandmaterialen en toepassingen

De meest gebruikte verbandmaterialen zijn: pleister, kompressen en zwachtels.

 

Opdracht 2, les 3

Deze opdracht doe je in drie groepen

Elke groep neemt 1 verbandmateriaal en zoekt uit waarvoor welk verbandmateriaal wordt gebruikt. (  Bron: Boek verbanden)

 

Basishandelingen: (Reanimatie)

EHBO bestaat uit basishandelingen. Deze zijn o.a. Rautek, Stabiele zijligging, flauwte opvangen en Heimlich * manoeuvre.

 

Dokter Heimlich overleden na hartaanval ( 17 december 2016 )

De beroemde uitvinder van de Heimlich-manoeuvre, dokter Henry Heimlich, is in Cincinnati in de Amerikaanse staat Ohio overleden. Hij werd 96 jaar oud. Dat maakte zijn familie bekend,. Heimlich stierf in het plaatselijke ziekenhuis aan complicaties na een zware hartaanval van afgelopen maandag. In de jaren ’70 verwierf de arts bekendheid met zijn zogenaamde Heimlich-manoeuvre, een techniek waarmee je met buikstoten de luchtwegen van een stikkend persoon kunt openen. Ook daarvoor was Heimlich al bezig met het redden van de levens van anderen. In 1962 bedacht hij de Heimlich Chest Drain Valve, gecrediteerd met het redden van scores van het leven op de slagvelden van de oorlog in Vietnam en de meldkamers in het hele land. Bijna een decennium eerder, in 1955, kreeg hij naamsbekendheid met een operatie die een zwaar beschadigde slokdarm van een patiënt verving.

 

 

 

Opdracht 3, les 3 ( 10 minuten)

Deze opdracht doe je in vier groepen  

Elk groepje neemt een van de volgende handelingen tot zich en gaat dit voor doen ik de aan de klas. En de klas volgt de instructies op. Tijd 10 min. De handelingen zijn. 1. Rautek, 2. Stabiele zijligging,  3. flauwte opvangen  4.  Heimlich manoeuvre.

 

Rautek: Dit is een handeling als het slachtoffer verplaats moet worden.

Afbeeldingsresultaat voor Rautek:

Film: https://youtu.be/6g27JCPCP4A

Film reanimatie en AED. https://youtu.be/Y4CbUM_kcfw

 

Heimlich Manoeuvre: hulp bij verstikking door een vreemd voorwerp

Titel afbeelding Perform the Heimlich Maneuver Step 1 Gerelateerde afbeelding Gerelateerde afbeelding Gerelateerde afbeelding Titel afbeelding Perform the Heimlich Maneuver Step 5

 

Reanimeren:

Betekent weer tot leven wekken. Iemand is dan dus dood. Het slachtoffer ademt niet meer en het hart pomp het bloed met daarin zuurstof niet meer rond.

Als er geen ademhaling meer is en er is geen hartwerking dat is iemand Klinisch hersendood. Reanimeren heeft dan geen zin. Maar je kunt niet zien dat iemand hersendood is daarom moet je altijd reanimeren. Als je een adem- en hartstilstand constateert. Er zijn twee dingen belangrijk bij een reanimatie:

 

  1. Een deskundige EHBO-er
  2. Tijd is de belangrijkste. Het hart pomp bloed rond als deze stopt krijgen allerlei organen geen zuurstof meer. Waaronder de hersenen.

    Als dit langer dat 10 min duurt voordat er weer zuurstof bij de hersenen komt,  is er onherstelbare schade in de hersenen en kan het leiden tot hersendood.

 

Waarom de koel-procedure?

Reanimatie is erop gericht om het hartritme zo snel mogelijk te herstellen, maar is niet gericht op het voorkomen van hersenletsel. De koel-procedure is erop gericht om bij een hartstilstand schade aan de hersenen zo veel mogelijk te voorkomen of te beperken.

Nadat de patiënt is gereanimeerd wordt de patiënt gekoeld door middel van bevroren matrasjes op diverse plaatsen van het lichaam. Er kan ook gebruik worden gemaakt van koude spoelvloeistof via een infuus, via een slangetje in de maag of via een slangetje in de blaas (blaaskatheter).  Daardoor wordt de behoefte aan zuurstof verlaagd. Omdat de zuurstofbehoefte laag is, gaan de processen die leiden tot hersenbeschadiging langzamer. Onderzoek naar deze procedure heeft aangetoond dat een milde koeling tot 32-34 oC de kans op overleving en op herstel van de hersenfunctie vergroot.

Daarom beveelt de Europese Reanimatie Raad koeling aan wanneer een patiënt in coma ligt na een hartreanimatie.

Lesweek 4

Les 4: EHBO verlenen

Bronnen/lesmateriaal: hoofdstuk 20 bladzijde 407- 428

 

Eerste hulp verlenen begint bij jezelf. Goed kijken wat je ziet en daar de juiste actie aan verbinden. Wat er ook gebeurt, naast deskundigheid is het zaak dat je kalm blijft en overzicht houdt.  Aan het einde van deze les weet je wat te doen bij hartstilstand, ademstilstand, bewustzijnsverlies, bloedingen, gewrichts- en botletsel, brandwonden, elektriciteitsletsel overig letsel en letsel bij kinderen.

 

Opdracht 1, les 4: Hoe was het ook weer ?

Deze opdracht doe je in groepjes van drie

Werk per groep een van de volgende onderwerpen uit. Zet deze informatie in een PowerPoint en presenteer het aan de groep. Hanteer de indeling zoals hieronder beschreven. Bij te weinig groepen bepaalt de docent welke onderwerpen worden geclusterd.

 

Hartstilstand en ademstilstand ( pagina 408 + 409))

  1. Functie van het hart
  2. Beknopte anatomie van het hart
  3. Oorzaken van een hartstilstand
  4. Verschijnselen van een hartstilstand
  5. Anatomie van de longen ( ligging, grootte,)
  6. Functie van de longen ( fysiologie)
  7. Oorzaken van een ademstilstad
  8. Verschijnselen van een ademstilstand.
  9. Hoe verleen je hulp bij een hart- of ademstilstand ( zie les 3)

 

 

Bewustzijnsverlies ( pagina 410+ 411+ 412)

  1. Wat is bewustzijn ?
  2. Wat is coma ?
  3. Oorzaken van bewusteloosheid
  4. Verschijnselen van bewusteloosheid
  5. Wat te doen bij bewusteloosheid
  6. Wat is een flauwte ?
  7. Oorzaken van een flauwte
  8. Verschijnselen van een flauwte ( ook tegenover die van bewusteloosheid)
  9. Wat te doen bij flauwte.

     

Bloedingen ( pagina 413 + 414+415+416

  1. Functie van bloed.
  2. Wat is een arteriële bloeding ?
  3. Wat is een veneuze bloeding ?
  4. Wat is een capillaire bloeding ?
  5. Oorzaken van uitwendige bloedingen
  6. Wat te doen bij uitwendige bloedingen
  7. Wat is een inwendige bloeding ?
  8. Oorzaken van inwendige bloedingen
  9. Wat te doen bij inwendige bloedingen
  10. Wat is shock ?
  11. Wat te doen bij shock

 

Gewrichts- en botletsel ( pagina 417+ 418+ 419)

  1. Functie van botten
  2. Vormen van botbreuken
  3. Objectieve verschijnselen van een botbreuk
  4. Wat te doen bij botbreuk
  5. Vormen van gewrichtsletsel
  6. Wat doen bij gewrichtsletsel

 

Brandwonden en elektriciteitsletsel ( pagina 420 + 421)

  1. Drie vormen van brandwonden: leg de verschillen uit
  2. Wat te doen bij de verschillende vormen van brandwonden
  3. Wat niet te doen bij brandwonden
  4. De ‘do’s en dont ’s ‘ bij elektriciteitsletsel

 

 

 

 

 

Overig letsel ( pagina 423+424+425)

  1. Wat is verslikken ?
  2. Oorzaken van verslikken .
  3. Wat te doen bij verslikken
  4. Oorzaken van oogletsel
  5. Wat te doen bij de meest voorkomende vormen van oogletsel
  6. Oorzaken van onderkoeling
  7. Wat te doen en niet te doen bij onderkoeling. Leg uit waarom (niet)
  8. Wat te doen bij verhitting.

 

Letsel bij kinderen ( pagina 427 + 428)

  1. Leg uit waarom eerste hulp bij kinderen tot 8 jaar oud, anders is dan bij oudere kinderen en volwassenen
  2. Wat te doen bij vergiftiging via de mond.

 

 

 

Lesweek 5

schriftelijike toets

  • Het arrangement Medicatie en EHBO is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    MZ Noorderpoort
    Laatst gewijzigd
    2020-02-04 15:21:08
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Noorderpoort, MZ. (z.d.).

    Solliciteren

    https://maken.wikiwijs.nl/77827/Solliciteren

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.