Lesweek 1

Les 1,   Wetgeving en andere kaders van medicatie

Bronnen/ Lesmateriaal: Hoofdstuk 11 blz: 230- 234

Vandaag is de eerste les van het vak Medicatie en EHBO. Jullie krijgen te horen hoe jullie worden beoordeeld op dit vak en hoe er getoetst wordt.

In het Welzijnswerk gebruiken veel cliënten structureel medicatie. Het is onze verantwoordelijkheid om te zorgen dat de cliënten de juiste medicatie op het juiste tijdstip en op de juiste manier krijgen toegediend.

We gaan in de wetgeving en zoeken antwoord op de vraag :”Wie mogen er medicatie voorschrijven en wie mogen deze toedienen ?”.

 

Om dit te regelen is er een drietal wetten van kracht:

 

  1. De Geneesmiddelenwet

     https://nl.wikipedia.org/wiki/Geneesmiddelenwet,                                            

              http://wetten.overheid.nl/BWBR0021505/2016-08-01

 

  1. De Wet BIG https://www.bigregister.nl/registratie/inhetbigregister/wetenregelgeving/

    https://www.bigregister.nl/

     

  2. De kwaliteitswet zorginstellingen

    http://www.btsg.nl/infobulletin/wetten/wet-kwaliteitswet.html

 

 

 

 

 

 

 

 

Opdracht 1, les 1

Deze opdracht doe je individueel

 

Geef een samenvatting van deze drie wetten die de medicijnverstrekking regelen. Verwerk daarin de volgende punten:

 

  1. Korte uitleg over deze wet;
  2. Op wie deze wet van toepassing is;
  3. Wat  deze wet regelt.

 

Opdracht 2, les 1

Deze opdracht doe je individueel

 

Casus:

Marian werkt als mantelzorger. Zij verzorgt haar tante  ( Miep) die, sinds het overlijden van haar man, een terugval heeft gehad. Tante Miep verzorgt zichzelf niet goed en kan het huishouden niet meer in goede banen leiden. Miep heeft suikerziekte en moet dagelijks worden geprikt. Voorheen deed tante dat zelf, maar dat lukt haar niet meer. Miep volgt een dieet in verband met hoge bloeddruk. Ze heeft daarvoor medicatie. Daarnaast heeft Miep ook een stoma als gevolg van een eerder uitgevoerde darmoperatie. Voorheen deed haar man de verzorging op deze levensgebieden. In afwachting van een eventuele indicatie voor thuiszorg heeft Marian de zorg voor haar tante ter hand genomen. Wat mag Miep wel en wat mag zij niet ?  Hoe krijgt zij de benodigde vaardigheden om deze risicovolle handelingen uit te voeren.

 

Opdracht 3, les 1

Deze opdracht doe je individueel

 

Ontwerp een voorbeeld van een bekwaamheidsverklaring ( bron pagina 232).

 

Opdracht 4, les 1

Deze opdracht doe je in groepjes van drie

 

Vanaf pagina 235 tot en met pagina 237 vind je een onderverdeling in medicijnen. Het gaat hier om een indeling naar

  1. reguliere medicijnen en overige middelen,
  2. werkingsgebied,
  3. vorm
  4. toedieningswijze

 

Hieronder vind je een tabel met namen van medicijnen. Onderzoek tot welke categorie ze behoren en voeg dat toe aan de tabel.

 

 

Stofnaam en merknaam van het geneesmiddel

 

Regulier,

Homeopathisch,

Fytotherapeutisch.

Vorm waarin het middel wordt verstrekt

Toedieningswijze

01

Aripiprazol (Abilify)

 

 

 

02

Amoxilline (Clamoxil)

 

 

 

03

Barnidipine (Cyress)

 

 

 

04

Cilazapril (Vascase)

 

 

 

05

Cinnabaris D3

 

 

 

06

Cataflam (Diclofenac kalium)

 

 

 

07

Epinefrine ( EpiPen)

 

 

 

08

Ferrosulfaat (Fero Gradumet)

 

 

 

09

Haloperidol ( Haldol)

 

 

 

10

Ketoprofen ( Oscorel)

 

 

 

11

Lanoxin (Digoxine)

 

 

 

12

Mefloquine (Lariam)

 

 

 

13

Natriumclomoglicaat (Lomusol)

 

 

 

14

Oxazepam (Seresta)

 

 

 

15

Silicea D12

 

 

 

16

Rescuvolin (Folinezuur)

 

 

 

17

Tetanusanatoxine (Tetavax)

 

 

 

18

Viagra (Sildenafil)

 

 

 

19

Xanax (Alprazolam)

 

 

 

20

Zyprexa (Olanzapine)

 

 

 

 

Voor volgende week: iedereen een of meerdere bijsluiter(s) van een medicijn ( thuis of op stage) meenemen.