Stad & Esch & BFIT

Stad & Esch & BFIT

Intro

Intro

Bekijk het filmpje

It's fun 2 B fit

Om zo te kunnen bewegen heb je energie nodig.

De energie om te bewegen krijg je binnen via je voedsel.

Maar hoeveel energie zit er nu precies in wat je eet.

Je gaat uitzoeken hoeveel energie er in 100 g pinda's zit.

Download het werkblad.

Voer het practicum uit.

 

Vooraf

Eindproduct-beoordeling

Je rondt deze les af met een presentatievorm die je in overleg met je docent mag kiezen.

Een website, film, boekje, toneelstuk etc.

Je krijgt een cijfer op deze presentatievorm.

Bovendien maak je een toets over dit onderwerp.

Leerdoelen

Leerdoelen

Na deze leereenheid

weet je ...

de taak van enkele orgaanstelsels
hoe een lichaam aan voedingsstoffen komt
hoe een lichaam aan zuurstof komt
hoe een lichaam afvalstoffen kwijt raakt


begrijp je ...

hoe orgaanstelsels samenwerken bij een duursport
hoe een lichaam op temperatuur blijft
waarom drinken belangrijk is bij een duursport

 

 

 

kun je ...

mensen informeren via een gekozen presentatievorm
 

Werkwijze

Werkwijze
 

Tijd: 
Je hebt 15 lesuren nodig

Werkvorm: 
Je werkt met zijn tweeën aan de presentatie

De toets maak je alleen

Benodigdheden: 
computer
internetverbinding

Inleveren:
je levert per tweetal je presentatie in

Aan de slag (Van groot naar klein)

Stap 1

 Waaruit bestaat je lichaam?
Ook al zit je nu stil op je stoel, in je lichaam is het een drukte van belang. Je hart klopt en pompt het bloed rond, je darmen borrelen om je eten te verteren. En om dit te kunnen lezen, zijn je ogen en hersenen druk bezig. Deze hard werkende delen van het lichaam heten organen. 
Elk orgaan heeft een eigen taak. De taak van het hart is het rondpompen van bloed, de taak van een long is zuurstof opnemen en de taak van je ogen is kijken. 
De meeste organen zitten binnenin je lichaam. 
Je kunt ze vanaf de buitenkant niet zien. Als je wilt weten hoe de organen in je lichaam liggen, kun je een torso bekijken.

Een torso is een lichaam zonder armen en benen. 
Het is een plastic model waar je in kunt kijken. 
Je kunt de organen eruit halen, dan zie je welke andere organen eronder liggen. 
Je hele lichaam bestaat uit organen. Je botten en spieren zitten overal in je lichaam, ook dat zijn organen. In je hoofd zitten bijvoorbeeld je ogen en hersenen. 

Ga naar Werkblad
 

Stap 2

Download het Werkblad en maak Opdracht 1 t/m 3

Stap 3

Welke orgaanstelsels heb je?
In een ziekenhuis werken dokters, verpleegsters en schoonmakers samen in een team (groep). De dokter opereert, de verpleegster verzorgt de wond en de schoonmaker zorgt dat de operatiekamer schoon is. Het team zorgt er samen voor dat de patiënt beter wordt. Met organen is dat net zo. Meestal werken organen in je lichaam samen met andere organen aan een taak. Zo'n groep samenwerkende organen heet een orgaanstelsel

Botten zijn organen. Veel botten kun je goed voelen, zoals de botjes in je handen of de onderkaak in je gezicht.

In de afbeelding  zie je hoe de botten in je lichaam zitten. Alle botten samen noem je het beenderstelsel of skelet. De taak van het skelet is stevigheid geven aan je lichaam. Zonder botten zak je in elkaar. 

iedereen weet dat je eten in je mond stopt, kauwt en doorslikt. Maar waar gaat het heen? Na het doorslikken komt het eten via de slokdarm in je maag. Daarna gaat het naar de darmen. Slokdarm, maag en darmen horen bij het verteringsstelsel. In de afbeelding zie je dat het verteringsstelsel bij de mond begint en bij de anus eindigt. In het verteringsstelsel wordt het voedsel klein gemaakt. Dat heet vertering. De taak van het verteringsstelsel is dus het kleiner maken van voedsel. 

Je haalt ook steeds adem. Lucht gaat via je mond of je neus naar de luchtpijp, zie de afbeelding. Daarna komt de lucht in je longen terecht. De longen halen zuurstof uit de ingeademde lucht. Neus, mond, luchtpijp en de longen horen bij het ademhalingsstelsel. De taak van het ademhalingsstelsel is het binnenhalen van zuurstof in je lichaam. 

 

Het hart en alle bloedvaten horen bij het bloedvatenstelsel (afbeelding). Je hart pompt bloed rond. In dat bloed zitten voedingsstoffen en zuurstof. De taak van het bloedvatenstelsel is het vervoeren van voedingsstoffen en zuurstof naar alle delen van je lichaam . 

Maak opdracht 4 en 5 van het Werkblad

 

Stap 4

Een skelet knippen

Je maakt een papieren model van het menselijk lichaam. Volg heel precies de opdracht en werk nauwkeurig.

Vraag aan je docent twee werkbladen (A en B)

a Neem deel A. Hierop plakje straks  alle andere delen. 

 

b Neem deel B .

Knip de delen B, C, D, E, F, G en H langs de stippellijntjes uit. Vouw de plakrandjes naar binnen om (en weer terug). 

 

c Doe lijm op de strook aan de ACHTERKANT van B. Plak B vast op deel A op de plaats waar staat: ‘Hier B plakken’. De lijn aan de onderrand van B moet precies over de lijn aan de onderkant van deel A liggen.

d Plak op dezelfde manier de andere delen vast. Doe dat in de volgorde C, D, E, F, G en H
e Wacht tot de lijm droog is. 
Vouw nu deel H voorzichtig langs de lijn aan de onderrand om. Doe dat ook met de andere delen in de volgorde G, D, F, C, E en B


Gebruik Stap 3
a Kleur met rood de organen van het bloedvatenstelsel. 

b Kleur met blauw de organen van het ademhalingsstelsel.

c Kleur met geel de organen van het verteringsstelsel. 

d Schrijf de namen op van de letters a, b, c, d en g op deel D

Ga naar het werkblad en maak opdracht 6

Stap 5

Van groot naar klein
Organen en orgaanstelsels kun je met het blote oog zien, maar waarvan ze gemaakt zijn niet. De bouwstenen van organen zijn heel klein en heten cellen. Ze zijn zo klein, dat je ze alleen met een microscoop kunt bekijken. Dan zie je de cellen vergroot. 
Je hele lichaam is gemaakt van cellen. Het zijn de kleinste levende delen van je lichaam. 
Er zijn verschillende soorten cellen. Je kunt cellen vergelijken met de bouwsteentjes van lego. Legosteentjes zijn allemaal van plastic met nopjes. Toch zijn er veel verschillende steentjes. Ze hebben een eigen vorm en kleur. Welke legosteentjes je gebruikt, is afhankelijk van wat je wilt bouwen. Zo is dat ook bij cellen. 
Je botten hebben andere bouwsteentjes dan je spieren. Want botten moeten heel stevig en hard zijn en spieren moeten juist elastisch zijn. Cellen van verschillende organen zijn dus anders van vorm en kleur. De cellen van de binnenkant van je wang zien er anders uit dan de cellen in je spieren, vergelijk de cellen van spieren en die van wangslijmvlies maar eens met elkaar. 

cellen van wangslijmvlies

spiercellen

Alle cellen hebben wel steeds dezelfde onderdelen, je ziet ze bij de cellen van wangslijmvlies.. Het ronde bolletje is de celkern. De celkern ligt in het cytoplasma. Om de cel zit een celmembraan, een soort vlies dat de inhoud van de cel bij elkaar houdt. 
Je lichaam is dus opgebouwd uit cellen, die organen vormen. Alle samenwerkende organen vormen een orgaanstelsel en alle orgaanstelsels bij elkaar maken een lichaam.

In de afbeelding zie je een voorbeeld van alle delen van je lichaam op een rij, van groot naar klein. 
Ga naar je werkblad en maak de opdrachten 7, 8 en 9

Stap 6 Een duursporter

Bekijk het filmpje.

Meneer Visscher vertelt hoe bij hem orgaanstelsels samwerken bij het tijdrijden.

Aan de slag (Ademhalingsstelsel)

Stap 1

Ademhalingsstelsel

Bij een duursport is het ademhalingsstelsel erg belangrijk. Je moet weten waarom dat orgaanstelsel zo belangrijk is.
Zoek uit en maak aantekeningen om straks je presentatie mee te kunnen maken:

  • wat is de taak van het ademhalingsstelsel
  • uit welke organen bestaat het ademhalingsstelsel
  • wat is ademhaling
  • wat is gaswisseling
  • wat is zuurstof
  • wat is koolstofdioxide
  • hoe komt zuurstof in het bloed
  • hoe komt koolstofdioxide uit het bloed
  • welke twee manieren van ademhaling zijn er
  • waarom is het beter te ademen via je neus dan door de mond (drie redenen)
  • als je rookt, krijg je nicotine binnen, wat doet dat in je lichaam
  • als je rookt, krijg je teer binnen, wat doet dat in je lichaam
  • als je rookt, krijg je koolstofmonoxide binnen, wat doet dat in je lichaam

Je kunt gebruik maken van de volgende links:

Ademhaling op Bioplek

Longblaasjes op Bioplek

Ademhalingsstelsel

De effecten van roken

Ademhalingsstelsel op BIOBITS

Ademhalingsstelsel op BIOBITS 2

KGT1 Ademhalingsstelsel biocast

Stap 2

Download het Werkblad.

Maak de opdrachten 1 t/m 30.

Stap 3

Maak een schematische tekening van het ademhalingsstelsel op een A4 papier.

Je mag je tekening wel kleuren

Benoem, volgens de tekenregels, de volgende onderdelen in je tekening:

  • mondholte
  • neusholte
  • keelholte
  • huig
  • strotklepje
  • luchtpijp
  • luchtpijptak (bronchie)
  • luchtpijptakje (bronchiole)
  • longblaasje

Maak van je tekening een scan of een foto om die te verwerken in je presentatie.

Lever het origineel in bij je docent.

Stap 4

Practica Koolstofdioxide aantonen en Roken

Download het Werkblad Koolstofdioxide aantonen.

Voer het practicum uit.

Vul het werkblad in en maak foto's of een filmpje

Bekijk het Demopracticum Roken.

Maak weer foto's of een filmpje voor jullie presentatie

Stap 5

In je presentatie

De volgende onderdel moeten in jullie presentatie zitten:

  • jullie tekening van het ademhalingsstelsel
  • wat ademhaling is
  • wat gaswisseling is
  • wat buikademhaling is
  • wat borstademhaling is
  • drie voordelen van ademen door de neus
  • drie gevolgen van roken voor het lichaam
  • foto's of filmpje van het practicum koolstofdioxideaantonen
  • foto's of filmpje van het demopracticum roken
  • waarom het ademhalingsstelsel zo belangrijk is bij een duursport

Ga deze onderdelen verwerken in je presentatie

Aan de slag (Gezonde voeding)

Stap 1

Gezonde voeding

Gezonde voeding is bij een duursport heel belangrijk. Daarom ga je uitzoeken:

  • wat zijn voedingsmiddelen
  • wat zijn voedingsstoffen
  • wat zijn de zes groepen voedingsstoffen
  • wat is gezonde voeding
  • wat welke voedingsmiddelen kun je gebruiken bij een duurspor

Je kunt gebruik maken van de volgende links:

Gezonde voeding bij BIOBITS

Gezonde voeding bij Klokhuis

KGT1 Gezonde voeding biocast

Stap 2

Download het Werkblad Gezonde voeding

En maak de opdrachten 1 t/m 19

Stap 3

Een voedingsmiddelendagboek

Een dag lang ga je bijhouden wat je eet en drinkt.

Vanaf dat je opstaat tot je gaat slapen noteer je alles wat je eet en drinkt.

Ook noteer je hoeveel je er van eet of drinkt. Denk daarbij aan een glas, een portie, twee plakjes etc.

Vergeet ook niet op te schrijven hoe laat je eet of drikt.

Je kunt je dagboek bijhouden in het document voedingsmiddelendagboek.

Stap 4

In je presentatie

De volgende onderdelen moeten in jullie presentatie zitten:

  • wat voedingsmiddelen zijn
  • wat voedingsstoffen zijn
  • wat gezonde voeding is
  • van jullie beiden het voedingsmiddelendagboek
  • welke voedingsmiddelen duursporters veel eten

Aan de slag (Verteringsstelsel)

Stap 1

Verteringsstelsel

Bij een duursport is ook het verteringstelsel erg belangrijk. Je moet weten waarom dat orgaanstelsel zo belangrijk is.
Zoek uit en maak aantekeningen om straks je presentatie mee te kunnen maken:

  • wat is de taak van het verteringsstelsel
  • wat is vertering
  • hoe en waar voedingsstoffen in het bloed komen
  • welke organen tot het verteringsstelsel behoren
  • wat zijn voedingsmiddelen
  • wat zijn voedingsstoffen

Je kunt gebruik maken van de volgende links:

Het verteringsstelsel op Bioplek

Het verteringsstelsel op Biologiesite

Het verteringsstelsel

Het verteringsstelsel bij BIOBITS

Ezymen bij het Klokhuis

KGT1 Verteringsstelsel biocast

Stap 2

Download het Werkblad Verteringsstelsel.

Sla het op zodat je het later terug kunt vinden en geef het een naam.

Stap 3

Maak een schematische tekeneing van het verteringsstelsel op een A4 papier.

Je mag je tekening wel kleuren

Benoem, volgens de tekenregels, de volgende onderdelen in je tekening:

  • mondholte
  • keelholte
  • slokdarm
  • maag
  • lever
  • galblaas
  • alvleesklier
  • twaalfvingerige darm
  • dunne darm
  • dikke darm
  • endeldarm
  • anus

Maak van je tekening een scan of een foto om die te verwerken in je presentatie.

Lever het origineel in bij je docent.

Stap 4

Practicum Werking van speeksel

Download het Werkblad Werking van Speeksel

Voer het practicum uit.

Vergeet niet om foto's of film te maken.

Stap 5

In je presentatie

De volgende onderdel moeten in jullie presentatie zitten:

  • jullie tekening van het verteringsstelsel
  • hoe voedsel verplaatst wordt door het verteringsstelsel
  • wat vertering is
  • wat enzymen zijn
  • wat gal is en wat het doet
  • waar voedingstoffen worden opgenomen in het bloed
  • wat er gebeurt in de dikke darm
  • foto's of filmpje van het practicum Werking van speeksel
  • waarom het verteringsstelsel zo belangrijk is bij een duursport

Ga deze onderdelen verwerken in je presentatie

Aan de slag (Bloedvatenstelsel)

Stap 1

Bloedvatenstelsel

Bij een duursport is ook het bloedvatenstelsel erg belangrijk. Je moet weten waarom dat orgaanstelsel zo belangrijk is.
Zoek uit en maak aantekeningen om straks je presentatie mee te kunnen maken:

  • hoe bloed wordt rondgepompt
  • wat de taak is van het bloedvatenstelsel
  • wat de verschillen en overeenkomsten zijn tussen aders, slagaders en haarvaten
  • welke bloedvaten zuurstofrijk en welke zuurstofarm zijn
  • hoe de namen van bloedvaten gegeven worden

Je kunt gebruik maken van de volgende links:

aders en slagaders bij biodoen

http://www.biodoen.nl/biodoenLite.php?idOrder=0305040601:

haarvaten bij biodoen

http://www.biodoen.nl/biodoenLite.php?idOrder=0305040603

bloedvaten op bioplek

http://www.bioplek.org/animaties/bloed/bloedvaten2.html

haarvaten op bioplek

http://www.bioplek.org/animaties/bloed/haarvat.html

bloedsomloop op bioplek:

http://www.bioplek.org/animaties%20onderbouw/bloedsomlooponderb.html

bloedsomloop bij school tv

http://www.schooltv.nl/video/bloedsomloop-een-uitleg-van-de-bouw-en-de-functie-van-hart-en-bloedvaten/#q=bloedvaten

http://www.schooltv.nl/video/bloedsomloop-je-hart-en-bloedvaten-vormen-samen-de-bloedsomloop/#q=bloedvaten

aders, slagaders en haarvaten op school tv

http://www.schooltv.nl/video/bloedvaten-slagaders-aders-en-haarvaten/#q=bloedvaten

bloedvatenstelsel biocast

https://youtu.be/b0HHMuwONno

 

Stap 2

Download het Werkblad Bloedvatenstelsel

Sla het op zodat je het later terug kunt vinden en geef het een naam.

Stap 3

Bloedsomloopspel

Met de klas ga je het bloedsomloopspel spelen.

Het lokaal is het lichaam.

In het lokaal liggen op tafels de verschillende organen

Jouw taak is, als bloed zo snel mogelijk voedingsstoffen

Stap 4

Bloeddruk meten

Het bloed in je lichaam drukt tegen de wanden van je bloedvaten. Die druk is de bloeddruk. Je bloeddruk schommelt tussen een hoge en een lage waarde. De bloeddruk is maximaal als de kamers samentrekken. Dat noem je de bovendruk. Tijdens de hartpauze is de bloeddruk minimaal: de onderdruk. Je bloeddruk is het hoogst in je slagaders. De wanden van de slagaders rekken bij elke hartslag een beetje uit en veren daarna weer terug, doordat de spieren in de wand samentrekken. ln je aders is de bloeddruk het laagst.

 

De dokter meet de bloeddruk in je armslagader (zie afbeelding). Hij doet een manchet om je arm en pompt deze op. De manchet gaat steeds strakker zitten. Als hij met de stethoscoop niets meer hoort is de slagader dichtgedrukt. Dat zie je in tekening 1. Vervolgens laat hij langzaam lucht uit de manchet ontsnappen, tot hij korte, heldere tonen hoort. Op dat moment leest hij de bovendruk af. Dat zie je in tekening 2.

 

Als de lucht verder uit de manchet loopt, blijft hij de tonen horen. Als het geluid wegvalt, leest hij de onderdruk af: tekening 3. Hij laat de manchet verder leeglopen en haalt hem van je arm af. De bloeddruk wordt uitgedrukt in millimeter kwikdruk. Jouw bloeddruk is waarschijnlijk ongeveer 110/70. Het eerste getal is de bovendruk, het tweede getal de onderdruk.

 

1       Hoe ontstaat je bloeddruk?

 

2       Hoe heet het bloedvat waarvan de bloeddruk wordt gemeten?

 

3       Hoe hoog is de bloeddruk van de proefpersoon?

 

4       Geef aan of de volgende zinnen goed of fout zijn:

a       Je bloeddruk heeft altijd een constante waarde.

b       De bovendruk wordt gemeten tijdens samentrekken van de kamers.

c        Bij een bloeddruk 120/80 is de onderdruk 120.

d       De onderdruk is de minimale bloeddruk.

e       De bloeddruk is het hoogst in je aders.

 

Hieronder zie je een lijndiagram van de bloeddruk in je bloedvaten.

5       Welk type bloedvat stellen de nummers 1 tot en met 3 voor?

Stel dat in het diagram de bloeddruk van de persoon uit de afbeelding hierboven is weergegeven.

 

6       Welke getallen horen dan op de verticale as bij a en b?

 

Neem de tabel hieronder over in je document.

Luister met een stethoscoop of voel met je wijs- en middelvinger op de plaatsen die in de eerste kolom van de tabel staan.

7       Waar kun je je hartslag horen of voelen? Kruis dat aan in de

tweede en derde kolom.

 

8       Welke slagader voel je dan? Noteer dat in de vierde kolom.

 

9       Waarom kun je geen hartslag in je aders voelen?

Stap 5

Tekening van het bloedvatenstelsel

Maak een schematische tekening, volgens de tekenregels, van het bloedvatenstelsel.

Je mag je tekening wel kleuren.

Geef in je tekening aan:

  • welke bloedvaten zuurstofrijk bloed bevatten en welke zuurstofarm bloed bevatten
  • het hart
  • de aorta
  • beenslagader
  • haarvaten in het been
  • beenader
  • longslagader
  • haarvaten in de longen
  • longader
  • met een pijl  waar zuurstof wordt opgenomen
  • met een pijl waar voedingsstoffen worden opgenomen

Maak een scan of een foto van je tekening en lever het origineel in bij je docent.

 

Stap 6

In je presentatie

In je presentatie moet te zien zijn:

  • jullie tekening met daarin aangegeven:
  • vertel in je eigen woorden hoe het bloed wordt rondgepompt (welke weg het aflegt)
  • vertel waaraan je in de afbeelding kunt zien of een bloedvat zuurstofrijk of zuurstofarm is
  • de bloeddruk die jullie bij jezelf gemeten hebben
  • vertel waarom bij een duursport het bloedvatenstelsel zo'n belangrijke rol speelt

Aan de slag (Verbranding)

Stap 1

Bij een duursport is verbranding erg belangrijk. Je moet weten waarom dat zo belangrijk is.
Zoek uit en maak aantekeningen om straks je presentatie mee te kunnen maken:

  • welke stoffen zijn nodig voor verbranding in je lichaam
  • welke stoffen ontstaan bij verbranding in je lichaam
  • waarom heb je verbranding nodig als je een duursport doet

Je kunt de theorie van Stap 1 t/m 4 begruiken en 

de podcast KGT1 Verbranding biocast

Stap 2

Als je hardloopt, hebben je spieren veel energie nodig om samen te trekken. Die energie halen de spieren uit energierijke voedingsstoffen, zoals het koolhydraat glucose. Door verbranding van glucose in de spiercellen komt energie vrij om de spiercellen te laten samentrekken.

Voor die verbranding van glucose heb je zuurstof nodig.

Verschillende orgaanstelsels zijn hierbij actief.

  • Via het verteringsstelsel komt glucose in het bloed.
  • Via het ademhalingsstelsel komt zuurstof in het bloed.
  • Via het bloedvatenstelsel komen glucose en zuurstof bij de spieren.

Tussen de spiercellen ligt een netwerk van bloedvaatjes. Zo kan elke spiercel glucose en zuurstof opnemen.

 

Stap 3

De energie die in glucose zit, komt vrij door verbranding. Bij verbranding gaan de glucose­deeltjes stuk, zodat de energie uit glucose vrijkomt (bron 6). Voor het stukgaan van glucose is zuurstof nodig.
Tijdens de verbranding ontstaan twee afvalstoffen: koolstofdioxide en water.

Stap 4

Bij de verbranding ontstaan twee afvalstoffen: koolstofdioxide en water. De afvalstoffen worden via het bloedvatenstelsel afgevoerd en daarna uitgescheiden:

  • Via het ademhalingsstelsel wordt koolstofdioxide afgegeven aan de lucht: je ademt het uit.
  • Via het uitscheidingsstelsel (nieren) wordt een groot deel van het water afgevoerd als urine. Je verliest ook water door zweten en bij het uitademen.

De verbranding van glucose kun je zo opschrijven:

Vóór de pijl staan de stoffen die de cel verbruikt, achter de pijl staan de energie en de stoffen die ontstaan.

Verbranding vindt niet alleen plaats in je spiercellen, maar in alle cellen van je lichaam. Door de energie die bij de verbranding vrijkomt, kun je bewegen, warm blijven, denken, stoffen maken en afbreken. Je hele lichaam werkt dus dankzij energie uit voedingsstoffen.

Stap 5

Stap 6

Verbranding

  • vertel je in je eigen woorden wat verbranding is
  • maak je een tekening van het proces van verbranding met daarin ook de formule van verbranding (denk om de pijl en de plussen)
  • vertel je in eigen woorden waar verbranding plaats vindt
  • waarom verbranding zo belangrijk is voor een duursporter

Aan de slag (Uitscheiding)

Stap 1

Bij een duursport is uitscheiding (het kwijt raken van stoffen) erg belangrijk.

Je hebt gemerkt dat er bij verbranding afvalproducten ontstaan. Kooldioxide, water en ander afvalstoffen. Omdat er veel verbranding is, ontstaan er ook veel afvalstoffen tijdens een wedstrijd.
Je moet weten waarom dat zo belangrijk is.
Zoek uit en maak aantekeningen om straks je presentatie mee te kunnen maken:

  • uit welke organen het uitscheidingsstelsel bestaat
  • wat de taak is van de diverse organen
  • hoe water en andere afvalstoffen uit het lichaam komen

Je kunt de volgende links gebruiken:

uitscheidingsstelsel op biodoen

nieren op biodoen

nier op bioplek (alleen blz 1 en blz 2)

KGT1 Uitscheidingsstelsel biocast

Stap 2

Maak een tekening van het uitscheidingsstelsel volgens de tekenregels. Je mag de tekening wel kleuren.

Geef met namen en pijlen aan:

  • urinebuis, urineblaas, nier, urineleider, huid, longen
  • waar water, koolstofdioxide en afvalstoffen worden afgegeven

 

Stap 3

Stap 4

In je presentatie moeten de volgende dingen zitten:

  • een foto van de tekening van het uitscheidingsstelsel
  • een uitleg in eigen woorden van de taak van het uitscheidingsstelsel
  • een uitleg in eigen woorden waarom het uitscheidingsstelsel bij een duursporter zo goed moet werken

Aan de slag (Temperatuurregeling)

Stap 1

In het lichaam van een duursporter ontstaat heel veel warmte. Het is dus belangrijk dat het lichaam die warmte kwijt kan raken.

Zoek uit en maak aantekeningen om straks jullie presentatie mee te kunnen maken:

  • hoe de huid helpt bij het op temperatuur houden van het lichaam

Je kunt de volgende links gebruiken

huid op biodoen

huid en warmte afvoer op biodoen

Stap 2

  • Het arrangement Stad & Esch & BFIT is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteurs
    Leo Karper
    Laatst gewijzigd
    07-04-2021 20:07:33
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.