Literatuur - Boekverslag 2
Vooraf
Je hebt het door jou gekozen boek inmiddels uit.
In deze opdracht ga je een uitgebreid boekverslag maken.
Leerdoel
- Ik kan de inhoud van een boek duidelijk weergeven.
- Ik kan mijn mening geven over een boek.
Eindproduct
Je eindproduct is een goed verzorgd en compleet boekverslag.
Alleen of samen?
Het boekverslag maak je in je eentje
Tijd
Je kunt twee lesuren gebruiken.
Stap1
Introductie
In deze opdracht ga je een boekverslag maken.
In dit onderdeel ga je aan verschillende opdrachten werken.
Al deze opdrachten vormen samen je boekverslag.
Op het laatst voeg je een voorblad toe.
Het voorblad en de gemaakte opdrachten vormen samen jouw boekverslag.
Noteer de gegevens in een Worddocument onder de naam Boekverslag.
Opdracht 1: Zakelijke gegevens
- Naam van de schrijver/schrijfster
- Titel van het boek
- Naam van de uitgever
- Soort boek (genre), hieronder zie je vele voorbeelden
Opdracht 2: Eerste persoonlijke reactie
- Vertel in het kort waarom je dit boek hebt gekozen.
- Geef in tien zinnen je eerste indruk van het boek.
Stap2
Inhoud van het boek
In deze stap ga je vragen beantwoorden over de inhoud van het verhaal.
Opdracht 3: Samenvatting van de inhoud
Schrijf een samenvatting van het boek dat je gelezen hebt.
Bestudeer eerst de theorie in de Kennisbank.
KB: Samenvatting
Een samenvatting mag je niet zomaar van internet halen. Vaak zijn er rechten aan verbonden die dit verbieden.
Je mag wel voorbeelden van samenvattingen bekijken, bijvoorbeeld op www.scholieren.com.
Schrijf nu je samenvatting. In je samenvatting moeten de volgende punten zitten:
- Hoe begint het verhaal? (Met een inleiding of gebeurtenissen?)
- Vertel kort over de belangrijkste gebeurtenissen.
- Hoe eindigt het verhaal? (Goed, slecht, open, gesloten?)
Welke vorm kent het einde? (Slecht, goed, open of gesloten?)
Plaats je samenvatting in je Boekverslag.
Opdracht 4: Personen
Gebruik weer het Worddocument voor je boekverslag en werk aan de volgende opdracht.
Besteed aandacht aan de volgende punten:
- Wie is de hoofdpersoon?
Beschrijf de hoofdpersoon (uiterlijk, leeftijd, karakter, enzovoort).
- Welk probleem heeft de hoofdpersoon?
- Beschrijf hoe de hoofdpersoon het probleem probeert op te lossen en beschrijf ook of dit lukt.
- Wie zijn de belangrijkste bijpersonen?
Beschrijf deze personen (uiterlijk, leeftijd, karakter, enz.)
- Wat is de relatie tussen de hoofdpersoon en de bijpersonen?
(Vriend, moeder, vader, klasgenoot, enz.)
Opdracht 5: Plaats
Beschrijf waar het verhaal zich afspeelt.
Voeg dit verhaal bij het andere werk in het document: Boekverslag.
Opdracht 6: Tijd
- Beschrijf in welke tijd het verhaal zich afspeelt?
(Deze tijd, rond 1900, middeleeuwen, etc.)
- Hoeveel tijd verloopt er tussen het begin en het einde van het verhaal?
Opdracht 7: Titel
Leg uitgebreid uit wat de titel met het verhaal te maken heeft.
Stap3
Verwerkingsopdracht 1
Beelden zeggen vaak meer dan duizend woorden.
- Zoek tien afbeeldingen die bij het verhaal passen.
Deze afbeeldingen mogen afkomstig zijn uit tijdschriften,
maar je mag ze ook van het internet halen.
- Schrijf bij iedere afbeelding waarom die bij het verhaal past.
- Zet alle afbeeldingen inclusief motivaties onder elkaar.
Voeg dit document bij het Worddocument: Boekverslag.
Stap4
Verwerkingsopdracht 2
In deze verwerkingsopdracht maak je een ABC-tekst bij het verhaal.
Dit is een tekst waarbij je bij alle letters van het alfabet iets schrijft over het boek dat je gelezen hebt.
Zo maak je een ABC-tekst bij het verhaal.
Voorbeeld: Je hebt een boek gelezen over de zoektocht van een vrouw, Anna,
naar haar ontvoerde hond, Monster.
De letter B kun je dan, bijvoorbeeld, zo verwerken:
"De B is van bedroefd, dat is Anna als haar hond weg is".
Je gaat nu een ABC-tekst maken van het boek dat je gelezen hebt.
- Bedenk bij elke letter iets dat in je boek voorkomt.
Dit kan een onderwerp zijn, maar ook een emotie, een moment of iets dat gebeurt.
De letter moet ook de eerste letter van het onderwerp zijn.
- Schrijf er iets over, in één zin.
Zo werk je het hele alfabet af. Van de A naar de Z.
- De letters Q, X en Y hoef je niet te doen.
Hier kun je een voorbeeld ABC'tje vinden.
Stap5
Boekverslag afronden
In deze stap ga je je boekverslag afronden.
- Voeg alle deelopdrachten, die je in deze opdracht hebt gemaakt, samen.
- Elke opdracht moet afzondelijk te herkennen zijn.
Verzin daarom geschikte kopjes boven elk stukje.
Zo krijgt elke opdracht een eigen titel.
- Als laatste maak je het voorblad voor je boekverslag.
Je moet het volgende in je voorblad verwerken:
- Titel van het boek
- Schrijver van het boek
- Uitgeverij
- Afbeelding
- Naam
- Klas
Als je boekverslag helemaal af is, lever je deze in bij je docent.
Hij/zij zal het beoordelen.
