Als je gaat werken, maak je afspraken met je baas.
Het is belangrijk dat jullie duidelijke afspraken maken.
Bekijk de volgende video.
Bij het maken van die afspraken moet je je houden aan bepaalde regels.
Sommige regels zijn opgesteld door de werkgevers en werknemers.
Andere regels komen van de overheid.
Wat kan ik straks?
Aan het eind van het thema kun je:
minimaal twee redenen noemen waarom je als je gaat werken een arbeidsovereenkomst moet afsluiten.
minimaal twee voorbeelden geven van afspraken die in een arbeidsovereenkomst zouden kunnen staan.
de begrippen jaarcontract, contract voor onbepaalde tijd, opzegtermijn en proeftijd omschrijven.
omschrijven wat een collectieve arbeidsovereenkomst (cao) is.
(met behulp van een voorbeeld) duidelijk maken wat de Arbeidstijdenwet is.
de begrippen arbeidsverdeling en specialiseren omschrijven.
twee vormen van arbeidsverdeling noemen.
de begrippen vrijwilligerswerk, zwartwerken, deeltijdbaan en ongeschoold werk omschrijven.
Wat ga ik doen?
Het thema Arbeid en organisatie bestaat uit de volgende onderdelen.
Activiteit
Aantal lessen
Inleiding
0,5
Wat kan ik straks?
Wat ga ik doen?
Opdracht: Arbeidsovereenkomst
2
Opdracht: Jongeren aan het werk
2
Opdracht: Organisatie van het werk
2
Opdracht: Soorten werk
2
Opdracht: Minimumjeugdloon*
2
Afsluiting
Samenvattend
0,5
Eindopdracht
2
D-toets
0,5
Examenvragen
1
Terugkijken
0,5
Totaal:
15
*Extra opdracht
Opdrachten
Hieronder vind je de opdrachten die horen bij dit thema.
Maak je keuze.
werknemer
iemand die werkt in dienst van een ander.
jaarcontract
arbeidsovereenkomst voor één jaar.
werkgever
iemand die werknemers in dienst heeft.
contract voor onbepaalde tijd
het tijdstip van het beëindigen van de overeenkomst ligt niet vast.
individuele arbeidsovereenkomst
overeenkomst waarin de rechten en plachten van de werkgever en werknemer zijn vastgelegd.
opzegtermijn
tijd tussen het bekendmaken dat je ontslag neemt en het moment dat je vertrekt.
arbeidsvoorwaarden
werkafspraken tussen de werkgever en de werknemer. Bijvoorbeeld over lonen en werktijden.
arbeidsmotieven
redenen om te gaan werken.
ontslag op staande voet
ontslag zonder opzegtermijn.
Arbeidstijdenwet
wet waarin voor jongeren geregeld is wat voor soort werk ze mogen doen en op welke tijden ze mogen werken.
sectoren
beroepen worden onderverdeeld in de agrarische, industriële en dienstensector.
vrijwilligerswerk
een onbetaalde baan buitenshuis.
collectieve arbeidsovereekomst (CAO)
gemeenschappelijke afspraken voor werkgevers en werknemers in dezelfde beroepsgroep.
minimumjeugdloon
loon dat personen jonger dan 23 jaar minimaal moeten verdienen.
arbeidsverdeling
het verdelen van het werk over verschillende mensen of bedrijven.
zwartwerken
betaald werken zonder belasting te betalen.
specialiseren
het je toeleggen op het maken van één soort producten.
voltijdbaan (fulltime baan)
baan voor de hele week (36 of 40 uur).
deeltijdbaan (parttime baan)
baan voor een deel van de week.
externe arbeidsverdeling
verdelen van het werk over verschillende bedrijven.
interne arbeidsverdeling
verdelen van het werk binnen een bedrijf.
ongeschoold werk
werk waar je geen opleiding voor nodig hebt.
Eindopdracht
Polderen in NL
Nederland kende jarenlang een zogenaamde overlegeconomie.
Deze overlegeconomie is bekend geworden als het poldermodel.
Dat poldermodel gaat uit van overleg tussen werknemers, werkgevers en overheid.
Het gaat daarbij om wetgeving, maar ook om bijvoorbeeld het cao-overleg.
Vakbewegingen en werkgevers zitten samen in verschillende overlegclubs.
Bekijk de video.
Polderen
Je hebt naar een filmpje over polderen in Nederland gekeken.
Probeer een klasgenoot uit te leggen wat onder polderen wordt verstaan.
Werkgevers en werknemers kunnen het gemakkelijk met elkaar oneens zijn.
Bedenk minimaal drie punten waarop werkgevers en werknemers het met elkaar oneens kunnen zijn.
Leg ook uit waarom ze het met elkaar oneens zijn.
Waarom is het belangrijk dat werknemers en werkgevers het weer eens worden over de punten die je hebt opgeschreven?
Soms komen werknemers en werkgevers niet tot overeenstemming.
Wat kunnen werknemers dan doen om toch hun zin zien te krijgen?
Maak een lijstje met minimaal drie verschillende manieren waarop werknemers hun zin kunnen krijgen.
Eindproduct
Jullie gaan aan de slag met het schrijven van een artikel.
Het artikel gaat over het poldermodel in NL.
In jullie artikel geven jullie aan of jullie polderen wel of geen goede manier vinden om tegenstellingen tussen werkgevers en werknemers op te lossen.
Werkwijze
Bepaal welke informatie jullie willen vertellen.
Verdeel de informatie over verschillende alinea's.
Bedenk een duidelijke inleiding.
Werk de verschillende alinea's uit.
Zorg voor een logische afsluiting/conclusie.
Bedenk een goede titel voor boven jullie artikel.
Laat het artikel controleren op taalfouten.
Beoordeling
Het betoog laat je beoordelen door je docent. De docent let op:
de inhoud: wordt in het betoog duidelijk wat het poldermodel is?
de inhoud: belicht het betoog de positieve en de negatieve kanten van het polderen?
de inhoud: bevat het betoog een duidelijke conclusie?
de indeling: is het betoog ingedeeld in alinea's? Is de eerste alinea een duidelijke inleiding en bevat de laatste alinea de conclusie?
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Wil je meer oefenen en met recentere examens?
Ga dan naar ExamenKracht.
Terugkijken
Intro
Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
Vind je de video goed passen bij dit thema?
Waarom wel of waarom niet?
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees de leerdoelen van dit thema nog eens door.
Kun je wat je moet kunnen?
Hoe ging het?
Tijd
Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 15 uur met dit thema bezig zou zijn. Klopt dat ongeveer?
Inhoud
Het thema bestaat uit vier gewone opdrachten en één extra opdracht.
Welke opdracht vond je het leukst om te doen?
En welke vond je het minst leuk? Schrijf op waarom je deze opdracht niet zo leuk vond.
Heb je de extra opdracht gedaan? Ging het goed?
Eindopdracht
Heb je de eindopdracht gemaakt? Wat vond je van de opdracht?
Past de opdracht goed bij het thema?
D-toets
Wat was je score voor de D-toets? Ben je tevreden met die score?
Heb je geleerd van de fouten die je hebt gemaakt?
Examenvragen
Heb je de examenvragen gemaakt? Ging het goed?
Wil je meer oefenen en met recentere examens?
Ga dan naar ExamenKracht.
Het arrangement Thema: Arbeid en organisatie - vmbob34 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Het thema 'Arbeid en organisatie' is ontwikkeld door auteurs en medewerkers van StudioVO.
Fair Use
In de Stercollecties van StudioVO wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use. Meer informatie: Fair use
Mocht u vragen/opmerkingen hebben, neem dan contact op via de helpdesk VO-content.
Aanvullende informatie over dit lesmateriaal
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor economie voor vmbob34. Dit thema begint met een inleiding, vervolgens komen de leerdoelen, en daarna wat je gaat doen in dit thema. Dan kom je bij de opdrachten die horen bij dit thema, dit zijn: Arbeidsovereenkomst, Jongeren aan het werk, Organisatie van het werk, Soorten werk en als extra Minimumjeugdloon. Begrippen die hier onder andere belangrijk zijn: arbeidsovereenkomst, jaarcontract, collectieve arbeidsovereenkomst, specialisatie en vrijwilligerswerk. De eindopdracht van dit thema is een artikel schrijven over het poldermodel in NL. Na de eindopdracht komt een D-toets, hier worden 11 meerkeuzevragen gesteld over het thema: Arbeid en organisatie? Vervolgens worden er nog verschillende examenvragen weergegeven die horen bij dit thema. Dit thema eindigt met het terugkijken op dit thema, dus hoe ging het? en kan ik wat ik moet kunnen?
Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor economie voor vmbob34. Dit thema begint met een inleiding, vervolgens komen de leerdoelen, en daarna wat je gaat doen in dit thema. Dan kom je bij de opdrachten die horen bij dit thema, dit zijn: Arbeidsovereenkomst, Jongeren aan het werk, Organisatie van het werk, Soorten werk en als extra Minimumjeugdloon. Begrippen die hier onder andere belangrijk zijn: arbeidsovereenkomst, jaarcontract, collectieve arbeidsovereenkomst, specialisatie en vrijwilligerswerk. De eindopdracht van dit thema is een artikel schrijven over het poldermodel in NL. Na de eindopdracht komt een D-toets, hier worden 11 meerkeuzevragen gesteld over het thema: Arbeid en organisatie? Vervolgens worden er nog verschillende examenvragen weergegeven die horen bij dit thema. Dit thema eindigt met het terugkijken op dit thema, dus hoe ging het? en kan ik wat ik moet kunnen?
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Arbeid en organisatie
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.