Je leest in de krant wel eens dat een ecosysteem dreigt te verdwijnen.
Natuurliefhebbers vinden dat het ecosysteem beschermd moet worden.
In de andere opdrachten binnen het thema Omgeving heb je geleerd wat een ecosysteem is.
In deze opdracht ga je onderzoeken of er ook ecosystemen in jouw omgeving zijn.
Wat kan ik straks?
Hieronder staan de leerdoelen die horen bij de opdracht Fietsen in de omgeving
Aan het eind van de opdracht kun je:
in eigen woorden vertellen wat een ecosysteem is.
een ecosysteem beschrijven door aan te geven welke organismen er in het ecosysteem voorkomen.
een ecosysteem beschrijven door aan te geven welke omgevingsfactoren bepalend zijn voor het ecosysteem.
een ecosysteem beschrijven door aan te geven welke relaties tussen organismen voorkomen in het ecosysteem.
Wat ga ik doen?
Activiteiten
Aan de slag
Stap
Activiteit
Stap 1
Je kunt na het lezen van de kennisbank aangeven welke relaties er zijn tussen organismen in een ecosysteem.
Stap 2
Je leest een tekst en kijkt een video over ecosystemen. Daarna kun je in eigen woorden omschrijven wat een ecosysteem is.
Stap 3
Met een klasgenoot onderzoek je een gebied rondom je school. Daarna kun je het betreffende ecosysteem beschrijven.
Onderdeel
Activiteit
Begrippenlijst
Hier vind je de kennisbanken die horen bij deze opdracht. Ook vind je hier de begrippen die passen bij deze opdracht.
Eindopdracht A
Als je kiest voor eindopdracht A, gebruik je alle informatie die je verzameld hebt om een beschrijving te maken van het ecosysteem.
Eindopdracht B
Als je kiest voor eindopdracht B maak je een toets. De vragen gaan over de stof die je in deze opdracht hebt gelezen.
Terugkijken
Terugkijken op de opdracht.
Benodigdheden
Voor eindopdracht A hebben jullie nodig:
potlood en papier
fototoestel
Tijd
Voor deze extra opdracht hebben jullie 4 à 5 uur de tijd. Dat is afhankelijk van de eindopdracht die je kiest.
Aan de slag
Stap 1: Relaties tussen organismen
Bestudeer de volgende onderdelen uit de kennisbank:
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Lees eerst hieronder nog even wat een ecosysteem is.
Binnen een bepaald gebied vormen organismen en de omgevingsfactoren,
zoals klimaat en bodemgesteldheid, een samenhangend geheel.
Een dergelijk gebied wordt wel een ecosysteem genoemd.
Voorbeelden van ecosystemen zijn een oceaan of een woestijn.
Op kleinere schaal zijn bijvoorbeeld een bos of een sloot ook ecosystemen.
In elk ecosysteem heersen specifieke omstandigheden.
De temperatuur en de hoeveelheid licht in een bos zijn anders dan in een open veld.
In een sloot zijn de omstandigheden weer totaal anders.
De omstandigheden bepalen welke planten en dieren er in het ecosysteem kunnen leven.
In video wordt alle informatie over ecosystemen nog een keer samengevat.
Stap 3: Begrensd gebied
Kies, samen met een klasgenoot, een min of meer begrensd gebied uit in de omgeving van jullie school.
Bezoek samen dat gebied en verzamel informatie over het gebied:
Welke planten en dieren komen er voor in het gebied?
Welke relaties tussen organismen komen er voor?
Wat kunnen je zeggen over de bodemgesteldheid van het gebied?
Ecosysteem
Min of meer begrensd deel van de natuur als een samenhangend geheel van biotische (levende) en abiotische (niet-levende) factoren.
Biotisch
Biotisch betekent 'levend'.
Abiotisch
Abiotisch betekent 'niet levend'.
Biotoop
Door abiotische factoren bepaald gebied(je) binnen een ecosysteem waar organismen kunnen leven. Bijvoorbeeld: droge en warme heidegebieden vormen een biotoop voor de adder.
Predator-prooi-relatie
Voedselrelatie tussen predator (roofdier) en prooi(dier), waarbij predator en prooi de grootte van elkaars populaties beïnvloeden; zij houden elkaar in (dynamisch) evenwicht.
Dynamisch evenwicht
Toestand waarbij alle veranderingen in een ecosysteem binnen bepaalde grenzen blijven schommelen.
Verstoring
Gebeurtenis die ervoor zorgt dat een ecosysteem verandert.
Wisselwerking
De invloed van biotische en abiotische factoren onderling en op elkaar.
Levensgemeenschap
Alle organismen in een ecosysteem.
Abiotische factoren
De niet-levende omgeving in een ecosysteem.
Predator
Natuurlijke vijand of roofdier, dier dat zijn prooi actief bejaagt om te doden (predatie).
Prooi
Dier dat als voedsel dient voor een predator.
Competitie
Onderlinge strijd tussen dieren van dezelfde soort om bijvoorbeeld het afschermen van een territorium of het verkrijgen van voedsel.
Symbiose
Relaties tussen verschillende organismen die te maken hebben met voedsel.
Parasieten
Organismen die energierijk voedsel uit een ander organisme halen. Meestal doden parasieten hun gastheer niet.
Commensalisme
Het voordeel dat een van de twee soorten heeft van de relatie. De ander heeft geen voordeel, maar ook geen nadeel.
Mutualisme
Beide organismen hebben voordeel van hun onderlinge relatie.
Territorium
Een leefgebied van een (roof)dier dat hij moet verdedigen tegen soortgenoten.
Eindopdracht A: Beschrijving van het ecosysteem
Gebruik de verzamelde informatie om een beschrijving van het ecosysteem te maken.
Neem ook voldoende beeldmateriaal op in jullie beschrijving.
Maak als dat mogelijk is een tekening van een voedselweb zoals dat in jullie ecosysteem voorkomt.
Beoordeel jullie beschrijving van het gebied met de beoordelingsvragen.
Pas de beschrijving eventueel nog iets aan.
Beoordeling
Gebruik bij de beoordeling van het eindproduct de volgende vragen:
Maakt het eindproduct duidelijk wat een een ecosysteem is?
Hebben jullie aangegeven welke planten/dieren in het ecosysteem voorkomen?
Hebben jullie aangegeven welke omgevingsfactoren een rol spelen in het ecosysteem?
Hebben jullie aangegeven welke relaties tussen organismen voorkomen in het ecosysteem?
Hebben jullie foto's/tekeningen gemaakt van het ecosysteem?
Klaar?
Laat de beschrijving beoordelen door jullie docent.
Eindopdracht B: Toets
Als je kiest voor eindopdracht B, sluit je deze opdracht af met het maken van een toets.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Het arrangement Fietsen in de omgeving hv12 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor biologie voor havo/vwo leerjaar 1. Dit is thema ’Omgeving'. Het onderwerp van deze les is: fietsen in de omgeving.
Je leert het ecosysteem in jouw eigen omgeving onderzoeken en relaties leggen tussen de organismen die in jouw ecosysteem leven.
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor biologie voor havo/vwo leerjaar 1. Dit is thema ’Omgeving'. Het onderwerp van deze les is: fietsen in de omgeving.
Je leert het ecosysteem in jouw eigen omgeving onderzoeken en relaties leggen tussen de organismen die in jouw ecosysteem leven.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Relaties tussen organismen
Voedselweb en voedselketen
Fietsen door de omgeving
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.