Leerdoel 29.DI.2 (/)

Leerdoel 29.DI.2 (/)

/ Je kunt de acht afdelingen met bijbehorende kenmerken van het dierenrijk benoemen.

Wanneer je alle dieren die er zijn wilt ordenen dan heeft het geen zin meer om naar de celkenmerken te kijken. Alle dieren hebben immers dezelfde celkenmerken, namelijk wel een celkern, maar geen celwand of bladgroenkorrels. Om de dieren verder in te kunnen delen moeten we op andere kenmerken letten. Het eerste kenmerk is symmetrie.

Symmetrie
Het woord symmetrie of symmetrisch heb je vast wel eens gehoord bij wiskunde. Het betekent dat twee delen van een voorwerp of organisme elkaars spiegelbeeld zijn. 

Er zijn vormen die je geen twee spiegelende delen hebben. We noemen deze vorm niet-symmetrisch. Er zijn vormen die je op 1 manier kunt delen, waardoor er twee spiegelende delen ontstaan. Je noemt deze vormen tweezijdig symmetrisch. Er zijn ook nog vormen die je op verschillende manieren kunt delen. Bij iedere deling ontstaan spiegelende delen. Je noemt zo'n vorm veelzijdig symmetrisch. Symmetrie is een kenmerk waarop we dieren kunnen ordenen in verschillende stammen.

 

Skelet

Een ander kenmerk binnen de stammen van het dierenrijk is het skelet. We hebben het skelet van een mens eerder al goed bekeken. Dat skelet bestaat uit een heleboel botten, waaronder de wervels van de wervelkolom. De mens is een gewerveld organisme. Er zijn veel meer organismen met wervels. Kijk maar eens naar de volgende afbeeldingen. De hond, dolfijn en kip hebben alledrie een wervelkolom, maar de sprinkhaan en de kreeft niet. Zij horen dus ook niet bij de stam van de gewervelde dieren.

De sprinkhaan heeft geen botten in zijn lijf zitten. Hij heeft dus geen wervelkolom of een inwendig skelet. Maar aan de buitenkant is een sprinkhaan wel hard en stevig. Dat komt omdat de sprinkhaan een pantser om zich heen heeft. Een pantser is een uitwendig skelet. Ook de kreeft heeft een uitwendig skelet dat hem beschermt. 

LET OP: Alle dieren op het plaatje hebben een skelet. Sommige dieren hebben een inwendig skelet, sommige hebben een uitwendig skelet. Het skelet is een kenmerk om dieren te kunnen ordenen in verschillende stammen.

Er zijn ook dieren zonder skelet. Bijvoorbeeld de kwal. 

Wij leren 8 verschillende stammen. Let op de kenmerken symmetrie en skelet, om te bepalen bij welke stam een dier hoort.

 

 

 

 

 

 

 

Colofon

Het arrangement Leerdoel 29.DI.2 (/) is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

Auteur
Mens en natuur GG Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2016-04-21 13:13:58
Licentie
CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie

Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

  • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
  • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
  • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

Toelichting
/ Je kunt de acht afdelingen met bijbehorende kenmerken van het dierenrijk benoemen.
Eindgebruiker
leerling/student
Moeilijkheidsgraad
gemiddeld
close
gemaakt met Wikiwijs van kennisnet-logo
open