Grammatica

Grammatica

Les 1

Wat heb je aan grammatica?

Aandachtrichter

Werkwoordelijk en naamwoordelijk gezegde

Twee soorten gezegdes

1.Werkwoordelijk gezegde: handeling/gebeurtenis (die het onderwerp uitvoert)

   Wat er gebeurt of wat iets of iemand doet

   Bijvoorbeeld: slapen, wandelen, huilen, vallen, sneeuwen, etc.

 

2.Naamwoordelijk gezegde: toestand (van het onderwerp)

   Wat iets of iemand is

   Bijvoorbeeld: beroemd, moe, piloot, woedend, mijn broer, etc.

Opdracht 1

Afbeelding 1
Afbeelding 1
Afbeelding 2
Afbeelding 2
Afbeelding 3
Afbeelding 3

Opdracht 2

Samenstelling gezegdes

Werkwoordelijk gezegde: alle werkwoorden in de zin

HWW('s) + ZWW

Naamwoordelijk gezegde: alle werkwoorden in de zin + naamwoordelijk deel (bevat één of meer naamwoorden) 

HWW('s) + KWW + NW-DEEL 

Koppelwerkwoorden: 

  • zijn
  • worden
  • blijken
  • blijven
  • lijken
  • schijnen
  • heten
  • dunken
  • voorkomen

 

HWW, ZWW of KWW?

Opdracht 1

Opdracht 2

Opdracht 3

Opdracht 4

Opdracht 5

Samenvatting

Twee soorten gezegdes

1.Werkwoordelijk gezegde: handeling/gebeurtenis (die het onderwerp uitvoert)

2.Naamwoordelijk gezegde: toestand (van het onderwerp)

 

Werkwoordelijk gezegde

Alle werkwoorden in de zin

 

Naamwoordelijk gezegde 

Alle werkwoorden in de zin + naamwoordelijk deel (bevat één of meer naamwoorden) 

 

 

 

Quiz

Les 2

Waarom is grammatica nuttig en belangrijk?

Terugblik

Aandachtrichter

Opdracht 1

Opdracht 2

Opdracht 3

De zinsdeelproef ... Hoe ging dat ook weer?

Valentie

Valentie

Bij een ZWW kan de valentie van een werkwoord bepalen, helpen bij een zin te ontleden:

  • Bij scheikunde staat de valentie voor het aantal bindingen dat een atoom aan kan gaan.
  • Bij Nederlands staat de valentie voor het aantal bindingen dat een werkwoord kan aangaan.

Een werkwoord kan één aanvulling, twee aanvullingen of drie aanvullingen hebben. Het werkwoord wordt dan bij één aanvulling eenplaatsig genoemd, bij twee aanvullingen tweeplaatsig en bij drie aanvullingen drieplaatsig.

Bijvoorbeeld:

Het werkwoord lopen is een eenplaatsig werkwoord, omdat het maar één vaste aanvulling heeft. Dit werkwoord heeft namelijk alleen een onderwerp nodig.

  • Hij loopt.

Het werkwoord kopen is een tweeplaatsig werkwoord, omdat het twee vaste aanvullingen heeft. Dit werkwoord heeft namelijk een onderwerp en een lijdend voorwerp nodig.

  • Hij koopt een iPhone.

Het werkwoord geven is een drieplaatsig werkwoord, omdat het drie vaste aanvullingen heeft. Dit werkwoord heeft namelijk een onderwerpeen lijdend voorwerp en een meewerkend voorwerp nodig.

  • Hij geeft de iPhone aan zijn zusje.

 

Het werkwoord 'huilen' is eenplaatsig. 'Ik huil' is namelijk een grammaticaal correcte zin met alleen het onderwerp erbij.
Het werkwoord 'huilen' is eenplaatsig. 'Ik huil' is namelijk een grammaticaal correcte zin met alleen het onderwerp erbij.
Het werkwoord 'vegen' is tweeplaatsig. Iemand (onderwerp) veegt iets (lijdend voorwerp). Bij dit werkwoord is geen meewerkend voorwerp nodig om er een grammaticaal correcte zin van te maken. De zin is namelijk correct met enkel een onderwerp en lijdend voorwerp.
Het werkwoord 'vegen' is tweeplaatsig. Iemand (onderwerp) veegt iets (lijdend voorwerp). Bij dit werkwoord is geen meewerkend voorwerp nodig om er een grammaticaal correcte zin van te maken. De zin is namelijk correct met enkel een onderwerp en lijdend voorwerp.
Het werkwoord 'geven' is drieplaatsig. Iemand (onderwerp) geeft iets (lijdend voorwerp) aan iemand (meewerkend voorwerp).
Het werkwoord 'geven' is drieplaatsig. Iemand (onderwerp) geeft iets (lijdend voorwerp) aan iemand (meewerkend voorwerp).

Opdracht 1

Opdracht 2

Opdracht 3

Opdracht 4

Opdracht 5

Opdracht 6

Samenvatting

Quiz

Les 3

Terugblik

Terugblik 1.0

Bekijk de afbeelding en beantwoord onderstaande vraag.
Bekijk de afbeelding en beantwoord onderstaande vraag.

Aandachtrichter

Traplopen
Traplopen
Van de trap vallen
Van de trap vallen

Stappenplan

Eindtoets

  • Het arrangement Grammatica is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Bente Pieters
    Laatst gewijzigd
    2016-04-21 13:48:59
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld

    Bronnen

    Bron Type
    Wat heb je aan grammatica?
    https://youtu.be/vVyXrWhBgqQ
    Video
    HWW, ZWW of KWW?
    https://youtu.be/5QpRXT6xELs
    Video
    Waarom is grammatica nuttig en belangrijk?
    https://youtu.be/Nv-iqJhGwH8
    Video
    De zinsdeelproef ... Hoe ging dat ook weer?
    https://youtu.be/x4UMwAChPM4
    Video
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Eindquiz

    Eindquiz

    Eindtoets

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Versie 2.1 (NL)

    Versie 3.0 bèta

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.