Werkwoordelijk en naamwoordelijk gezegde

Twee soorten gezegdes

1.Werkwoordelijk gezegde: handeling/gebeurtenis (die het onderwerp uitvoert)

   Wat er gebeurt of wat iets of iemand doet

   Bijvoorbeeld: slapen, wandelen, huilen, vallen, sneeuwen, etc.

 

2.Naamwoordelijk gezegde: toestand (van het onderwerp)

   Wat iets of iemand is

   Bijvoorbeeld: beroemd, moe, piloot, woedend, mijn broer, etc.