Berlin vmbo-b34

Berlin vmbo-b34

Start

Einleitung

Beste leerling,
De Duitse taal leer je het beste als je in Duitsland bent.
Om daarom naar Duitsland te verhuizen, gaat een beetje ver.
Op schoolreisje naar Duitsland gaan, dat kan natuurlijk wel!

In Nederland worden op de middelbare school reisjes georganiseerd.
Meestal bovenbouwleerlingen gaan in groepen op reis.

In Duitsland wordt vaak per klas een reis gemaakt.
Dat noemen ze een 'Klassenfahrt'.
Onderbouwleerlingen gaan naar bestemmingen wat dichter bij huis. Bovenbouwleerlingen gaan
ook naar het buitenland.

In dit thema ga je op 'Klassenfahrt' naar Berlijn.

 

Inhalt
Het thema Berlin bestaat uit de volgende onderdelen:

  • Start
  • Werkzeugkasten 1
  • Hören
  • Lesen
  • Werkzeugkasten 2
  • Sprechen
  • Schreiben
  • Landeskunde
  • Sprachaufgaben

 

Berlijn

  • Wat weet je al over Berlijn?
  • Welke bezienswaardigheden in Berlijn ken je?
  • Heb je op school al iets geleerd over Berlijn?
  • Ben je er zelf al eens geweest?


Groepsopdracht

  • Schrijf het woord BERLIJN op een groot vel papier.
  • Schrijf rondom BERLIJN allerlei kreten die je kunt bedenken over Berlijn.
  • Kijk en vergelijk wat klasgenoten hebben opgeschreven.
  • Ben je al eens in Berlijn geweest?
    Vertel in de klas wat je beleefd en gezien hebt.

Was kannst du schon?

Voordat je aan het nieuwe thema begint, is het goed na te denken over wat je al kunt.
Lees de zinnen in het schemablokje en geef steeds aan hoeveel je al weet.

 

  Nee, nog helemaal niet Ja, een beetje Ja, geen enkel probleem
Ik kan een korte uitleg begrijpen.
(bijv. hoe je naar een bepaalde plek toegaat in Berlijn.)
     
Ik kan informatie vinden en begrijpen in eenvoudige teksten.
(bijv. in een folder iets vinden en lezen over wat je wilt bezoeken.)
     
Ik kan op eenvoudige manier mensen begroeten of aanspreken.
(bijv. als je iemand de weg vraagt in Berlijn.)
     
Ik kan in korte zinnen iets beschrijven.
(bijv. de weg van het hotel naar het restaurant.)
     
Ik ken al een aantal Duitse woorden en kan ze vertalen.
(bijv. in de oefening hieronder.)
     

Hoe vertaal je onderstaande woorden?
Sleep de Duitse woorden achter de Nederlandse woorden in de linkerkolom.


Bekijk het filmpje over Berlijn.

  • Herken je al een aantal bezienswaardigheden?
  • Schrijf ze op in je schrift.

 

Oefening:Wat kun je al?

Was wirst du lernen?

Ziele - Doel
Aan het einde van dit thema:

  • weet je al veel meer over Berlijn.
  • kun je helpen een schoolreis te organiseren naar Berlijn.
  • kun je ook meegaan naar Berlijn!

Daarom:

  • leer je over bezienswaardigheden en geschiedenis van Berlijn,
  • kijk je naar een video over de Berlijnse Muur,
  • bekijk je menu's in een restaurant,
  • bekijk je websites over theaters, discotheken, enz.
  • beschrijf je een route door Berlijn,
  • ga je een gesprek oefenen, bijv. in een hotel of bij een Bratwurstkraam,
  • praat je met je klasgenoten over wat je gaat doen in Berlijn,
  • leer je nuttige woorden en zinnen,
  • leer je ook grammatica (gebruik van datief met werkwoorden en voorzetsels)
  • leer en doe je nog veel meer..........!

Lernen - Leren

Bij 'Sprachaufgaben' vind je realistische situaties waarin je alles wat je hebt geleerd kunt gebruiken.

Let daarbij op:
  • de uitspraak
  • de spelling
  • de woorden en zinnen
  • de grammatica
Het is echt niet erg als je dat nog niet kunt!
Je leert het allemaal in dit thema.

Aan de slag!

Veel succes!

Arbeitsplan

Ieder thema bestaat uit een groot aantal opdrachten.
Het is belangrijk dat je goed bijhoudt welke opdrachten je gedaan hebt.
Om je te helpen hebben we een werkplan gemaakt.
Op dat werkplan kun je bijhouden welke onderdelen je al gedaan hebt.

Download hier het Arbeitsplan Berlin

Werkzeugkasten 1

Einleitung

In Werkzeugkasten 1 vind je:

 

  1. belangrijke woorden en uitdrukkingen;
  2. Top 100 belangrijkste woorden;
  3. oefeningen om deze woorden beter te onthouden;
  4. allerlei woordspelletjes.

 

Je hebt de woordjes, zinnen en grammatica nodig om de taaltaken bij dit thema te kunnen maken.

Veel succes !

 

Wortschatz

Wozzol - Berlin

Om de opdrachten in dit thema goed te kunnen maken, moet je een aantal woordjes en zinnen kennen.
Voor elk thema staan er in StudioWozzol woordenlijsten klaar, waar je mee kunt oefenen:

 Wortschatz A

 Wortschatz B

 Wortschatz C

 Wortschatz D

 Aussagen A

 Aussagen B

Je hebt de woordenlijsten geoefend met StudioWozzol
Met dit programma kun je woordjes op een gemakkelijke en efficiënte manier leren.
Klik op de knop StudioWozzol om met nog veel meer woorden aan de slag te gaan!
De eerste keer moet je je even aanmelden, zodat je voortgang kan worden bijgehouden.

StudioWozzol

Ansprechen

Du oder Sie? - jij of u?
Als je in Berlijn bent, moet je misschien iemand naar de weg vragen.
Spreek de betreffende persoon op de juiste wijze aan!
Als je iemand aanspreekt met: je (= du) komt dat misschien onbeleefd over.....

In de volgende opdracht bepaal je of je iemand met
du (= jij) of Sie (= u) aanspreekt.


Fehler vermeiden - Fouten voorkomen
Over het algemeen lacht men je niet uit als je een foutje maakt.
Toch is het beter om dit zoveel mogelijk te voorkomen.

Doe de volgende oefening. Geef in elke situatie de juiste oplossing.


  1. Je begroet iemand met 'Goede middag!'
    1. Guten Mittag!
    2. Guten Tag!
    3. Guten Morgen!
  1. Je bedankt iemand voor zijn hulp.
    1. Vielen Danke
    2. Vielen Dank
    3. Viel Dank
  1. Iemand bedankt jou, jij reageert.
    1. Gerne
    2. Gern geschehen
    3. Gern getan
  1. Jij reageert op de vraag of je even wilt helpen.
    1. Jawohl.
    2. Ja, natürlich.
    3. Ja, aber.
  1. Je zegt tegen je leraar 'Eet smakelijk!'
    1. Essen Sie schmacklich!
    2. Angreifen!
    3. Guten Appetit!
  1. Je spreekt een onbekende man op straat aan om hem naar de weg te vragen.
    1. Herr, können Sie mir sagen...
    2. Hey, können Sie mir sagen...
    3. Entschuldigung, können Sie mir sagen...

Oefening:jij of u?

Oper oder Disko? - Opera of disco?
Je kunt in Berlijn op straat aangesproken worden.
Iemand vraagt je iets en dan moet je snel kunnen reageren.

Luister naar de volgende situatie:
Martijn is met zijn vriendin in Berlijn.
Op weg naar het theater worden ze aangesproken door een studente...

  1. Ga naar de site: Thuisacademie .
  2. Klik op het tabje 'In de stad'.
  3. Ga dan naar 'Naar de tijd vragen'.
  4. Klik op het eerste 'Luister'-tabje.
  5. Klik op het luidsprekersymbool rechts.
  6. Luister naar het gesprek.
  7. Luister een tweede keer naar het gesprek en lees dan mee met de tekst.

Studente: Entschuldiging, können Sie mir sagen, wie spät es ist?
Martijn: Ja, Augenblick bitte. Es ist Viertel nach sieben.
Studente: Danke schön.
Martijn: Bitte, darf ich Sie auch etwas fragen?
Studente: Aber natürlich.
Martijn: Meine Freundin und ich wollen heute abend zur Oper 'Unter den Linden'.
Wie lange ist das noch von hier?
Studente: Höchstens zehn Minuten. Sie gehen gradeaus bis zur Ampel, dann links. Am besten überqueren Sie die Straße, die Oper ist auf der linken Seite.
Martijn: Wunderbar, danke sehr.
Studente: Aber wieso wollen Sie ausgerechtnet zur Oper? So alte Knacker seid ihr nun doch wirklich nicht. Kommt lieber mit mir in die Disko. Dort drüben ist die 'High Life'. Die hat auf bis vier Uhr. Ist richting schön.
Martijn: Nein, danke für das Angebot, aber wir gehen doch lieber zur Oper.
Studente: Ihr seid wohl nicht zu retten. Einen schönen Abend doch!
  1. Beantwoord de vragen met waar of niet waar?

Oefening:Waar of niet waar?

Uhrzeit - De tijd
In het vorige gesprek vraagt de studente aan Martijn hoe laat het is.

  1. Kun jij haar ook vertellen hoe laat het is?
  2. Maak de oefening over kloktijden.

Missverständnis - Misverstand
Er kan ook een misverstand ontstaan als je iemand aanspreekt of als iemand iets aan jou vraagt.

Luister naar de volgende situatie:
Een man en een vrouw staat bij het verkeerslicht. Ze kennen elkaar niet. Het is groen....
Kijk op p. 4.

Oefening:Uhrzeit

Missverständnis - 2

  1. Ga naar de site: Thuisacademie .
  2. Klik op het tabje 'In de stad'.
  3. Klik op het tabje 'Sorry!'
  4. Klik dan op het eerste 'Luister'-tabje.
  5. Klik op het luidsprekersymbool rechts.
  6. Luister naar het gesprek.
  7. Luister een tweede keer naar het gesprek en lees dan mee met de tekst.

Vrouw: Sie da, entschuldigen Sie bitte, es ist grün.
Man: Grün?
Vrouw: Ja, grün.
Man: Und?
Vrouw: Na, sie müssen die straße überqueren.
Man: Warum?
Vrouw: Es ist grün, das sehen Sie doch?
Man: Ja.
Vrouw: Verzeihen Sie mir: sind Sie dumm?
Man: Nein.
Vrouw: Aber Sie stehen hier an der Fußgängerampel und est ist grün.
Man: Entschuldigung, wer ist hier dumm? Es ist rot!
Vrouw: Ja, Sie haben zu lange gewartet, Sie Dummkopf!
Man: Na, das ist mir ein Ding. Dummkopf? Ich? Es ist rot.
Vrouw: Natürlich ist es rot.
Man: Na, was quatschen Sie dann von 'grün'?
Vrouw: Es war vorhin doch grün.
Man: Ja - und. Ich stehe hier und warte auf meine Freundin. Da kommt sie gerade. Ist doch nicht verboten, oder?
Vrouw: Ach, bitte um Verzeihung. Das kann ich niet wissen. Nehmen Sie es mir nicht übel.
Man: Schon gut! Keine Sorge. He Sie, es ist grün. Sie müssen die Straße überqueren....
  1. Maak de volgende oefening over beleefd of onbeleefd?

 

Ten slotte ....
Controleer je antwoorden.

 

 

Oefening:Beleefd of onbeleefd?

Wegbeschreibung

Was weißt du noch? - Wat weet je nog?
In een vreemde stad als Berlijn rondlopen, voelt onwennig.
Je gaat wat oefeningen maken.
Oefeningen die gaan over de weg vragen en routebeschrijvingen.
Zo raak je meer vertrouwd in Berlijn!

De volgende oefening gaat over de weg vragen.
Zoek het Duitse woord bij het Nederlandse woord.

 

 

Entschuldigung - Sorry

  1. Ga naar de Studiowozzol-lijst en neem de lijst 'Woordenlijst Aussagen A' over. 
    Oefen en leer de zinnen en maak vervolgens de zinnen af in de volgende oefening.

 

  1. Entschuldigung, ich suche (de metro) ... .
    1. die U-Bahn
    2. die Straßenbahn
    3. der Bahnhof
  1. Können Sie mir sagen, wie weit das (te voet) ... ist?
    1. zu Fuß
    2. zu Füße
    3. zum Füßen
  1. Wo muss ich ... (overstappen) ?
    1. umdrehen
    2. überqueren
    3. umsteigen
  1. Am besten gehst du (bij het stoplicht) ... nach links.
    1. die Licht
    2. die Ampel
    3. die Ecke
  1. Hast du (een plattegrond) ... ?
    1. eine Stadtmappe
    2. ein Stadtplan
    3. ein Stadtgrund

 

Oefening:Was weißt du noch? - Wat weet je nog?

De 'Fernsehturm' in Berlijn

  • Ga naar de StudioWozzol-lijst Aussagen B.
  • Neem de lijst over.
  • Oefen en leer de zinnen.
  • Maak in de volgende oefening de zinnen af.

 

  1. (Hoe kom ik) ... zum Fernsehturm?
    1. Wie komme ich
    2. Wie bekomme ich
    3. Wie bereikt ich
  1. (Kun jij mij de weg) ... zum Zoo zeigen?
    1. Kannst du mir ...
    2. Kannst du mir sagen ...
    3. Kannst du mir den Weg ...
  1. Bei welcher (halte) ... müssen wir aussteigen?
    1. haltestelle
    2. halte
    3. stelle
  1. Ich weiß nicht. Ich glaube, (dat is ergens in het centrum) ... .
    1. das ist dort im Zentrum.
    2. das ist ergens im Zentrum.
    3. das ist irgendwo im Zentrum.

 

Nach dem Weg fragen - Naar de weg vragen
Maak de volgende oefening. Geef aan hoe je de zinnen in het Duits zegt.

 

 

Ten slotte ...
Controleer je antwoorden.

 

Oefening:Naar de weg vragen

Top 100

Teil 1 - Deel 1
In dit onderdeel gaan we woorden herhalen.
Deze woorden gebruik je bij de verschillende thema's en opgaven.
Het is een Top 100 van basiswoorden.

Ook bij de eindpresentatie bij 'Sprachaufgaben' kun je een groot deel van deze Top 100-woorden gebruiken. Leer ze dus goed!

  • Ga naar de StudioWozzol-lijst Wortschatz A.
  • Neem de lijst over.
  • Oefen en leer de woorden.
  • Maak de volgende oefening.
    In deze oefening zijn woorden uit de woordenlijst verwerkt.

Oefening:Deel 1

Oefening:Teil 1 - Deel 1

Reihenfolge - De volgorde
Zet de volgende zinnen uit de vorige oefening in de juiste volgorde.
Nummer ze van 1 t/m 6.

 

  1. Ruhe bitte! Wir wollen anfangen.
  2. Habt ihr diese Fotos vom Tor schon gesehen?
  3. Außerdem wollen wir natürlich zum Brandenburger Tor.
  4. Dabei finden wir die gläserne Kuppel besonders interessant.
  5. Dienstag könnten wir zum Beispiel den Reichstag besuchen.
  6. OK, Leute, das war's.

Teil 2 - Deel 2

  • Ga naar de StudioWozzol-lijst Wortschatz B.
  • Neem de lijst over.
  • Oefen en leer de woorden.
  • Maak daarna de volgende oefening.
    In deze oefening zijn woorden uit de woordenlijst verwerkt.

 

Vertaal onderstaande zinnen in het Duits.
  1. Ik wil graag iets vragen.
  2. Kun je in Berlijn fietsen?
  3. Het spijt me, dat doen we helaas niet.
  4. Gelukkig is er veel te doen.
  5. Juist daarom houd ik zo van Berlijn.
  6. Wacht even, ik ben nog niet klaar.

 

Teil 3 - Deel 3

Ga naar de StudioWozzol-lijst en neem de lijst Wortschatz C over. 
Oefen en leer de woorden en maak vervolgens de oefening. 
Sleep de Nederlandse vertaling naast de Duitse woorden.

 

Teil 4 - Deel 4

Ga naar de StudioWozzol-lijst en neem de lijst Wortschatz D over. 
Oefen en leer de woorden en maak vervolgens de oefening. 
Je kunt kiezen uit de woorden:
wo - wohin - wie oft - wer - wie weit - warum - woher - was

Oefening:Deel 4

Spiele

Los geht's - Zet 'm op!
Op internet vind je websites met leuke Duitse spelletjes en oefeningen over klokkijken.

Zo kun je oefenen met kloktijden in het Duits.

Viel Spaß!


Extra: LvoorL

Leerlingen voor leerlingen
Op de website www.lvoorl.nl vind je verschillende video's die door leerlingen voor leerlingen zijn gemaakt.

Hieronder staat een video die goed past bij dit thema.
Bekijk de video. Kun je de video goed volgen?
Bespreek de inhoud van de video met een klasgenoot.

De weg vragen

Let op:
Als je een video wilt stoppen, druk dan eerst op de stopknop en klik dan de popup weg.

Hören

Einleitung

Hier oefen je je luistervaardigheid.
Je maakt verschillende luisteropdrachten.
Alles wat je hier leert, helpt je de taaltaken bij het thema Berlin goed te maken.

Je luistert en kijkt naar:

  • Fritz Music Tours - Berlin;
  • geschiedenis Berlijnse Muur;
  • Peter Fox met zijn lied 'Schwarz zu Blau'.


Viel Erfolg! - Veel succes!

Lerntipp Hören

Voordat je gaat luisteren:

  • Lees de vragen goed. Dan kun je je beter concentreren op de gezochte informatie.


Terwijl je luistert:

  • Let van het begin af aan goed op!
  • Concentreer je. Laat je niet afleiden.
  • Schrijf het antwoord op en lees dan meteen de volgende vraag.
  • Ging het te vlug? Herhaal de oefening als dat mogelijk is.
  • Je begrijpt niet alles? Geen probleem!
    Je hoeft niet alle woorden te snappen om de tekst te begrijpen.

Musiktour

Mal anders - Eens iets anders
Op dinsdag zie je al veel van Berlijn, zoals:

  • Fernsehturm (TV-toren)
  • de Brandenburger Tor
  • de Reichstag (de Rijksdag)

Op woensdagmorgen ga je Berlijn leren kennen van een muzikale kant.
Je gaat mee met de Fritz Music Tour!

Lees de tekst en beantwoord daarna de vraag.

 

FRITZ MUSIC TOURS BERLIN ist eine Tour für junge und jung gebliebene Leute, die sich im Gegensatz zu den üblichen Stadtführungen ganz mit dem Thema Musik und Berlin - damals und heute beschäftigt.

In Berlin gibt es sehr viele Touren und Stadtführungen wie klassisches Sightseeing, Bootsfahrten durch das Regierungsviertel, Fahrrad- oder Club Touren.
Aber Berlin hat auch eine Musikgeschichte wie keine andere Stadt!

Depeche Mode, U2, Nick Cave, Iggy Pop und David Bowie haben hier große Alben aufgenommen und teilweise sogar eine Zeitlang in Berlin gelebt. Heute ist Berlin die Musikhauptstadt Deutschlands.
So hat inzwischen nicht nur der Berliner Hip Hop längst den Hochburgen Hamburg, Frankfurt und Stuttgart den Rang abgelaufen, auch andere erfolgreiche Musikstyles wie Reggae und Dancehall kommen inzwischen zu sehr großen Teilen aus Berlin.

Es geht aber nicht nur um die Geschichte, auch die "neueren" Berliner Bands und Künstler wie Peter Fox und seine Seeed Jungs, Rammstein, Wir sind Helden, Sido, Bushido und die Beatsteaks oder Berliner Ikonen wie Die Ärzte, Nena und Nina Hagen, DJ-Größen wie WestBam oder Paul van Dyk und viele andere sind Teil der Tour - Wo haben sie gelebt und gefeiert, wo entstand und entsteht ihre Musik...

Vraag:
Er worden een aantal muzikanten of bands genoemd in de tekst.

 

  1. Heb je wel eens van hen gehoord?
  2. Schrijf bekende namen in je schrift.

 

Fritz Music Tour
Je ziet en hoort een kort verslag over de Fritz Music Tour.

  • Bekijk de video.
  • Zijn onderstaande uitspraken uit de tekst juist?
  • Schrijf ze op in je schrift.

Klik op de link en bekijk de video.

 


  1. De tour gaat o.a. langs plekken waar beroemde bands woonden.
  2. Hotel Adlon is verbonden met de naam Michael Jackson.
  3. David Bowie woonde eind jaren 70 in Berlijn.
  4. De Tresor was een bekende Techno-club.

 

Neugierig? - Nieuwsgierig?
Ben je nieuwsgierig geworden?
Je kunt zelf op internet zoeken naar informatie over muzikanten.
Ook kun je videoclips bekijken.

Hier zijn een paar voorbeelden:

Die Mauer

De Muur behoort tot de Berlijnse geschiedenis.
De Muur is nog op weinig plaatsen zichtbaar.
Het langste overgebleven stuk van de Muur is 1316 meter.
Het bevindt zich in het stadsdeel Friedrichshain-Kreuzberg.
Na de val van de Muur werd dit stuk beschilderd en bespoten met graffiti door verschillende kunstenaars.
Het is nu de langste 'openluchtgalerie' ter wereld: de East Side Gallery.

Op de 'Klassenfahrt ' breng je op woensdagmiddag een bezoek aan De Muur.
Vanaf de toren kun je nog een stuk zien.
Ook zie je dan de grensovergang, zoals het er vroeger uitzag.

 

Bau und Fall - bouw en val
In de volgende video zie je meer over de bouw en val van de Berlijnse muur.

  • Bekijk de video.
  • Maak daarna de oefening, waarbij je tekst aanvult.

 

Oefening:Bouw en val

Bau und Fall - Bouw en val: video's
Op internet zijn allerlei video's te vinden over bouw en/of val van de Berlijnse muur.
Bekijk alleen of met een klasgenoot een paar filmpjes.

Een paar voorbeelden:


Schwarz zu Blau

Peter Fox is een populaire muzikant in Duitsland.
Hij speelt solo, maar ook met de band Seeed.
Hij speelt een mix van reggae en hip-hop muziek.
Peter Fox woont in Berlijn, in de wijk Berlin-Kreuzberg.
Zijn nummer Schwarz zu Blau gaat over Berlijn.

  • Luister en kijk naar zijn lied Schwarz zu Blau.
  • Beantwoord daarna de vraag.

 

Vraag:
Peter Fox beschrijft Berlijn in zijn lied.
Doet hij dat op een positieve of negatieve manier?
Schrijf je antwoord in je schrift.

 

Tekst Schwarz und Blau

  1. Bekijk de video nogmaals (van begin tot aan 1:35).
    Open een gedeelte van de songtekst erbij.  

    Komm aus dem Club, war schön gewesen.
    Stinke nach Suff, bin kaputt, ist ein schönes Leben.
    Steig über Schnapsleichen, die auf meinem Weg verwesen.
    Ich seh die Ratten sich satt fressen
    im Schatten der Dönerläden.
    Stapf durch die Kotze am Kotti, Junks sind benebelt.
    Atzen rotzen in die Gegend, benehmen sich daneben.
    Szene-Schnösel auf verzweifelter Suche nach der Szene.
    Gepiercte Mädels, Sie wollen, dass ich Straßenfeger lese.

    Halb sechs, meine Augen brennen.
    Tret auf 'nen Typen, der zwischen toten Tauben pennt.
    Hysterische Bräute keifen und haben Panik, denn
    an der Ecke gibt es Stress zwischen Tarek und Sam.
    Tarek sagt "Halts Maul
    oder ich werd dir ins Gesicht schlagen."
    Sam hat die Hosen voll, aber kann auch nicht nichts sagen -
    die rote Suppe tropft auf den Asphalt.
    Mir wird schlecht, ich mach die Jacke zu, denn es ist kalt

    Refrain:
    Guten Morgen, Berlin,
    du kannst so hässlich sein, so dreckig und grau,
    du kannst so schön schrecklich sein,
    deine Nächte fressen mich auf.
    Es wird für mich wohl das Beste sein,
    ich geh nach Hause und schlaf mich aus.
    Und während ich durch die Straßen laufe,
    wird langsam Schwarz zu Blau.

  2. Beantwoord de volgende vragen in het Nederlands in je schrift.

    1. Op welk moment van de dag komen we de persoon in het lied tegen?
    2. Waar komt de persoon vandaan?
    3. Waar gaat de persoon naartoe?
    4. Wat gebeurt er tussen Tarek en Sam?
    5. Wat betekent de titel 'Schwarz zu Blau' volgens jou?

 

Ten slotte...
Controleer je antwoorden.

 

 

Lesen

Einleitung

Hier oefen je je leesvaardigheid.
Dat doe je door verschillende teksten te lezen.

De teksten gaan over:

  • diner in een restaurant;
  • de Reichstag;
  • geschiedenis van Berlijn;


Na, dann mal los! - Ga maar van start!

Lerntipp Lesen

Voordat je gaat lezen:

  • Bekijk eerst de titel, de plaatjes en de apart gedrukte woorden.
  • Lees de inleiding.
  • Kijk wat voor soort tekst het is (menu, stadsplattegrond, enz.).
  • Lees de opdrachten.
  • Bepaal de manier van lezen:
    • skimmen (globaal lezen om er achter te komen waar de tekst over gaat)
    • scannen (zoeken naar bepaalde woorden of getallen)
    • intensief lezen (zin voor zin).
  • Als er meerkeuzevragen staan, bekijk dan alle antwoorden en kijk wat de verschillen zijn.

Terwijl je leest:

  • Je kunt niet alles begrijpen? Het is niet nodig om alle Duitse woorden te begrijpen om te weten waar de tekst over gaat!
    Vaak kun je de betekenis wel ongeveer raden door de rest van de zin te bekijken of door te kijken op welk Nederlands (Engels, Frans, Russisch enz.) woord het lijkt.

Abendessen

Speisekarte - Menukaart
Tijdens de schoolreis eet je tweemaal bij Joe's Wirtshaus zum Löwen.
Je moet natuurlijk weten wat er op de menukaart staat.
De oefening gaat over woorden die op de menukaart staan.

Oefening 1
Zoek bij de Duitse woorden de Nederlandse vertaling.
Schrijf de antwoorden in je schrift.

A. Kartoffeln 1. kipfilet
B. Hühnerbrust 2. kruidenboter
C. Gurke 3. aardappelen
D. Sauerkraut 4. uien
E. Pommes 5. uitsmijter
F. Kräuterbutter 6. patat
G. Zwiebeln 7. komkommer
H. Spiegelei 8. zuurkool

Zum Löwen - Naar De Leeuw

  1. Bekijk de menukaart van Joe's Wirtshaus zum Löwen.
  2. Maak de oefening over de menukaart onderaan deze pagina.
    Schrijf in je schrift of de zinnen waar of niet waar zijn.

Speisekarte Joe's Wirtshaus zum Löwen


Und du? - En jij?
Wat zou jij graag willen eten in Joe's Wirtshaus?

  1. Kies drie gerechten die je het liefst wilt eten.
  2. Schrijf de gerechten op in je schrift.
  3. Lukt het je de gerechten in het Nederlands te vertalen?

Ten slotte...
Controleer je antwoorden.

 

Oefening:Was stimmt?

Reichstag

Op dinsdag krijg je een rondleiding door de stad.
Je ontmoet elkaar bij de Reichstag.
Het is een belangrijk gebouw in de Duitse geschiedenis.

Je gaat bij de Reichstag naar binnen. Je loopt door de glazen koepel.
Je krijgt informatie over de geschiedenis van de Reichtstag.
En natuurlijk geniet je van het geweldige uitzicht!

Bekijk vast een paar foto's: Reichstag

 

Geschichte Reichtstag - Geschiedenis van de Rijksdag
In de tekst lees je wat over de geschiedenis van de Reichstag.

Geschiedenis Rijksdag

 

 

Sehenswürdigkeit - Bezienswaardigheid
De Reichstag is niet alleen belangrijk, omdat de regering er zit.
Voor toeristen is de Reichstag een van de belangrijkste attracties in Berlijn.

Lees de tekst nogmaals: Reichstag
 

Oefening
Beantwoord de volgende vragen in het Nederlands in je schrift.

 

  1. Welke architect leverde het bouwontwerp voor de Rijksdag?
  2. Hoe lang duurde de bouw?
  3. Wanneer brak er brand uit?
  4. Wie vergaderen in de Rijksdag?

 

Tenslotte...
Controleer je antwoorden.

 

 

Story of Berlin

  1. Bekijk de website over het museum 'Story of Berlin'.
    www.story-of-berlin.de/
  2. Lees de tekst over het museum 'Story of Berlin'.
    THE STORY OF BERLIN am Kurfürstendamm ist das Erlebnismuseum der Hauptstadt. Auf rund 6.000 m² begeben sich die Besucher auf einen spannenden Spaziergang durch 800 Jahre Berliner Geschichte.
    In 23 Themenräumen – jeder individuell gestaltet, begehbar und mit moderner Multimediatechnik ausgestattet – wird die Alltagswelt der Berliner Bevölkerung für jeden erlebbar. Ein Höhepunkt ist die Führung durch einen originalen Atomschutzbunker unter dem Kurfürstendamm, der noch heute im Ernstfall 3.592 Menschen Schutz bieten kann.

    THE STORY OF BERLIN wurde am 24. Juni 1999 eröffnet. Die Gestalter – Museumspädagogen, Historiker und Künstler – haben Szenenbilder entstehen lassen, die emotionale Erfahrung mit sachlichen Informationen zu verbinden wissen.

    THE STORY OF BERLIN ist ein privatwirtschaftliches Museum, das sich selber trägt und ohne staatliche Finanzierung auskommt.
    Mit einer Viertelmillion Besuchern im Jahr gehört THE STORY OF BERLIN zu den meist besuchten Museen der Hauptstadt.
    Werden Sie selbst zu einem Teil der Berliner Geschichte.
    Wir freuen uns auf Ihren Besuch!

    Adresse: Kurfürstendamm 207-208 im Kudamm Karree / 10719 Berlin
    (zwischen Uhlandstraße und Knesebeckstraße)

Vraag:

  • Wat kun je zien in dit museum?
  • Beantwoord de vraag in het Nederlands in je schrift.

 

Und du? - En jij?
Op donderdagmorgen breng je een bezoek aan het museum 'Story of Berlin'.
Bekijk nogmaals de website om vast indrukken op te doen!

Viel Spaß! - Veel plezier!

Xtra: Deutsches Spionagemuseum Berlin**

Je gaat een tekst lezen over het Deutsches Spionagemuseum in Berlijn.

  1. Heb je wel eens een film gezien of een boek gelezen over spionage of spionnen?
    Spreek er in de klas over.

  2. Bekijk het filmpje over het DEUTSCHE SPIONAGEMUSEUM en beantwoord de vraag.

    Vraag: Wat verwacht je van een bezoek aan dit museum?

  3. Lees de tekst en maak de oefening.

    Deutsches Spionagemuseum
    Ein neues Museum in Berlin ist das DEUTSCHEs SPIONAGEMUSEUM.
    Mit modernsten Technologien können die Besucher erfahren, welche raffinierten Methoden die Agenten und Geheimdienste benutzt haben und noch benutzen. Es gibt viele multimediale und interaktive Stationen in Deutschlands einzigem Spionagemuseum.
    Man kann zum Beispiel Geheimcodes dechiffrieren, einen Laser-Parcours ablegen, sein "sicheres" Passwort knacken lassen und seine Lieblings-Website hacken. Durch einzigartige Multimedia-Anwendungen, mit 3D-Brillen und über beeindruckende Projektionen ist der Besucher direkt dabei, wenn spioniert wird.

    An hunderten seltenen Objekten wird Geschichte demonstriert: Hitlers Chiffriermaschine Enigma, klassische Spion-Ausrüstung wie BH-Kameras, Wanzen im Lederschuh, Pistolen im Handschuh, Regenschirme mit Giftpfeil genauso wie Original-Requisiten aus den James Bond-Filmen. Zahlreiche Top-Spione erzählen ihre spannenden Geschichten.

    Die Gäste des Deutschen Spionagemuseum können sehen, spüren, lesen, hören, riechen, was sich seit Jahrtausenden in dieser Schattenwelt abspielte.

    Wann wurden Menschen zu Spionen? Wusstest du, dass schon im 2. Weltkrieg "Drohnen" eingesetzt wurden? Welcher Geheimdienst hatte die besten Codes? Wer weiß mehr über dich: Stasi, NSA, Facebook oder Payback?

    Öffnungszeiten
    Mo – So 10 – 20 Uhr, letzter Einlass: 19 Uhr
    24.12. geschlossen, alle anderen Tage geöffnet
    Öffentliche Führungen: je nach Verfügbarkeit, in der Regel stündlich

    Standort
    Leipziger Platz 9
    10117-Berlin-Mitte
    U/S/Bus Potsdamer Platz, Ausgang Leipziger Platz

    Bron: www.deutsches-spionagemuseum.de

     

Oefening:Deutsches Spionagemuseum

  1. Zou jij het museum willen bezoeken? Waarom (niet)? Praat er met een klasgenoot over.
  2. Bekijk de informatie over de tickets en maak de oefening.
    TICKETS  
    EINTRITT
    (Kinder bis 6 Jahre frei)
    12,00 EURO
    ERMÄSSIGT
    (Schüler, Studenten, Azubis, Besucher mit Schwerbehindertenausweis)
    8,00 EURO
    GRUPPE
    (ab 10 Personen)
    9,00 EURO
    FAMILIE
    (2 Erwachsene und eigene Kinder)
    35,00 EURO
    SCHÜLER
    (ab 10 Personen im Klassenverbund)
    6,00 EURO
    FÜHRUNGEN  
    ÖFFENTLICHE FÜHRUNG
    (je nach Verfügbarkeit, i.d.R. stündlich)
    8,00 EURO
    ÖFFENTLICHE FÜHRUNG ERMÄSSIGT
    (je nach Verfügbarkeit, i.d.R. stündlich)
    5,00 EURO
    FÜHRUNG
    (zzgl. Eintritt, max. 25 Personen, nur nach vorheriger Anmeldung)
    70,00 EURO
    FÜHRUNG FÜR SCHULKLASSEN
    (zgl. Eintritt, max. 25 Personen, nur nach vorheriger Anmeldung)
    55,00 EURO

Oefening:Tickets

  1. Kijk op een plattegrond van Berlijn waar het museum zit.
  2. EXTRA: Bezoek de website van het museum.
    Kijk bijvoorbeeld welke events of tijdelijke tentoonstellingen er op dit moment zijn.
    www.deutsches-spionagemuseum.de

Xtra: Deutsches Spionagemuseum Berlin***

Je gaat een tekst lezen over het Deutsches Spionagemuseum in Berlijn.

  1. Heb je wel eens een film gezien of een boek gelezen over spionage of spionnen? Spreek er in de klas over.

  2. Bekijk het filmpje over het DEUTSCHE SPIONAGEMUSEUM en beantwoord de vraag.

    Vraag: Wat verwacht je van een bezoek aan dit museum?

  3. Lees de tekst en maak de opdracht.
    Deutsches Spionagemuseum
    Ein neues Museum in Berlin ist das DEUTSCHES SPIONAGEMUSEUM.
    Mit modernsten Technologien können die Besucher erfahren, welche raffinierten Methoden die Agenten und Geheimdienste benutzt haben und noch benutzen. Es gibt viele multimediale und interaktive Stationen in Deutschlands einzigem Spionagemuseum.
    Man kann zum Beispiel Geheimcodes dechiffrieren, einen Laser-Parcours ablegen, sein "sicheres" Passwort knacken lassen und seine Lieblings-Website hacken. Durch einzigartige Multimedia-Anwendungen, mit 3D-Brillen und über beeindruckende Projektionen ist der Besucher direkt dabei, wenn spioniert wird.

    An hunderten seltenen Objekten wird Geschichte demonstriert: Hitlers Chiffriermaschine Enigma, klassische Spion-Ausrüstung wie BH-Kameras, Wanzen im Lederschuh, Pistolen im Handschuh, Regenschirme mit Giftpfeil genauso wie Original-Requisiten aus den James Bond-Filmen. Zahlreiche Top-Spione erzählen ihre spannenden Geschichten.

    Die Gäste des Deutschen Spionagemuseum können sehen, spüren, lesen, hören, riechen, was sich seit Jahrtausenden in dieser Schattenwelt abspielte.

    Wann wurden Menschen zu Spionen? Wusstest du, dass schon im 2. Weltkrieg "Drohnen" eingesetzt wurden? Welcher Geheimdienst hatte die besten Codes? Wer weiß mehr über dich: Stasi, NSA, Facebook oder Payback?

    Öffnungszeiten
    Mo – So 10 – 20 Uhr, letzter Einlass: 19 Uhr
    24.12. geschlossen, alle anderen Tage geöffnet
    Öffentliche Führungen: je nach Verfügbarkeit, in der Regel stündlich

    Standort
    Leipziger Platz 9
    10117-Berlin-Mitte
    U/S/Bus Potsdamer Platz, Ausgang Leipziger Platz

    Bron: www.deutsches-spionagemuseum.de

     

Oefening:Deutsches Spionagemuseum

  1. Lees de 4 vragen van alinea 4 van de tekst 'Deutsches Spionagemuseum' nog een keer.
    Op welke vraag zou jij graag antwoord willen hebben en waarom? Praat er met een klasgenoot over.

  2. Zou jij het museum willen bezoeken? Waarom (niet)? Praat er met een klasgenoot over.

  3. Bekijk de informatie over de tickets en maak de opdracht.
    TICKETS  
    EINTRITT
    (Kinder bis 6 Jahre frei)
    12,00 EURO
    ERMÄSSIGT
    (Schüler, Studenten, Azubis, Besucher mit Schwerbehindertenausweis)
    8,00 EURO
    GRUPPE
    (ab 10 Personen)
    9,00 EURO
    FAMILIE
    (2 Erwachsene und eigene Kinder)
    35,00 EURO
    SCHÜLER
    (ab 10 Personen im Klassenverbund)
    6,00 EURO
    FÜHRUNGEN  
    ÖFFENTLICHE FÜHRUNG
    (je nach Verfügbarkeit, i.d.R. stündlich)
    8,00 EURO
    ÖFFENTLICHE FÜHRUNG ERMÄSSIGT
    (je nach Verfügbarkeit, i.d.R. stündlich)
    5,00 EURO
    FÜHRUNG
    (zzgl. Eintritt, max. 25 Personen, nur nach vorheriger Anmeldung)
    70,00 EURO
    FÜHRUNG FÜR SCHULKLASSEN
    (zgl. Eintritt, max. 25 Personen, nur nach vorheriger Anmeldung)
    55,00 EURO

Oefening:Tickets

  1. Kijk op een plattegrond van Berlijn waar het museum zit.

  2. EXTRA: Bezoek de website van het museum.
    Kijk bijvoorbeeld welke events of tijdelijke tentoonstellingen er op dit moment zijn.
    www.deutsches-spionagemuseum.de

Werkzeugkasten 2

Einleitung

De Werkzeugkasten is een soort gereedschapskist.
Hierin vind je grammatica die je nodig hebt om de taaltaken van thema Berlin te maken.

In dit deel van de Werkzeugkasten vind je de onderdelen:

  • voorzetsels met Dativ (Präpositionen).
  • werkwoorden met Dativ (Verben).


De 'Dativ' heet in het Nederlands de derde naamval.

Grammatik

Präpositionen - voorzetsels
Na bepaalde voorzetsels staat de derde naamval.

Bekijk het theorieblokje voor uitleg.

Duits Nederlands
mit met
nach naar
bei bij
seit sinds
von van, door
zu naar
entgegen tegemoet
außer behalve
aus uit
gegenüber tegenover
an ... vorbei langs

Leer deze voorzetels uit je hoofd!
Je krijgt een aantal zinnen als voorbeeld.

 


Bij het voorzetsel mit:
   
Ga je met de trein? Fährst du mit der Bahn?

Bij het voorzetsel naar:
   
Je gaat toch naar Keulen? Du fährst doch nach Köln?

Bij het voorzetsel bei:
   
Ik blijf bij jou. Ich bleibe bei dir.

Bij het voorzetsel sinds:
   
Sinds vorige week is ze ziek. Seit voriger Woche ist sie krank.

Bij het voorzetsel van:
   
Van jou hoor je nooit iets. Von dir hört man nie etwas.*
*Let op! in lijdende zinnen betekent von: door
De dief werd door de politie gearresteerd - Der Dieb wurde von der Polizei verhaftet.

Bij het voorzetsel naar:
   
Ik moet nog naar de bank. Ich muss noch zur Bank.

Bij het voorzetsel tegemoet:
   
Het kind liep zijn moeder tegemoet. Das Kind ging seiner Mutter entgegen.

Bij het voorzetsel behalve:
   
Behalve hem ken ik hier niemand. Außer ihm kenne ich hier keinen.

Bij het voorzetsel uit:
   
Dat heeft hij uit de krant. Das hat er aus der Zeitung.

Bij het voorzetsel tegenover:
   
Ze woont tegenover een winkel. Sie wohnt gegenüber einem Geschäft.

Bij het voorzetsel langs:
   
Ik kwam gisteren nog langs je huis. Ich bin gestern noch an deinem Haus vorbeigefahren.
(an...vorbei betekent 'even' langskomen, voorbijrijden).

Tip! Een ezelsbruggetje om de voorzetsels 3e naamval te onthouden:


MIT, NACH, VON, ZU, AUS, SEIT, BEI
stehen vor Fall Nummer drei.

Betekenis van de voorzetsels
Wat betekenen de voorzetsels? Maak de volgende oefening.

Betekenis van de voorzetsels in een zin
Nu wordt het een beetje moeilijker. De voorzetsels zet je nu in een zin.


Oefening:voorzetsels

Oefening:voorzetsels in een zin

Cafégespräche - Cafegesprek
In sommige gevallen smelten de voorzetsels en lidwoorden samen.
Kijk naar het theorieblokje.

  • bei dem - beim
  • von dem - vom
  • zu dem - zum
  • zu der - zur

Maak de volgende oefeningen:

Oefening:Wat vul je in? Aus of von/vom

Oefening:Wat vul je in? Nach of zu/zum/zur

Verben - werkwoorden
Niet alleen na bepaalde voorzetsels staat de derde naamval.
Ook samen met een aantal werkwoorden gebruik je de derde naamval.

Bekijk het theorieblokje voor uitleg.

 

Bij het werkwoord begegnen - tegenkomen:
   
Ik ben hem in de stad tegengekomen. Ich bin ihm in der Stadt begegnet.

Bij het werkwoord danken - danken/bedanken:
   
Ik dank u voor uw medewerking. Ich danke Ihnen für Ihre Mitarbeit.

Bij het werkwoord folgen - volgen:
   
Volgt u mij alstublieft. Bitte folgen Sie mir.

Bij het werkwoord gehen - gaan met:
   
Hoe gaat het met je ? Wie geht es dir?

Bij het werkwoord glauben - geloven:
   
Ik geloof je niet. Ich glaube dir nicht.

Bij het werkwoord gratulieren - feliciteren:
   
Heb je hem al gefeliciteerd? Hast du ihm schon gratuliert?

Bij het werkwoord helfen - helpen:
   
Waarom helpt men die mensen niet? Warum hilft man den Leuten nicht?

Bij het werkwoord leid tun - spijten:
   
Het spijt mij. Es tut mir leid.

Bij het werkwoord sagen - zeggen tegen:
   
Ik heb het toch tegen je gezegd? Ich habe es dir doch gesagt?

Let op!
Er zijn werkwoorden waarin al een voorzetsel in het werkwoord zit.
Ook deze krijgen de derde naamval. Bekijk de voorbeelden.

 


beiwohnen (= bijwonen)
beitreten (= lid worden van)
zuhören (= luisteren)
zusagen (= toezeggen)

Maak de oefening. Vertaal wat tussen haakjes staat.
Gebruik de derde naamval.

 

Oefening:werkwoorden

Hilfsmittel

1 Woordenboek
Zowel echte woordenboeken als ook digitale woordenboeken helpen je bij het opzoeken en leren van nieuwe woordjes.
Een bekend online woordenboek is: vertalen.nu
Probeer ook eens een ander woordenboek, bijvoorbeeld: www.interglot.nl

2 Tekstverwerkingsprogramma
Als je op de computer een tekst schrijft, bv. met Word, kun je natuurlijk de Duitse spellingscontrole gebruiken
(bij Taal -> Duits standaard instellen).
Maar opgelet: het programma kan niet al je fouten opsporen; zelf blijven nadenken dus!

3 Uitspraakhulp
Op de website www2.research.att.com kun je Duitse woorden of een Duitse tekst laten voorlezen.
Kies eerst de taal en de stem. Vul dan de tekst in en kies dan voor SPEAK.

Sprechen

Einleitung

Hier ga je je spreekvaardigheid oefenen en verbeteren.

In dit thema:

  • vraag je iemand hoe laat het is;
  • vraag je naar de juiste weg;
  • bestel je iets bij de snackbar;
  • ga je een kaartje kopen;
  • wil je een probleem melden bij de receptie van het hotel;
  • houd je een korte presentatie over Berlijn;
  • overleg je met klasgenoten over het reisprogramma.

 

Hoe je dat gaat doen, leer en oefen je hier.

Viel Erfolg!

 

Lerntipp Sprechen

Voordat je gaat spreken:

  • Kijk eerst goed naar de aanwijzingen.
  • Bedenk welke woorden en uitdrukkingen je nodig hebt.
  • Schrijf NIET het hele gesprek op. Gebruik trefwoorden.

Terwijl je spreekt:

  • Kijk naar je partner of het publiek.
  • Spreek duidelijk, rustig en niet te zacht.
  • Omschrijf wat je bedoelt als je een woord niet weet.
  • Vraag om uitleg of herhaling als je je partner niet begrijpt.
  • Wees niet bang om fouten te maken.
    (De meeste mensen zullen het fijn vinden dat je hun taal spreekt.)

Minigespräche

Uhrzeit - De tijd
In Berlijn kom je in situaties, waarin je Duits gaat spreken.
Je gaat in 'Minigespräche' oefenen, hoe je dan kunt reageren.
Bespreek met je docent of je deze oefeningen (wel/niet) allemaal gaat doen.

 

Oefening: Hoe laat is het?
Je gaat een rollenspelletje doen met een klasgenoot.
Je gaat vragen hoe laat het is.

  1. Kies een klasgenoot met wie je dit gaat oefenen.
  2. Verdeel de rollen waarbij:
    • persoon A wil weten hoe laat het is.
    • persoon B antwoord geeft en zegt hoe laat het is.
  3. Kijk nog eens naar Werkzeugkasten 1 ('Ansprechen') hoe je dit kunt doen.
  4. Voer het gesprek in het Duits!
  5. Wissel ook eens van rol.

  1. Persoon A vraagt aan Persoon B hoe laat het is.
  2. Persoon B antwoordt: 09.45 uur
  1. Persoon A vraagt aan Persoon B hoe laat het is.
  2. Persoon B antwoordt: 12.30 uur
  1. Persoon A vraagt aan Persoon B hoe laat het is.
  2. Persoon B antwoordt: 17.00 uur

Wegbeschreibung - Routebeschrijving
Tijdens de schoolreis heb je ook wat tijd voor jezelf.
Je kunt dan doen waar je zelf zin in hebt, bijv. leuke souvenirs kopen of een ijsje eten.

Je moet wel zorgen dat je op tijd op de afgesproken plaats terug bent.
Berlijn is niet alleen heel groot maar ook onoverzichtelijk!
Je zult misschien niet de kortste weg naar het verzamelpunt weten.
Dan moet je iemand de weg kunnen vragen.

Oefening: Wat is de kortste weg?
Persoon A vraagt naar de kortste weg naar een bepaald punt.
Persoon B geeft antwoord.
Je krijgt hierbij een paar situaties om te oefenen.

  1. Kies een klasgenoot om mee te oefenen.
  2. Kies een of meerdere situaties.
  3. Oefen in het Duits. Denk daarbij aan:
    • de juiste manier om iemand aan te spreken;
    • de juiste manier om de weg te vragen;
    • beëindig het gesprek vriendelijk en correct.
  4. Herhaal de Wortschatz van Werkzeugkasten 1 ('Wegbeschreibung').
    Doe eventueel de oefeningen in de Werkzeugkasten.
  5. Wissel ook eens van rol.

 

Situatie 1
  1. Vraag: de kortste weg naar Ziko's Grillrestaurant. Adres: Kaiser-Friedrich-Straße 61.
  2. Antwoord: linksaf de Kantstraße op / eerste straat links / na 20 m aan de linkerkant.
Situatie 2
  1. Vraag: de kortste weg naar Hardrockcafé. Adres: Kurfürstendamm 224.
  2. Antwoord: rechtsaf de Tauentzienstraße op / rechtdoor tot aan de Gedächtniskirche / bij de Joachimstaler Platz oversteken / weg volgen (heet nu Kurfürstendamm) / na 100 m aan de linkerkant.
Situatie 3
  1. Vraag: de kortste weg naar de Reichstag.
  2. Antwoord: één halte met de S-Bahn / uitstappen bij Unter den Linden / Wilhelmstraße op richting Reichstagsufer / 1e straat links / Reichstag aan rechterkant.

 

Currywurst - Curryworst
Je lunchtrommel is leeg. Je hebt nog steeds honger en dorst.
Je koopt iets voor onderweg bij een snackbar.

Oefening: Bestellen bij de snackbar
Je krijgt hier een paar situaties om te oefenen.

  1. Kies een klasgenoot met wie je dit gaat oefenen.
  2. Verdeel de rollen waarbij:
    • Persoon A de koper is.
    • Persoon B de verkoper is.
  3. Herhaal de Wortschatz van het thema 'Einkaufen'.
    Gebruik hiervoor de linkjes naar WRTS:
  4. Wissel ook van rol.

 

Situatie 1
  1. Persoon A bestelt een curryworst.
  2. Persoon B noemt de prijs: € 2.30
Situatie 2
  1. Persoon A bestelt bestelt een grote koffie om mee te nemen.
  2. Persoon B noemt de prijs: € 2.85
Situatie 3
  1. Persoon A bestelt bestelt 3 bolletjes ijs (kies zelf de smaken).
  2. Persoon B noemt de prijs: € € 3.00

Situatie 4
  1. Persoon A bestelt bestelt twee hamburgers en een cola.
  2. Persoon B noemt de prijs: € 4.90

 

Fahrschein kaufen - Kaartje kopen
In Berlijn loop je veel of maak je gebruik van het openbaar vervoer.
Als je ergens naar toe wilt en lopen is te ver, moet je een kaartje kunnen kopen.

Oefening: Kaartje kopen
Je gaat een rollenspel doen met een klasgenoot.
Je gaat een kaartje kopen voor de bus.

 

  1. Kies een klasgenoot om mee te oefenen.
  2. Herhaal de Wortschatz van het thema 'Einkaufen'.
    Gebruik hiervoor de linkjes naar WRTS:
  3. Download hier de Rollenkarten:
  4. Voer het gesprek in het Duits.
    • Wees beleefd.
    • Begin en eindig het gesprek vriendelijk en correct.
  5. Wissel ook eens van rol.

Hotel
Tijdens het schoolreisje ga je naar de receptie van het hotel.
Misschien is er een probleempje, wat je wilt melden.
Hoe je dat gaat aanpakken, leer je hier.

Oefening: Probleem melden in het hotel
Je gaat een rollenspel doen met een klasgenoot.
Persoon A is de hotelgast met een probleem.
Persoon B is hotelmedewerker. Hij zal proberen het probleem op te lossen.
Je krijgt een aantal situaties om te oefenen.


  1. Kies een klasgenoot om mee te oefenen.
  2. Herhaal de Wortschatz van het thema 'Einkaufen'.
    Gebruik hiervoor de linkjes naar WRTS:
    1. Einkaufen - Aussagen A
    2. Einkaufen - Wortschatz B
    3. Einkaufen - Wortschatz C
  3. Voer het gesprek in het Duits.
  4. Wees beleefd.
  5. Beëindig het gesprek vriendelijk en correct.
  6. Wissel ook eens van rol.

 

Situatie 1
Persoon A: Het licht in de badkamer doet het niet.
Persoon B: Ik zal het melden bij de conciërge.

Situatie 2
Persoon A: Er zijn geen handdoeken.
Persoon B: Over een kwartier zal ik ze langs brengen.

Situatie 3
Persoon A: Bij het ontbijt is de yoghurt altijd op.
Persoon B: Ik zal er voor zorgen dat er voldoende is.

 

Sehenswurdigkeiten

Kurzvortrag - Korte voordracht
In Berlijn zijn er oneindig veel bezienswaardigheden.
Je gaat nu een korte presentatie houden over een van de Berlijnse bezienswaardigheden.
Hieronder vind je vast een aantal voorbeelden. Ken je er al een paar?

 

Altes Museum Bertolt-Brecht-Haus
Bundeskanzleramt Checkpoint Charlie
DDR-Museum Deutsches Historisches Museum
East-Side-Gallery Gedächtniskirche
Hackesche Höfe Hauptbahnhof
Holocaust-Denkmal Jüdische Museum
Neues Museum Neues Synagoge
Olympiastadion Pergamonmuseum
Potsdamer Platz Schloss
Charlottenburg Siegssäule
Sony-Center  

Opdracht:

  1. Zoek een gesprekspartner.
  2. Bedenk samen over welke bezienswaardigheid je iets wilt vertellen.
  3. Zoek informatie op internet.
    (De links hieronder kunnen je misschien op weg helpen.)
  4. Schrijf de informatie in je schrift. Vertaal de woorden.
  5. Oefen het gesprek tot je het helemaal uit je hoofd kent.
  6. Wissel ook van rol.
  7. Luister in de klas naar andere presentaties.

Was machen wir

Het reisschema voor het schoolreisje naar Berlijn staat grotendeels vast.
Er is nog wel ruimte in het programma om zelf een activiteit te bedenken.
Je doet dat samen met je klasgenoten.
Het is dan belangrijk dat je ook je mening geeft.
Reageer ook op ideeën van je klasgenoten.
Hoe je dat doet, oefen je hier.

Oefening: Meningen en argumenten

  • Herhaal de woordenlijsten in de Werkzeugkasten.
  • Ook kun je oefenen met de WRTS-lijsten uit 'Wortschatz-Wrts'.
  • Schrijf minstens vijf punten op, waarin je je mening geeft.
    (Ik vind dat... /ik denk... /Volgens mij... /Ik ben er voor dat... ).
  • Schrijf minstens vijf redenen op waarom je iets niet wilt doen
    (omdat het niet leuk/oninteressant/duur/saai is).
  • Vergelijk je resultaten met die van je klasgenoten.
  • Voeg de argumenten toe, die je zelf nog niet had bedacht.

 

Minidiskussionen - Minidiscussies
Aan de hand van een paar situaties leer je om je mening te uiten en redenen te noemen.

Oefening:
Je gaat in het Duits een rollenspelletje doen met een klasgenoot.

Voor alle situaties geldt:
Persoon A stelt iets voor.
Partner B geeft zijn mening over het voorstel.

 

Situatie 1
Persoon A: een ijsje eten
Persoon B: nee, te koud

Situatie 2
Persoon A: gaan winkelen
Persoon b: liever naar een cafe. Wil toch niets kopen.

Situatie 3
Persoon A: vanavond naar de bowling gaan
Persoon B: liever in het hotel blijven. (Verzin twee redenen waarom)

Situatie 4
Persoon A: met zijn tweeën naar de stad gaan
Persoon B: liever met de hele groep gaan. (Verzin twee redenen waarom)

 

In welchen Film? - Naar welke film?
Op woensdagavond kun je naar de bioscoop te gaan.
De 'Ins IMAX' is een enorme 3D-bioscoop aan de Potsdammer Platz!
Ga verder op p. 3.

 

Voorbereiding:

  • Ga naar Cinestar Kino om het programma te bekijken.
  • Kies een film die je wilt zien.
  • Noteer de titel, de lengte van de film en de leeftijdsbeperking.
  • Noteer ten minste twee redenen waarom je naar deze film wilt.

Groepsopdracht:

Overleg eerst met je docent of je deze groepsopdracht gaat maken.
  • Vorm groepjes van drie tot vijf leerlingen.
  • Elke leerling kiest zelf een film.
  • Elke leerling vertelt iets over de door hem of haar gekozen film.
    Probeer uit te leggen waarom de groepsleden juist DIE film moeten gaan zien.
  • De andere groepsleden komen met tegenargumenten.
  • Bespreek elkaars argumenten over de film.

Vergelijk:

  • Vergelijk samen met je docent de resultaten van de gesprekken.
  • Geef aan waarom jullie juist voor die film gekozen hebben.

Schreiben

Einleitung

In dit onderdeel oefen en verbeter je je schrijfvaardigheid.

In dit thema:

  • beschrijf je de route van het hotel naar het restaurant;
  • schrijf je een e-mail naar het restaurant;
  • maak je aantekeningen over een video over de Berlijnse hotspots.

Download hier:

Klassenfahrt Berlin: Programm

Viel Vergnügen! - Veel plezier!

Lerntipp Schreiben

Voordat je gaat schrijven:

  • Kijk eerst goed naar de aanwijzingen.
  • Bedenk welke woorden en uitdrukkingen je nodig hebt.


Terwijl je schrijft:

  • Gebruik een woordenboek.
  • Pas de grammatica die je geleerd hebt, toe.
    (Kijk in "Werkzeugkasten".)
  • Lees aan het einde alles nog een keer goed door.

Wegbeschreibung

Zum Abendessen - Naar het avondeten
Op maandag en woensdag eet je 's avonds twee keer bij Joe's Wirtshaus zum Löwen.
Dat is op loopafstand van het hotel.

Je moet natuurlijk wel op tijd komen en niet verdwalen.
Daarom zoek je de route van het hotel naar het restaurant.

Oefening:
  • Zoek met Google Maps de route van het hotel naar restaurant Ansbach:
    1. Tik in het lege zoekveld: 'Restaurant Ansbach Berlijn'.
    2. Je krijgt dan een schermpje met foto's, adresgegevens, etc. van het restaurant.
    3. Ook zie je op de plattegrond een rood icoontje. Daar is het restaurant.
    4. Klik op 'Routebeschrijving'.
    5. Tik de naam van je vertrekpunt in (in dit geval naam van het hotel).
    6. Je krijgt nu in beeld de route die je moet lopen.
    7. Je kunt de route ook opslaan. Klik op 'Opslaan'.
  • Bekijk hoeveel tijd je nodig hebt om de route naar het restaurant te lopen.
Route

Je kunt nu aan de hand van de plattegrond op Google Maps de route omschrijven.
Overleg eerst met je docent of je deze oefening gaat maken.

Oefening:
  • Bekijk op Google Maps nogmaals de gevonden route.
  • Beschrijf in je eigen woorden de route van het hotel naar het restaurant.
  • Schrijf de routebeschrijving in je schrift.
  • Noem de namen van de straten waar je door loopt.
  • Vergelijk je routebeschrijving met je klasgenoten en bespreek het in de klas.
  • Bewaar de routebeschrijving in je informatiemap over het schoolreisje.

E Mail

Reservierung - Reservering
Je leraar heeft al contact opgenomen met Joe's Wirtshaus zum Löwen.
Daar ga je tijdens je schoolreis twee keer eten.
Het personeel heeft echter nog een paar vragen:

  • datum en tijdstip van jullie bezoek;
  • het aantal gasten;
  • bijzonderheden (vegetariers of bepaalde allergieën).

 

Oefening:

  • Lees de e-mail van het restaurant.
  • Beantwoord de mail. Kijk voor meer informatie hieronder.
    • Schrijf je mail in een worddocument met de titel "Reservierung Abendessen".
    • Schrijf een passende aanhef.
    • Bedank voor de mail.
    • Schrijf dat jullie op maandag (vraag de leraar naar de datum of verzin er een) om 19 uur en op woensdag om 18.30 uur willen eten.
    • Schrijf dat je met ... personen komt.
    • Schrijf dat twee leerlingen vegetarisch zijn.
    • Schrijf dat jullie het eens zijn met de prijs.
    • Sluit de mail op een passende manier af.
  • Sla het document op.
  • Bespreek de tekst in je klas.

Notizen

Berliner Hotspots - Hoogtepunten in Berlijn
Je gaat aantekeningen maken terwijl je naar een video kijkt.
Dat oefen je hier.

  1. Klik op het icoontje om de video te bekijken. Luister goed.
  2. Kijk nogmaals naar de video en maak daarbij in het Duits aantekeningen:
    • Schrijf de namen van de hotspots op.
    • Schrijf bij elke hotspot, waarom het voor Joko een hotspot is.
  3. Vergelijk je aantekeningen met het antwoordmodel.

 

Landeskunde

Einleitung

Je gaat een hoop ondernemen in Berlijn.
Je gaat musea bezoeken en allerlei bezienswaardigheden ontdekken.
Je gaat je vast voorbereiden, zodat je in Berlijn ook werkelijk weet wat je ziet!

Hier leer je iets over:

  • de belangrijkheid en geschiedenis van Berlijn;
  • diverse bezienswaardigheden in Berlijn.

Dit doe je door:

  • tekst te lezen;
  • informatie te zoeken op internet;
  • foto's te bekijken;
  • een spel te spelen.


Viel Spaß! - Veel plezier

Fakten

Bedeutung - Belangrijkheid
Berlijn is een van de belangrijkste steden van Duitsland en Europa.
Ontdek meer over hoe belangrijk Berlijn is.

  • Lees hier meer over Berlijn:
    Wikipedia Berlijn
  • Welke uitspraken kloppen? Schrijf ze op in je schrift.

 

  1. Berlijn is de één na grootste stad van Duitsland.
  2. Voor de hereniging was Berlijn alleen de hoofdstad van West-Duitsland.
  3. Vroeger heette Berlijn: Spree.
  4. In Berlijn zit de Duitse regering.
  5. Berlijn is de hoofdstad van Duitsland.

 

Experten - Deskundigen
Je gaat nu aan de slag met één bepaald onderwerp over Berlijn.
Je klasgenoten zijn met andere onderwerpen bezig.
Daarna ga je onderling informatie uitwisselen.
Je bespreekt dan met elkaar wat je hebt opgeschreven.
Zo krijg je in korte tijd een uitgebreide indruk van Berlijn.

Oefening:
Maak een keuze uit de volgende thema's:

 

  • Geografie (Lage usw.) - geografie (ligging, etc.)
  • Geschichte - geschiedenis
  • Bevölkerung - bevolking (aantal buitenlanders, etc.)
  • Verkehr, Kultur und Sehenswürdigkeiten - verkeer, cultuur en bezienswaardigheden
  • Tourism, Parks und Zoos - toerisme, parken en dierentuinen
  • Erholung und Sport - recreatie en sport
  • Filme und Lieder - films en liedjes

 

Groepsopdracht:
Je leraar verdeelt de klas in groepen.
Elke groep krijgt een onderwerp toegewezen.
Op de link van Wikipedia vind je uitgebreide informatie:
Wikipedia Berlijn

 

  • Maak aantekeningen. Let daarbij op:
    • wat is goed om te weten, als je naar Berlijn gaat?
    • wat vinden mijn klasgenoten interessant om te weten?
  • Ga bij je groepje zitten. Vergelijk je aantekeningen.
  • Maak een keuze voor een gezamenlijke presentatie in de klas.
  • Bereid samen met je klasgenoten de presentatie voor:
    • Jullie presenteren in het Duits.
    • Elke presentatie duurt maximaal één minuut.
    • Ieder van jullie zegt iets.
    • Laat eventueel foto's zien ter illustratie
      (als je er zelf al eens geweest bent).
  • Alle groepen presenteren hun informatie.
  • Stel gerust vragen aan andere groepen.

Presentatie maken

Jezelf op een goede manier presenteren is een belangrijke vaardigheid in deze maatschappij. Je laat zien waar je mee bezig bent geweest, waar je je in hebt verdiept en welke kennis je hebt opgedaan. Powerpoint of Prezi zijn programma's die jou kunnen helpen om informatie te presenteren.

 

Pecha Kucha maken

Een Pecha Kucha is een presentatie die bestaat uit 20 slides. Voor iedere slide heb je 20 seconden de tijd om te presenteren, dus je verhaal duurt in totaal 6 minuten en 40 seconden.

 

Sehenswurdigkeiten

Spaziergang durch Berlin - Wandeling door Berlijn
Op dinsdag maak je een wandeling door het centrum van Berlijn.
Je komt langs belangrijke bezienswaardigheden in de stad.
Sommige daarvan bezoek je, andere bekijk je alleen vanaf de buitenkant.

Je gaat nu een aantal websites bekijken.
Zo kom je wat meer te weten over de gebouwen.

Alexanderplatz
De wandeling begint bij de Alexanderplatz.

  • Open de websites.
  • Bekijk de teksten.
  • Als je in de koepel staat van Fernsehturm kijk je uit over Berlijn!
  1. Alexanderplatz
  2. Fernsehturm - Televisietoren

 

Vraag
Klopt deze uitspraak? Schrijf het antwoord op in je schrift.


Die Marienkirche ist die älteste Kirche Berlins.


 

Museumsinsel - Museumeiland
Van de Lustgarten kom je op het Museumsinsel.

  • Open de link: Museumsinsel - Berlin
  • Lees de tekst.
  • Bekijk het panorama van het Museumsinsel.
  • Beantwoord de vraag in je schrift.

 

Wat is het Museumsinsel?

  1. Eine Insel mit einem berühmten Museum.
  2. Eine Insel mit mehreren berühmten Museen.
  3. Ein Museum in Form einer Insel.

Under den Linden - Onder de Linden
De wandeling gaat verder naar de beroemdste straat van Berlijn:
Unter den Linden.

 

  • Open de website: Unter den Linden
  • Bekijk het panorama van het Reiterdenkmals (= gedenkteken).
  • Lees de tekst.
  • Beantwoord de volgende vragen in het Nederlands in je schrift.

  1. Welk museum bevindt zich aan het begin van de straat aan de rechterkant?
  2. Wie was Alexander von Humboldt?
  3. Waarom staat het gedenkteken van de twee broers voor de universiteit?
  4. Sinds wanneer wordt het gebouw als universiteit gebruikt?

Brandenburger Tor
Je komt langs een heel bekend gebouw van Berlijn:
de Brandenburger Tor.

  • Bekijk de websites.
  • Lees de teksten.
  • Bekijk het panorama van de Brandenburger Tor.
  • Doe de oefening en geeft aan: richtig of falsch.


Ten slotte....
Controleer je antwoorden.

 

Oefening:Brandenburger Tor

Sprachaufgaben

Einleitung

Berlijn is de hoofdstad van Duitsland. De Duitse regering zetelt er.
Mensen uit alle hoeken van de wereld komen naar Berlijn.
Ook het aantal Nederlanders dat Berlijn bezoekt, neemt elk jaar toe.

Je kunt er naar toe voor een weekendje, kort verblijf of langere periode.
Er zijn volop aanbiedingen voor een citytrip naar Berlijn.
Dat kan per vliegtuig of per intercity, per auto of per georganiseerde busreis.

In de verschillende onderdelen van dit thema (Start, Landeskunde, Werkzeugkasten, Lesen, Hören, Sprechen, Schreiben) heb je al veel over Berlijn geleerd.
Dit ga je nu toepassen in de Sprachaufgaben.

 

Situatie
Komend schooljaar organiseert jouw school een schoolreis naar Berlijn.
Een gedeelte van het programma staat vast.
De deelnemers kunnen nog meebeslissen over activiteiten, die nog niet vast staan.

 

Opdracht:
Zet op papier wat je leuk vindt om te doen tijdens de reis.
Bespreek dit met je klas.

 

Doel:
De keuzes die jullie maken, worden in het programma van de schoolreis opgenomen.
Zo heb je invloed op de organisatie van je reis. Jouw mening telt!

Download hier het programma voor de schoolreis.
Programma schoolreis Berlijn

Mittwochnachmittag

Situatie:
Op woensdag maak je om twaalf uur per bus een Musictour door Berlijn.
De rondrit eindigt bij de Brandenburger Tor.
Hoe het middagprogramma eruit ziet, mag je bijna zelf bepalen.
Je maakt een keuze uit de voorstellen. Je kunt gebruik maken van jullie reisbus.
Op woensdagmiddag (15.00 uur) staat een bezoek aan de Berlijnse Muur gepland.

Opdracht:
Plan een bezoek naar een van de volgende bezienswaardigheden:

Doel:
Samen met je klasgenoten beslis je wat jullie op woensdagmiddag gaan doen in Berlijn.

Opdracht:

  • Bekijk de websites.
  • Kies een bezienswaardigheid, waar je graag naar toe wilt.

Groepsopdracht:

  • Vorm groepjes met die klasgenoten, die dezelfde keuze hebben gedaan.
  • Verzamel informatie over je voorstel en maak notities:
    • inhoudelijk: een korte beschrijving en de betekenis van de bezienswaardigheid;
    • organisatorisch: openingstijden, planning, rondleidingen en prijs.
  • Verzamel argumenten voor je voorstel.
  • Bereid een korte presentatie voor.

Presentatie:

  • Presenteer jullie voorstel in de klas.
  • Maak tijdens de presentaties aantekeningen.
    Noteer voor- en tegen argumenten.
  • Stel vragen als informatie ontbreekt of als er iets niet duidelijk is.

Discussie:

  • Iedereen in de klas heeft zijn presentatie gehouden.
    Waar willen jullie naar toe?
  • Besluit met je klasgenoten waar jullie die woensdagmiddag naar toe gaan.

Abendessen

Situatie:
Voor maandag, dinsdag en woensdag is het avondeten geregeld.
Twee keer eet je bij Joe's Wirtshaus zum Löwen. Eén keer eet je bij Ziko's Grillrestaurant.
Voor donderdagavond mag je zelf een restaurant uitzoeken.

De boottocht eindigt om 20.00 uur bij de bootsteiger (hoek Friedrichstraße).
Je gaat lopend of met openbaar vervoer naar het restaurant.
Na het eten haalt de bus jullie op. Om 22.30 begint de terugreis naar Nederland.

Opdracht:

Zoek voor het avondeten een geschikt restaurant. Bekijk deze websites:

Je kunt natuurlijk ook zelf een restaurant zoeken.
Let op! Eeen hoofdgerecht plus drank mag hoogstens € 15 kosten!

Doel:
De klas bepaalt waar jullie donderdagavond gaan eten.

Opdracht:

  • Bekijk de websites van de verschillende restaurants.
  • Kies een restaurant, waar je het liefste wilt eten.

Groepsopdracht:
Overleg met je docent of je deze groepsopdracht gaat maken.

  • Vorm groepjes met die klasgenoten, die hetzelfde restaurant hebben gekozen.
  • Verzamel informatie over het restaurant en maak notities:
    • inhoudelijk:, type keuken, voorbeeld van gerechten;
    • organisatorisch: openingstijden, planning, routebeschrijving vanaf de bootsteiger tot aan het restaurant en de prijs (wat krijg je voor € 15?).
  • Verzamel argumenten voor jullie voorstel.
  • Schrijf een e-mail naar het restaurant en vraag om extra informatie.
    Voorbeeld: hoeveel zitplaatsen zijn er, groepsmenu of a la carte en/of groepskorting.
    Vergeet niet datum en tijdstip aan te geven voor jullie diner.

Let op! De mail nog niet versturen!

  • Bereid een korte presentatie voor.

Presentatie:

  • Presenteer jullie voorstel aan de klas.
  • Maak notities tijdens de presentaties.
  • Stel vragen als er informatie ontbreekt of als er iets niet duidelijk is.

Discussie:

  • Alle groepjes hebben nu hun presentatie gehouden. Welk restaurant zal het worden?
  • Besluit samen bij welk restaurant je wilt eten.
  • Pas de tekst van de e-mail eventueel aan en maak hem af. Je leraar kan de leraar versturen.

Presentatie maken

Jezelf op een goede manier presenteren is een belangrijke vaardigheid in deze maatschappij. Je laat zien waar je mee bezig bent geweest, waar je je in hebt verdiept en welke kennis je hebt opgedaan. Powerpoint of Prezi zijn programma's die jou kunnen helpen om informatie te presenteren.

 

Pecha Kucha maken

Een Pecha Kucha is een presentatie die bestaat uit 20 slides. Voor iedere slide heb je 20 seconden de tijd om te presenteren, dus je verhaal duurt in totaal 6 minuten en 40 seconden.

 

Abendprogramm

Situatie:
Het avondprogramma voor dinsdag en woensdag staat nog niet vast.
Jullie kunnen dus meebeslissen wat je 's avonds gaat doen!

  • Dinsdagavond 19.00-20.00 uur
    eten: Ziko's Grillrestaurant in de Kaiser-Friedrich-Straße 61.
  • Woensdagavond 18.30-19.30 uur
    eten: Joe's Wirtshaus zum Löwen in de Hardenbergstraße 29.
  • Op beide avonden kan de bus jullie na het eten ergens naar toe brengen.
  • Uiterlijk 23.30 uur moet je weer terug zijn in het hotel.
    De bus kan jullie ophalen en naar het hotel brengen.

Opdracht:
Bedenk en plan een activiteit voor de de dinsdag- en woensdagavond.
Kijk op deze websites voor ideeën:

Doel:
Samen met je klasgenoten bekijk je wat jullie 's avonds gaan doen.

Opdracht:

  • Bekijk de websites.
  • Kies twee dingen die je graag zou willen doen.

Groepsopdracht:

  • Vorm een groepje met de klasgenoten die voor dezelfde keuze hebben gedaan.
  • Verzamel gegevens en maak notities:
    • inhoudelijk: wat kun je gaan zien? (welke film, show, etc.), wat kun je gaan doen?
    • organisatorisch: wat zijn de openingsuren? Kun je op tijd terug zijn in het hotel? Hoeveel geld kun je besteden?
  • Verzamel argumenten voor jullie voorstel.
  • Bereid een korte presentatie voor.

Presentatie:

  • Presenteer je voorstel in de klas.
  • Maak notities tijdens de presentaties.
  • Stel vragen als er informatie ontbreekt of als er iets niet duidelijk is.

Discussie:

  • Bespreek met je klas de voorstellen en suggesties.
  • Besluit samen wat jullie gaan doen op dinsdag- en woensdagavond.

Portfolio

Europäisches Sprachenportfolio - Europese spraakportfolio
In een portfolio documenteer je de stand van jouw kennis en vaardigheden. Ook de vorderingen die je maakt op dat gebied leg je vast.
In een taalportfolio verzamel je dus bewijzen m.b.t. je taalontwikkelingen.

In een spraakportfolio verzamel je bewijs voor je spraakontwikkeling.
Om het niveau op het gebied van vreemde talen in Europa goed te kunnen vergelijken, heeft men het Europees taalportfolio ontwikkeld.
Aan het einde van de onderbouw zal je voor Duits minimaal niveau A1 bereikt hebben.

Klik op de volgende links voor informatie over het Europees taalportfolio:

Je kunt nu zelf documentatie over het thema 'Berlin" in je eigen spraakportfolio opnemen!

Antwoorden

Werkzeugkasten 1

Ansprechen

Oefening 2:

  1. A
  2. B
  3. C
  4. B
  5. C
  6. C

 

Wegbeschreibung

Oefening 2:

  1. B
  2. A
  3. B
  4. B
  5. B

Oefening 3:

  1. A
  2. C
  3. A

 

Top 100

Deel 1:

  1. 1
  2. 5
  3. 4
  4. 3
  5. 2
  6. 6


Deel 2:

  1. Ich möchte gern/gerne etwas fragen.
  2. Kann man in Berlin Rad fahren/Fahrrad fahren?
  3. (Es) tut mir Leid, das machen wir leider nicht.
  4. Zum Glück gibt es viel zu tun.
  5. Gerade darum mag ich Berlin so.
  6. Warte mal, ich bin noch nicht fertig.

Hören

Schwarz zu Blau

Vragen:

  1. in de vroege ochtend (half zes).
  2. uit een club/van een feest.
  3. naar huis, wil gaan slapen.
  4. zij maken ruzie.
  5. Zwart kan staan voor het donker/de nacht of voor de ellende in de stad.
    Blauw kan betekenen dat het langzamerhand licht (en misschien ook beter) wordt.
    Schwarz zu Blau betekent in ieder geval dat zwart overgaat/verandert in blauw.

Lesen

Abendessen

Oefening 1:

  1. 3
  2. 1
  3. 7
  4. 8
  5. 6
  6. 2
  7. 4
  8. 5

Reichstag

  1. Paul Wallot
  2. 10 jaar
  3. 1933
  4. Bundestag (= Duitse regering)

Schreiben

Notizen

In ieder geval heb je de namen van de hotspots genoteerd, alsook een paar steekworden:

  • Volkspark: Runden drehen, klettern, schön, grün, mitten in Berlin
  • Blechreiter: alte Vespas, Roller
  • Kauf dich glücklich: beste Waffeln, lecker
  • Eastside Gallery: größter zusammenhängender Teil der Berliner Mauer, der noch steht; von Künstlern gestaltet; andere Seite: Spree, Strandbars
  • Curry 66: Currywurst, gute Wurst und gute Soße, zentral

Landeskunde

Sehenswurdigkeiten

Fernsehturm
ja

Museumsinsel
B

Unter den Linden

  1. het Duitse historisch museum, dus een museum over de geschiedenis van Duitsland
  2. een natuurkundige
  3. omdat zij de universiteit gesticht hebben
  4. sinds 1810