Thema: Voeding en spijsvertering - h45

Thema: Voeding en spijsvertering - h45

Thema: Voeding en vertering

Intro

Dat voedsel belangrijk ook voor jou belangrijk is, dat is wel duidelijk. In dit thema kijk je niet naar hoe je eet en drinkt. Wel naar de hoeveelheid en de samenstelling van je dagelijkse voeding.

Dat voedsel belangrijk ook voor jou belangrijk is, dat is wel duidelijk. In dit thema kijk je niet naar hoe je eet en drinkt. Wel naar de hoeveelheid en de samenstelling van je dagelijkse voeding.

Welke keuzes daarin zijn het beste voor jou?
In de eerste module volg je medewerkers in een voedselkliniek en leer je meer over de voedingsstoffen die je met eten binnenkrijgt.

Voeding is nodig in alle cellen van je lichaam.
Je hebt voedsel nodig om te groeien, te ontwikkelen, je warm te houden, kortom: voeding levert energie voor alle lichaamsprocessen.
Hoe komen voedingsstoffen uiteindelijk bij de cellen?
In de tweede module ligt de focus op de bouw en de werking van het spijsverteringsstelsel.

Om dit thema te starten even een flauwe video! Let jij wel eens op je tafelmanieren? Bekijk de video 'Hoe eten dieren?':

Succes!

 

Wat kan ik straks?

Aan het eind van dit thema:

  • Beschrijf ik de bouw, werking en functie van verteringsorganen van de mens met aandacht voor de relatie tussen bouw en functie.
  • Beschrijf ik waar en op welke wijze voedingsstoffen verteerd en opgenomen worden en welke factoren daarop van invloed zijn.
  • Leg ik uit op welke manieren de gezondheid van mensen bevorderd kan worden.

Deelconcepten
Voedingsstoffen, bouwstoffen, brandstoffen, reservestoffen,
koolhydraten (mono-, di- en polysachariden, zetmeel, glycogeen, cellulose), vetten (vetzuren en glycerol), eiwitten, vitamines, verbranding, slokdarm, maag, twaalfvingerige darm, alvleesklier, galblaas, dunne darm, dikke darm, endeldarm, mechanische en chemische vertering, darmperistaltiek, verteringssappen, gal, verteringsenzymen voor koolhydraten, eiwitten en vetten, opname van mineralen en vitamines, pH, emulgeren, resorptie, darmbacteriën.

Wat kan ik al?

Wat weet je al van Voeding en vertering?
Lees de volgende Kennisbank uit de onderbouw als opfrisser voor dit thema.

Voedingsmiddelen en -stoffen - onderbouw

Energiebehoefte en gewicht - onderbouw

Verteren en verbranden - onderbouw

Spijsverteringsstelsel - onderbouw

 

Maak de oefening om je kennis te testen.

Wat ga ik doen?

Het thema Voeding en vertering bestaat uit de volgende onderdelen.
In de tabel staat per activiteit hoeveel lessen je ongeveer nodig hebt.

Activiteit Aantal SLU
Inleiding  
Wat kan ik straks? 0,5
Wat kan ik al? 2
Wat ga ik doen? 0,5
Modules  
Module: Eetkliniek 8
Module: Fistelkoe 8
Afsluiting  
Samenvattend 1
Examenvragen 1
Terugkijken 0,5
Totaal: 21 à 22

Modules

Eetkliniek

Eetkliniek

Intro

Je lichaamsgewicht is belangrijk.
Wereldwijd is voor veel mensen overgewicht een groot probleem, terwijl andere mensen kampen met ondergewicht door te weinig of te eenzijdig voedsel.
Bekijk de video.
De jongeren in de video praten onder andere over pesten. Hoe kijk jij tegen mensen met overgewicht aan? Maak jij je ook schuldig aan pestgedrag?
Kijk je anders tegen overgewicht aan nu je deze video hebt gezien?

Je lichaamsgewicht kan ook een totaal andere kant opgaan;
ernstig ondergewicht bijvoorbeeld als gevolg van anorexia nervosa.
Bekijk de trailers van het televisieprogramma XXS (KRO 2010). Ben jij ook wel eens met je gewicht bezig? Is dat op een gezonde manier of ben je erdoor geobsedeerd? Hierover praten jullie klassikaal na het kijken van de video's.

 

Wil je meer weten over eetproblemen zoals anorexia? Ga naar de website www.proud2bme.nl

In deze module onderzoek je welke voedingsstoffen een mens nodig heeft en wat de functies zijn van deze voedingsstoffen in het lichaam.

Aan het eind van de module kun je antwoord geven op de volgende vragen:

  • Wat is een gezond gewicht?
  • Wat wordt bedoeld met gezond eten?
  • Welke gezondheidsproblemen kunnen ontstaan door teveel of te weinig van bepaalde voedingsstoffen?

Wat ga ik leren?

Ik kan:

  • de functies beschrijven van de verschillende voedingsstoffen.
  • met voorbeelden aangeven welke nadelige effecten een tekort of overschot aan voedingsstoffen kan veroorzaken.
  • van enkele voedingsmiddelen aangeven of het verzadigde of onverzadigde vetten bevat.
  • de effecten op de gezondheid aangeven van verzadigde en onverzadigde vetten.
  • bepalen of iemand een gezond gewicht heeft.
  • een eenvoudige animatie maken.
  • een verslag schrijven.
  • een onderzoek ontwerpen.

Deelconcepten
Voedingsstoffen, bouwstoffen, brandstoffen, reservestoffen,
koolhydraten (mono-, di- en polysachariden, zetmeel, glycogeen, cellulose), vetten (vetzuren en glycerol), eiwitten, vitamines, verbranding.

Wat ga ik doen?

Aan de slag

Stap Inhoud
Stap 1 Wat gebeurt er met mijn lichaam als ik al het gezonde eten overboord gooi en ik alleen nog maar ga voeden met fastfood? Dat ontdekte filmmaker Morgan Spurlock. 
Stap 2 Hoe moet ik gevarieerd eten met behulp van de schijf van vijf? Dat onderzoek ik in deze stap. 
Stap 3 Welke vitamines en mineralen heeft een mens nodig om gezond te leven?
Stap 4 Voeding levert ons energie voor allerlei processen in het lichaam. Ik bereken mijn eigen ruststofwisseling en bekijk mijn eetdagboek.
Stap 5 Ik heb vast wel eens gemerkt dat ik meer voeding nodig heb als ik intensief sport. Maar waarom dat is, weet ik misschien niet. Daarover gaat deze stap.
Stap 6 Vegetarisch eten is helemaal van deze tijd, maar is het wel echt zo gezond? 
Stap 7 Voedselvergiftiging, ik moet er waarschijnlijk niet aan denken, maar wat gebeurt er dan eigenlijk? 
Stap 8 Op verpakkingen staat vaak 'zonder toegevoegde kleur-, smaak- en geurstoffen'. Let ik daar op en wat betekent het eigenlijk?
Stap 9 Misschien vind ik mijzelf wel te zwaar, misschien vind ik mijzelf wel te dik. Maar wat is gezond en nog belangrijker, klopt mijn eigen zelfbeeld wel?
Afronding
Onderdeel  
Kennisbank Alle Kennisbankitems uit deze module.
Eindopdracht Ik bestudeer de verschillende hulpverleners in een eetkliniek.
Extra Als ik gezond en gevarieerd eet, krijg ik genoeg vitamines binnen.
Maar bij een vitaminetekort word je vanzelf ziek, zwak en misselijk. Krijg ik voldoende vitamines binnen?
D-toets Met een d-toets test ik mijn kennis over deze module.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.

 

Tijd
Voor deze opdracht heb je 8 SLU nodig.

Aan de slag

Stap 1: Overschot aan voedingsstoffen

Een overschot aan voedingsstoffen?
In de documentaire Super Size Me (2004) eet filmmaker Morgan Spurlock dertig dagen lang niets anders dan voedsel van McDonald's. Per dag consumeert hij ruim 5000 kilocalorieën, twee keer zoveel als nodig. Een arts houdt ondertussen zijn gezondheid in de gaten. Spurlock voelt zich steeds ongezonder en dijt zichtbaar uit. Ondertussen doorkruist hij de Verenigde Staten en interviewt hij vaste klanten van McDonald's en voedselexperts op zoek naar redenen van de nationale vraatzucht.

Kijk hier de trailer van Supersize me:

Dat fastfood niet zo gezond is, vooral als je het vaak eet, is algemeen bekend.
Dat je er dik van kunt worden is ook geen geheim. Maar wat houdt ‘gezonde voeding’ eigenlijk in?
Wat zit er in de voedingsmiddelen die je eet?
Welke voedingsstoffen en hoeveel heeft je lichaam nodig om te groeien en gezond te blijven?

Bestudeer de Kennisbank:

Voedingsstoffen



 

Animatie
Maak een korte animatie met behulp van goanimate waarin zoveel mogelijk woorden uit de vorige oefening met uitleg voorkomen.
Je kunt hierin binnen enkele minuten een (gratis) animatie maken met ingesproken tekst.

Practicum Voedingsstoffen aantonen
In de onderbouw heb je vast al eens zetmeel aangetoond in voedingsmiddelen met behulp van jood.
Jood is een indicator.
In dit practicum gebruik je meerdere indicatoren om ook andere voedingsstoffen dan zetmeel aan te tonen.
Het eerste deel van het practicum leer je de indicatoren beter kennen.
In het tweede deel zet je zelf een voedselonderzoek op.
Lees eerst het hele practicum door voordat je aan de slag gaat.

Download het werkblad Voedingsstoffen aantonen en het schema Voedingsstoffen aantonen.

Stap 2: Gevarieerd eten

Gevarieerd eten is belangrijk.
Het Voedingscentrum geeft in de Schijf van 5 aan dat het belangrijk is uit alle groepen voedingsmiddelen te kiezen. Zo krijg je alle benodigde voedingsstoffen binnen.
Wat is nu het effect als je van bepaalde voedingsstoffen teveel binnenkrijgt?

Practicum Melk onder de microscoop
Hoe komt het dat melk wit is?
Benodigdheden:

  • microscoop en toebehoren
  • 4 bekerglazen met volle melk, halfvolle melk, sojamelk en water.

Werkwijze:

  • Leg een druppel water op een objectglas.
  • Steek een prepareernaald in het bekerglas met volle melk.
  • Breng wat aan de prepareernaald blijft hangen over in de druppel water.
  • Maak het preparaat af me een dekglas.
  • Bekijk het prepraat.
  • Voer dit ook uit met de halfvolle melk en de sojamelk.

De bewegingen die je ziet, zijn ontdekt door de Engelsman Brown.
De Brownse beweging: moleculen

Uit welke stof bestaan de bolletjes die je ziet? Het antwoord wordt klassikaal besproken. 

Practicum Bacteriekweek
Overleg met je docent of je ook het volgende practicum gaat uitvoeren:
Bacteriekweek. De resultaten van het practicum worden klassikaal besproken. 

Stap 3: Vitamines en mineralen

Zin en onzin over vitamines en mineralen
Maak een keuze uit opdracht A of B.
Wissel na afloop de antwoorden uit met een klasgenoot die voor de andere opdracht heeft gekozen.

 

Cholesterol
Lees in de Kennisbank de onderdelen vetten, cholesterol, voedingsvezels:

Voedingsstoffen


Cholesterol
De lever maakt per etmaal ongeveer 1 gram cholesterol. Daarnaast wordt cholesterol opgenomen met het voedsel.
Cholesterol is een vetachtige stof die een belangrijke rol speelt bij de opbouw van celmembranen en die dient als grondstof voor de productie van bepaalde hormonen.
Onder normale omstandigheden bestaat er een evenwicht tussen de hoeveelheden vet en cholesterol die door de lever wordt opgenomen en die wordt afgegeven aan het bloed. Het hormoon insuline heeft invloed op dit evenwicht.
Het evenwicht kan verstoord raken, bijvoorbeeld wanneer de voeding een te grote hoeveelheid verzadigde vetten bevat, of wanneer iemand een aandoening heeft, zoals suikerziekte.
Cholesterol wordt in het bloed getransporteerd, gebonden in LDL of in HDL. Het LDL-cholesterol kan zich in de wand van bloedvaten ophopen en heet daarom ook wel het 'slechte' cholesterol. HDL kan cholesterol uit de vaatwand opnemen en naar de lever terug vervoeren. HDL-cholesterol heet het 'goede' cholesterol.

In het lichaam wordt hemoglobine van 'versleten' rode bloedcellen afgebroken.
Uit het niet-eiwitdeel van hemoglobine wordt ijzer onttrokken; wat overblijft wordt bilirubine, een geelbruine stof die in de lever verder wordt verwerkt. Het eiwitdeel kan door de lever worden afgebroken tot ureum.

Stap 4: Energie uit eten

Energie uit eten
Samengevat tot nu toe: Eet gevarieerd!
Eén van de andere regels over voeding is: Eet niet teveel en beweeg.

Voeding levert ons energie voor allerlei processen in het lichaam.
Waarschijnlijk heb je de Pindaproef al eens gedaan. Nog niet?
Voer dan het practicum uit: Practicum Pindaproef

Bestudeer uit de Kennisbank:

Voedsel als energiebron


Ruststofwisseling
Wat wordt bedoeld met de ruststofwisseling (ook wel basaal metabolisme)?
Wat is jouw (bij benadering) ruststofwisseling?
Je kunt gebruik maken van deze handige hulp: www.voedingswaardetabel.nl
Je weet nu je ruststofwisseling. Noteer deze in een document.
Hoeveel energie heb je nodig om goed te kunnen functioneren?
Dat is afhankelijk van de arbeid die je op een dag levert.

Hoeveel mag ik eten?
Het Voedingscentrum heeft algemene richtlijnen voor de dagelijkse aanbevolen hoeveelheden voor een gemiddelde man of vrouw van een bepaalde leeftijd.
Wat betekent dit nu concreet voor jou?
Ga naar www.voedingscentrum.nl en bepaal jouw aanbevolen dagelijkse hoeveelheden.
Noteer de gegevens in het document.

Op mijneetmeter van het Voedingscentrum kun je een eetdagboek bijhouden.
Hiervoor is het wel nodig dat je een account aanmaakt. Houdt 5 dagen je voeding bij.
Je ziet na het invullen meteen of je voldoende en gevarieerd hebt gegeten en gedronken. Heb je voldoende energie binnengekregen? Heb je van alle voedingsstoffen voldoende binnengekregen?

Schrijf je conclusie van de vijf dagen in je document. Noteer ook de belangrijkste persoonlijke tips die je hebt gekregen. Zijn de tips haalbaar voor jou?

Overleg met je docent of het document ingeleverd moet worden en zo ja, wat dan de beoordelingseisen zijn.

Stap 5: Energie in de sport

Voor sporters is eten als energiebron enorm belangrijk.
Wat kunnen sporters het beste eten om voldoende energie te hebben om topprestaties te leveren?

 

Stap 6: Gezond en vegetarisch

Gezond en vegetarisch
Waarom wordt iemand vegetariër? Maarten Tjallingii kreeg het met de paplepel ingegoten.
Gaat het om dierenleed tegen gaan? Of is het een principiële keuze om duurzamer met het milieu (leefomgeving) om te gaan?
En als je de keuze hebt gemaakt om vegetariër te worden, hoe ziet een gezonde maaltijd er dan uit?
Kies één van de volgende opdrachten. Werk hierbij in twee- of drietallen.
Maak een keuze uit opdracht A, B of C. Maak per opdracht gebruik van de bronnen.

Wissel na afloop de antwoorden uit in de klas door middel van presentaties. Kijk voor ideeën in de Gereedschapskist. Overleg met je docent of deze stap ook beoordeeld gaat worden. Zo ja, dan vind je in de Gereedschapskist per onderdeel de beoordelingseisen.

Opdracht A Dierenwelzijn
Hoe is het gesteld met het dierenwelzijn van dieren in de bio-industrie?
Welke verbeteringen zijn de afgelopen jaren genomen om het dierenleed te verminderen?
Welke alternatieven zijn er voor vlees uit de bio-industrie als je wel vlees wilt eten?
Presenteer je resultaten aan de klas.
Maak zelf een keuze voor het eindproduct.

Bronnen:
Voedingscentrum over dierenwelzijn

Opdracht B Vlees als energieverslinder
Op welke manieren kost de productie van vlees energie?
Beantwoord de vraag en maak gebruik van de volgende berekening,
de tekeningen en de gegeven bronnen. Presenteer je resultaten aan de klas.
Maak zelf een keuze voor het eindproduct.

Bronnen:

Milieucentraal
Voetafdruk

Opdracht C Vegetarisch menu
Voor volwassenen geldt dat ze per dag ongeveer 100 gram vlees nodig hebben (inclusief vleeswaren).
Stel een warme maaltijd samen met voldoende eiwit en ijzer.
Kies er zelf groenten bij, zodat een volledige maaltijd ontstaat.
Overleg met de docent of je hiervoor een plan maakt of dat je daadwerkelijk de maaltijd gaat bereiden.
Presenteer het resultaat aan de klas.

Bronnen:
Voedingscentrum - vlees
Voedingscentrum - vegetarisme, veganisme

Stap 7: Ziek worden van eten

Ziek worden van eten; Eet veilig!
Bestudeer de Kennisbank en bekijk de Clipphanger over voedselvergiftiging. De informatie die je leest en ziet kun je gebruiken in deze stap.

Problemen met voedsel


Stap 8: Additieven

Additieven
Aan voedingsmiddelen worden tal van additieven toegevoegd om bijvoorbeeld de houdbaarheid te verlengen, een mooie kleur te geven of een smaak te versterken.
Elk additief heeft een code, namelijk een E-nummer.
Als een stof een E-nummer heeft, is deze stof goed gekeurd door de Europese Unie.
Bekijk de volgende video van Tros Radar. Bespreek na het kijken met een klasgenoot of jij wel in de gaten houdt wat je eigenlijk eet.

Stap 9: Gezond gewicht?

Gezond gewicht?
Bij een gezond gewicht is de energieopname in balans met het energieverbruik.
Hoe zit dat bij jou? Heb jij een ‘gezond’ gewicht?
Houd er wel rekening mee dat de meeste tools om je BMI te bereken zijn ontwikkeld voor volwassenen en niet voor jongeren in de groei!
Bereken je BMI met behulp van www.voedingscentrum.nl
Wat vind je zelf van de uitslag? Ben je tevreden? Het is altijd belangrijk om jouw BMI niet te vergelijken met dat van een klasgenoot. Iedereen heeft een ander lichaam, een andere stofwisseling en een andere voedingsbehoefte. Als jouw BMI hoger of lager is dan dat van een klasgenoot, betekent niet dat het dan ook slechter is!

De balans slaat door
In de intro van het thema zag je al een jongen met anorexia.
Anorexia nervosa komt meer bij meisjes voor dan bij jongens.
Bekijk het filmpje over Canan Yorulmaz. Canan toont hoe zij vecht tegen de anorexia waaraan zij leed.
Daarnaast is zij karateka. Met deze vechtsport probeert ze haar onzekerheid te overwinnen en hierdoor wil ze laten zien hoe ze in het leven staat. Beantwoord  na het kijken de vragen. Je kunt ze eventueel eerst doorlezen. 
De antwoorden worden klassikaal besproken.



 

Afsluiting

Samenvattend

Eindopdracht

Eindopdracht
Je rondt deze module af met een opdracht over de verschillende professionals die werken binnen een eetkliniek.

In de volgende video's krijg je rondleidingen eetklinieken. Let goed op de verschillende onderdelen die je ziet.

In eetklinieken in ons land kunnen ook mensen terecht met andere eetproblemen.
In een eetkliniek werken verschillende mensen samen, zoals:

  • opvoeders
  • leerkrachten
  • logopedisten
  • diëtisten
  • orthopedagogen
  • kinderartsen
  • verpleegkundigen

Ga met je klas na wat de verschillende rollen zijn van deze professionals in de eetkliniek.
Kies per tweetal een specialisme en maak een overzicht van de werkzaamheden en verantwoordelijkheden van deze persoon.
Houd zo mogelijk een interview met iemand in een dergelijk beroep (dat mag natuurlijk ook buiten een eetkliniek zijn).
Bespreek de resultaten in de klas.

Beoordeling
Je docent let bij de beoordeling van de resultaten op de volgende punten:

  • Is per tweetal een specialisme gekozen en is de keuze gemotiveerd?
  • Is van het specialisme een overzicht gemaakt van werkzaamheden en verantwoordelijkheden?
  • Is dit overzicht duidelijk en overzichtelijk weergegeven?
  • Is er een interview gehouden met iemand die in dit specialisme werkt (niet verplicht, levert wel extra punten op). 
  • Zijn de resultaten op een duidelijke manier besproken met de klas?
  • Is de samenwerking van het tweetal eerlijk verlopen?

Extra

Als je gezond en gevarieerd eet, krijg je genoeg vitamines binnen.
Maar bij een vitaminetekort word je vanzelf ziek, zwak en misselijk.
Je gaat onderzoeken of jij voldoende voedsel met vitamines eet. Gebruik eventueel de informatie die je in stap 3 hebt geleerd.

Noteer van één dag jouw eetdagboek. Onderzoek per voedingsmiddel welke vitamines het bevat. Denk jij dat je voldoende vitamines binnen krijgt? Praat erover met een klasgenoot.
Natuurlijk kijk je ook naar zijn/haar eetdagboek.

Maak gebruik van de volgende bronnen:

D-toets

Toets
De opdracht sluit je af met het maken van de toets 'Voeding'.
Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.
Klik op de knop om de toets te starten.

Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze module nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Ben je ongeveer 8 SLU met deze module bezig geweest.
    Heb je in die tijd alle stappen kunnen doorlopen?
  • Inhoud
    In deze module kwam onder andere je eigen eetgedrag aan bod. Ben jij zelf bewust bezig met je voeding? Of zou je misschien meer je best moeten doen om gezond te leven. Misschien doe je juist wel teveel je best. Vraag een volwassene om hulp als je hier onzeker over bent of als je merkt dat jouw eetgedrag afwijkt van dat van je leeftijdsgenoten.
  • D-toets
    Heb je de D-toets gedaan? Ging het goed? Heb je met de d-toets kunnen controleren of je de leerdoelen beheerst? Ben je tevreden over het resultaat? Zo niet, wat had je beter anders kunnen doen?

Fistelkoe

Fistelkoe

Intro

Koeien eten veel gras. Maar hoe wordt dat gras verteerd?
Er zijn koeien met een speciale dop in hun buik zodat onderzoekers kunnen zien hoe dat gaat. Meer daarover zie je in de volgende video:

Waardoor kunnen wij geen grassen verteren? Bespreek je ideeën hierover met een klasgenoot.

Als wij voedsel tot ons nemen, dan kunnen de voedingsstoffen niet zomaar opgenomen worden.
Er is spijsvertering in verschillende organen nodig.
Tijdens de spijsvertering vinden er allerlei processen plaats om voedingsstoffen uit het voedsel op te nemen.
Het spijsverteringskanaal bestaat uit verschillende organen met verschillende functies.
De voedingsstoffen worden door de spijsverteringsorganen op verschillende manieren beschikbaar gemaakt voor het lichaam.

Voor de vertering van gras is intensieve mechanische en chemische vertering nodig.
Een groot verschil tussen de mens en een koe is het aantal magen.
Een koe heeft vier magen die allemaal bijdragen aan de mechanische en chemische vertering van gras, een mens heeft slechts één maag.

Wat ga ik leren?

Ik kan:

  • de bouw, werking en functie van verteringsorganen van de mens benoemen.
  • de relatie tussen de bouw van spijsverteringsorganen en hun functie beschrijven.
  • beschrijven waar en op welke wijze voedingsstoffen verteerd en opgenomen worden en welke factoren daarop van invloed zijn.
  • aangeven welke enzymen betrokken zijn bij de vertering van koolhydraten, eiwitten en vetten.
  • beschrijven hoe gal vet emulgeert en op welke manier dat bijdraagt aan de vertering van vetten.
  • de bouw van de dunne darm beschrijven.
  • een (eenvoudig) verteringexperiment bedenken.
  • de functie van de darmbacteriën uitleggen.

Deelconcepten
Slokdarm, maag, twaalfvingerige darm, alvleesklier, galblaas, dunne darm, dikke darm, endeldarm, mechanische en chemische vertering, darmperistaltiek, verteringssappen, gal, verteringsenzymen voor koolhydraten, eiwitten en vetten, opname van mineralen en vitamines, pH, emulgeren, resorptie, darmbacteriën.

Wat ga ik doen?

Aan de slag
Stap

Inhoud

Stap 1 De spijsvertering begint al in de mond. Met een practicum onderzoek ik de werking van amylase in mijn speeksel.
Stap 2 Nadat het voedsel is verkleind in de mond, wordt de voedselbrij doorgeslikt en vervoerd door de slokdarm. In de slokdarm vinden geen verteringsprocessen plaats.
Stap 3 Na de slokdarm komt de voedselbrij in de maag terecht.
In de maag wordt het voedsel vermengd met het zure maagsap.
Stap 4 In de twaalfvingerige darm vindt vet-emulgatie plaats.
De galblaas en de alvleesklier staan in verbinding met de twaalfvingerige darm.
Stap 5 In de dunne darm vindt vooral de opname van voedingsstoffen plaats.
Stap 6 Bijna aan het einde van het spijsverteringskanaal bevinden zich de dikke darm.
Stap 7 De overgebleven voedselresten verlaten het lichaam als poep.
Afronding
Onderdeel  
Kennisbank Alle Kennisbankitems uit deze module.
Eindopdracht Ik maak een opzet voor een onderzoeksverslag en een spijsverteringsstelsel van een koe en presenteer deze op een leuke manier.
D-toets Ik test mijn kennis over deze module met een d-toets.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.

 

Tijd
Voor deze opdracht heb je 8 SLU nodig.

Aan de slag

Stap 1: De mond

De mond – mechanische en chemische vertering
Lees in de Kennisbank:

Organen voor de vertering


De spijsvertering begint al in de mond.
Het speeksel bevat namelijk het enzym amylase, dat zetmeel afbreekt.
Het kauwen met de kiezen en beweging door de tong, verkleinen het voedsel en mengen het met speeksel.

Vergelijk de mondholte en gebitten van een mens, koe en hond met elkaar.
Wat zijn de meest opvallende verschillen?

Practicum
Met dit practicum wordt de werking van amylase onderzocht.
Download hier het werkblad practicum werking.

Stap 2: De slokdarm

Slokdarm: Eten ondersteboven
Nadat het voedsel is verkleind in de mond, wordt de voedselbrij doorgeslikt en vervoerd door de slokdarm. In de slokdarm vinden geen verteringsprocessen plaats.
 

Stap 3: De maag

Vertering in een zure omgeving
Na de slokdarm komt de voedselbrij in de maag terecht.
In de maag is de pH laag en wordt het voedsel vermengd met het zure maagsap.

De maag
Bestudeer in de Kennisbank de volgende twee onderdelen en beantwoord daarna de vragen.

pH

​Regelkring in het lichaam

 

 

Practicum
Je werkt in tweetallen.
Is voor de vertering van eiwit alleen enzym of alleen zoutzuur nodig, of zijn beide noodzakelijk?
Maak een verslag van het practicum en verwerk hierin de onderzoeksvraag, je eigen hypothese, de resultaten en de conclusie. Leg de resultaten en de conclusie uit. Het verslag lever je in bij je docent.
De beoordelingseisen voor een verslag vind je in de Gereedschapskist hieronder.
Download hier het werkblad Practicum.

Natuurwetenschappelijk verslag maken

Schrijf je een verslag van een onderzoek voor biologie of NaSk, dan wordt dit een natuurwetenschappelijk verslag genoemd. Het is hierbij vooral belangrijk dat het doel van je onderzoek en de manier waarop je het uitvoert zo duidelijk mogelijk wordt weergegeven. Het schrijven van zo’n verslag gebeurt in verschillende stappen.

 

Stap 4: Alvleesklier en gal

Alvleesklier en Gal
In de twaalfvingerige darm vindt vet-emulgatie plaats.
De galblaas en de alvleesklier staan in verbinding met de twaalfvingerige darm.
Dit is het eerste deel van de dunne darm. In de twaalfvingerige darm vindt vet emulgatie plaats.
Emulgeren is een vorm van mechanische vertering.

Alvleesklier
In tweetallen bestudeer je de Kennisbank:

Alvleesklier, gal en galblaas


Maak een tekening van de alvleesklier en de verbinding tot de twaalfvingerige darm.
Verwerk deze tekening op een A3 formaat poster die gaat over de rol van de alvleesklier bij vertering.
De volgende zaken komen in ieder geval aan bod:
Functie, enzymen, gal en functie van gal, emulgeren.
Bespreek de poster met een ander tweetal. Geef elkaar feedback. De feedback verwerk je daarna nog in je poster.

Vraag jullie docent of jullie de poster ook in moeten leveren en zo ja, wat dan de beoordelingseisen zijn. 

Stap 5: Opname van voedingsstoffen

Opname van voedingsstoffen
In de dunne darm vindt vooral de opname van voedingsstoffen plaats.
De dunne darm bevat daarom veel darmplooien en darmvlokken, zodat het oppervlakte van de darm vergroot wordt.
In elke darmvlok zit een haarvaatje waarin de voedingstoffen opgenomen en vervoerd worden.
Ook vindt in de dunne darm vertering van koolhydraten plaats.
Koolhydraten worden bij dit proces afgebroken tot glucose.

Bekijk onderstaande video en noteer de woorden die je nog niet begrijpt.
Zoek deze woorden vervolgens op. Zorg dat je de betekenis zelf ook begrijpt! Laat jouw begrippenlijst controleren door je docent. 

Lees uit de Kennisbank:

Vertering en opname

 

 

Extra: Werking Dunne darm

Overleg met jullie docent of deze opdracht ook gedaan moet worden. 

Maak in groepjes een presentatie (mbv. Powerpoint/poster/Prezi) over de werking van de dunne darm.
Verwerk hierin de functie, anatomie en de koolhydraatvertering.
Kijk eventueel voor verduidelijking op www.bioplek.org
Overleg met jullie docent of deze presentatie ook beoordeeld wordt en zo ja, wat dan de beoordelingseisen zijn. 

Stap 6: Darmen

Bijna aan het einde
De dikke darm sluit aan op de dunne darm. Het einde van het spijsverteringskanaal nadert, maar nog niet alle voedingsstoffen zijn uit de voedselbrij opgenomen. In de dikke darm bevindt zich een grote populatie darmbacteriën die ons te hulp schieten bij de vertering. Eén functie van de darmbacteriën is het omzetten van voedingsstoffen in stoffen die opgenomen kunnen worden door het lichaam. Het lichaam heeft zelf geen enzymen om deze voedingsstoffen om te zetten. Bijvoorbeeld vitamine K en bepaalde voedingsvezels.

Stap 7: Endeldarm en anus

Eindelijk het einde
De endeldarm en de anus zijn het einde van het spijsverteringskanaal.
De anus is een kringspier die verhindert dat de ontlasting zomaar uit het lichaam loopt.

Bestudeer  in de Kennisbank:

Celstofwisseling

Anaërobe dissimilatie: zonder zuurstof


 

Niet zo smakelijk!
Kies per tweetal één onderwerp:
Ga na hoe winden, de kleur of de geur van ontlasting ontstaat.
Verzamel hierover informatie die je aan je klasgenoten kunt uitleggen.
Bruikbare bronnen:

Afsluiting

Samenvattend

Eindopdracht

Eindopdracht

Denk nog eens terug aan het filmpje van de koe met een pensfistel in de intro.
Stel je voor dat de school een pensfistel koe krijgt, welke onderzoeksvragen zou je kunnen formuleren.

Bedenk een hypothese en beschrijf de opzet van een dergelijk onderzoek.

Breng daarna in groepjes van 4-6 personen het hele spijsverteringsstelsel van de koe in beeld. In overleg met je docent kan er ook worden gekozen voor de mens (of een ander dier).
Wees creatief, bedenk een leuke manier (poster, animatie, gebruik het klaslokaal, etc.).

Voeg daarna je opzet voor het onderzoeksverslag en het spijsverteringsstelsel samen. Hoe? Dat is aan jullie! Creativiteit wordt beloond! 

Beoordeling
Je docent let bij de beoordeling van jullie spijsverteringsstelsel op de volgende punten

  • Het stelsel is biologisch juist.
  • De opzet voor het mogelijke onderzoek bij de pensfistel is biologisch juist en goed geformuleerd.
  • De opzet bevat geen taalfouten.
  • Het geheel is creatief, opvallend en uniek.

Natuurwetenschappelijk verslag maken

Schrijf je een verslag van een onderzoek voor biologie of NaSk, dan wordt dit een natuurwetenschappelijk verslag genoemd. Het is hierbij vooral belangrijk dat het doel van je onderzoek en de manier waarop je het uitvoert zo duidelijk mogelijk wordt weergegeven. Het schrijven van zo’n verslag gebeurt in verschillende stappen.

 

D-toets

Toets
De opdracht sluit je af met het maken van de toets 'Vertering'.
Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.
Klik op de knop om de toets te starten.

Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze module nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Ben je ongeveer 8 SLU met deze module bezig geweest.
    Is het gelukt om in deze tijd alle stappen te doorlopen?
  • Inhoud
    Het spijsverteringsstelsel is in de onderbouw ook al uitgebreid aan de orde gekomen. In de inleiding van het thema Voeding en spijsvertering is deze voorkennis herhaalt. Heb je bij het maken van deze module kennis gebruikt uit de onderbouw? Heeft dit geholpen bij het beantwoorden van de vragen?
  • Eindopdracht
    Is het gelukt om het overzicht van het spijsverteringsstelsel en de onderzoeksvragen tot een origineel geheel samen te brengen? Hoe verliep de samenwerking hierbij? Waren jullie het eens over de manier waarop jullie het aan hebben gepakt? Hoe hebben jullie de taken verdeeld? Zou je het de volgende keer op dezelfde manier aanpakken?
  • D-toets
    Heb je de D-toets gedaan? Ging het goed? Vind je dat je met de d-toets voldoende de kennis van deze module hebt kunnen testen?

Afsluiting

Samenvattend

Kruiswoordpuzzel maken

Bij een kruiswoordpuzzel vul je de letters van woorden in vakjes in.  

 

Examenopgaven

Je hebt in de modules veel theorie bestudeerd en veel vragen beantwoord en opdrachten gemaakt.
Als het goed is, ben je nu klaar voor het beantwoorden van een aantal examenvragen over dit onderwerp. Lees eerst de tips.

Tips

 

HAVO 2016-TV1

HAVO 2016-TV1 Vraag 14

HAVO 2017-TV1

HAVO 2017-TV1 Vraag 24

HAVO 2018-TV1

HAVO 2018-TV1 Vraag 35
HAVO 2018-TV1 Vraag 36
HAVO 2018-TV1 Vraag 38

HAVO 2019-TV2

HAVO 2019-TV2 Vraag 16

HAVO 2021-TV1

HAVO 2021-TV1 Vraag 18
HAVO 2021-TV1 Vraag 36

HAVO 2021-TV2

HAVO 2021-TV2 Vraag 29

 

Meer oefenen?
Ga naar ExamenKracht en oefen ook met de nieuwste examens.
Van de examenvragen kan de voortgang worden bijgehouden op ExamenKracht.
Vraag verdere instructies aan je docent.

Extra opdracht

Hoe haal je het in je hoofd?
Verzamel de deelconcepten van module 1 en 2.
Maak een kruiswoordpuzzel waarin je de deelconcepten en hun betekenissen verwerkt.
Bijvoorbeeld met: crosswordlabs.com

Laat een medeleerling het kruiswoordpuzzel oplossen.

 

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro van dit thema nog eens door.
    Vind je het een goede intro om het thema mee te beginnen?
    Past de video goed bij het thema? Waarom wel of waarom niet?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond een totale studiebelasting van 21 à 22 SLU.
    Ben je meer of minder tijd met het thema bezig geweest?
    Met welke module ben je het langst bezig geweest? En met welke het kortst?
  • Herhaling
    Heb je voor je aan de modules begon de toets bij 'Wat kan al?' gemaakt?
    Wist je het meeste nog?
  • Inhoud
    Het thema bestaat uit twee modules. Welke module vond je het leukst om te doen?
    En welke vond je dus het minst leuk? Schrijf op waarom je deze opdracht niet zo leuk vond.
  • Examenvragen
    Je hebt de examenvragen gemaakt.
    Ging het goed? Had je de theorie uit de modules nodig om de vragen te kunnen maken?
  • Het arrangement Thema: Voeding en spijsvertering - h45 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2025-11-28 11:09:59
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Dit thema Voeding en spijsvertering is ontwikkeld door medewerkers van StudioVO. Bij het ontwikkelen van het materiaal is gebruik gemaakt van of wordt verwezen naar materiaal van de volgende websites:

    www.schooltv.nl www.youtube.com www.bioplek.org www.wikipedia.org


    Fair Use
    In de Stercollecties van StudioVO wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use. Meer informatie: Fair use

    Mocht u vragen/opmerkingen hebben, neem dan contact op via de helpdesk VO-content .

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor biologie voor havo leerjaar 4/5. Dit thema heet voeding en spijsvertering. Aan het eind van dit thema: Beschrijf je de bouw, werking en functie van verteringsorganen van de mens met aandacht voor de relatie tussen bouw en functie. Beschrijf je waar en op welke wijze voedingsstoffen verteerd en opgenomen worden en welke factoren daarop van invloed zijn. Leg je uit op welke manieren de gezondheid van mensen bevorderd kan worden.
    Leerniveau
    HAVO 4; HAVO 5;
    Leerinhoud en doelen
    Biologische eenheid; Biologie; Instandhouding; Verschillen en overeenkomsten tussen organen en orgaanstelsels van de mens en van verschillende diersoorten; Orgaan; Stofwisseling van het organisme; Vertering bij de mens; Kenmerken, bouw en functies van organen en orgaanstelsels;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    16 uur 0 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, biologie, gezondheid, havo4/5, spijsvertering, stercollectie, verteringsorganen, voeding, voedingsstoffen

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content Biologie. (2021).

    Module: Eetkliniek - h45

    https://maken.wikiwijs.nl/74816/Module__Eetkliniek___h45

    VO-content Biologie. (2021).

    Module: Fistelkoe - h45

    https://maken.wikiwijs.nl/74817/Module__Fistelkoe___h45

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Voeding en spijsvertering

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Versie 2.1 (NL)

    Versie 3.0 bèta

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.