Thema: Hormonen en homeostase - h45

Thema: Hormonen en homeostase - h45

Thema: Hormonen en homeostase

Intro

Je weet natuurlijk dat je lichaamstemperatuur 37°C is.
Maar als je nauwkeurig kijkt, blijkt die temperatuur in de loop van de dag behoorlijk te variëren:
rond 38°C om tien uur ’s avonds en circa 36° C om vier uur ’s nachts.
Vlak voor je wakker wordt, stijgt je lichaamstemperatuur, zodat je alert bent aan het begin van de dag.



Dan is dat het meest nodig, zeker voor onze voorouders.
Ook de bloeddruk en de productie van sommige hormonen, vertonen deze schommelingen in de loop van de dag. Elke dag weer.
Dankzij de regelmechanismen in je lichaam, ben je altijd zo goed mogelijk aangepast aan wat het moment van de dag van je vraagt.

In dit thema kijk je naar de verschillende regelmechanismen die je lichaam heeft, om ervoor te zorgen dat je interne milieu steeds zo optimaal mogelijk is. Het vermogen van het lichaam om het interne milieu constant te houden, ondanks veranderingen in de omgeving, noem je homeostase.

Succes!

Wat kan ik straks?

Aan het eind van dit thema:

  • beschrijf ik het belang van (de samenwerking tussen) longen, lever, nieren, huid, zenuw- en hormoonstelsel voor de homeostase bij de mens.
  • beschrijf ik de samenhang van de regeling van lichaamsprocessen onder andere met behulp van het principe van een regelkring.
  • beschrijf ik het verband tussen hormonale regulatie en het handhaven van homeostase met behulp van de principes van een regelkring. 
  • beschrijf ik de werking van hormoonklieren en hun specifieke hormonen en leidt af hoe de doelorganen daarop reageren.

Deelconcepten
hormoonklieren, hypothalamus, hypofyse, schildklier, nieren, bijnieren, eilandjes van Langerhans, exocrien, endocrien, doelwitorganen, hormoonreceptor, hormoonconcentratie, insuline, glucagon, adrenaline, schildklierhormoon, zenuw-zintuigstelsel, hormoonstelsel, receptoren, inwendig en uitwendig milieu, regelkring, positieve en negatieve terugkoppeling, dynamisch evenwicht, pH, temperatuur, CO2- en O2-concentratie, glucoseconcentratie, osmotische waarde.

Wat kan ik al?

Wat weet je al over hormonen en homeostase?
Lees de volgende Kennisbanken uit de onderbouw als opfrisser voor dit thema.

Spieren

Het zenuwstelsel

Hormonen

Hersenen

Prikkels en impulsen

 

Maak nu de volgende oefening om je kennis te testen.

Wat ga ik doen?

Het thema Hormonen en homeostase bestaat uit de volgende onderdelen.
In de tabel staat per activiteit hoeveel SLU je ongeveer nodig hebt.

Activiteit

Aantal SLU

Inleiding

 

Wat kan ik straks?

0,5

Wat kan ik al?

2

Wat ga ik doen?

0,5

Modules

 

Module: Aan de start

8

Module: Hormonen

8

Afsluiting

 

Samenvattend

1

Examenvragen

1

Terugkijken

0,5

Totaal:

21 à 22

Modules

Aan de start

Aan de start

Intro

Klaar voor de start!
Sporters gaan vaak tot het uiterste! Kijk maar eens naar de 'explosie' van kracht bij de start van deze sporter.



Sporters proberen alle orgaanstelsels in hun lichaam optimaal te laten functioneren, om zo de beste prestatie neer te kunnen zetten. In de eerste stappen van de module kijk je hoe een sporter zich zo goed mogelijk voorbereidt voor de start. Daarmee herhaal je de orgaanstelsels die belangrijk zijn bij het handhaven van de homeostase. In de afsluitende stappen ga je kijken hoe de homeostase tot stand komt tijdens een wedstrijd. Tenslotte bestudeer je welke problemen er in de homeostase ontstaan, wanneer mensen in de ruimte zouden gaan leven.

In de laatste stap werk je zelfstandig aan de afrondende opdracht ‘Botten in de ruimte’.
Je spreekt met je docent af of je deze opdracht individueel of in tweetallen uitvoert.
Overleg met je docent op welke manier de eindopdracht wordt beoordeeld.

Wat ga ik leren?

Leerdoelen
Ik kan:

  • het belang van de longen, lever, nieren, huid, zenuw- en hormoonstelsel voor de homeostase bij de mens beschrijven;
  • de relatie tussen de bouw van de lever, longen, huid en nieren en de homeostase beschrijven;
  • een regelkring afleiden uit een beschrijving van de regulatie van lichaamsprocessen en de principes van een regelkring toelichten;
  • de samenhang van de regeling van lichaamsprocessen beschrijven;
  • beargumenteren op welke wijze verstoring van het dynamisch evenwicht kan ontstaan en hoe deze gereguleerd kan worden.

Deelconcepten
Zenuwzintuigstelsel, hormoonstelsel, receptoren, inwendig en uitwendig milieu, regelkring, positieve en negatieve terugkoppeling, dynamisch evenwicht, osmotische waarde, pH, temperatuur, CO2- en O2-concentratie, glucoseconcentratie, osmotische waarde.

Wat ga ik doen?

Aan de slag
Stap Inhoud
Stap 1 Veel sporters maken bij hun voorbereiding gebruik van visualisatie.
In gedachten maken ze de bewegingen die ze tijdens de wedstrijd zullen maken. Hoe dit werkt oefen ik in een practicum.
Stap 2 Ik onderzoek op welke manier spieren worden gecontroleerd door het zenuwstelsel.
Stap 3 Hoe ver gaat een sporter als hij zo sterk of snel mogelijk wil worden. Welke invloed hebben hormonen op dit proces?
Stap 4 Een heel andere manier waarop sporters zich proberen te verbeteren is door te slapen in een hoogtetent.
Stap 5 Zonder goede voeding kan een lichaam niet op topniveau presteren.
Stap 6 Hoe kan een gezond en sterk lichaam toch getackeld worden door een relatief eenvoudige bacterie?
Stap 7 Hoe bereiden sporters zich voor op een wedstrijd?
Afronding
Onderdeel  
Kennisbank Alle Kennisbankitems uit deze module.
Eindopdracht Ik doorloop verschillende vragen over botdichtheid in de ruimte. Ik overleg met mijn docent hoe ik de opdracht inlever. 
D-toets Met behulp van een d-toets test ik mijn kennis over deze module. 
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.

 

Tijd
Voor deze opdracht heb je 8 SLU nodig.

Aan de slag

Stap 1: Zintuig-, zenuw- en spierstelsel

Kracht van Verbeelding
Bij het tv-programma ‘De Wereld leert door’ kwam de voorbereiding van Epke Zonderland op zijn Olympische Gouden oefening ter sprake. Prof. Dr. Bert Otten vertelde dat het heel belangrijk is dat het brein in de goede toestand komt.
Hij vertelde dat Epke dit haarfijn aanvoelde: tijdens het wachten op zijn beurt, stond Epke langs de kant, keek naar de grond en maakte bewegingen met zijn hoofd en lippen precies in het tempo van zijn vluchtelementen, die hij daarna daadwerkelijk ging maken.
Hij was dus eigenlijk al aan het vliegen, voordat hij begon en dat is voor het brein heel belangrijk, omdat het brein bij het voorstellen van bewegen dezelfde toestand meemaakt als bij het uitvoeren van de beweging. Met andere woorden, voor je hersenen maakt het niet uit of je daadwerkelijk beweegt of alleen in gedachten.

Bron: www.sportinnovatieplatform.nl

Visualisatie in de sport
Veel sporters maken bij hun voorbereiding gebruik van visualisatie.
In gedachten maken ze de bewegingen die ze tijdens de wedstrijd zullen maken.
Wat hopen ze daarmee te bereiken? Voer om dat te achterhalen het volgende practicum uit.

Practicum Visualisatie
Bevestig een grote kraal of een schroef aan een touwtje van ca 25 cm.
Neem het touwtje in je hand, laat je elleboog op de tafel steunen en laat het voorwerp stil naar beneden hangen.
Bedenk nu dat de kraal naar voren en naar achteren kan zwaaien en zie het ook voor je.
Kijk wat er gebeurt. Denk hierna aan de beweging van links naar rechts òf een rondje.

Voer het experiment ook met gesloten ogen uit. Wanneer werkt de visualisatie het best?De verklaring:
Op het moment dat jij een beweging gaat maken, wordt vanuit de hersenen een bepaald schema geactiveerd om die beweging mogelijk te maken. Tijdens het visualiseren van die beweging wordt hetzelfde schema geactiveerd, alleen wat zwakker, omdat je de beweging niet echt uitvoert. Er ontstaat wel activiteit in de spieren. Visualisatie werkt het best zoveel mogelijk zintuigen worden geactiveerd.

Stap 2: Spieren

Training van spieren
Bestudeer in Kennisbank het volgende onderwerp:

Spieren in beweging


 

Herhaal uit de kennisbank:

Indeling van het zenuwstelsel

Spieren in beweging

Een goede trainingsprikkel geeft lichamelijke stress.
De training activeert het autonome zenuwstelsel en veroorzaakt lichte schade in de spier.

Stap 3: Testosteron en EPO

Hormonen: Testosteron en EPO
Een sporter zal er alles aan doen om zijn spieren zo sterk mogelijk te maken. Trainen is natuurlijk belangrijk, maar soms worden ook andere middelen gebruikt. Testosteron is een lichaamseigen hormoon dat de spieropbouw stimuleert.


 

 

 

 

 

Stap 4: Slapend naar succes?

Slapend naar succes?
Een heel andere manier waarop sporters zich proberen te verbeteren is door te slapen in een hoogtetent. Bekijk het filmpje en lees het artikel:

Artikel: Joeri Verlinden: Slapen in een hoogtetent valt mee

Slapen in een hoogtetent

  1. Maak Eindexamen havo 2013 1 vraag 1 t/m 8 om te zien wat de hoogtetent moet opleveren.

    Havo 2013-1 Vraag 1

    Havo 2013-1 Vraag 2

    Havo 2013-1 Vraag 3

    Havo 2013-1 Vraag 4

    Havo 2013-1 Vraag 5

    Havo 2013-1 Vraag 6

    Havo 2013-1 Vraag 7

    Havo 2013-1 Vraag 8

  2. Herhaal eventueel uit de Kennisbank:

    Bloedsamenstelling

    In vraag 2 is een aantal in veranderingen het lichaam van Maarten genoemd.
    Nog niet genoemd is de verhoogde doorbloeding van de (skelet)spieren.
    Bespreek met een klasgenoot waarom dat voor een sporter belangrijk is.
  3. Maarten gebruikt niet alleen de hoogtetent, maar ook lichttherapie.
    Zoek uit wat dat daarvan de bedoeling is en bespreek dit met een klasgenoot.

 

Stap 5: Voeding

Voeding? Wat neem je in?
Zonder een goede voeding zijn goede prestaties onmogelijk.

Eiwitten
Bespreek de volgende punten in tweetallen.

  1. Herhaal:

    Voedingsstoffen

  2. Je weet natuurlijk dat eiwitten belangrijk zijn voor de opbouw van spieren.
    Helpt het dan om extra eiwitten te eten?
    En kun je er ook teveel van eten? Bespreek het samen. Zoek daarna het antwoord in de volgende bron:
    mens-en-gezondheid.infonu.nl
  3. Bereken voor jezelf hoeveel gram eiwitten jij per dag ongeveer zou moeten eten.
    Ga voor een dag na of je ongeveer de juiste hoeveelheid eiwitten eet.
    Vergelijk je antwoorden met elkaar.

 

Stap 6: Afweer

Afweer
In 2013 lag de bekende Belgische judoca Dirk van Tichelt in het ziekenhuis van Heusden-Zolder. Een bacteriële infectie op een kleine wondje aan de voet veroorzaakte hoge koorts en een ziekenhuisopname was onvermijdelijk.
Een kerngezond sportlichaam werd geveld door een relatief eenvoudige bacterie. 

Bron: www.nieuwsblad.be

Lees Kennisbank:

A-specifieke afweer


Hoe een gezond lichaam schadelijke bacteriën bijvoorbeeld op de huid overwint.
Bij sporters komen met name vaak huidinfecties voor.
Waardoor zijn sporters juist hier voor extra gevoelig? Bespreek het met een klasgenoot. Maak eventueel gebruik van de volgende bron of zoek informatie op internet. 

Bron: www.tigch.nl

De bacteriën op en in je lichaam vormen een ecosysteem op zich.
Alleen al in je darm leven honderdduizend miljard bacteriën.
De homeostase van de darmen is belangrijk voor een goede opname van voedingsstoffen, de verwijdering van afval- en gifstoffen en de optimale werking van het immuunsysteem.

Probiotica wel of niet?
Voor een sporter dus belangrijk om de homeostase van de darm niet te verstoren!
Is het daarom verstandig probiotica te gebruiken?
Op welke orgaansystemen kunnen deze mogelijk invloed hebben?
Bespreek je antwoorden met een klasgenoot.

Bron:
mens-en-gezondheid.infonu.nl
www.wanttoknow.nl

Stap 7: De wedstrijd

De wedstrijd!
In de voorgaande stappen heb je gekeken naar de voorbereiding van de sporter.
Het gaat dan om het zintuig- en zenuwstelsel, spierstelsel, hormoonstelsel, spijsverteringsstelsel, afweer en uitscheidingsstelsel. Allemaal moeten ze optimaal werken voor een topprestatie.
Verschillende regelmechanismen in het lichaam zorgen ervoor dat het interne milieu steeds zo optimaal mogelijk is. Alle orgaanstelsel werken daarbij samen.

Lees de hele Kennisbank:

Regeling algemeen


 

Afsluiting

Samenvattend

Eindopdracht

Je gaat beginnen aan de afsluiting.
Je bestudeert een orgaanstelsel dat tot nu toe nog niet aan de orde is gekomen: het skelet.
Kan een sporter er van uitgaan dat zijn botten stevig genoeg zijn om alle krachten te weerstaan?
Of moet hij zijn botten ook speciaal trainen?
Is er ook een homeostase van de aanmaak en afbraak van botweefsel?

Om daar achter te komen maak je de opdrachten ‘Botten in de ruimte’.
Je spreekt met de docent af of de opdracht individueel of in tweetallen wordt uitgevoerd. Je spreekt ook af op welke manier de opdracht wordt ingeleverd en beoordeeld. De antwoorden op de vragen in deze eindopdracht noteer je in een document, zodat je deze eventueel in kunt leveren bij je docent. 

Aan de slag
Als Andre Kuipers terug is op aarde na een ruimtereis van 193 dagen, zit een topprestatie er voorlopig niet in.
Hij voelt zich belabberd met name het lopen gaat slecht. Wat is er gebeurd?
Ruimtevaartorganisaties zouden ook graag mensen naar Mars sturen. Maar dat wordt een lange reis.
Zijn de botten en spieren van ruimtereizigers daartegen bestand?

Bekijk de video's over André Kuipers tijdens en na de ruimtereis:


Informatie
Bestudeer de bronnen.
Maak aan de hand daarvan een samenvatting of schema van:

  • de twee typen bot en hun functie;
  • ‘remodelling’ van bot; wat is het, welke cellen zorgen daarvoor, wat is de functie ervan?
  • osteoporose; wat is het, wat zijn de risicofactoren?

Bronnen:

Botdichtheid
Op aarde verliezen mensen vanaf hun dertigste gemiddeld 1% van hun botdichtheid per jaar.
In de ruimte is dat 1-2 % per maand, ook als ze tijdens hun ruimtereis sporten. De botten verliezen calcium.
Als voorbereiding op de vlucht wordt de botdichtheid van astronaut 1 gemeten.
De botdichtheid is 1050 mg/cm2. Voor astronaut 2 is het 1000 mg/cm2.

  1. Wat zou de botdichtheid van astronaut 1 en 2 op aarde 1 jaar later zijn?
  2. Bereken ook hun botdichtheid na 1 jaar in de ruimte.
    Bij 20% verlies van botdichtheid wordt iemand vatbaar voor botbreuken.
  3. Bereken hoe lang kan deze astronauten maximaal in de ruimte kunnen blijven (zonder extra maatregelen te nemen).

Trainen in de ruimte
In de diverse ruimtestations worden verschillende trainingstoestellen gebruikt, zoals fietsen en loopbanden om het verlies in botmassa tegen te gaan.
In het jaar 2000 is ook een toestel ontwikkeld om krachttraining te doen.

Bekijk de volgende video en beantwoord daarna de vragen onder de video:

  1. Is krachttraining significant beter dan de loopband of de fiets?
    Gebruik de volgende gegevens en je kennis van de wiskunde (statistiek).
    Raadpleeg eventueel een medeleerling met wiskunde of een docent.
    Verschil in botdichtheid voor en na de vlucht van astronauten bij gebruik van verschillende trainingsmethoden.
    Loopband, fiets Krachttraining
    0,072
    0,035
    0,128
    0,139
    0,067
    0,120
    0,106
    0,124
    0,114
    0,066
    0,60
    0,113






     
    0,07
    0,50
    0,34
    0,33
    0,30
    0,019
    0,018
    0,085
    0,014
    0,014
    0,014
    0,010
    0,038
    0,023
    0,020
    0,085
    0,071
    0,015
    0,036
    0,004
    0,101
    0,052
    0,036
    0,067
    0,062
    0,105
  2. Vergelijk deze gegevens met de resultaten van fietsers op aarde.
    www.webtrainer.com wat is je conclusie?

Hormonen
Stel dat de botafbraak geregeld wordt door hormonen.
Ontwerp een regelmechanisme waarbij zowel bij hoge als bij lage Ca2+ concentratie van het bloed, de activiteit van de osteoblasten en osteoclasten wordt geregeld. Noteer het in je document.

Meer invloeden?
Bedenk of zoek manieren waarop ruimtereizigers de botafbraak nog meer kunnen beïnvloeden. Noteer het in je document.

Terugkeer op Aarde
Wat gebeurt er na terugkeer op aarde?
Leid uit de figuur af:

  1. Wat is het gemiddelde botverlies?
  2. Hoe lang het duurt voordat dit voor 50% weer is hersteld?

Osteoporose
De meeste astronauten zijn mannen.
Zoek uit of osteoporose voor mannen en vrouwen vergelijkbaar is. Noteer het in je document.

Gezonde botten
Schrijf op grond van wat je in deze opdracht hebt geleerd een aanbeveling voor medeleerlingen (die geen biologie in hun profiel hebben) in je document, om hen bewust te maken van het belang van gezonde botten.
Wat kunnen ze doen om gezonde botten te behouden?

D-toets

Toets
De opdracht sluit je af met het maken van de toets 'Regeling algemeen'.
De toets bestaat uit verschillende soorten vragen.

Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.
Klik op de knop om de toets te starten.

Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze module nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Ben je ongeveer 8 SLU met deze module bezig geweest.
    Heb je in die tijd alle stappen kunnen doorlopen?
  • Inhoud
    Ben je of ken je iemand die op (redelijk) hoog niveau sport? Hoe ga jij (of de sporter) om met voeding. Ben je zelf sowieso bewust bezig met voeding? Is dat iets waar je op let? Zo ja, doe je dat vanwege sporten of vanwege je gewicht? Denk je dat je hier op een gezonde manier mee bezig bent?
  • D-toets
    Heb je de D-toets gedaan? Ging het goed?

Hormonen

Hormonen

Intro

Diabetes
Waarschijnlijk heb je wel eens gehoord van diabetes.
Diabetes werd vroeger ook wel suikerziekte genoemd.
Dat is een misleidende term, want suikerziekte wordt niet veroorzaakt door het eten van suiker. Ook betekent het niet dat je geen suiker meer mag eten als je suikerziekte hebt.
In deze module gaan je kijken wat er dan wel aan de hand is als iemand diabetes heeft.

Diabetes komt veel voor.
Het aantal Nederlanders met deze aandoening is tussen 2000 en 2011 met ruim de helft gestegen, tot circa 1 miljoen mensen op dit moment.
Met COPD is diabetes de meest voorkomende chronische ziekte bij kinderen.

Hoe verandert je leven als je diabetes hebt? Kun je bijvoorbeeld sporten?
Luister naar rapster Becio en oud-volleyballer Bas van de Goor. Bespreek na het kijken met een klasgenoot wat de invloed van diabetes op het leven van de mensen in de video is.

 

Wanneer een aandoening onder een bevolking voorkomt, is gezondheidsvoorlichting belangrijk:
om patiënten te begeleiden, maar ook om ziektegevallen te voorkomen!

In eindopdracht ga je zelf een actie bedenken om op jouw school diabetes en de risicofactoren onder de aandacht te brengen.
Je mag ook kiezen voor een actie die gericht is op risicofactoren van diabetes.

Wat ga ik leren?

Aan het eind van deze module kan ik:

  • de werking van een regelkring in het hormoonstelsel voorspellen;
  • de werking van hormoonklieren en de specifieke werking van hun hormonen beschrijven;
  • afleiden hoe de doelorganen daarop reageren;
  • het verband beschrijven tussen hormonale regulatie en het handhaven van homeostase;
  • de relatie tussen het hormoonstelsel en het zintuig-, spier- en zenuwstelsel toelichten.

Deelconcepten
Hormoonklieren, hypothalamus, hypofyse, schildklier, nieren, bijnieren, eilandjes van Langerhans, exocrien, endocrien, doelwitorganen, hormoonreceptor, hormoonconcentratie, insuline, glucagon, adrenaline, schildklierhormoon.

Wat ga ik doen?

Aan de slag
Stap Inhoud
Stap 1 Ik bestudeer regelkringen en kijk wat deze te maken hebben met het glucosegehalte in mijn lichaam.
Stap 2 Met behulp van video's krijg ik een beter inzicht in diabetes.
Stap 3 Wat kan er mis gaan bij mensen met diabetes? Dat bestudeer ik in deze stap.
Stap 4 Ik ontdek op welke manieren diabetes behandeld wordt.
Stap 5 Wat zijn de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van diabetes?
Afronding
Onderdeel  
Kennisbank Alle Kennisbankitems uit deze module.
Eindopdracht Ik maak een draaiboek met toelichting en promotiemateriaal over diabetes type I en II.
D-toets Ik test mijn kennis over deze module met een d-toets
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.

 

Tijd
Voor deze opdracht heb je 8 SLU nodig.

Aan de slag

Stap 1: Regelkringen en glucose

Diabetes in jouw omgeving
Ken je mensen met diabetes?
Vraag hen wat het betekent om diabetes te hebben en wissel de ervaringen uit in de klas.
Vat klassikaal samen wat je na de introductie al weet over diabetes.

In de eerste module Aan de start heb je kennis gemaakt met verschillende regelmechanismen die je lichaam heeft om ervoor te zorgen dat je interne milieu steeds zo optimaal mogelijk is. Het vermogen van het lichaam om het interne milieu constant te houden, ondanks veranderingen in de omgeving noem je homeostase. Het woord is afkomstig van de Griekse woorden homoio en stasis die respectievelijk gelijksoortig en toestand betekenen.

Regelkringen
In viertallen.
Je hebt in de vorige module regelkringen bestudeerd voor het constant houden van:

  • temperatuur
  • bloeddruk
  • CO2 gehalte
  • osmotische waarde

Ieder tekent een van de regelkringen en legt deze aan de andere leerlingen uit.
Raadpleeg zo nodig:

Regelkringen

 

Maak daarna de volgende oefening:

Stap 2: Glucose

Bekijk de volgende twee video's om diabetes beter te begrijpen.

Lees nu de volgende pagina uit de Kennisbank:

Alvleesklier


Bekijk de video met informatie voor hoog (hyper) en laag (hypo) bloedsuikergehalte. Beantwoord daarna de vragen onder de video.

Stap 3: Wat kan er mis gaan?

Wat kan er mis gaan?
De regelkring van suiker die je in stap 1 hebt geleerd is kwetsbaar.
Op welke punten zou het mis kunnen gaan?
 

Een te laag bloedsuikergehalte wordt wel een hypo genoemd, te hoog een hyper.

Teken voor een gezond iemand een regelkring waarin een hypo voorkomt.
Vergelijk je schema met een medeleerling

Kan een diabetespatiënt alcohol drinken?
Zoek hier het antwoord.
Wissel de gevonden antwoorden uit in de klas.

Regelkringen
Herhaal kennisbank:

Hormonale regeling van man en vrouw


Teken de beide regelkringen en vergelijk deze met de regeling van het insuline gehalte van het bloed.
Gebruik eventueel ook de animaties op Bioplek.

Glucose en stress
Ook stress kan ervoor zorgen dat de bloedglucosespiegel stijgt.
Een voetbalwedstrijd, een proefwerk of een ruzie. 
Beantwoord de vragen over glucose en stress.

Diabetes type I en II
Je hebt gelezen dat er twee typen diabetes zijn.
Zoek uit wat er mis gaat bij iemand met diabetes type I en type II. Bespreek de informatie die je hebt gevonden met een klasgenoot.
Beantwoord dan de vragen:

Stap 4: Behandelen van diabetes

Paul Langerhans

In 1869 ontdekte een Duitse student medicijnen, Paul Langerhans, groepjes cellen in de alvleesklier, waarvan de functie nog onbekend was.
Later bleken deze cellen insuline af te scheiden. De groepjes cellen werden naar hem genoemd.
Aan het begin van de twintigste eeuw deden in Canada enkele wetenschappers een experiment waarmee ze het verband tussen de alvleesklier en diabetes aantoonden.

Ze noemden het geïsoleerde stofje : isletine.
Later werd dit ïnsuline (insula – eiland in het Latijn). Om grotere hoeveelheden insuline te kunnen maken, schakelden ze over op koeien en varkens. Ze zuiverden de verkregen stof zo goed mogelijk en testen het geïsoleerde insuline uit op zichzelf. De eerste patiënt die genezen werd was een 14 jarige jongen, in 1922. Het gebruik van runderinsuline en varkensinsuline had wel nadelen.
Ondanks het zuiveren, bleven er verontreinigingen in het preparaat achter.
In 1955 werd de aminozuurvolgorde van menselijk insuline ontdekt.
Dierlijk insuline en menselijke insuline bleken niet helemaal hetzelfde.
Maak de oefening "Genezen van diabetes?" 
 

Molecuulstructuur

Zoek in Binas (67K) de structuurformule van insuline. Beantwoord daarna de volgende twee vragen.

Productie van insuline
Tegenwoordig wordt insuline gemaakt met behulp van bacteriën. In de video hieronder wordt insuline besproken. Bekijk de video en beantwoord daarna de vragen. Gebruik eventueel ook:
Transgene organismen - bacteriën - www.bioplek.org

Bekijk de video:

 

Stap 5: Nog meer diabetes

Diabetes
Hoewel mensen met diabetes nu goed behandeld kunnen worden, is het goed regelen van het bloedsuikergehalte nog steeds lastig en bovendien belastend voor de patiënt. Er zijn wel steeds nieuwe ontwikkelingen.
Bekijk een aantal van deze ontwikkelingen in de volgende video's. Ga daarna met een klasgenoot op zoek naar nog een ontwikkeling op het gebied van diabetes. Jullie docent kiest een aantal ontwikkelingen uit aan de klas te vertellen. Zorg dus dat jullie goed kunnen verwoorden wat de ontwikkeling die jullie hebben gevonden inhoudt. 

Gevolgen van diabetes
Zoek uit welke organen beschadigd raken bij iemand met een niet goed geregeld bloedsuikergehalte?
Leg ook uit waardoor juist in deze organen schade optreedt.
Tip: kijk nog even naar het antwoord van stap 1, opdracht 6.


Onderzoek
Onderzoek naar de oorzaken en de gevolgen van diabetes is belangrijk.
Ook in Nederland wordt veel onderzoek gedaan.
Bekijk twee onderzoeken. Zijn alle diabetes patiënten gebaat bij beide onderzoeken?
Bespreek je antwoord in de klas.


Maak nu als afsluiting van deze stap de volgende examenvragen:

Havo Biologie 2004-1 vraag 30

Havo Biologie 2004-1 vraag 31

Havo Biologie 2004-1 vraag 32

Havo Biologie 2012-1 vraag 41

Havo Biologie 2012-1 vraag 42

Havo Biologie 2012-1 vraag 43

Havo Biologie 2012-1 vraag 44

Havo Biologie 2012-1 vraag 45

Havo Biologie 2012-1 vraag 46

 

Afsluiting

Samenvattend

Eindopdracht

Oorzaken en preventie
Je gaat beginnen aan de eindopdracht. Deze bestaat uit twee delen.
Werk hierbij in viertallen. Verdeel de werkzaamheden.

Deel 1: Oorzaken
Er is niet één oorzaak aan te wijzen voor diabetes.
Het onderzoek naar de oorzaak van diabetes I richt zich vooral op de vraag waardoor het afweersysteem de eigen cellen aanvalt.
Het onderzoek naar diabetes II probeert vooral de risicofactoren in kaart te brengen.
Bestudeer de onderstaande bronnen.
Maak een overzicht van de mogelijke oorzaken voor diabetes 1 en 2.

Bronnen:
Virus verwekker van diabetes type 1
Verwante aandoeningen
Leidt milieuvervuiling tot diabetes type 2
Waarom is beweging goed?
Suikerziekte door teveel cola?
Vitamine tegen suikerziekte
Genetisch samenspel suikerziekte blootgelegd
Witte rijst vergroot kans op diabetes

Deel 2: Preventie
Als je iets weet over oorzaken, kun je gaan bedenken waarop preventie zich moet richten. Je gaat zelf een actie bedenken die op jouw school diabetes en de risicofactoren onder de aandacht brengt.
Je mag ook kiezen voor een actie die gericht is op een beter begrip voor leerlingen met diabetes.

Je bedenkt met je groepje één actiepunt.
Je schrijft een draaiboek voor het uitvoeren van de actie.
Je schrijft een toelichting bij de actie, waarin je duidelijk maakt waardoor jullie actie bijdraagt aan het voorkomen van/het beter leven met diabetes.
Je maakt bovendien promotiemateriaal voor jullie actie.
In overleg met je docent wordt de actie zo mogelijk ook uitgevoerd.
Je levert het draaiboek, de toelichting en het promotiemateriaal in.

Als voorbereiding kun je de volgende bronnen bestuderen:
De lokale aanpak van overgewicht bij jongeren
www.jongerenopgezondgewicht.nl
Sociale kaart Gezond gewicht 0 - 12 jaar Lelystad
www.preventiediabetes.nl

Beoordeling
Jullie docent beoordeelt het draaiboek, de toelichting en het promotiemateriaal op de volgende punten:

  • Het is gelijk duidelijk wat het onderwerp is, namelijk diabetes.
  • De oorzaken van diabetes I en diabetes II zijn duidelijk weergegeven. 
  • De gekozen preventiemaatregelen zijn begrijpelijk en uitvoerbaar. 
  • Het gemaakte promotiemateriaal is aantrekkelijk en past bij de doelgroep. 
  • Het geheel ziet er overzichtelijk en verzorgd uit. 

D-toets

Toets
De opdracht sluit je af met het maken van een d-toets.
De toets bestaat uit verschillende soorten vragen. 

Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.
Klik op knoppen om de toets te starten.

Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze module nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Ben je ongeveer 8 SLU met deze module bezig geweest.
    Heb je in die tijd alle stappen helemaal kunnen doorlopen?
  • Inhoud
    Misschien ken je wel iemand in je omgeving die diabetes heeft. Zou je deze persoon nu uit kunnen leggen wat de oorzaak is van zijn/haar ziekte en welke maatregelen hij/zij zou kunnen nemen om het beter te reguleren (bij type II).
  • D-toets
    Heb je de D-toets gedaan? Ging het goed?

Afsluiting

Samenvattend

Examenopgaven

Je hebt in de modules veel theorie bestudeerd en veel vragen beantwoord en opdrachten gemaakt.
Als het goed is, ben je nu klaar voor het beantwoorden van een aantal examenvragen over dit onderwerp. Lees eerst de tips.

Tips

 

HAVO 2017-TV1

HAVO 2017-TV1 Vraag 9
HAVO 2017-TV1 Vraag 13
HAVO 2017-TV1 Vraag 14

HAVO 2018-TV1

HAVO 2018-TV1 Vraag 27

HAVO 2019-TV1

HAVO 2019-TV1 Vraag 1
HAVO 2019-TV1 Vraag 2

HAVO 2021-TV1

HAVO 2021-TV1 Vraag 4
HAVO 2021-TV1 Vraag 38

HAVO 2021-TV2

HAVO 2021-TV2 Vraag 15
HAVO 2021-TV2 Vraag 17

 

Meer oefenen?
Ga naar ExamenKracht en oefen ook met de nieuwste examens.
Van de examenvragen kan de voortgang worden bijgehouden op ExamenKracht.
Vraag verdere instructies aan je docent.

Extra opdracht

Hoe haal je het in je hoofd?
Mindmap
Bedenk eerst zoveel mogelijk waarden die door het lichaam constant worden gehouden.
Zet daaromheen alle organen die daarbij betrokken zijn.
Geef met pijlen, woorden en plus- en mintekens aan op welke manier deze organen invloed uitoefenen.

Maak daarna de volgende oefening.

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro van dit thema nog eens door.
    Vind je het een goede intro om het thema mee te beginnen?
    In de inleiding wordt het begrip homeostase uitgelegd. Leg het begrip nu zelf uit, in eigen bewoording. Maak gebruik van de kennis die je in dit thema hebt opgedaan.

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?
  • Je werk toe naar je eindexamen.
    Bekijk nog eens de manier waarop je aan dit thema hebt gewerkt.

    • Welke strategieën heb je toegepast die vooral resultaat geven op het niveau van reproductie?
    • Welke helpen je bij het toepassen in bekende situaties?
    • Welke strategieën heb je toegepast om je kennis ook in nieuwe situaties te gebruiken?
    • Wat was het rendement van wat je hebt gedaan?
    • Overleg zo nodig met je docent over het aanleren van nieuwe strategieën.
      Of kijk hier voor nuttige tips: www.iqnu.nl

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond een totale studiebelasting van 21 à 22 SLU.
    Ben je meer of minder tijd met het thema bezig geweest?
    Met welke module ben je het langst bezig geweest? Wat was hier de reden van?
  • Herhaling
    Heb je voor je aan de modules begon de oefening bij 'Wat kan al?' gemaakt?
    Wist je het meeste nog? Als dit niet zo was, wat heb je gedaan om je voorkennis bij te spijkeren?
  • Inhoud
    Het thema bestaat uit twee modules.
    Welke vond je het minst interessant? Schrijf op waarom je deze opdracht niet zo interessant vond.
  • Examenvragen
    Je hebt de examenvragen gemaakt.
    Ging het goed? Had je de theorie uit de modules nodig om de vragen te kunnen maken?
  • Het arrangement Thema: Hormonen en homeostase - h45 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2025-11-28 10:55:34
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Dit thema Homeostase is ontwikkeld door medewerkers van StudioVO.
    Bij het ontwikkelen van het materiaal is gebruik gemaakt van of wordt verwezen naar materiaal van de volgende websites:

    www.schooltv.nl www.youtube.com www.bioplek.org www.wikipedia.org


    Fair Use
    In de Stercollecties van StudioVO wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use. Meer informatie: Fair use

    Mocht u vragen/opmerkingen hebben, neem dan contact op via de helpdesk VO-content .

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor biologie voor havo leerjaar 4/5. Dit thema heet hormonen en homeostase. Aan het eind van dit thema: beschrijf je het belang van (de samenwerking tussen) longen, lever, nieren, huid, zenuw- en hormoonstelsel voor de homeostase bij de mens. beschrijf je de samenhang van de regeling van lichaamsprocessen onder andere met behulp van het principe van een regelkring. beschrijf je het verband tussen hormonale regulatie en het handhaven van homeostase met behulp van de principes van een regelkring. beschrijf je de werking van hormoonklieren en hun specifieke hormonen en leidt af hoe de doelorganen daarop reageren.
    Leerniveau
    HAVO 4; HAVO 5;
    Leerinhoud en doelen
    Beweging; Interactie; Biologie; Instandhouding; Bouw en werking van spieren en botten; Celstofwisseling; Hormonale regulatie, verband met homeostase; Regeling; Homeostase op celniveau;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    16 uur 0 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, biologie, havo4/5, homeostase, hormonen, hormoonklieren, lichaamsprocessen, stercollectie

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content Biologie. (2021).

    Module: Aan de start - h45

    https://maken.wikiwijs.nl/74810/Module__Aan_de_start___h45

    VO-content Biologie. (2021).

    Module: Hormonen - h45

    https://maken.wikiwijs.nl/74811/Module__Hormonen___h45

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Hormonen en homeostase

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Versie 2.1 (NL)

    Versie 3.0 bèta

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.