Thema: Hart en bloedvaten - h45

Thema: Hart en bloedvaten - h45

Thema: Hart en bloedvaten

Intro

Je bent tot over je oren verliefd.
Je vult de sociale media met foto’s en berichten; de hele wereld mag het weten!
Een hart staat symbool voor de liefde.
Het klopt en is rood. Maar de werkelijke vorm van jouw hart lijkt er niet echt op!
Waar komt dat symbool dan vandaan?

Lees het artikel 'Het hart is een symbool met veel betekenissen' www.natuurinformatie.nl
Maak samen met een klasgenoot een mindmap die past bij het woord 'hart' verwerk zowel de symbolische als de biologische kant van het hart. Kijk eventueel voor tips in de Gereedschapskist hieronder.

Alle cellen van een organisme hebben energie nodig voor het werk dat ze doen.
De energie halen ze uit de verbranding van voedingsstoffen.
Daarvoor is zuurstof nodig en komen afvalstoffen vrij.
Alleen bij eencellige organismen komen de cellen direct in contact met de stoffen die ze nodig hebben.
Bij meercellige organismen, zoals de mens, is een transportstelsel nodig om stoffen van en naar de cellen te vervoeren. En hierbij heeft het hart een belangrijke functie.

In dit thema kijk je naar de bouw en de functies van het transportstelsel van de mens en naar de samenstelling van de transportvloeistof bloed.

Mindmap maken

Woorden bij een onderwerp bedenken en met elkaar verbinden.

 

Wat kan ik straks?

Aan het eind van dit thema:

  • beschrijf en herken ik de bouw, werking en functie van de bloedsomloop met hart en bloedvaten van de mens met aandacht voor de relatie tussen bouw, werking en functie.
  • beschrijf ik de functie van de bestanddelen van bloed, bloedplasma, weefselvloeistof en lymfe.
  • beschrijf ik de vorming van weefselvloeistof en lymfe.
  • beschrijf ik het verband tussen bloedvatenstelsel en lymfevatenstelsel.

 

Deelconcepten
Bloedplasma, weefselvloeistof,  beenmerg, bloedsamenstelling, rode bloedcellen, hemoglobine, witte bloedcellen, bloedplaatjes, zuurstof- en koolstofdioxidetransport, voedings- en afvalstoffen, bloedstolling, cholesterol, bloed, lymfe, lymfeknopen, macrofagen, T- en B-cellen, antigenen en antistoffen, AB0-systeem, resusfactor, isotonisch, hypotonisch, hypertonisch, plasmolyse, osmotische waarde, grote bloedsomloop, kleine bloedsomloop, hartslagfrequentie, slagvolume, sinusknoop, bloeddruk, bovendruk, onderdruk, hart, hartkleppen, slagader, ader, haarvat en lymfesysteem.

 

Wat kan ik al?

Wat weet je al van Bloed en bloedsomloop?
Lees de volgende Kennisbank uit de onderbouw als opfrisser voor dit thema.

Bloed en lymfe - onderbouw

Hart en bloedsomloop - onderbouw

 

Maak de oefening om je kennis te testen.

Wat ga ik doen?

Het thema Hart en bloedvaten/transport​ bestaat uit de volgende onderdelen.
In de tabel staat per activiteit hoeveel SLU je ongeveer nodig hebt.

Activiteit

Aantal SLU

Inleiding

 

Wat kan ik straks?

0,5

Wat kan ik al?

2

Wat ga ik doen?

0,5

Modules

 

Module: De weg van bloed

8

Module: Hartfunctielaborant

8

Afsluiting

 

Samenvattend

1

Examenvragen

1

Terugkijken

0,5

Totaal:

21 à 22

Modules

De weg van bloed

De weg van bloed

Intro

In de volgende video van Sanquin zie je de weg van bloedproducten vanaf de donor naar een patiënt. Bespreek na het kijken met een klasgenoot of jij bereid zou zijn om bloed te doneren. Misschien heb je zelf wel eens bloed ontvangen? Praat hier samen over. Motiveer je reactie met goed onderbouwde argumenten.


In deze module komt de samenstelling en de weg van het bloed door jouw lichaam aan bod.
In de onderbouw is de samenstelling van bloed en zijn namen van bloedvaten al eens gepasseerd.
Je weet dat bloed zorgt voor het transport van onder andere zuurstof, koolstofdioxide, voedingsstoffen, hormonen en antistoffen.
Nu gaan we een stukje verder door het transport van stoffen van dichtbij te bekijken.
Wat gebeurt er als de bloedsamenstelling niet optimaal is? Of als de bloedvaten niet gezond zijn?

Wat ga ik leren?

Aan het eind van deze module
Kan ik:

  • de bouw, werking en functie van de bloedsomloop met hart en bloedvaten van de mens beschrijven;
  • de functie van bestanddelen van bloed, bloedplasma, weefselvloeistof en lymfe beschrijven;
  • de vorming van weefselvloeistof en lymfe beschrijven;
  • het verband herkennen tussen bloedvatenstelsel en lymfevatenstelsel;
  • omschrijven wat er gebeurt met rode bloedcellen in verschillende zoutoplossingen;
  • het proces van bloedstolling uitleggen;
  • de rol van witte bloedcellen bij de afweer uitleggen;
  • uitleggen hoe een bloedgroep bepaald wordt;
  • de weg van een bepaald molecuul door het bloedvatenstelsel beschrijven.

Deelconcepten
Bloedplasma, weefselvloeistof, lymfe, beenmerg, bloedsamenstelling, rode bloedcellen, hemoglobine, witte bloedcellen, bloedplaatjes, zuurstof- en koolstofdioxidetransport, voedings- en afvalstoffen, bloedstolling, cholesterol, bloed, lymfe, lymfeknopen, macrofagen, T- en B-cellen, antigenen en antistoffen, AB0-systeem, resusfactor, isotonisch, hypotonisch, hypertonisch, plasmolyse, osmotische waarde.

Wat ga ik doen?

Aan de slag
Stap Inhoud
Stap 1 Transport, de aan- en afvoer van stoffen naar cellen, is één van de functies van bloed. In deze stap leer ik wat de andere functies zijn.
Stap 2 Ik voer een practicum uit met bloedcellen.
Stap 3 Ik voer een practicum uit met rode bloedcellen in plasma.
Stap 4 Het bloed moet het leven lang rond gepompt worden, om alle delen van het lichaam van allerlei stoffen te voorzien. Dat regelt mijn bloedsomloop.
Stap 5 Ik bekijk hoe de bloedtoevoer naar de organen geregeld is.
Stap 6 Waaruit bestaat het lymfevatenstelsel en hoe functioneert het? Dat leer ik in deze stap.
Stap 7 Natuurlijk gaat niet altijd alles goed. Ik bekijk wat er mis kan zijn in het bloed.
Afronding
Onderdeel  
Kennisbank Alle Kennisbankitems uit deze module.
Eindopdracht Ik rond deze module af met het ontwikkelen van een (beknopte) website over een bloed- of bloedvatenaandoening.
D-toets Met een d-toets test ik mijn kennis over deze module. 
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.

 

Tijd
Voor deze opdracht heb je 8 SLU nodig.

Aan de slag

Stap 1: Functies van bloed

Functies van bloed
Transport, de aan- en afvoer van stoffen naar cellen, is één van de functies van bloed.
 

Andere functies
Bestudeer in de Kennisbank:

Functies van bloed

 

Bloedsamenstelling
Het bloed heeft zoveel verschillende functies dankzij de samenstelling.
Bestudeer in de Kennisbank:

Bloedsamenstelling

Bekijk nu nog de volgende video. Vul na het kijken een schema in. 
Download hier het schema. Deze wordt klassikaal besproken. 

Stap 2: Bloed van dichtbij

Practicum Bloedcellen
Onderzoek met een microscoop de verschillende bloedcellen in een kant-en-klaar preparaat met bloed. De preparaten zijn veelal gekleurd met Giemsa kleuring. Maak schematische tekeningen van in ieder geval één rode en twee verschillende witte bloedcellen.

Extra info:
Giemsa kleuring, vernoemd naar Gustav Giemsa, is een mengsel van methyleenblauw en eosine.

 

 

Schematische tekening maken

Met een schematische tekening kun je iets duidelijk weergeven. In tegenstelling tot natuurgetrouwe tekeningen bevat een schematische tekening weinig details.

 

Stap 3: Rode bloedcellen in plasma

Practicum Rode bloedcellen in bloedplasma
Fysiologische zoutoplossing is een oplossing van 0,9 % NaCl (9 gram keukenzout per liter) in water.
De osmotische waarde van dit ‘fysiologisch zout’ komt overeen met die van bloedplasma.
Wat gebeurt er met rode bloedcellen wanneer zij zich in gedestilleerd water bevinden? Dat ga je ontdekken in het volgende practicum

Extra info:
Gedestilleerd water bevat geen zouten.

Overleg met je docent of je het practicum gaat uitvoeren. Zo niet?
Bekijk dan de volgende video. Wat gebeurt er met de rode bloedcellen als zij in fysiologisch zout komen? Je docent bespreekt dit klassikaal.


Practicum bloedstolling
Bloedplaatjes spelen een belangrijke rol bij het stollen van bloed.

Bloedstolling

Bestudeer de theorie in:

Afweersysteem

Bloedsamenstelling

 

Bekijk informatie over bloedstolling of bestudeer de figuren in Binas.

Het ontstaan van een bloedstolsel is het gevolg van een aantal opeenvolgende chemische reacties, waarbij uiteindelijk fibrinogeen omgezet wordt in fibrine.
Waar bevinden zich stoffen die noodzakelijk zijn om fibrine te laten ontstaan. Bespreek dit met een klasgenoot. Zoek het juiste antwoord op in Binas.

Bloedgroepen
Bestudeer de theorie over bloedgroepen en de resusfactor:

Bloedtransfusie I

Bloedtransfusie II


In de volgende video zie je uitleg over het bepalen van bloedgroepen.

Weet je al hoe je de bloedgroep kunt bepalen? Dan mag je deze opdracht overslaan.
Vind je het nog lastig? Bepaal dan de bloedgroepen in de volgende situaties:
www.bioplek.org

Stap 4: De bloedsomloop

De bloedsomloop
Het bloed moet je leven lang rond gepompt worden, om alle delen van je lichaam van allerlei stoffen te voorzien.
Het bloed stroomt altijd één kant uit. Hoe het precies werkt zie je in de volgende video. De informatie uit de video kun je gebruiken in deze stap.


Practicum Bloedsomloop zichtbaar
Voer deze testen uit bij iemand waarbij de aderen goed aan de oppervlakte van de bovenzijde van de hand of aan de onderzijde van de arm te zien zijn. Bespreek de antwoorden met de klasgenoot met wie je het practicum uitvoert.

  1. Druk bij de proefpersoon aan de onderzijde van de arm een goed zichtbaar bloedvat dicht.
  2. Welke bijzonderheden zie je aan het bloedvat?
  3. Wat zijn de 'verdikkingen' in het bloedvat?
  4. Welk type bloedvat is door het dichtdrukken goed zichtbaar geworden?

Zoek een goed zichtbaar bloedvat aan de bovenkant van de hand. Strijk het bloed weg in de richting van de vingertoppen.
Doe hetzelfde in de richting van de pols.

  1. Hoe kun je je waarneming verklaren?
  2. Welk type bloedvat heb je bekeken?
  3. Welk type bloedvat is door het dichtdrukken goed zichtbaar geworden?


Practicum Aders en slagaders van dichtbij
Bloed stroomt van het hart af door slagaders.
In de haarvaten vindt de uitwisseling van stoffen plaats.
In de aders stroomt het bloed terug naar het hart. Dat zie je ook in de volgende video.

Materiaal:
Preparaten doorsnede ader en slagader.

Conclusie (deze bespreek je met een klasgenoot):

  • Welke verschillen heb je gezien?
    Welke verschillen heb je niet in het practicum gezien, maar wel gezien in het filmpje of Binas of gelezen in de Kennisbank?

Werkwijze:

  • Bekijk de preparaten met verschillende vergrotingen.
  • Kies een vergroting waarmee je de verschillen in bouw tussen een ader en een slagader duidelijk kunt maken.
  • Maak tekeningen om de verschillen zichtbaar te maken.
  • Benoem de onderdelen. Gebruik hierbij de Kennisbank en Binas.
  • Maak nu een schematische tekening hoe een doorsnede van een haarvat eruit zou zien.
  • Welke verschillen heb je gezien? Welke verschillen heb je niet in het practicum gezien, maar wel gezien in het filmpje of Binas of gelezen in de Kennisbank?
  • Lever de tekening in bij je docent. De beoordelingseisen voor de schematische tekening vind je in de Gereedschapskist hieronder. 

Schematische tekening maken

Met een schematische tekening kun je iets duidelijk weergeven. In tegenstelling tot natuurgetrouwe tekeningen bevat een schematische tekening weinig details.

 

Stap 5: Bloed voor de organen

Stap 6: Lymfevatenstelsel

Lymfevatenstelsel
Bekijk de volgende video. De informatie uit de video kun je gebruiken bij het beantwoorden van de vragen in deze stap. 

 

Stap 7: Als het mis gaat

Wat als het mis gaat?
Bekijk de video's. De informatie uit de video's kun je gebruiken om de vragen te beantwoorden.

Bloedarmoede

Kijk de volgende video. Ook deze informatie kun je weer gebruiken bij het beantwoorden van de vragen.

Afsluiting

Samenvattend

Eindopdracht

Eindproduct
Je rondt deze module af met het ontwikkelen van een (beknopte) website over een bloed- of bloedvatenaandoening.

In tweetallen.
Je gaat beginnen aan het eindproduct.
Kies één van onderstaande aandoeningen.
Hieronder bij de bronnen vind je informatie over de verschillende aandoeningen.

  1. Malaria
  2. Thalassemie
  3. Sikkelcelanemie
  4. Lymfoedeem
  5. Aderverkalking (atherosclerose)

Beantwoord de volgende vragen:

  • Wat zijn de symptomen?
  • Waardoor ontstaat de aandoening?
  • Welke risicofactoren zijn er?
  • Wat zijn de gevolgen?
  • Op welke manier wordt een diagnose gesteld?
  • Is de aandoening te genezen of te behandelen? Zo ja, hoe?

Je kunt de gegeven bronnen gebruiken of andere bronnen raadplegen.
Noteer de antwoorden en verzamel digitale afbeeldingen.

Zijn er meerdere groepjes gemaakt met dezelfde aandoening?
Combineer de informatie, vul aan of haal overlap eruit.
Maak een (beknopte) website waarin je de antwoorden voor de door jouw gekozen aandoening verwerkt. Bijvoorbeeld met Google sites.
Bespreek met de klas het eindresultaat.

Beoordeling:
Jullie docent let bij de beoordeling van de website op de volgende punten:

  • Het is gelijk duidelijk wat het onderwerp van de site is.
  • De informatie op de site past bij de doelgroep.
  • De informatie op de site is biologisch juist.
  • De informatie beantwoord alle bovenstaande vragen.
  • De informatie is overzichtelijk geordend.
  • De website is aantrekkelijk vormgegeven.


Bronnen:
Malaria:


Sikkelcelanemie:

Thalassemie:

Lymfoedeem:

Aderverkalking:

 

D-toets

Toets
De opdracht sluit je af met het maken van een d-toets
De toets bestaat uit verschillende soorten vragen. 

Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.
Klik op knoppen om de toets te starten.

Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze module nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Ben je ongeveer 8 SLU  met deze module bezig geweest.
    Heb je in die tijd alle video's helemaal kunnen bekijken?
  • Inhoud
    Dat bloed van levensbelang is, hoeven we je niet te vertellen. Maar wist jij alle informatie al die je in deze module geleerd hebt? Noteer 3 punten die je al wist, noteer ook de punten die je nog niet wist.
  • Eindopdracht
    Is het gelukt om de informatie op een overzichtelijke manier te ordenen in de website? Als je zelf op zoek zou zijn naar informatie over één van deze aandoeningen, zou je dan je eigen website betrouwbaar vinden? Waarom wel of waarom niet? Welke website van je klasgenoten vind jij het beste? Motiveer je antwoord.

Hartfunctielaborant

Hartfunctielaborant

Intro

Als hartfunctielaborant werk je op een cardiologische afdeling in het ziekenhuis.
Je doet in opdracht van een cardioloog of huisarts zelfstandig onderzoek naar het functioneren van het menselijk hart.
Daarnaast assisteer je de cardioloog bij onderzoeken en ingrepen aan het hart.
In je functie als hartfunctielaborant werk je met diverse apparatuur.
Het bekendste apparaat is de elektrocardiograaf, die de elektrische activiteit van de hartspier registreert.
Het elektrocardiogram (ECG), is hiervan de grafische weergave.
Diverse hartaandoeningen komen pas aan het licht door het hart tijdens lichamelijke inspanning te onderzoeken (ergometrie).
Daarom neem je inspanningstesten af, bijvoorbeeld op de fiets of op de loopband.
In de video zie je het werk van een hartfunctielaborant. De informatie die je hoort kun je gebruiken in de rest van deze module.

In deze module volg je het werk van ‘de’ hartfunctielaborant.
Succes!

Wat ga ik leren?

Ik kan:

  • onderdelen herkennen en benoemen in een dierlijk hart.
  • de werking van het hart van een mens uitleggen.
  • harttonen verklaren.
  • de hartslag meten met behulp van de polsslag.
  • een grafiek van een ECG verklaren.
  • de bloeddruk opmeten.
  • uitleggen wat er aan de hand is bij slagaderverkalking.
  • uitleggen wat er aan de hand is bij hartritmestoornis.
  • uitleggen wat een pacemaker voor het hart kan doen.
  • uitleggen wat er gebeurt bij een dotter behandeling en een bypassoperatie.

 

Deelconcepten
Grote bloedsomloop, kleine bloedsomloop, hartslagfrequentie, slagvolume, sinusknoop, bloeddruk, bovendruk, onderdruk, zuurstof- en koolstofdioxidetransport, cholesterol, hart, hartkleppen, slagader, ader, haarvat en lymfesysteem.

 

Wat ga ik doen?

Aan de slag
Stap Inhoud
Stap 1 Cardiologie is het medisch specialisme dat zich bezighoudt met het opsporen, diagnosticeren en behandelen van ziekten van het hart.
Stap 2 Het hart is een sterke spier die onbewust samentrekt en ontspant.
Hoe werkt het hart?
Stap 3 Een andere manier om informatie over de werking van het hart te krijgen is een ECG (elektrocardiogram).
Stap 4 Ik meet mijn eigen bloeddruk en die van een klasgenoot.
Stap 5 Om meer te weten te komen over het functioneren van het hart, doet de hartfunctielaborant in samenwerking met de cardioloog, ook andere vormen van onderzoek. Welke dat zijn leer ik in deze stap.
Stap 6 Wat is een hartritmestoornis en welke soorten stoornissen zijn er?
Stap 7 Ik leer wat de symptomen en risicofactoren zijn voor een beginnend hartinfarct.
Afronding
Onderdeel  
Kennisbank Alle Kennisbankitems uit deze module.
Eindopdracht A Ik maak een mindmap over het beroep van een hartfunctielaborant.
Eindopdracht B Ik ontdek of het werk van hartfunctielaborant misschien iets voor jou is!
D-toets Ik test mijn kennis van deze module met een d-toets.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.

 

Tijd
Voor deze opdracht heb je 8 SLU nodig.

Aan de slag

Stap 1: Het hart van dichtbij

Het hart van dichtbij
Cardiologie is het medisch specialisme dat zich bezighoudt met het opsporen, diagnosticeren en behandelen van ziekten van het hart. De cardioloog maakt hiervoor van een aantal onderzoeken gebruik, zoals de polsslag, de bloeddruk, het ECG of 'hartfilmpje', de echografie van het hart en de hartkatheterisatie.
Bij veel van deze onderzoeken speelt de hartfunctielaborant een belangrijke rol.
Als hartfunctielaborant is het natuurlijk van belang dat je de bouw van het hart goed kent.
Bestudeer in de Kennisbank:

Bouw en werking van het hart


Practicum Bouw van het hart
In twee- of drietallen.
Je gaat het hart van een varken, schaap of kip ontleden.
Volg de aanwijzingen op het werkblad.
Maak tekeningen van de bouw en benoem de onderdelen.
Bekijk eventueel de volgende video als ondersteuning bij je practicum.

Stap 2: De werking van het hart

De werking van het hart
Het hart is een sterke spier die je onbewust samentrekt en ontspant.
Hoe werkt het hart?

Het hart is verdeeld in een linker- en een rechterkant.
Het bestaat uit kamers, boezems en kleppen.
Het bloed wordt door het hart door je hele lichaam gepompt.

Bloedsomloop
Maak een stroomdiagram waarin je de werking van het hart uitlegt.
Geef daarin aan: grote bloedsomloop, kleine bloedsomloop, linker- en rechterboezem, linker- en rechterkamer, longader, longslagader, aorta, holle aders, sinusknoop, vlezige hartkleppen (twee- en drieslippige kleppen), halvemaanvormige kleppen (aortakleppen).
Maak gebruik van de Kennisbank en de video:

Bloedvatenstelsel

Bouw en werking van het hart


Harttonen
In tweetallen.
Met behulp van een stethoscoop kun je twee harttonen horen.

  • Een doffe, vrij lage toon, die ontstaat bij het begin van de samentrekking van de kamers.
    De toon ontstaat door trillingen van het sluiten van de kleppen tussen boezems en kamers.
  • Een korte, hogere toon bij het begin van het ontspannen van de kamers.
    Deze toon wordt vooral veroorzaakt door het sluiten van de kleppen tussen de kamers en de slagaders.

Luister naar de harttonen van een medeleerling met behulp van de stethoscoop.


Practicum Polsslag meten
In tweetallen.
De hartslag is goed te meten door het tellen van de polsslag.

  • Open je linkerhand met je handpalm naar je toe.
  • Voel met je vingertoppen op de plaats die is aangegeven in de afbeelding.
  • Schuif een beetje heen en weer met je vingertoppen totdat je de hartslag voelt.
  • Tel gedurende een minuut het aantal hartslagen.
  • Wacht een minuut en tel nog een keer.
  • Berken het gemiddelde aantal hartslagen per minuut.

Let op: deze meting is niet geheel betrouwbaar!
Maak je dus niet direct zorgen als jouw polsslag niet overeenkomt met die van klasgenoten. Wil je meer weten over jouw hartslag, ga dan eerst naar je huisarts!

Extra: Onderzoek
Je kunt de hartslag ook meten aan de halsslagader.
Maak in een document een onderzoeksopzet om antwoord te geven op de volgende vragen:

  • Hoe reageert de hartslagfrequentie op inspanning?
  • Is er een maximum aan deze reactie?
  • Hoe snel na inspanning heeft de hartslagfrequentie weer de rustwaarde?
  • Heeft training invloed op deze reacties?

Om metingen te kunnen vergelijken is het zaak de proeven te standaardiseren.
Dus bijvoorbeeld 500 meter hardlopen of 2 minuten touwtje
springen, steeds 5 seconden na afloop beginne met tellen, enzovoort.
Voer het onderzoek uit en verwerkt de resultaten in een verslag.
Lees voor meer informatie en de beoordelingseisen de Gereedschapskist hieronder. 
 

Natuurwetenschappelijk verslag maken

Schrijf je een verslag van een onderzoek voor biologie of NaSk, dan wordt dit een natuurwetenschappelijk verslag genoemd. Het is hierbij vooral belangrijk dat het doel van je onderzoek en de manier waarop je het uitvoert zo duidelijk mogelijk wordt weergegeven. Het schrijven van zo’n verslag gebeurt in verschillende stappen.

 

Stethoscoop
Soms hoor je met de stethoscoop bij iemand een hartruis.
Dit ontstaat als een klep niet goed sluit.
Het hart gaat harder werken ter compensatie van de niet goed sluitende hartklep.
Op welke wijze compenseert het hart dit? Bespreek het met een klasgenoot. 

Stap 3: Het hart in beeld

Het hart in beeld
Een andere manier om informatie over de werking van het hart te krijgen is een ECG (elektrocardiogram).
In de volgende video zie je hoe een ECG wordt afgenomen.

ECG
Download de grafiek van een ECG en bekijk deze.
Vul in wat op de tijdstippen P, Q, S en T met de verschillende delen van het hart gebeurt.
Bespreek de tabel met een klasgenoot.

 

Stap 4: Hoge of lage bloeddruk?

Hoge of lage bloeddruk?
Bestudeer uit de Kennisbank het volgende onderwerp:

Bloeddruk


Bekijk nu de twee video's. De informatie in de video's kun je gebruiken om de rest van deze stap te maken. 


Practicum bloeddruk meten
In tweetallen.
Bepaal de bloeddruk bij elkaar. Noteer de bovendruk en onderdruk.
Tussen welke waarden zou de bloeddruk moeten liggen?
Van welke factoren is de bloeddruk afhankelijk? Praat hier samen over.

Slagaderverkalking
Bij hoge bloeddruk kan de binnenbekleding van de wand van bloedvaten beschadigd raken.
Deze binnenbekleding bestaat uit een dunne laag cellen.
Na beschadiging kan kalk en vet afgezet worden.
Bestudeer in de Kennisbank:

Slagaderverkalking

 

Stap 5: Onderzoekstechnieken

Meer onderzoek
Om meer te weten te komen over het functioneren van het hart, doet de hartfunctielaborant in samenwerking met de cardioloog, ook andere vormen van onderzoek.

Onderzoekstechnieken
In tweetallen.
Kies samen één van de onderzoekstechnieken.
Kies uit:

  • Echo-onderzoek
  • Inspanningstest
  • Hartkatheterisatie

Bekijk de bijpassende video en bespreek daarna de antwoorden op de vragen met een klasgenoot. Jullie docent kiest een aantal tweetallen uit om de antwoorden te delen met de klas.

  • Wat onderzoekt de hartfunctielaborant?
  • Voor wie is dit onderzoek bedoeld? Bij welke patiënten zou je het toepassen?
  • Wat gebeurt er tijdens een onderzoek? Waar is de techniek op gebaseerd?
  • Zijn er eventuele nadelen of gevaren aan het onderzoek verbonden?

Stap 6: Een verstoord hartritme

Een verstoord hartritme
Bestudeer de informatie op de website en bekijk het filmpje:
www.hartstichting.nl
Ontdek op deze manier wat een verstoord hartritme is. Bespreek dit na het lezen en kijken met een klasgenoot. 

Bestudeer in de Kennisbank:

Problemen met het hart


Een manier om problemen met het hartritme op te lossen is het plaatsen van een pacemaker. Hoe dit werkt zie je in de volgende video. 

 

Stap 7: Dotteren of een bypass

Dotteren of een bypass operatie
Bestudeer de Kennisbank. Kijk daarna naar de video waarin uitgelegd wordt wat een hartinfarct is. De informatie uit de video kun je gebruiken bij het beantwoorden van de volgende twee vragen:

  • Wat zijn de risicofactoren voor het krijgen van een hartinfarct?
  • Wat zijn de symptomen van een beginnend hartinfarct?

Je bespreekt de vragen met een klasgenoot na het lezen en kijken. 

Problemen met het hart

Een cardioloog probeert een hartinfarct te voorkomen bij een patiënt die al klachten aan het hart heeft.
Na een grondig onderzoek kan besloten worden tot de uitvoering van een dotterbehandeling met het plaatsen van een stent of een bypassoperatie.
Bekijk de video's en gebruik de informatie bij de volgende oefening. 

Afsluiting

Samenvattend

Eindopdracht A: Mindmap

Eindopdracht
Als je kiest voor eindopdracht A maak je een mindmap met behulp van www.wordle.net waarin duidelijk naar voren komt dat het over het werk van een hartfunctielaborant gaat. De betekenis van de woorden die je gebruikt kun je uitleggen aan een klasgenoot. Je mag natuurlijk gebruik maken van de informatie in deze module.
Tip: Kijk nog een keer naar de video in de inleiding!

Tip: Maak gebruik van de tips inde Gereedschapskist hieronder.

Beoordeling
Laat de woordwolk beoordelen door een klasgenoot.
Hij/zij beoordeelt de woordwolk aan de hand van de volgende vragen:

  • Geeft de woordwolk een goed beeld van het werk van een hartfunctielaborant?
  • Kun je uitleg geven bij de gebruikte woorden?
  • Heeft de vormgeving van de woordwolk een duidelijke relatie met het onderwerp?

Mindmap maken

Woorden bij een onderwerp bedenken en met elkaar verbinden.

 

Eindopdracht B: Beroepskeuze

Eindopdracht
Als je kiest voor eindopdracht B bekijk je of het beroep van hartfunctielaborant bij jou zou passen.

In de intro zag je een filmpje van een hartfunctielaborant. Beantwoord voor jezelf de volgende vragen. Je mag gebruik maken van de bronnen.

  • Welke werkzaamheden voer je uit als hartfunctielaborant?
  • Welke specialisaties zijn er als hartfunctielaborant?
    Wat houden de specialisaties in?
    Welk onderzoek of behandelingen voer je dan uit?
  • Welke opleiding heb je hiervoor nodig?
  • Zou dit beroep iets voor jou zijn? Leg uit! Schrijf een korte motivatie waarom dit beroep wel of niet bij je zou passen. Schrijf maximaal 15 zinnen.

Bronnen:
www.hartfunctieopleiding.nl
www.hartfunctieopleiding.nl/beroepsprofiel

Beoordeling

Lever je motivatie in bij je docent. Hij/Zij let bij de beoordeling op het volgende:

  • In de motivatie zijn de verschillende aspecten van het beroep omschreven.
  • In de motivatie wordt duidelijk waarom je deze opleiding wel/niet bij je vindt passen.
  • Je motivatie is in correct Nederlands geschreven.

D-toets

Toets
De opdracht sluit je af met het maken van een d-toets
De toets bestaat uit verschillende soorten vragen.

Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.
Klik op knoppen om de toets te starten.

Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze module nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Ben je ongeveer 8 SLU met deze module bezig geweest.
    Heb je in die tijd alle stappen helemaal kunnen doorlopen?
  • Inhoud
    In deze module kijk je, indirect, naar de toekomst: Past een baan in de gezondheidszorg bij jou? Zie jij jezelf later in een medisch beroep? Waarom zou zoiets juist wel of niet passen?
  • Eindopdracht
    In deze les kun je kiezen uit twee eindopdrachten. Mocht je deze keuze zelf maken of deed jullie docent dit voor jullie? Was je blij met de (genomen) keuze? Waarom wel of waarom niet?
  • D-toets
    Heb je de D-toets gedaan? Ging het goed?

Afsluiting

Samenvattend

Examenopgaven

Je hebt in de modules veel theorie bestudeerd en veel vragen beantwoord en opdrachten gemaakt.
Als het goed is, ben je nu klaar voor het beantwoorden van een aantal examenvragen over dit onderwerp. Lees eerst de tips.

Tips

 

HAVO 2019-TV1

HAVO 2019-TV1 Vraag 2
HAVO 2019-TV1 Vraag 4
HAVO 2019-TV1 Vraag 11
HAVO 2019-TV1 Vraag 24
HAVO 2019-TV1 Vraag 26

HAVO 2021-TV1

HAVO 2021-TV1 Vraag 16
HAVO 2021-TV1 Vraag 35

HAVO 2021-TV2

HAVO 2021-TV2 Vraag 28

 

Meer oefenen?
Ga naar ExamenKracht en oefen ook met de nieuwste examens.
Van de examenvragen kan de voortgang worden bijgehouden op ExamenKracht.
Vraag verdere instructies aan je docent.

Extra opdracht

Kies uit opdracht A of opdracht B

A: De ster
Individueel

Teken een ster met zeven punten.
Elke punt geeft een van de organisatieniveaus aan: molecuul, cel, weefsel, orgaan, organisme, populatie, ecosysteem.
Zet alle deelconcepten en andere begrippen die aan bod zijn gekomen in het thema bij één van de punten.
Vul de punten aan met begrippen die je er goed bij vindt passen en niet in het thema zijn gepasseerd.

 

B: Hoe haal je het in je hoofd?
Verzamel de deelconcepten van module 1 en 2.
Bekijk de documentaire van Body Atlas (Discovery Channel) over het hart:


Omcirkel de deelconcepten die voorbij komen in de documentaire.
Begrijp je iets nog niet? Deel dit met een klasgenoot en zoek het eventueel op.

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro van dit thema nog eens door.
    Vind je het een goede intro om het thema mee te beginnen?
    Is het gelukt om beide aspecten van het hart in de mindmap te verwerken?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond een totale studiebelasting van 21 à 22 SLU.
    Ben je meer of minder tijd met het thema bezig geweest?
    Met welke module ben je het langst bezig geweest? En met welke het kortst?
  • Herhaling
    Heb je voor je aan de modules begon de toets bij 'Wat kan al?' gemaakt?
    Wist je het meeste nog?
  • Inhoud
    Het thema bestaat uit twee modules. Welke module vond je het leukst om te doen?
    En welke vond je dus het minst leuk? Schrijf op waarom je deze opdracht niet zo leuk vond.
  • Examenvragen
    Je hebt de examenvragen gemaakt.
    Ging het goed? Had je de theorie uit de modules nodig om de vragen te kunnen maken?
  • Het arrangement Thema: Hart en bloedvaten - h45 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2025-11-28 10:54:48
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Dit thema Hart en bloedvaten is ontwikkeld door medewerkers van StudioVO. Bij het ontwikkelen van het materiaal is gebruik gemaakt van of wordt verwezen naar materiaal van de volgende websites:

    www.schooltv.nl www.youtube.com www.bioplek.org www.wikipedia.org


    Fair Use
    In de Stercollecties van StudioVO wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use. Meer informatie: Fair use

    Mocht u vragen/opmerkingen hebben, neem dan contact op via de helpdesk VO-content .

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor biologie voor havo leerjaar 4/5. Dit thema heet hart- en bloedvaten. Aan het eind van dit thema: beschrijf en herken je de bouw, werking en functie van de bloedsomloop met hart en bloedvaten van de mens met aandacht voor de relatie tussen bouw, werking en functie. beschrijf je de functie van de bestanddelen van bloed, bloedplasma, weefselvloeistof en lymfe. beschrijf je de vorming van weefselvloeistof en lymfe. beschrijf je het verband tussen bloedvatenstelsel en lymfevatenstelsel.
    Leerniveau
    HAVO 4; HAVO 5;
    Leerinhoud en doelen
    Biologie; Instandhouding; Stofwisseling van het organisme; Bloed, bloedsomloop en lymfe;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    16 uur 0 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, biologie, bloed, bloedplasma, bloedvatenstelsel, hartvaten, havo4/5, lymfevatenstelsel, stercollectie, weefselvloeistof

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content - Gereedschapskist. (2019).

    Gereedschapskist activerende werkvormen

    https://maken.wikiwijs.nl/105906/Gereedschapskist_activerende_werkvormen

    VO-content Biologie. (2021).

    Module: De weg van bloed - h45

    https://maken.wikiwijs.nl/74807/Module__De_weg_van_bloed___h45

    VO-content Biologie. (2021).

    Module: Hartfunctielaborant - h45

    https://maken.wikiwijs.nl/74808/Module__Hartfunctielaborant___h45

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Hart en bloedvaten

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Versie 2.1 (NL)

    Versie 3.0 bèta

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.