Thema: Ademhaling - h45

Thema: Ademhaling - h45

Thema: Ademhaling

Intro

Je krijgt het er soms benauwd van…
Ademhalen doe je ongeveer tien keer per minuut.
Meestal denk je daar niet bij na.
Zuurstofrijke lucht gaat je lichaam in, lucht met extra koolstofdioxide verlaat je lichaam.
Om in leven te blijven hebben je cellen zuurstof nodig.
Bij de verbranding van voedingsstoffen maken je cellen koolstofdioxide.
Het bloed voert de gassen af- en aan naar je cellen.
De luchtverversing in je longen zorgt voor de uitwisseling met de buitenlucht.
Pas wanneer je longen minder goed gaan functioneren, bijvoorbeeld door asbest of ander fijnstof, merk je hoe belangrijk ademhaling is.

Kijk als inleiding op dit thema de volgende video van Bio-Bits. Bespreek na het kijken welke zaken je al wist en welke zaken die je hebt gehoord in de video nieuw voor je waren.

Wat kan ik straks?

Na dit thema:

  • beschrijf ik de bouw, werking en functie van de gaswisselingsorganen van de mens met aandacht voor de relatie tussen de bouw en functie.
  • beschrijf ik het verschil tussen borst- en buikademhaling.
  • beschrijf ik op welke wijze opname, transport en afgifte van CO2 en O2 plaatsvindt en wat de rol van hemoglobine daarbij is.

Deelconcepten
Longen, luchtpijp, bronchiën, longblaasjes, gaswisseling, ventilatiebeweging, longcapaciteit, vitale capaciteit, dode ruimte, diffusie, CO2- en O2- concentratie, inwendig en uitwendig milieu, regelkring.

Wat kan ik al?

Wat weet je al over ademhaling?
Lees de volgende Kennisbank uit de onderbouw als opfrisser voor dit thema.

Ademhaling - onderbouw

 

Maak de oefening om je kennis te testen.

Wat ga ik doen?

Het thema Ademhaling bestaat uit de volgende onderdelen.
In de tabel staat per activiteit hoeveel SLU je ongeveer nodig hebt.

Activiteit

Aantal SLU

Inleiding

 

Wat kan ik straks?

0,5

Wat kan ik al?

2

Wat ga ik doen?

0,5

Modules

 

Module: Fijnstof

8

Module: Adembenemend

8

Afsluiting

 

Samenvattend

1

Examenvragen

1

Terugkijken

0,5

Totaal:

21 à 22

Modules

Fijnstof

Fijnstof

Intro

Lucht is van levensbelang
Schone lucht bevat weinig stoffen die het ademhalingsstelsel aantasten of ons ziek maken.
Ons lichaam heeft een aantal manieren tot zijn beschikking om stoffen uit de lucht te filteren, maar dan moet het stof in de lucht niet te fijn zijn.
In deze module gaat het over de vraag wat fijnstof is, de gevaren van fijnstof en de manier waarop het ons lichaam binnen kan komen.

Bekijk de volgende twee filmpjes. Bespreek na het kijken met een klasgenoot welke gevolgen en risico's van fijnstof aan de orde komen in de video's.
Is de situatie van de vrouw in de video herkenbaar voor jouw woonomgeving? Zo ja, hoe voel jij je daar dan bij?

Wat ga ik leren?

Ik kan:

  • twee verschillende omschrijvingen geven van het begrip ademhaling.
  • de onderdelen van de luchtwegen in een afbeelding benoemen en hun functies uitleggen.
  • de verschillen tussen borst- en buikademhaling omschrijven.
  • uitleggen waardoor de longinhoud kan veranderen.
  • in een afbeelding de verschillende longinhouden aangeven.
  • uitleggen wat onder fijnstof wordt verstaan.

Deelconcepten
Longen, luchtpijp, bronchiën, longblaasjes, gaswisseling, ventilatiebeweging, longcapaciteit, vitale capaciteit, dode ruimte, diffusie, CO2- en O2- concentratie, inwendig en uitwendig milieu, regelkring.

 

Wat ga ik doen?

Aan de slag

Stap

Inhoud

Stap 1

Hoe meet ik de hoeveelheid stof in de lucht? Een bedrijf heeft hier een apparaatje voor ontwikkeld.

Stap 2

Ik onderzoek welke weg lucht aflegt van buiten naar binnen.

Stap 3

Welke spieren zorgen voor inademen en welke voor uitademen? Dat ontdek ik in deze stap.

Stap 4

De hoeveelheid gassen (zuurstof en koolstofdioxide) die naar en van de cellen wordt getransporteerd moet via diffusie door celmembranen. Daarover beantwoord ik vragen.

Afronding

Onderdeel

 

Kennisbank

Alle Kennisbankitems uit deze module.

Eindopdracht A
(keuze)

Ik maak een les waarin ik de informatie die ik van deskundigen heb ontvangen terug laat komen.

Eindopdracht B
(keuze)

Ik maak een opzet voor een buurtonderzoek en laat dit controleren door deskundigen.

D-toets

Met een d-toets test ik mijn kennis over dit onderwerp.

Terugkijken

Terugkijken op de opdracht.

 

Tijd
Voor deze opdracht heb je 8 SLU nodig.

Aan de slag

Stap 1: Fijnstof

Fijnstof
Het belang van schone lucht is voor iedereen duidelijk.
Meten van de hoeveelheid stof in de lucht is een andere zaak.
Tegenwoordig kun je zelfs met je smartphone meedoen aan onderzoek naar fijnstof.

In de volgende video zie je hoeveel fijnstof mensen ademen. Het team van iSpex heeft een gadget ontwikkeld waarmee je de hoeveelheid fijnstof in je omgeving hebt. Wat vind jij van deze ontwikkeling? Zou jij hier aan mee willen werken? Bespreek het met een klasgenoot.  
Je kunt meer informatie lezen op www.ispex.nl


Bekijk nu de volgende video. Leg met eigen woorden uit op welke manier de onderzoekers de hoeveelheid fijnstof in de atmosfeer gaan meten. Bespreek ook dit met een klasgenoot.

Maak een opzet voor een onderzoek om als klas mee te doen aan het meten van fijnstof in de schoolomgeving. Voer het onderzoek uit.
In overleg met jullie docent wordt één van de onderzoeksopzet gebruikt om het onderzoek uit te voeren.
Kijk nog even in de Gereedschapskist hieronder welke punten je moet verwerken in een onderzoek.
Verzamel alle gegevens en probeer de waarnemingen in een schoolkrant of plaatselijke krant/nieuws (online) te plaatsen.

 

Natuurwetenschappelijk verslag maken

Schrijf je een verslag van een onderzoek voor biologie of NaSk, dan wordt dit een natuurwetenschappelijk verslag genoemd. Het is hierbij vooral belangrijk dat het doel van je onderzoek en de manier waarop je het uitvoert zo duidelijk mogelijk wordt weergegeven. Het schrijven van zo’n verslag gebeurt in verschillende stappen.

 

Hoe is het gesteld met fijnstof in jouw woonplaats en het gebied eromheen?
Je vindt hier meer informatie www.atlasleefomgeving.nl
Bespreek met een klasgenoot hoe het is gesteld met de fijnstof in jouw omgeving.

Stap 2: Op weg naar binnen

De weg naar binnen
Om in leven te blijven is aanvoer van zuurstof en afvoer van koolstofdioxide nodig.
De zuurstof halen we uit de ingeademde lucht, de koolstofdioxide ademen we uit.
De lucht buiten het lichaam bevat echter meer stoffen.
In de vorige stap heb je al geleerd dat niet al die stoffen goed zijn voor ons functioneren.
De bouw van het ademhalingsstelsel is erop gericht om zoveel mogelijk alleen de niet-gevaarlijke stoffen ons lichaam te laten binnendringen.

De weg van lucht

 

Verbindingen
De luchtpijp vormt de verbinding tussen de neusholte en de longen.
In de dierenwinkel kun je onderdelen van het ademhalingsstelsel van dieren kopen.
Die onderdelen worden als speelgoed of voedsel gebruikt voor huisdieren. Maak een tekening van:

  • luchtpijp
  • varkensneus

Benoem de getekende onderdelen.
Laat de tekeningen controleren door de docent.
Kijk voor je begint in de Gereedschapskist voor tips.

 

 


Practicum - Dwarsdoorsnede
Van je docent ontvang je een preparaat van een dwarsdoorsnede van een luchtpijp.
Bestudeer het preparaat met de microscoop. Let vooral op de bouw en ligging van het slijmvlies.
Maak een natuurgetrouwe tekening van het preparaat onder de microscoop en geef namen aan de getekende onderdelen.
Kijk voor tips bij het maken van de tekening in de Gereedschapskist hieronder.

 

 

Natuurgetrouwe tekening maken

In een natuurgetrouwe tekening verwerp je veel meer details dan in een schematische tekening. Je zorgt ervoor dat je het object zo realistisch mogelijk weergeeft.

 

Stap 3: Inademen en uitademen

Inademen en uitademen
Om voldoende lucht in en uit je longen te krijgen is een ventilatiebeweging nodig.
Door het vergroten en verkleinen van het volume van je longen gaat lucht je longen in of uit.
Je concentreren op je ademhaling kan een goede manier zijn om tot rust te komen.
Veel meditatietechnieken en yoga maken daar gebruik van.

Inademen en uitademen

 

Practicum - Spareribs

Bekijk een stukje ‘spare-ribs’.
Voel waar de ribben zitten. Maak een tekening van de richting van de spieren tussen de ribben.

Stap 4: Longcapaciteit

Longcapaciteit
De ventilatiebeweging van je borstkas en middenrif verzorgen de ademhaling.
Zoals je nu zit te lezen zal er maar een klein deel van wat je maximaal kunt in en uitademen worden gebruikt.

Lees de volgende pagina uit de Kennisbank:

Longcapaciteit

 

 

Lees nu de volgende Kennisbanken

Regeling van de ventilatie

Van longblaasje naar bloed

Hoeveelheid lucht
Om de hoeveelheid lucht te meten die per ademhaling naar binnen en buiten gaat kun je een spirometer gebruiken.
Noteer klassikaal een aantal variabelen die de grote van de vitale capaciteit zouden kunnen beïnvloeden.
Denk daarbij aan sekseverschil, verschil lichaamsgrootte en/of sportiviteit.
Stel de (eenduidige) onderzoeksvragen op.
Verdeel de onderzoeksvragen over groepjes.
Ontwerp per groep een onderzoek om antwoord te geven op de onderzoeksvragen.

  • formuleer een hypothese
  • voer het onderzoek uit
  • trek conclusies

Deel de conclusies met de rest van de klas.

Afsluiting

Samenvattend

In de module wordt gebruik gemaakt van de volgende onderdelen uit de Kennisbank.

Gaswisseling

De weg van lucht

Regeling van de ventilatie

Transport van gassen

Eindopdracht A: Eigen les maken

Afronding
Je gaat beginnen aan de afronding.
Je hebt in deze module kennis opgedaan over de ademhaling en de gevaren van fijn stof voor de ademhaling.
Je kunt deze module kiezen tussen eindopdracht A en eindopdracht B. Overleg met je docent of je hierin een vrije keuze hebt. 

In overleg met je docent ga je, met en voor elkaar, een les verzorgen over de gevaren van fijn stof in jullie leefomgeving.
Maak eerst een overzicht van de onderwerpen waar je informatie wilt geven.
Zoek per groep naar deskundigen waar je informatie van kunt krijgen en bevraag die.
Overleg of je ook deskundigen van buiten (artsen, mensen van de longstichting, plaatselijke politici) kunt vragen om jullie in de les informatie te geven.

Maak in overleg met je docent een plan voor de les en geef deze les.
Je zult merken dat je de informatie ook voor de volgende module kunt gebruiken.
Kijk voor je begint in de Gereedschapskist voor tips.

Beoordeling
Je docent let bij de beoordeling van de les op het volgende:

  • Het onderwerp van de les is duidelijk en wordt goed gecommuniceerd naar de klas.
  • De leerstof sluit aan bij de doelgroep.
  • In de les is informatie verwerkt van deskundigen. Deze informatie is een verrijking voor de les.
  • De les wordt op een boeiende en overtuigende manier gebracht.
  • De les zit inhoudelijk juist in elkaar en kan binnen de tijd afgewerkt worden.
  • De les is creatief en origineel.
  • De samenwerking met andere klasgenoten verloopt soepel en de taken zijn eerlijk verdeeld.

Eigen les maken

Je kunt natuurlijk ook je eigen les maken! Hierbij krijg je de ruimte om je eigen ideeën en inbreng uit te werken en uit te voeren.  

 

 

Eindopdracht B: Buurtonderzoek

Afronding
Je gaat beginnen aan de afronding.
Je hebt in deze module kennis opgedaan over de ademhaling en de gevaren van fijn stof voor de ademhaling.
Je kunt deze module kiezen tussen eindopdracht A en eindopdracht B. Overleg met je docent of je hierin een vrije keuze hebt. 

In de buurt waar je woont wil zich een nieuw bedrijf vestigen.
Je gaat een buurtonderzoek opzetten ter voorbereiding van de vraag of een bedrijf dat fijn stof produceert in een woonwijk moet worden toegelaten.

  • Maak een plan voor het opzetten van het onderzoek.
  • Maak een vragenlijst voor buurtbewoners om te onderzoeken welke aandoeningen aan de luchtwegen voorkomen.
  • Laat je plan voor het onderzoek en de vragenlijst controleren door deskundigen (bijvoorbeeld door een medewerker van de Longstichting).

Beoordeling
Je docent let bij de beoordeling van het buurtonderzoek op het volgende:

  • Er is een duidelijk stappenplan voor de opzet van het buurtonderzoek. 
  • Het stappenplan is realistisch en uitvoerbaar.
  • Het stappenplan is voorzien van een tijdschema. 
  • Het onderwerp van de vragenlijst is duidelijk en kan duidelijk gecommuniceerd worden naar buurtbewoners. 
  • De tekst in de vragenlijst stuit aan bij de doelgroep.
  • Het plan is gecontroleerd door een deskundige en hier is verslag van gemaakt. 
  • Het plan is creatief en origineel.
  • De samenwerking met andere klasgenoten verloopt soepel en de taken zijn eerlijk verdeeld.

D-toets

Toets
De opdracht sluit je af met het maken van een d-toets
De toetsen bestaan uit verschillende soorten vragen. 

Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.
Klik op knoppen om de toets te starten.

Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze module nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Ben je ongeveer 8 SLU met deze module bezig geweest.
    Heb je in deze tijd alle stappen kunnen doorlopen? Als de tijd niet toereikend was, weet je dan hoe dit kwam? Welk onderdeel kostte teveel tijd?
  • Inhoud
    Je woonplaats is belangrijk voor de hoeveelheid fijnstof in jouw omgeving. Woon je namelijk op het platteland, dan zul je veel minder te maken hebben met fijnstof, dan wanneer je n de stad woont. Kun jij je voorstellen dat mensen vanwege fijnstof hun woonplaats veranderen? Waarom wel of waarom niet?
  • Eindopdracht
    Is het gelukt om een les te schrijven waarin je de informatie van de deskundigen op een interessante en boeiende manier hebt kunnen verwerken? Welke hindernissen kwam je tegen of verliep alles vlekkeloos?
  • D-toets
    Heb je de D-toets gedaan? Ging het goed? Indien je niet voldoende scoorde, wat heb je gedaan om je score te verbeteren?

Adembenemend

Adembenemend

Intro

Jean-Marc Kuffer
en.wikipedia.org

Wie kan het langste zijn adem inhouden?
Waar wordt geregeld dat je toch weer gaat inademen?

Kijk naar de volgende video. Het is bizar om te zien hoe lang de man zijn adem in kan houden. Probeer na het kijken met een stopwatch hoe lang jij je adem in kunt houden. Vergelijk jouw tijd met dat van een klasgenoot. Is er een opvallend verschil? Wat zou dat verschil kunnen verklaren.

Ademen lijkt gemakkelijk te gaan totdat je merkt dat je ademhaling door ziekte of andere oorzaken wordt bemoeilijkt.
In deze module ga je op zoek naar de regeling van de ademhaling en naar aandoeningen die het ademen moeilijk maken.

Wat ga ik leren?

Leerdoelen
Ik kan:

  • uitleggen op welke manier het transport van zuurstof vanuit het bloed naar de cellen en plaatsvindt.
  • uitleggen op welke manier koolstofdioxide vanuit de cellen naar het bloed plaatsvindt.
  • de begrippen diffusie en membraantransport toepassen op de gaswisseling.
  • uitleggen op welke manier de regeling van de ademhaling gebeurt.
  • uitleggen wat de verschijnselen van COPD zijn.
  • omschrijven welke symptomen horen bij een aantal longaandoeningen zoals astma, longembolie, pleuritis, longontsteking, hyperventilatie en taaislijmziekte.
  • uitleggen wat de gevaren voor de gezondheid van roken zijn.

 

Deelconcepten
Longen, luchtpijp, bronchiën, longblaasjes, gaswisseling, ventilatiebeweging, longcapaciteit, vitale capaciteit, dode ruimte, diffusie, CO2- en O2- concentratie, inwendig en uitwendig milieu, regelkring.

 

Wat ga ik doen?

Aan de slag

Stap

Inhoud

Stap 1

Hoe werkt de gaswisseling en het transport van gassen, bijvoorbeeld als ik mijn adem inhoud? Dat bestudeer ik in deze stap.

Stap 2

Ik bestudeer grafieken van proefjes en beantwoord hier vragen over.

Stap 3

Ik heb vast wel eens gehoord van astma, hyperventilatie en COPD. In deze stap vergelijken we de longaandoeningen.

Stap 4

Ik bekijk welke soorten longaandoeningen er nog meer zijn.

Stap 5

Wat zijn de gevolgen van roken en rook ik zelf?

Afronding

Onderdeel

 

Kennisbank

Alle Kennisbankitems uit deze module.

Eindopdracht

Ik maak promotiemateriaal voor het Longfonds.

Terugkijken

Terugkijken op de opdracht.

 

Tijd
Voor deze opdracht heb je 8 SLU nodig.

 

Aan de slag

Stap 1: Adem inhouden

David Blaine
www.oprah.com

Adem inhouden
Lees eerst de volgende onderdelen uit de Kennisbank:

Gaswisseling

Transport van gassen

 

Stap 2: Inademen

Wat maakt dat je gaat inademen?
Gaswisseling is belangrijk voor de stofwisseling van je cellen.
Zuurstof is nodig voor de verbranding van voedingstoffen en die verbranding levert de energie om te leven.
Hoe meer je je inspant hoe meer zuurstof er nodig is voor je cellen.
Tegelijkertijd maken je cellen ook meer koolstofdioxide.

Bespreek met een klasgenoot welke van de twee gassen de ademhalingsfrequentie het meest zal beïnvloeden?

Om na te gaan of jullie antwoord klopt maak je nu de volgende oefening samen met je klasgenoot. 

 

Stap 3: Geen lucht meer krijgen

www.creatie.nl

Je kunt geen lucht meer krijgen
Ademhalen gaat niet altijd even gemakkelijk.
Er is een aantal aandoeningen die invloed hebben op je ademhaling.
Sommige horen bij een groep van ziektes die we aanduiden met de afkorting COPD.
Spanning, bijvoorbeeld vlak voor een examen, kan er voor zorgen dat je gaat hyperventileren.

COPD
In tweetallen.
Verdeel de video's. Maak beiden een samenvatting van de video die jij hebt bekeken.
Gebruik elkaars samenvatting om een lijst met symptomen van COPD te maken.

 

Stap 4: Ontstoken luchtwegen

Ontstoken luchtwegen

Je hebt ontdekt dat Astma niet bij COPD hoort. Er zijn meer aandoeningen aan de luchtwegen die voor problemen kunnen zorgen. Welke aandoeningen zijn er en waarin verschillen ze van elkaar?

Ga naar www.longfonds.nl .
In het overzicht staat nog een aantal aandoeningen aan de luchtwegen.
Kies één van de aandoeningen in overleg met je docent.
Zoek per aandoening naar de symptomen, manier van ontstaan en mogelijke geneeswijzen.
Gebruik de resultaten voor de eindopdracht.

Stap 5: Rook jij?

Rook jij?
Het lijkt misschien een open deur, maar er wordt nog steeds gerookt, ook door jongeren.
Kijk op de website van Rokeninfo.
Bekijk de trends in de grafieken op de site. Bespreek met een klasgenoot hoe het rookgedrag onder jongeren zich in de afgelopen jaren heeft ontwikkeld.

Afsluiting

Kennisbank

In de module wordt gebruik gemaakt van de volgende onderdelen uit de Kennisbank.

Gaswisseling

Transport van gassen

Eindopdracht

Afronding
Je gaat beginnen aan de afronding.

Als afronding maak je promotiemateriaal voor het Longfonds.
Om beter onderzoek te kunnen doen én om mensen te kunnen wijzen op de gevaren van roken, fijnstof, asbest en andere gevaarlijke stoffen, heeft het Longfonds geld nodig. Met dit geld kunnen zij onderzoek doen en hopelijk in de toekomst genezing mogelijk maken voor veel verschillende longaandoeningen.

Jij maakt samen met een klasgenoot een reclameposter, reclamespotje (audio of video) of een huis-aan-huis-pamflet waarin je mensen oproept te doneren voor het Longfonds. Hierbij is het belangrijk dat je zorgt voor een pakkende slogan!

Beoordeling
Jullie docent let bij de beoordeling van jullie promotiemateriaal op het volgende:

  • De slogan is pakkend en nodigt de lezer/kijker uit om te doneren. 
  • Het promotiemateriaal is aantrekkelijk en creatief.
  • Het promotiemateriaal valt goed op tussen andere promotiematerialen.
  • Het promotiemateriaal geeft de lezer/kijker duidelijk de noodzaak van doneren. 
  • Het promotiemateriaal bevat geen taalfouten. 

 

 

Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze module nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?
    Je hebt deze module niet afgesloten met een test of je de leerdoelen beheerst. Mocht je hier nog twijfels of vragen over hebben, bespreek dit dan met je docent.

Hoe ging het?

  • Tijd
    Ben je ongeveer  8 SLU met deze module bezig geweest.
    Heb je in die tijd alle stappen helemaal kunnen doorlopen?
  • Inhoud
    In deze module ging het over de manier waarop de gaswisseling in ons lichaam plaatsvindt en de problemen die kunnen ontstaan als je longen niet naar behoren werken. Heb jij longproblemen of ken je iemand die dat heeft? Welke impact kan dit hebben op iemands leven?
  • Eindopdracht
    Als eindopdracht van deze module heb je een promotiecampagne voor het Longfonds gemaakt. Ben je tevreden over het eindresultaat? Wat had je achteraf gezien liever anders gedaan?

Afsluiting

Samenvattend

Examenopgaven

Je hebt in de modules veel theorie bestudeerd en veel vragen beantwoord en opdrachten gemaakt.
Als het goed is, ben je nu klaar voor het beantwoorden van een aantal examenvragen over dit onderwerp. Lees eerst de tips.

Tips

 

HAVO 2018-TV1

HAVO 2018-TV1 Vraag 11
HAVO 2018-TV1 Vraag 24

HAVO 2019-TV1

HAVO 2019-TV1 Vraag 37
HAVO 2019-TV1 Vraag 38

HAVO 2019-TV2

HAVO 2019-TV2 Vraag 20

HAVO 2021-TV2

HAVO 2021-TV2 Vraag 14
HAVO 2021-TV2 Vraag 16
HAVO 2021-TV2 Vraag 39

 

Meer oefenen?
Ga naar ExamenKracht en oefen ook met de nieuwste examens.
Van de examenvragen kan de voortgang worden bijgehouden op ExamenKracht.
Vraag verdere instructies aan je docent.

Extra opdracht

Hoe haal je het in je hoofd?
Controleer de lijst met deelconcepten.
Schrijf de deelconcepten bij de leerstof op losse post-it-plakkertjes.
Teken op een A4 (of A3) formaat je ademhalingsstelsel zo compleet mogelijk, probeer het uit je hoofd te doen.
Plak de deelconcepten die je op de post-it hebt staan bij de goede onderdelen van het ademhalingsstelsel.

 

Olifanten in een circus lopen vaak in een rijtje achter elkaar. De ene houdt dan met zijn slurf de staart van de voorganger vast.
Zo kunnen ze zelfs in een cirkel lopen.
Stel je voor dat elke olifant een 'belangrijk idee' vertegenwoordigd.
Die belangrijke of grote ideeën zijn dus met elkaar verbonden.
Maak een lijstje met de belangrijke ideeën die je uit de leerstof hebt gehaald.
Schrijf ze op aparte papiertjes (je mag er een olifant omheen tekenen) en verbindt de 'belangrijke ideeën' met elkaar.
Leg aan een medeleerling uit wat jouw ' belangrijke ideeën' zijn en hoe en waarom je ze aan elkaar hebt verbonden.

 

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro van dit thema nog eens door.
    Vind je het een goede intro om het thema mee te beginnen?
    Past de video goed bij het thema? Waarom wel of waarom niet?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond een totale studiebelasting van 21 à 22 SLU.
    Ben je meer of minder tijd met het thema bezig geweest?
    Met welke module ben je het langst bezig geweest? En met welke het kortst?
  • Herhaling
    Heb je voor je aan de modules begon de toets bij 'Wat kan al?' gemaakt?
    Wist je het meeste nog?
  • Inhoud
    Het thema bestaat uit twee modules. Welke module vond je het leukst om te doen?
    En welke vond je dus het minst leuk? Schrijf op waarom je deze opdracht niet zo leuk vond.
  • Examenvragen
    Je hebt de examenvragen gemaakt.
    Ging het goed? Had je de theorie uit de modules nodig om de vragen te kunnen maken?
  • Het arrangement Thema: Ademhaling - h45 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2025-11-28 10:39:28
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Dit thema Ademhaling is ontwikkeld door medewerkers van StudioVO. Bij het ontwikkelen van het materiaal is gebruik gemaakt van of wordt verwezen naar materiaal van de volgende websites:

    www.schooltv.nl www.youtube.com www.bioplek.org www.wikipedia.org


    Fair Use
    In de Stercollecties van StudioVO wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use. Meer informatie: Fair use

    Mocht u vragen/opmerkingen hebben, neem dan contact op via de helpdesk VO-content .

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor biologie voor havo leerjaar 4/5. Dit thema heet ademhaling. Na dit thema: beschrijf je de bouw, werking en functie van de gaswisselingsorganen van de mens met aandacht voor de relatie tussen de bouw en functie. beschrijf je het verschil tussen borst- en buikademhaling. beschrijf je op welke wijze opname, transport en afgifte van CO2 en O2 plaatsvindt en wat de rol van hemoglobine daarbij is.
    Leerniveau
    HAVO 4; HAVO 5;
    Leerinhoud en doelen
    Ademhaling bij de mens; Biologie; Instandhouding; Stofwisseling van het organisme;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    16 uur 0 minuten
    Trefwoorden
    ademhaling, arrangeerbaar, biologie, borstademhaling, buikademhaling, co2, gaswisselingsorganen, havo4/5, o2, stercollectie

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content Biologie. (2021).

    Module: Adembenemend - h45

    https://maken.wikiwijs.nl/74798/Module__Adembenemend___h45

    VO-content Biologie. (2021).

    Module: Fijn stof - h45

    https://maken.wikiwijs.nl/74797/Module__Fijn_stof___h45

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Ademhaling

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Versie 2.1 (NL)

    Versie 3.0 bèta

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.