Deze opdracht gaat over het opvragen van informatie.
Heb je zelf wel eens informatie opgevraagd? Waarover?
Bekijk de video. Hoe kan je als particulier informatie opvragen over een kenteken?
Wat kan ik straks?
Aan het eind van de opdracht kun je:
omschrijven welke punten belangrijk zijn bij het opvragen van informatie;
zelf vragen formuleren om bepaalde informatie op te vragen.
Wat ga ik doen?
Activiteiten
Aan de slag
Stap
Activiteit
Stap 1
Bestudeer de informatie over het opvragen van informatie en beantwoord de vragen. Leg je klasgenoot uit waarom je juist van dat antwoord gekozen hebt.
Stap 2
Bedenk ze vragen die je wilt stellen aan een bekend persoon. Je klasgenoot 'speelt' de bekende persoon en geeft antwoord. Samen beoordelen jullie de gestelde vragen.
Stap 3
Bedenk hoe je je vragen formuleert voor informatie over een dagje uit in Amsterdam. Je klasgenoot en jij beoordelen samen de vragen.
Afronding
Onderdeel
Activiteit
Eindopdracht
(Her)schrijf een dialoog tussen jou en een bankmedewerker.
Terugkijken
Terugkijken op de opdracht.
Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer twee lesuren nodig.
Aan de slag
Stap 1: Informatie vragen
Informatie kun je op verschillende manieren aanvragen.
Je kunt dit doen via een e-mail of per telefoon, maar je kunt het ook zelf aan iemand vragen.
Deze opdracht gaat over het mondeling vragen van informatie.
Het is belangrijk dat je van tevoren bedenkt wat je wilt weten.
Je wilt in ieder geval een duidelijk, volledig en juist antwoord op je vraag.
Als je niet direct de juiste informatie krijgt, is het belangrijk dat je doorvraagt.
Voorbeeld:
Je krijgt geld terug van de verzekering als je telefoon stuk gaat.
Je kunt het volgende doorvragen:
“Krijg ik ook geld terug van de verzekering als mijn telefoon stuk gaat door mijn eigen schuld?”
Ook is het belangrijk dat je altijd vriendelijk en beleefd bent.
Als je vriendelijk en beleefd blijft, zijn mensen eerder bereid om je van goede informatie te voorzien.
Je wilt informatie over een bepaald onderwerp hebben. Het is dan belangrijk dat je weet aan wie je vragen kan stellen.
Aan wie zou jij de volgende informatie vragen?
Beantwoord de volgende meerkeuzevragen.
Let op: er is niet één goed of fout antwoord!
Vergelijk je antwoorden met die van een klasgenoot. Het kan zijn dat jullie antwoorden verschillen.
Vertel waarom jij voor een antwoord gekozen hebt.
Luister ook naar de argumenten die je klasgenoot heeft voor zijn of haar antwoord.
Stap 2: Vragen verzinnen
Stel, je mag zes vragen stellen aan een bekend persoon.
Dit kan een voetballer zijn, een filmster of een mode-ontwerper.
Maar je kunt ook zelf iemand verzinnen.
Wat zou je dan van hem of haar willen weten?
Stap 3: Vragen formuleren
Dagje weg
Samen met enkele vrienden of vriendinnen ga je iets leuks doen.
Jullie besluiten om een dagje naar Amsterdam te gaan.
Ga op internet op zoek naar drie bezienswaardigheden in Amsterdam.
Bezoek een van de volgende sites om uit te zoeken waar jullie heen willen.
Kies het uitje dat jullie het leukst lijkt om te doen.
Bedenk aan wie je vragen kunt stellen over dit uitje.
Schrijf minstens vier vragen op die je kunt stellen over dit uitje.
Stel daarna de vragen die je hebt bedacht (en opgeschreven).
TIP: Als je vragen gaat stellen:
Stel je dan eerst netjes voor.
Vraag of je wat vragen mag stellen.
Vertel waarom je dat graag wilt.
Vergelijk jouw vragen met de vragen van een klasgenoot.
Geef elkaar feedback en beoordeel samen de vragen.
Kijk bij het beoordelen van de vragen naar de volgende punten:
Zijn de vragen duidelijk geformuleerd? Bij goede vragen is het duidelijk naar welke informatie wordt gevraagd.
Bij minder goede vragen kun je de vraag op verschillende manieren opvatten.
Zijn de vragen duidelijk en heldergeformuleerd?
Zijn de vragen op beleefde wijze gesteld?
Afronding
Eindopdracht
Dialoog schrijven
Een gesprek tussen twee mensen noem je een dialoog.
Je gaat een dialoog schrijven van een gesprek tussen jou en een bankmedewerker.
Stel je de volgende situatie voor: Je wilde pinnen bij de supermarkt, maar je pasje blijkt geblokkeerd.
Je gaat naar de bank om erachter te komen wat er mis is met je pinpas.
Een vriendelijke bankmedewerker staat je te woord.
Hoe ga je te werk?
Bedenk vier vragen die jij zou stellen aan de bankmedewerker in bovengeschetste situatie.
Schrijf ze voor jezelf op.
Bedenk hoe het gesprek zou kunnen lopen.
Hoe zou de bankmedewerker kunnen antwoorden op jouw vragen?
Schrijf dit op in het klad. Lees het nog een keer door.
Is het een logisch gesprek? Kloppen vraag en antwoord?
Open een nieuw (Google-)document en maak de nette versie van jouw dialoog.
Gebruik de opmaak die wordt gebruikt in het volgende voorbeeld.
Voorbeeld
Marije:
Goedemiddag, waar kan ik u mee helpen?
William:
Ik wil graag weten hoe....
Marije:
Dat kan ik u uitleggen. ....
William:
Ik wil graag ....
Je klasgenoot en jij gaan nu elkaars dialoog beoordelen.
Denk daarbij aan:
- Ziet het werk er netjes uit?
- Zijn de vragen duidelijk en volledig?
- Is het gesprek realistisch? Zou het ook echt kunnen plaatsvinden?
Geef een toelichting op je beoordeling. Geef elkaar om de beurt feedback.
Breng eventueel nog aanpassingen aan in je dialoog.
Beoordeling
Lever daarna je dialoog in bij de docent. Hij of zij zal letten op:
Heb je vragen opgesteld, die bij de situatie passen?
Waren je vragen duidelijk en helder gesteld?
Was het duidelijk welke informatie je van de bankmedewerker verwachtte?
Heb je je ingeleefd in de situatie van de bankmedewerker: Heb je zijn of haar antwoorden goed geformuleerd?
Was de dialoog goed en netjes opgebouwd?
Bevat de dialoog geen of weinig taalfouten?
Terugkijken
Intro
Heb je de video bekeken?
Lijkt het je een handig systeem om zo een kenteken op te vragen?
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
Kun je vooraf vragen opstellen waarover je informatie wilt opvragen?
Hoe ging het?
Inhoud
Heb je zelf wel eens informatie opgevraagd?
Heb je toen de informatie gekregen, die je had opgevraagd? Schrijf op wat je ervaringen zijn.
Eindopdracht
Vond je het leuk om een dialoog te schrijven? Ben je tevreden over het resultaat?
Het arrangement Opdracht: Spreken - Informatie opvragen vmbo-kgt34 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze opdracht hoort bij het thema 'Vrienden en familie' en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor vmbo-kgt34. In deze opdracht leer je welke punten belangrijk zijn bij het opvragen van informatie en hoe je zelf vragen kunt formuleren om bepaalde informatie op te vragen.
De eindopdracht van deze opdracht is het schrijven van een dialoog.De dialoog gaat over een gesprek tussen jou en een bankmedewerker. Je bedenkt vier vragen die je aan de bankmedewerker zou stellen en schrijft deze op. Vervolgens schrijf je het gesprek in een nieuw document, waarbij je de opmaak volgt van het gegeven voorbeeld.Daarna beoordelen jij en je klasgenoot elkaars dialoog en geven elkaar feedback. Je past eventueel je dialoog aan en levert deze in bij de docent.
Succes!
Deze opdracht hoort bij het thema 'Vrienden en familie' en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor vmbo-kgt34. In deze opdracht leer je welke punten belangrijk zijn bij het opvragen van informatie en hoe je zelf vragen kunt formuleren om bepaalde informatie op te vragen.
De eindopdracht van deze opdracht is het schrijven van een dialoog.De dialoog gaat over een gesprek tussen jou en een bankmedewerker. Je bedenkt vier vragen die je aan de bankmedewerker zou stellen en schrijft deze op. Vervolgens schrijf je het gesprek in een nieuw document, waarbij je de opmaak volgt van het gegeven voorbeeld.Daarna beoordelen jij en je klasgenoot elkaars dialoog en geven elkaar feedback. Je past eventueel je dialoog aan en levert deze in bij de docent.
Succes!
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.