Opdracht: Fictie - Fictie of werkelijkheid? vmbo-kgt34

Opdracht: Fictie - Fictie of werkelijkheid? vmbo-kgt34

Fictie - Fictie of werkelijkheid

Intro

Bekijk dit interview met misdaadverslaggever John van den Heuvel.

Wat denk je: is dit echt of gespeeld?

 

Wat kan ik al?

In de onderbouw heb je het begrip 'fictie' al geleerd.
Wat is fictie ook alweer?

Om je geheugen even op te frissen, maak je deze sleepoefening.

Wat kan ik straks?

Aan het eind van de opdracht kun je:

  • het verschil tussen fictie en non-fictie herkennen;
  • omschrijven hoe je fictie kunt herkennen;
  • omschrijven waarin je zakelijke teksten (non-fictie) kunt aantreffen.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Stap Activiteit
Stap 1 en Je bestudeert de Kennisbank over fictie. Je luistert naar audiofragmenten en geeft aan of het om fictie gaat. Vergelijk je antwoorden met die van een klasgenoot. Daarna maak je een oefening.
Stap 2 Je gaat in de woordzoeker op zoek naar woorden die te maken hebben met fictie.
Stap 3 en Je bekijkt een video over Souf Souf en beantwoordt vragen erover. Bespreek de antwoorden met een klasgenoot.
Stap 4 en Je bekijkt de trailer van 'The Iron Lady'. Je beantwoordt vragen en bespreekt ze met een klasgenoot.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Samenvattend Hier vind je de Kennisbank die hoort bij deze opdracht.
Eindopdracht en Schrijf een kort verhaaltje over je eigen ochtendritueel. Schrijf nu hetzelfde verhaaltje in fictie-vorm. Vergelijk je verhalen met die van een klasgenoot.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer drie lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Wat is fictie?

Bestudeer het onderwerp Fictie in de Kennisbank.

Wat is fictie en wat is non-fictie?

In de volgende oefening luister je naar een paar geluidsfragmenten.
Geef voor ieder geluidsfragment aan of het fragment fictie of non-fictie is.

1. Herman Finkers

2. Bassie en Adriaan

3. NOS Journaal

4. TBS

Bespreek je antwoorden met een klasgenoot.
Hebben jullie dezelfde antwoorden?
Zijn jullie het niet met elkaar eens? Vraag dan hulp aan je docent.

Maak daarna de volgende oefening.

Stap 2: Woordzoeker

Fictie hoeft niets met het echte leven te maken te hebben.
De schrijver bepaalt hoe realistisch het verhaal wordt.

Deze opdracht bestaat uit het zoeken van woorden in een woordzoeker.
Kopieer de woordzoeker in een bestand en print deze uit.
De woorden hebben allemaal iets te maken met fictie.
In totaal zijn er zeven woorden verstopt in de woordzoeker.
Zoek ze allemaal op.
Schrijf ze op en als je de betekenis van het woord niet weet, kijk dan op www.wikipedia.nl

Als je niet alle woorden kunt vinden, vraag dan een klasgenoot om hulp.

 

Stap 3: Films

Er bestaan veel verschillende soorten films.
Je kunt bijvoorbeeld kijken naar een komedie, een actiefilm of een thriller.
Dit worden genres genoemd.

Je gaat nu kijken naar een stukje uit ‘Shouf Shouf de serie’.

Stap 4: The Iron Lady

Je gaat de trailer bekijken van de film ‘The Iron Lady’.
Deze film gaat over Margaret Thatcher, oud-premier van Engeland.

De trailer die je zojuist hebt gezien, is gebaseerd op de werkelijkheid.
Dat wil niet zeggen dat alles in de film echt is gebeurd.
Door het antwoord op de volgende vragen op te zoeken, ga je erachter komen welke delen in de film realistisch zijn en welke niet.

Afronding

Samenvattend

Hier vind je de Kennisbank die hoort bij deze opdracht.

Wat is fictie en wat is non-fictie?

Eindopdracht

Kort fictieverhaal

Als eindopdracht ga je een kort fictieverhaal schrijven over je eigen ochtendritueel.

Voorbeeld van een ochtendritueel:
Vanochtend ben je uit je bed gekomen. Daarna heb je waarschijnlijk je vaste ritme gevolgd om op school te komen. Misschien heb je eerst gedoucht en heb je daarna een boterham gegeten.

Beschrijf eerst jouw ochtendritueel in tien zinnen.
Als je dit gedaan hebt, mag je je fantasie gaan gebruiken. Je gaat je eigen verhaal namelijk omzetten in fictie. Dat betekent dat er gebeurtenissen in voor mogen komen, die helemaal niet in het echt kunnen gebeuren.
Je gaat bijvoorbeeld niet op de fiets naar school, maar met de straaljager!
Probeer zo creatief mogelijk te zijn.

In totaal schrijf je dus twee korte verhalen.

  • In het eerste verhaal beschrijf je hoe je ochtendritueel er in werkelijkheid uitziet.
  • In het tweede verhaal maak je er een fictieverhaal van.

Beide verhaaltjes moeten ongeveer tien zinnen lang zijn.

Klaar?

Lees je verhaaltjes nog eens kritisch door. Vergelijk ze daarna met de verhalen van een klasgenoot.
Zijn de verhalen van je klasgenoot ook werkelijkheid en fictie?

Beoordeling

Geef je verhalen ter correctie aan de docent. Hij of zij zal je verhalen beoordelen op:

  • Inhoud: Is je ene verhaaltje werkelijkheid en heb je in je andere verhaaltje voldoende fictie toegepast?
  • Vorm: Ben je creatief geweest in het verzinnen van een fictieverhaal? Ziet het er verzorgd uit?
  • Taalfouten: Bevatten je verhaaltjes niet te veel taalfouten?

 

Terugkijken

Intro

  • Heb je de introductievideo bekeken?
    Past de video goed bij deze opdracht? Waarom wel/niet?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je voorbeelden geven van fictie en non-fictie?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 3 uur met de opdracht bezig zou zijn. Had je die tijd ook nodig voor deze opdracht of kwam je tijd te kort om de oefeningen te doen en je verhaaltje te schrijven?
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht? Is je fictieve verhaal goed beoordeeld door de docent?
  • Het arrangement Opdracht: Fictie - Fictie of werkelijkheid? vmbo-kgt34 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2022-10-05 13:51:37
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze opdracht hoort bij het thema "Mensen" en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor vmbo-kgt34.In deze opdracht leer je het verschil tussen fictie en non-fictie herkennen. Je leert hoe je fictie kunt herkennen en waar je zakelijke teksten (non-fictie) kunt tegenkomen. Fictie zijn verzonnen verhalen die je meenemen naar andere werelden en gebeurtenissen. Schrijvers gebruiken hun fantasie om je te vermaken met spannende, grappige of romantische verhalen. Aan de andere kant heb je zakelijke teksten, zoals die in kranten, tijdschriften en leerboeken. Deze teksten zijn niet verzonnen en dienen voornamelijk om je te informeren of kennis over te dragen. Voor de eindopdracht ga je een kort fictieverhaal schrijven over je eigen ochtendritueel. Eerst beschrijf je je ochtendritueel zoals het werkelijk is, in ongeveer tien zinnen. Vervolgens gebruik je je fantasie om van dit verhaal een fictieverhaal te maken. Je kunt bijvoorbeeld buitengewone gebeurtenissen toevoegen die in werkelijkheid niet kunnen plaatsvinden. Na het schrijven van de verhalen vergelijk je ze met die van een klasgenoot. Ga na of de verhalen van je klasgenoot ook werkelijkheid en fictie bevatten. Veel succes met het schrijven en vergelijken van de verhalen!
    Leerniveau
    VMBO gemengde leerweg, 3; VMBO theoretische leerweg, 4; VMBO theoretische leerweg, 3; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO gemengde leerweg, 4; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 3;
    Leerinhoud en doelen
    Lezen van zakelijke teksten (Nederlands); Nederlands; Schrijfvaardigheid; Literatuur; Lezen van fictionele teksten en literaire teksten (Nederlands); Leesvaardigheid;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    3 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, fictie, fictie- fictie of werkelijkheid?, fictieverhaal schrijven, nederlands, non-fictie, stercollectie, verhalen, vmbo-kgt34, zakelijke teksten

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Leermateriaal, StudioVO. (z.d.).

    Tijdelijk vmbo-kgt34

    https://maken.wikiwijs.nl/147811/Tijdelijk_vmbo_kgt34

    VO-content - Kennisbanken. (2018).

    Nederlands vmbo-kgt34

    https://maken.wikiwijs.nl/90286/Nederlands_vmbo_kgt34

    VO-content Nederlands. (2023).

    Opdracht: Fictie - Fictie of non-fictie? vmbo-b34

    https://maken.wikiwijs.nl/74496/Opdracht__Fictie___Fictie_of_non_fictie___vmbo_b34