Stap 2: Woordzoeker

Fictie hoeft niets met het echte leven te maken te hebben.
De schrijver bepaalt hoe realistisch het verhaal wordt.

Deze opdracht bestaat uit het zoeken van woorden in een woordzoeker.
Kopieer de woordzoeker in een bestand en print deze uit.
De woorden hebben allemaal iets te maken met fictie.
In totaal zijn er zeven woorden verstopt in de woordzoeker.
Zoek ze allemaal op.
Schrijf ze op en als je de betekenis van het woord niet weet, kijk dan op www.wikipedia.nl

Als je niet alle woorden kunt vinden, vraag dan een klasgenoot om hulp.