Thema: Leven in Nederland vmbo-kgt34

Thema: Leven in Nederland vmbo-kgt34

Leven in Nederland

Inleiding

Je gaat aan beginnen met het thema ‘Leven in Nederland’.
Voor je met de opdrachten aan de slag gaat, bekijk je de volgende video.

  • Denk jij dat het leven in Nederland vroeger beter was? Waarom wel of niet?
    Bespreek deze vraag met een klasgenoot. Gebruik hiervoor ongeveer vijf minuten.

In dit thema maak je vijf opdrachten. In iedere opdracht staat een andere vaardigheid centraal.
In de opdrachten wordt waar mogelijk verwezen naar het thema 'Leven in Nederland', maar lang niet overal.

Na het maken van de opdrachten sluit je het thema af.
Je doet onderzoek naar de rechten en plichten van de Nederlandse wet en schrijft een slotvonnis in de vorm van een verslag.

Wat kan ik straks?

Hier vind je de leerdoelen die horen bij het thema Leven in Nederland.

Leerdoel Opdracht
Je kunt het verschil tussen een enkelvoudige en samengestelde zin herkennen en aangeven of in de samengestelde zin sprake is van nevenschikking of onderschikking. Grammatica - Samengestelde zinnen
Je kunt bij een stelling argumenten en tegenargumenten bedenken en kunt aangeven wanneer die (tegen)argumenten objectief of subjectief zijn. Lezen - Argumenten
Je kunt verschillende soorten verbanden tussen alinea's in een tekst herkennen. Schrijven - Verbanden tussen alinea’s
Je kunt de indeling van een haiku en elfje herkennen en zelf een haiku of elfje maken. Fictie - Haiku’s en elfjes
Je kunt 'dan' en 'als' en 'zij' en 'hun' op de juiste manier gebruiken. Spelling - Dan/als en zij/hun

 

Wat ga ik doen?

Voor je aan de slag gaat met de afsluiting maak je vijf opdrachten.
In de tabel staat per activiteit hoeveel lessen je ongeveer nodig hebt.

Activiteit Aantal lesuren Eindproduct
Inleiding 0,5  
Grammatica: Samengestelde zinnen 2 Samengestelde zinnen maken
Lezen: Argumenten 2 à 3 Argumenten bedenken bij een stelling
Schrijven: Verbanden tussen alinea’s 2 à 3 Een tekst schrijven met tekstverbanden
Fictie: Haiku’s en elfjes 2 Een rebus maken
Spelling: Dan/als en zij/hun 2 Je mening geven over taalgebruik
Afsluiting 2 Slotvonnis schrijven
Totaal: 14 à 15  


De tijd is een indicatie en afhankelijk van de keuze van het eindproduct.

Opdrachten

Hieronder vind je de vijf opdrachten die horen bij dit thema.
Maak je keuze.

Opdracht 1

Grammatica: Samengestelde zinnen

Opdracht 2

Lezen: Argumenten

Opdracht 3

Schrijven: Verbanden tussen alinea's

Opdracht 4

Fictie: Haiku's en elfjes

Opdracht 5

Spelling: Dan/als en zij/hun

Afsluiting

Kennisbanken

Hier vind je de Kennisbankitems die horen bij dit thema.

Grammatica

Voegwoorden

Persoonsvorm

Lezen

Argumenteren

Schrijven

Alinea's

Verbanden tussen alinea's

Fictie

Haiku's en Elfjes

Spelling

Dan of als?

Zij of hun?

Eindopdracht

Als je in Nederland leeft, moet je je houden aan de wet.
Er zijn ook wetten in Nederland die de mensen beschermen, bijvoorbeeld tegen de regering of de politie.
Hierdoor heb je in Nederland te maken met rechten en plichten.
Een plicht is iets dat je moet doen en een recht is iets dat je mag doen en dat je toekomt.

In deze eindopdracht leer je enkele rechten en plichten kennen.
Je kunt deze eindopdracht doen met een klasgenoot. Mochten jullie er niet helemaal uitkomen, vraag dan je docent om raad.

Lees de volgende situatie:

Een vrouw is opgepakt, omdat een agent haar ervan verdenkt lid te zijn van Al Quaida.
De agent heeft de volgende bewijzen:

  • De vrouw heeft in een café gezeten met enkele personen.
    Een van die personen was lid van de terroristische organisatie Al Quaida.
  • De vrouw heeft negatieve dingen gezegd over de Nederlandse maatschappij tegenover enkele vrienden.
  • De vrouw is moslima en gaat regelmatig naar een moskee met een extremistisch religieuze imam.


Vraag: Op basis waarvan is de vrouw opgepakt?

Stap 1

Om deze vraag te kunnen beantwoorden, doe je wat speurwerk in de Nederlandse wetgeving.
Eerst kijk je op de officiële site van de politie onder het tabblad 'Misdaad en Geweld'- Terrorisme.
Infopolitie.nl

Nu ga je je verdiepen in het arrestatieproces in Nederland.
Beantwoord samen de volgende vragen.
Om deze te kunnen beantwoorden bekijken jullie eerst op de site Europa Nu:
Artikel II-6 Het recht op vrijheid en veiligheid.

Vragen

  1. Als iemand verdacht is, moet deze persoon dan ook altijd direct gearresteerd kunnen worden,
    zonder dat er duidelijke bewijzen zijn?
  2. Kan iedereen zomaar opgepakt worden?

Stap 2

Je gaat samen met een klasgenoot doen alsof jullie rechters zijn.
Jullie gaan bepalen of een vrouw, die verdacht wordt van terrorisme, mag worden vastgehouden in de cel.

Van het eindvonnis (oordeel van de rechter) maken jullie een verslag.

Stap 3

In deze stap gaan jullie het slotvonnis schrijven. Een vonnis is de uitspraak van de rechter.
In het vonnis moeten twee vragen beantwoord worden.
Vraag 1: Is het terecht dat de vrouw is opgepakt?
Vraag 2: Moet de vrouw langer worden vastgehouden?

Het is belangrijk dat je de antwoorden die je geeft op de vragen, goed onderbouwt.
Het is dus niet voldoende om de vragen alleen met ja of nee te beantwoorden.

Maak van jullie slotvonnis een mooi verslag.
Laat ook de vragen die je bij stap 1 hebt beantwoord, terugkomen in het verslag.
Kijk in de Gereedschapskist hoe je het verslag kunt schrijven.
Je kunt het verslag eventueel voorzien van beeldmateriaal. Het verslag moet één A4’tje lang zijn.

Klaar?

Lees samen jullie slotvonnis nog even door. Hebben jullie alle vragen beantwoord?
Zijn jullie eruit of de vrouw in kwestie wel of niet moet worden gearresteerd en vastgezet?
Lever daarna je verslag in bij de docent.

Beoordeling

Je docent beoordeelt jullie verslag. Hij of zij zal letten op de volgende punten:

  • Jullie verslag bevat duidelijke informatie. De vragen zijn goed uitgewerkt.
  • Er komt in jullie verslag duidelijk naar voren of de vrouw wel/niet kan worden gearresteerd en waarop jullie dat baseren.
  • Uit het verslag blijkt, dat jullie voldoende (voor)onderzoek hebben gedaan naar deze situatie.
  • Het verslag is helder en duidelijk geschreven.
  • Jullie hebben ook tijd besteed aan de layout en/of beeldmateriaal verzameld.
  • Het verslag laat nauwelijks taalfouten zien.

Artikel schrijven

Een artikel is een goede manier om informatie te presenteren of een gebeurtenis te beschrijven.

 

Terugkijken

Inleiding

  • Kijk nog eens goed naar de Inleiding.
    Vond je de vraag over het leven in Nederland actueel?
    Heb je deze ook besproken met je klasgenoot?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van dit thema nog eens door.
    Vind je dat alle leerdoelen voldoende zijn besproken in dit thema?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je 14 à 15 uur met dit thema bezig zou zijn.
    Had je voor alle opdrachten voldoende tijd of kwam je bij een bepaalde opdracht tijd te kort?
  • Inhoud
    Welke opdracht in dit thema vond je het leukst om te doen?
    Van welk onderwerp heb je het meest geleerd?
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht?
    Hebben jullie na enig speurwerk uit kunnen vinden of de vrouw terecht was vastgezet?
    Is jullie slotvonnis door de docent goed beoordeeld?

Terugkijken extra

Je bent bijna klaar met het thema ‘Leven in Nederland’.
In deze afsluiting ga je terugblikken op wat je hebt geleerd en hoe je hebt gewerkt.

Neem het onderstaande schema over en zet een kruisje in het vakje dat het beste bij jou past.

  Helemaal
mee oneens
Oneens Neutraal Eens Helemaal mee
eens
Ik heb goed mijn best gedaan in dit thema.          
Ik heb alle opdrachten serieus gemaakt.          
Ik heb veel geleerd in dit thema.          
Ik vond de opdrachten in dit thema moeilijk.          


Je kunt nog een extra oefening maken om de stof uit dit thema te herhalen.

 

​Bestudeer nog een keer de theorie over samengestelde zinnen.

Samengestelde zin-hoofdzin-bijzin

Zoek op een nieuwssite op internet een artikel met minstens drie samengestelde zinnen in het artikel.
Kopieer deze zinnen naar een (Google-)bestand en geef aan of
het gaat om nevenschikking of onderschikking en wat het voegwoord is.
Laat je antwoorden checken door een klasgenoot.

Als je veel fouten hebt gemaakt, maak dan nog een keer de oefeningen over samengestelde zinnen in dit thema.

  • Het arrangement Thema: Leven in Nederland vmbo-kgt34 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2024-01-30 15:48:19
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Het thema 'Leven in Nederland KGT' is ontwikkeld door auteurs en medewerkers van StudioVO.

    Fair Use
    In de Stercollecties van StudioVO wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use. Meer informatie: Fair use

    Mocht u vragen/opmerkingen hebben, neem dan contact op via de helpdesk VO-content.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor vmbo-kgt34. Dit thema bestaat uit vijf opdrachten, waarbij in iedere opdracht een andere taalvaardigheid centraal staat. Je leert het verschil tussen een enkelvoudige en samengestelde zin herkennen en kunt aangeven of er in een samengestelde zin sprake is van nevenschikking of onderschikking. Daarnaast leer je argumenten en tegenargumenten bedenken bij een stelling en kun je aangeven of deze (tegen)argumenten objectief of subjectief zijn. Ook leer je verschillende soorten verbanden tussen alinea's in een tekst herkennen. Verder leer je de indeling van een haiku en elfje herkennen en kun je zelf een haiku of elfje maken. Ten slotte leer je de juiste manier om 'dan', 'als', 'zij' en 'hun' te gebruiken. In de eindopdracht leer je verschillende rechten en plichten kennen die gelden in Nederland. De eindopdracht is om samen met een klasgenoot een verslag te maken als rechters. Jullie moeten bepalen of een vrouw, die verdacht wordt van terrorisme, mag worden vastgehouden in de cel. Het verslag moet het slotvonnis bevatten en twee vragen beantwoorden: of het terecht is dat de vrouw is opgepakt en of ze langer moet worden vastgehouden. Het is belangrijk om de antwoorden goed te onderbouwen en het verslag moet één A4'tje lang zijn. Je kunt ook beeldmateriaal toevoegen aan het verslag.Zorg ervoor dat jullie alle vragen hebben beantwoord en dat jullie een duidelijk oordeel hebben over het al dan niet arresteren en vastzetten van de vrouw. Lever ten slotte jullie verslag in bij de docent. Succes!
    Leerniveau
    VMBO gemengde leerweg, 3; VMBO theoretische leerweg, 4; VMBO theoretische leerweg, 3; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO gemengde leerweg, 4; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 3;
    Leerinhoud en doelen
    Nederlands; Schrijfvaardigheid; Mondelinge taalvaardigheid; Literatuur; Leesvaardigheid;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    14 uur en 30 minuten
    Trefwoorden
    argumenteren, arrangeerbaar, enkelvoudige en samengestelde zinnen, haiku en elfje, leven in nederland, nederlands, nevenschikking en onderschikking, stercollectie, verbanden, vmbo-kgt34

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content - Gereedschapskist. (2019).

    Gereedschapskist activerende werkvormen

    https://maken.wikiwijs.nl/105906/Gereedschapskist_activerende_werkvormen

    VO-content - Kennisbanken. (2018).

    Nederlands vmbo-kgt34

    https://maken.wikiwijs.nl/90286/Nederlands_vmbo_kgt34