Opdracht: Lezen - Tekstrelaties vmbo-b34

Opdracht: Lezen - Tekstrelaties vmbo-b34

Lezen - Tekstrelaties

Intro

Op het eindexamen Nederlands krijg je ook vragen over:

  • tekstverbanden/tekstrelaties;
  • hoofdgedachte van een tekst;
  • het schrijfdoel.

Bekijk de video over tekstverbanden en signaalwoorden.

Wat kan ik straks?

Aan het eind van de opdracht kun je:

  • de belangrijkste tekstverbanden tussen alinea's herkennen en benoemen;
  • aan de hand van signaalwoorden tekstverbanden herkennen in een tekst.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Bestudeer het Kennisbankitem en het schema met verschillende tekstrelaties met bijbehorende signaalwoorden. Maak de oefening over tekstverbanden.
Stap 2 Speel het memoryspel over signaalwoorden. Speel het alleen of tegen een klasgenoot.
Stap 3 Oefenen helpt: maak de oefeningen over tekstverbanden.
Stap 4 Lees de tekst 'Ouderdom van dieren'. Beantwoord de vragen over tekstverbanden.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Samenvattend Hier vind je de Kennisbank die hoort bij deze opdracht.
Eindopdracht Schrijf zelf drie verhaaltjes van twee alinea's met een bepaald tekstverband. Wissel van verhaaltjes en bekijk ook de tekstverbanden van je klasgenoot.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer drie lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Tekstrelaties

Deze opdracht gaat over tekstrelaties. Dat is een ander woord voor tekstverbanden.
Tussen alinea's bestaan allerlei soorten verbanden.
Dat houdt in dat alinea's op een bepaalde manier op elkaar aansluiten.
Door middel van signaalwoorden kun je de verbanden herkennen.

Bestudeer dit onderwerp in de Kennisbank.

Verbanden tussen alinea's

Hieronder staan verschillende tekstrelaties met bijbehorende signaalwoorden.
Zorg dat je ze herkent!

Tekstverband Signaalwoorden
oorzaak-gevolg doordat, daardoor, ten gevolge van
doel-middel door middel van, om, waarmee
algemene uitspraak-voorbeeld (uitleggend) bijvoorbeeld, zoals, ter illustratie
tegenstelling maar, echter, daarentegen, in tegenstelling tot
opsomming en, ook, verder, ten tweede, ten slotte
voorwaarde als, indien, wanneer
argumenten-conclusie (samenvattend) dus, concluderend, kortom


Maak de volgende oefening.

Stap 2: Memory

Klik op de link www.memoryspelen.nl en speel het spel.
Het gaat over signaalwoorden. Zoek de juiste combinatie.

Je kunt de tijd uitzetten met de rode knop 'Klok uit', maar je kunt ook kijken of je de combinaties sneller vindt dan je klasgenoot!

Stap 3: Oefenen!

Hier vind je nog twee oefeningen over signaalwoorden en tekstverbanden.

Stap 4: Ouderdom van dieren

Lees de tekst over ouderdom van dieren.
Beantwoord de vragen over verbanden in de tekst.

Ouderdom van dieren

(1) Niet ieder dier wordt even oud. Een hond of een paard worden bijvoorbeeld lang niet zo oud als een papegaai of een schildpad. Hoe komt dat?

(2) 'Bij gewervelde dieren hangt de levensduur vaak samen met de lichaamsgrootte en de stofwisseling', zegt Wijbren Landman, bioloog bij Dierenpark Emmen. Kleine dieren, zoals muizen, hebben vaak een intensieve stofwisseling. Hierdoor slijten het hart en andere organen sneller. Omdat een olifant zo groot is en zijn stofwisseling traag, kan hij wel 50 tot 70 jaar oud worden.

(3) Ook de meeste vogels worden niet zo oud door hun snelle stofwisseling. Vogels hebben een sterke verbranding om hun lichaamstemperatuur op peil te houden (40 tot 44 graden Celsius) en omdat vliegen veel energie kost. De hartslag van een mus kan bijvoorbeeld oplopen tot 460 slagen per minuut. Bij een mens is 180 slagen al uitzonderlijk hoog.

(4) Papegaaien daarentegen kunnen door hun massa 50 jaar en ouder worden. Net als bij grote roofvogels, die ook een aanzienlijke leeftijd kunnen bereiken, gaat het dan wel om vogels in gevangenschap. Dieren in de vrije natuur leven korter.

(5) 'Schildpadden worden het oudst', zegt Landman. 'Tachtig jaar is geen uitzondering. Er leeft op Madagaskar zelfs een schildpadsoort die 200 jaar kan worden. Een schildpad is niet zo groot, dus een uitzondering op de regel.'

Naar: NRC Next

 

Afronding

Samenvattend

Hier vind je de Kennisbank die hoort bij deze opdracht.

Verbanden tussen alinea's

Eindopdracht

Schrijfopdracht met tekstverband

Als eindopdracht ga je een verhaaltje schrijven van twee alinea's, die een tekstverband met elkaar hebben.

Je schrijft een verhaaltje van twee alinea's. Iedere alinea moet minimaal 30 woorden bevatten. Om de alinea's op elkaar aan te laten sluiten gebruik je signaalwoorden. Je mag zelf de inhoud van het verhaaltje bepalen.
Het heeft wel te maken met het onderwerp van dit thema: Feest.

Voorbeeld:

Onderwerp: verjaardag
Tekstverband: tegenstelling

Ik ben uitgenodigd voor de verjaardag van Yoachim. Het feestje is morgen al! Ik twijfel alleen heel erg of ik wel naar zijn verjaardag moet gaan. Het lijkt me aan de ene kant heel erg leuk om daar naar toe te gaan. Ik bedoel, hij is aardig en hij heeft leuke vrienden.

Aan de andere kant weet ik niet zeker of ik wel moet gaan. Ik mag van mijn moeder namelijk niet bij Yoachim thuiskomen. Het schijnt dat zijn vader niet zo’n lieverdje is. Gelukkig heb ik daar nog nooit iets van gemerkt. Maar waar moet ik voor kiezen: Yoachim afbellen of liegen tegen mijn ouders?


Schrijf per onderwerp + tekstverband een verhaaltje:

Thema    Onderwerp    Verband
1    Kerstmis    Opsommend verband
2    Suikerfeest    Vergelijkend verband
3    Carnaval    Samenvattend verband

Klaar?

Wissel je teksten met die van een klasgenoot.
Kijk of hij/zij de tekstverbanden duidelijk heeft laten terugkomen in de tekst.
Geef elkaar feedback.

Beoordeling

Jullie docent zal de verhaaltjes beoordelen. Er wordt gelet op de volgende punten:

  • Bevat elk verhaaltje twee alinea's?
  • Is in elk verhaaltje duidelijk het tekstverband te herkennen tussen de alinea's?
  • Ben je creatief en origineel geweest in het maken van drie verhaaltjes?
  • Bevatten de verhaaltjes geen taalfouten?

Terugkijken

Intro

  • Heb je de introductievideo bekeken?
    Vond je de uitleg over tekstverbanden in de video duidelijk?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je aan de signaalwoorden in een alinea zien om welk tekstverband het gaat?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 3 uur met de opdracht bezig zou zijn.
    Had je die tijd ook nodig voor alle oefeningen en het schrijven van de verhaaltjes?
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht? Vond je lastig om in je verhaaltjes het juiste tekstverband te laten zien?
    Heb je voldoende gebruik gemaakt van signaalwoorden?
  • Het arrangement Opdracht: Lezen - Tekstrelaties vmbo-b34 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2020-06-30 14:28:36
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze opdracht hoort bij het thema 'Feest', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor vmbo-b34. Op het eindexamen komen vaak ook vragen over tekstverbanden, dus die staan in deze opdracht nog eens centraal. Verschillende tekstverbanden en de bijbehorende signaalwoorden komen aan bod. Er zijn veel verschillende oefenopgaven beschikbaar. In de eindopdracht kan worden geoefend met het schrijven van verhaaltjes bij een gegeven tekstverband.Veel succes!
    Leerniveau
    VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 3;
    Leerinhoud en doelen
    Lezen van zakelijke teksten (Nederlands); Nederlands; Schrijfvaardigheid; Lezen van fictionele teksten en literaire teksten (Nederlands); Leesvaardigheid;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    3 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, examentraining, feest, lezen- tekstrelaties, nederlands, signaalwoorden, stercollectie, tekstrelaties, teksverbanden, vmbo-b34

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Leermateriaal, StudioVO. (z.d.).

    Tijdelijk vmbo-b34

    https://maken.wikiwijs.nl/147820/Tijdelijk_vmbo_b34

    VO-content - Kennisbanken. (z.d.).

    Nederlands vmbo-b34

    https://maken.wikiwijs.nl/147834/Nederlands_vmbo_b34