Opdracht: Spelling - Werkwoordspelling vmbo-b34

Opdracht: Spelling - Werkwoordspelling vmbo-b34

Spelling - Werkwoordspelling

Intro

Deze opdracht heeft als titel 'Werkwoordspelling'.
Je hebt al eerder geoefend met werkwoorden en het herkennen van de persoonsvorm.

In deze video wordt de gehele werkwoordspelling in twee minuten nog eens uitgelegd.
Komt het je bekend voor?

Wat kan ik straks?

Aan het eind van de opdracht kun je:

  • werkwoordsvormen in de tegenwoordige tijd foutloos toepassen;
  • de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd herkennen.

 

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Bestudeer de Kennisbankitems, bekijk de video's en maak de oefening.
Stap 2 Veel oefenen helpt. Overleg met je docent welke oefeningen je maakt.
Stap 3 Test een klasgenoot. Maak allebei een oefening en vul de werkwoordsvormen in. Vergelijk ze daarna samen.
Stap 4 Schrijf een verhaaltje met fouten in de werkwoordspelling. Kan je klasgenoot de fouten vinden? Kijk samen naar de antwoorden.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Samenvattend Hier vind je de Kennisbanken die horen bij deze opdracht.
Eindopdracht Maak de toets 'Werkwoordspelling'.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer twee lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Werkwoord

Met een werkwoord wordt beschreven:

  • een handeling (bijvoorbeeld: lopen)
  • gebeurtenis (bijvoorbeeld: ontstaan)
  • toestand (bijvoorbeeld: zitten).


Werkwoorden kunnen gebruikt worden in drie tijden:

  • tegenwoordige tijd
  • verleden tijd
  • toekomstige tijd.

In deze opdracht gaat het over de spelling van werkwoorden in de tegenwoordige tijd.
De tegenwoordige tijd is de tijd die zich op dit moment afspeelt.

Bekijk de volgende video.

Het is belangrijk dat je werkwoorden foutloos kunt spellen, als je een verslag maakt of later gaat solliciteren.

Bestudeer de volgende onderwerpen uit de Kennisbank.
Het lijkt veel theorie, maar je hebt alles al een keer gehad, dus als het goed is, hoef je er niet veel tijd aan te besteden.

Bekijk de volgende video over de spelling van werkwoorden in de tegenwoordige tijd.

Maak de oefening.

Stap 2: Oefenen

Overleg met je docent welke oefeningen je nog maakt.

Stap 3: Test elkaar

In deze opdracht ga je oefenen met de spelling van werkwoorden.
Als je veel fouten maakt, kijk dan nog even terug in de theorie.

De oefening doe je samen met een klasgenoot.
Je kiest oefening A of B uit het tekstblok. Je maakt ieder een andere oefening.
Neem de zinnen van de oefening over in je schrift of kopieer ze naar een leeg (Google-)document, dat je opslaat in je eigen omgeving.

De oefening gaat hetzelfde als de oefeningen in voorgaande stappen.
Je vult de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd in.

Als je de opdracht klaar hebt wissel je je werk met een klasgenoot en kijkt elkaars werk na.
Wissel weer van werk en kijk of je het eens bent met de correcties.
Komen jullie er niet uit, vraag dan de hulp van de docent.

Versie A

  1. De jongen (vinden) .................... een T-bonesteak erg lekker.
  2. Misschien (wassen) .................... hij de auto's voor een goed doel.
  3. Lara (kunnen) .................... erg mooi tekenen.
  4. Ik (ontleden) .................... de zinnen uit het boek.
  5. Barbara en Anne (schudden) .................... die antwoorden zo uit hun mouw.
  6. Wie (winnen).................... de spellingwedstrijd?
  7. De jongen (condoleren) .................... zijn vriend met zijn overleden oma.
  8. Jeroen en Rolf (beantwoorden) .................... alle vragen.
  9. (Lopen) .................... je graag door het park?
  10. Hij (benijden).................... zijn vader niet.

 

Versie B

  1. Het brood (moeten) .................... door u in de vriezer worden gelegd.
  2. Morgen (organiseren) .................... het grappige meisje een groot feest.
  3. (Denken).................... je aan het inleveren van je boekverslag?
  4. (Coachen).................... je al lang het hockeyteam?
  5. Shirley en Nagina (computeren) .................... op dit moment.
  6. De juf (controleren) .................... dinsdag of al het huiswerk af is.
  7. (Worden).................... jij zenuwachtig van de testweek?
  8. Hij (barricaderen) .................... de deur door er zware dingen tegen te zetten.
  9. De politie (rijden) .................... soms met zwaailichten.
  10. Waarom (worden).................... je geen lid van de tennisclub?

 

Stap 4: Jouw huis

Jouw huis

Wat vind je belangrijk aan jouw huis?
Als je aan je huis denkt, kun je denken aan het soort huis, de locatie, de buurt, enzovoorts.
In totaal krijg je twintig minuten voor deze opdracht.

  1. Schrijf een verhaaltje van ongeveer tien zinnen over wat jij belangrijk vindt aan jouw huis.
    Maak expres in iedere zin één fout in de werkwoordspelling.
    Zorg dat iedere zin op een nieuwe regel begint.
    Voor dit deel van de opdracht krijg je 10 minuten de tijd.
  1. Wissel jouw verhaaltje met het verhaaltje van een klasgenoot.
    Verbeter de spelfouten die gemaakt zijn in het verhaaltje.
    Dit doe je door ze te onderstrepen. Zet dan aan het eind van iedere zin het werkwoord in de goede vorm.
    Voor dit deel van de opdracht krijg je 5 minuten de tijd.
  1. Wissel opnieuw van blaadje en controleer de verbeteringen van je klasgenoot.
    Bekijk ook of hij of zij geen fouten over het hoofd heeft gezien.
    Als je er niet uitkomt, mag je natuurlijk de docent om hulp vragen.
    Voor dit deel van de opdracht krijg je 5 minuten de tijd.

Afronding

Samenvattend

Hier vind je de Kennisbanken die horen bij deze opdracht.

Eindopdracht

Deze opdracht sluit je af met de toets ‘Werkwoordspelling’.

Terugkijken

Intro

  • Heb je de introductievideo bekeken?
    Kwam de uitleg je nog bekend voor?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Beheers je de werkwoordsvormen in de tegenwoordige tijd? Kun je er zelf zinnen mee maken?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig zou zijn. Had je voldoende tijd om te oefenen en de toets te maken?
  • Inhoud
    De stof in deze opdracht heb je al eerder bestudeerd. Wist je het meeste nog?
    Schrijf op wat nieuw voor je was of waar je nog moeite mee hebt.
    Lees eventueel de Kennisbanken nogmaals door.
  • Het arrangement Opdracht: Spelling - Werkwoordspelling vmbo-b34 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2020-06-30 14:31:25
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze opdracht hoort bij het thema 'Wonen', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor vmbo-b34. In deze opdracht staat werkwoordspelling centraal. In de subopdrachten wordt de theorie over werkwoordspelling in de tegenwoordige tijd herhaald. Ook is er veel ruimte om zowel individueel als in tweetallen te oefenen. Afsluitend is er een eindtoets beschikbaar. Veel succes!
    Leerniveau
    VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 3;
    Leerinhoud en doelen
    Nederlands; Schrijfvaardigheid;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    2 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, nederlands, spelling- werkwoordspelling, stercollectie, tegenwoordige tijd, vmbo-b34, werkwoord spelling, werkwoorden, werkwoorspelling, wonen

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Leermateriaal, StudioVO. (z.d.).

    Tijdelijk vmbo-b34

    https://maken.wikiwijs.nl/147820/Tijdelijk_vmbo_b34

    VO-content - Kennisbanken. (z.d.).

    Nederlands vmbo-b34

    https://maken.wikiwijs.nl/147834/Nederlands_vmbo_b34

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Tegenwoordige tijd

    Tegenwoordige tijd

    Tegenwoordige tijd

    Werkwoordspelling

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.