Thema: Gezondheid vmbo-b34

Thema: Gezondheid vmbo-b34

Gezondheid

Inleiding

Het onderwerp van dit thema is Gezondheid.
Om je heen hoor en lees je iedere dag wel iets over gezondheid.
Maar weet jij eigenlijk wel wat echt gezond is?

In dit thema maak je vijf opdrachten. In iedere opdracht staat een andere vaardigheid centraal.
In de opdrachten wordt waar mogelijk verwezen naar het thema, maar lang niet overal.

Aan het einde van dit thema ga je een kruiswoordpuzzel maken over gezondheid.


Bekijk nu de volgende twee video's.

Wat kan ik straks?

Hier vind je de leerdoelen die horen bij het thema Gezondheid.

Leerdoel Opdracht
Ik kan omschrijven wat een artikel is en uit welke onderdelen een artikel is opgebouwd. Schrijven - Artikel schrijven
Ik kan de betekenis van meerdere medische woorden herkennen of opzoeken. Woordenschat - Medische woorden
Ik kan het verschil benoemen tussen bepaalde en onbepaalde telwoorden en van beide soorten voorbeelden geven. Grammatica - Telwoorden
Ik kan omschrijven wat televisieseries zijn en twee genres televisieseries noemen. Fictie - Televisieseries
Ik kan ruziesituaties herkennen en bedenken hoe ik het zou oplossen. Vaardigheden - Ruzies oplossen

 

Wat ga ik doen?

Voor je aan de slag gaat met de afsluiting maak je vijf opdrachten.
In de tabel staat per activiteit hoeveel lessen je ongeveer nodig hebt.

Activiteit Aantal lesuren Eindproduct
Inleiding 0,5  
Schrijven: Artikel schrijven 2 Informatie uit artikelen halen.
Woordenschat: Medische woorden 2 Informatie verzamelen over één ziekte.
Grammatica: Telwoorden 2 Zinnen met telwoorden schrijven.
Fictie: Televisieseries 2 Recensies schrijven over TV-series.
Vaardigheden: Ruzies oplossen 2 à 3 Ruziesituatie beschrijven en oplossen.
Afsluiting 2 Kruiswoordpuzzel maken.
Totaal: 12 à 13  


De tijd is een inschatting en mede afhankelijk van de keuze van de eindproducten.

Opdrachten

Schrijven: Artikel schrijven

Artikel schrijven

Intro

In deze video zie je met welke snelheid kranten worden gedrukt.
In een krant staan veel artikelen.
Een voorbeeld van een artikel zie je in de afbeelding.

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • omschrijven wat een artikel is;
  • opnoemen uit welke onderdelen een artikel meestal is opgebouwd;
  • belangrijke informatie uit een artikel halen.

 

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Bestudeer het Kennisbankitem 'Artikel' en maak de oefening.
Stap 2 Bedenk bij drie artikelen een passende kop. Wissel de titels uit met een klasgenoot en bedenk samen nog andere titels voor de artikelen.
Stap 3 Beantwoord vragen over een artikel.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Samenvattend Hier vind ik de Kennisbank die hoort bij deze opdracht.
Eindopdracht Lees een tekst en bekijk video's over teveel alcoholgebruik bij jongeren. Zoek artikelen op internet en schrijf de gevaren van alcohol in een tekstdocument.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer twee lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Artikel

Bestudeer in de Kennisbank het volgende item.

 

Maak de oefening.

Klik ook door het item Artikel schrijven in de gereedschapskist.

Artikel schrijven

Een artikel is een goede manier om informatie te presenteren of een gebeurtenis te beschrijven.

 

Stap 2: Koppen

Koppen verzinnen

De titel van een artikel is heel belangrijk.
Het geeft de lezer informatie over het onderwerp en het maakt de lezer nieuwsgierig om het artikel te gaan lezen.
In deze opdracht ga je oefenen met het verzinnen van pakkende titels.

  1. Lees de volgende drie artikelen. Alle artikelen hebben iets met gezondheid te maken.
    Bedenk bij ieder artikel een leuke titel.
    Zet de titels die jij hebt verzonnen in een tekstdocument.
Jongeren tussen de 13 en 18 jaar lijden aan een ernstige vorm van 'sociale-mediastress'. Dat zeggen onderzoekers van de Nationale Academie voor Media & Maatschappij na onderzoek onder 500 jongeren. Ongeveer een kwart van de  jongeren voelt zich gestrest als ze niet alles in de sociale media kunnen bijhouden; nog eens een kwart zegt dat dit "enigszins" het geval is. Sociale media als Facebook, WhatsApp, Ping, Twitter, MSN en Hyves zijn via de smartphone constant bereikbaar. Via speciale geluiden en pushberichten wordt steeds gevraagd om te reageren.

Concentratievermogen
Jongeren zeggen stress te ervaren omdat ze bang zijn sociaal buitengesloten te raken of dingen te missen. Voor jongeren is het ook belangrijk zich op de juiste manier te presenteren op de sociale media, omdat iedereen zich daar 'beter' voordoet. Dat gevoel veroorzaakt een grote druk en leidt tot onzekerheid, onmacht en een lage eigenwaarde. Jongeren geven verder aan dat het gebruik van sociale media soms ten koste gaat van concentratievermogen, schoolresultaten, sport, contact met familieleden of slaap. Zij weten vaak niet hoe ze daar anders mee om moeten gaan.

Facebook
Zo'n 86 procent van de ondervraagde jongeren zegt de smartphone altijd bij zich te hebben. Facebook wordt het meest gebruikt. Daarna volgt YouTube en op de derde plaats staan WhatsApp en Ping. Het niet direct kunnen bekijken van een binnenkomend bericht leidt bij zo'n 60 procent tot onrust.

Begeleiding
De Nationale Academie voor Media & Maatschappij pleit voor een betere begeleiding van jongeren en komt met aanbevelingen voor het onderwijs, ouders en jongeren zelf. Ook komt er een speciale website: ikbenoffline.org. Hierop worden jongeren aangemoedigd om offline activiteiten te ondernemen en daarover te berichten op deze site. Jongeren wordt ook gevraagd stil te staan bij hun eigen social-mediagebruik.

Bron: www.nos.nl

 

Volgens de Europese richtlijnen zouden jongeren tussen 12 en 19 jaar zo'n 9,2  uur per nacht moeten slapen. Metro  meldt vandaag dat uit een recent  onderzoek van de Universiteit van  Amsterdam blijkt dat tweederde van de  Nederlandse jongeren minder dan die 9,2 uur per nacht slaapt. Zo'n twintig  procent zou zelfs kampen met een  chronisch slaaptekort.

Als je als jongere 9,2 uur slaap nodig hebt per nacht, betekent dit dat je als je om 22:30 uur naar bed gaat, je opstaat rond 7:45 uur. Dit klinkt als best haalbaar. Toch blijkt dus dat dit voor veel jongeren niet haalbaar is. Zij gaan later naar bed, staan vroeger op of slapen slecht.

Ed de Bruin is slaaponderzoeker en denkt de oplossing te hebben voor deze jongeren. Ongeveer de helft van de slaapproblemen van de jongeren is verdwenen na deelname aan zijn programma. Je kunt, als je last hebt van slaapproblemen, nog meedoen aan dit onderzoek door je aan te melden via slimslapen.nl. Hier kan je ook een zelftest doen.

Daarnaast is het volgens de Bruin zeker aan te raden om niet kort voor het slapen gaan nog actief te zijn op een computer, laptop, iPad of smartphone: "Het licht van de computer verstoort de melatoninehuishouding. Melatonine, het hormoon dat voor een slaperig gevoel zorgt, wordt zodoende pas later aangemaakt, waardoor jongeren ook pas veel later in slaap vallen. Je kunt het zien als een soort jetlag."

Vooral de adviesbedtijden die voor de jongeren individueel worden berekend, zijn behulpzaam volgens de Bruin: "Op basis van de persoonlijke bedtijden van jongeren, de tijd die ze normaal gesproken wakker liggen en hun gedrag overdag kijken we wat voor de deelnemers het beste tijdstip is om te gaan slapen.
Dat verschilt per individu", legt De Bruin uit.
"De een heeft nu eenmaal minder slaap nodig dan de ander. Met de juiste adviesbedtijden hebben veel jongeren al snel baat."


Gepost op Maandag 3 juni 2013 15:23 door Scarlet Hemkes in Artikelen over gezondheid.
Bron: www.proud2bme.nl

 

Ruim 40 procent van de 18-jarige jongeren twijfelt erover om orgaandonor te worden na overlijden. Dat schrijft Sp!ts op basis van  onderzoek van TNS NIPO.

Vandaag ontvangen jongeren die vorig jaar 18 zijn geworden, een oproep om hun keuze voor orgaandonatie vast te leggen.
Een grote meerderheid wil eerst met ouders (82 procent) en/of met vrienden (50 procent) praten alvorens een definitieve keuze te maken.
In Noord-Holland is de twijfel onder 18-jarigen met 54 procent het hoogst.

Landelijk zegt 35 procent van de 18-jarigen zich te gaan registreren naar aanleiding van de brief, maar per regio verschillen de jongeren hierover van mening.
In Noord-Brabant is het percentage jongeren dat van plan is te registreren het hoogst: 49 procent zegt zich te zullen aanmelden.
Dat sluit aan bij de registratiegraad van alle Nederlanders van 15 jaar en ouder, waarin Noord-Brabant koploper is.

Bijna 200.000 jongeren die in 1994 zijn geboren krijgen dinsdag een brief in de bus waarin gevraagd wordt hun keuze over orgaandonatie in het Donorregister vast te leggen.
Het gaat om een verzoek van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
De brief wordt elk jaar verstuurd naar alle kersverse meerderjarigen.

Bron: www.ad.nl

 

  1. Wissel de titels die je verzonnen hebt met een medeleerling.
    Jullie mogen vijf minuten gebruiken om elkaar feedback te geven.
    Probeer in ieder geval één positief punt te noemen en één verbeterpunt.
    Beantwoord per titel de volgende twee vragen.
    • Zegt de titel iets over het onderwerp?
    • Zorgt de titel ervoor dat de lezer nieuwsgierig wordt om verder te lezen?

  2. Kunnen jullie samen nog andere titels verzinnen?
    Verzin voor ieder artikel nog een titel.
    Deze titel moet anders zijn, dan de titels die jullie eerst hebben bedacht.
    Zet ook de titel die jullie samen bedacht hebben in het Googlebestand.
    Hiervoor mogen jullie vijf minuten gebruiken.

Stap 3: Begrijpend lezen

Soms staan er moeilijke woorden in een artikel.
Vaak kun je al lezende de betekenis van het woord uit de tekst afleiden.

In deze opdracht ga je oefenen met begrijpend lezen.
Lees het artikel dat hieronder staat en beantwoord de vragen.

 

Afronding

Samenvattend

Hier vind je de Kennisbank die hoort bij deze opdracht.

Eindopdracht

Als eindopdracht ga je een artikel lezen, video's kijken, artikelen zoeken op internet en informatie uit artikelen verzamelen.
Het onderwerp is jongeren met alcoholvergiftiging.

Steeds meer jongeren met alcoholvergiftiging

Steeds meer jongeren belanden op de Spoedeisende Hulp met een alcoholvergiftiging. In 2011 noteerden de ziekenhuizen 3100 gevallen. Een jaar eerder waren dat er nog 2300. Staatssecretaris Martin van Rijn van Volksgezondheid is geschrokken van de cijfers. Daarover bericht het KRO-programma Brandpunt zondagavond.

Van 2007 tot 2010 bleef het aantal alcoholvergiftigingen redelijk stabiel, maar de laatste jaren laten een forse stijging zien. Vooral jongens tussen de 15 en 19 jaar gaan zich te buiten aan grote hoeveelheden alcohol. In deze categorie doet zich de grootste stijging voor.

Gemiddeld komen elk jaar zo'n 2500 jongeren met een alcoholvergiftiging op de Spoedeisende Hulp terecht. Een op de tien jongeren is jonger dan 15 jaar. Bijna de helft (43 procent) is tussen de 15 en 20 jaar.

De Tweede Kamer ging afgelopen week akkoord met een verhoging van de leeftijd waarop jongeren alcohol mogen drinken van 16 naar 18 jaar. De recente cijfers bewijzen de noodzaak van deze verhoging, zegt staatssecretaris Van Rijn in Brandpunt. 'Alcohol onder de 18 is niet normaal, naar die nieuwe sociale norm moeten we toe', aldus Van Rijn.

Bron: ANP


Na het lezen van het artikel bekijk je de video's.
Hierin krijg je meer informatie over te veel alcohol drinken.

Het is wel om van te schrikken al deze informatie!
Ga op zoek naar nog meer informatie over het gevaar van te veel alcohol.

  1. Ga op internet op zoek naar artikelen die gaan over het gevaar van het gebruik van te veel alcohol.
    Het is de bedoeling dat je drie artikelen vindt.

  2. Schrijf de gevaren van alcohol op die je vindt in de artikelen.
    Download hiervoor het (Google-)document  Werkblad Gevaren alcohol.
    Sla het op je eigen omgeving op, zodat je het kunt bewerken.
    Onder het kopje ‘Gevaren alcohol’ zet je de verschillende gevaren die je tegenkomt in de artikelen.
    Onder het kopje ‘Bron’ typ je waar de informatie vandaan komt.
    Hierin zet je de naam van het artikel en de schrijver.

  3. Lever het ingevulde (Google-)bestand in bij je docent.

Beoordeling

Je docent zal het document beoordelen. Daarbij let hij of zij op:

  • Heb je drie verschillende artikelen gevonden over dit onderwerp?
  • Heb je de gevaren van teveel alcohol goed omschreven?
  • Zijn de bronnen vermeld?
  • Bevat het (Google-)document geen taalfouten?

Terugkijken

Intro

  • Heb je de introductievideo bekeken?
    Past de video goed bij de opdracht?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Waarom wordt in een artikel vaak een bepaalde volgorde aangehouden?

Hoe ging het?

  • Inhoud
    Natuurlijk wist je al wel wat een artikel was.
    Heb je toch nog iets nieuws geleerd in deze opdracht?
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht? Wist je al hoe gevaarlijk alcohol is?
    Was het gemakkelijk om veel artikelen over de gevaren van alcohol te vinden?

Woordenschat: Medische woorden

Medische woorden

Intro

Medische woorden zijn woorden die worden gebruikt in het ziekenhuis of bij de huisarts.
Er bestaan erg veel medische woorden.
Ze komen voor in medische overleg met de huisarts, in bijsluiters of in een speciaal woordenboek voor bijsluiters.

Bekijk de video.
Hier worden niet alleen medische woorden gebruikt, of wel?

 

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • de betekenis van enkele medische woorden herkennen of opzoeken;
  • uitleggen welke informatie ik in een bijsluiter bij een medicijn kan vinden.

 

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Lees de informatie over medische woorden die ik niet begrijp en maak de oefening.
Stap 2 Maak de sleepoefening over een bezoek aan de huisarts.
Stap 3 Bestudeer twee keer een bijsluiter en beantwoord de vragen.
Stap 4 Bekijk de video en bedenk waarom het belangrijk is dat ik een bijsluiter goed moet lezen. Zoek een bijsluiter op internet en beantwoord de vragen.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Eindopdracht Maak de eindopdracht: verdiep ik in één ziekte en verzamel informatie. Leg mijn informatie uit aan een klasgenoot.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer twee lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Geheimtaal?

Geheimtaal?!

“Jouw nierfunctie is niet helemaal goed”, zegt de huisarts, nadat hij jou heeft onderzocht.
“Dit past bij de symptomen dat je heel veel dorst hebt.
Ik zal je een recept voorschrijven om het nierfalen op te lossen”.

Als je buiten staat, ben je helemaal vergeten om een aantal dingen te vragen.
Wat is nierfalen? Wat zijn symptomen?

 

Als je naar de dokter gaat, kom je vaak in aanraking met woorden waarvan je de betekenis niet weet.
Er zijn een aantal manieren om achter de betekenis te komen.

  • Vraag je arts om meer uitleg.
  • Lees de bijsluiter die bij je medicijnen zit.
  • Zoek informatie op een betrouwbare gezondheidssite
    (bijvoorbeeld www.thuisarts.nl).
  • Bel naar de huisartsenpraktijk en vraag de assistente om meer uitleg.

Stap 2: Naar de dokter

Maak de volgende sleepoefening.

Stap 3: Moeilijke termen

Moeilijke termen in bijsluiters

Deze opdracht gaat over het lezen en begrijpen van bijsluiters.
Lees het volgende artikel.

Veel moeilijke woorden in bijsluiters
Heb je geen idee wat 'orodispergeerbaar' betekent? Dan ben je niet de enige.
Het is het meest gezochte woord in het Online Bijsluiterwoordenboek.

De top 5 moeilijke woorden bestaat uit:

  • orodispergeerbaar (niet oplosbaar),
  • dispergeerbaar (oplosbaar),
  • keratolytisch effect (ontschilferend, verweekt de hoornhuid),
  • vochtretentie (het vasthouden van vocht),
  • antiflogistica (ontstekingsremmers).

Gebruikers van het Bijsluiterwoordenboek kunnen het verzoek doen om een woord dat zij moeilijk vinden en dat nog niet in het woordenboek voorkomt, op te laten nemen.

Bijsluiters moeilijk
TNS NIPO onderzocht hoe consumenten omgaan met zelfzorgmiddelen en bijsluiters.
Uit interviews met 535 mensen blijkt dat 96 procent de bijsluiter bij het eerste gebruik geheel of gedeeltelijk doorleest.
43 procent begrijpt soms enkele woorden of zinnen in bijsluiters niet.
De bijsluiter is van groot belang voor veilig en effectief gebruik van zelfzorgmiddelen.
Ook op Gezondheidsnet vind je het online Bijsluiterwoordenboek.

Bron: Nu.nl


Een bijsluiter is gedrukte informatie, die je krijgt als je een geneesmiddel koopt.
Het bevat informatie over het product, voor wie het geschikt is, hoe het gebruikt moet worden en hoe vaak.
Vaak staan er moeilijke woorden in.
Heb jij het wel eens meegemaakt dat je een bijsluiter van een medicijn niet snapte?

Als je uit een ander land komt, is het helemaal moeilijk om informatie over een geneesmiddel te begrijpen.

Bekijk van de volgende video het gedeelte vanaf 8:43 min.

In deze opdrachten staan korte stukjes tekst uit twee verschillende bijsluiters.
Beantwoord de meerkeuzevragen die onder de stukjes staan.
Je mag overleggen met een medeleerling.

Opdracht 1

PARACETAMOL

Te gebruiken bij:

  • ​koorts en pijn bij griep en verkoudheid
  • koorts en pijn na vaccinatie
  • hoofdpijn
  • kiespijn
  • zenuwpijn
  • spit
  • spierpijn
  • menstruatiepijn

Opdracht 2

Lees ook de volgende bijsluiter van het geneesmiddel Augmentin.
Beantwoord de vragen.

AUGMENTIN

Let op de volgende signalen:
Augmentin kan sommige bestaande ziekteverschijnselen verergeren, of ernstige bijwerkingen veroorzaken.
Dit omvat onder meer allergische (overgevoeligheids)reacties, toevallen (convulsies) en ontstekingen van de dikke darm.

Als u Augmentin gebruikt moet u opletten op het optreden van deze signalen, om zo het risico op complicaties te verminderen.

Bloed- en urinetesten
Als er bloed wordt afgenomen om te controleren hoe uw lever werkt (leverfunctietesten) of als uw urine wordt onderzocht (op glucose), vertel dan uw arts of verpleegkundige dat u Augmentin gebruikt.
Het is belangrijk dat zij dit weten, omdat Augmentin de resultaten van dit soort testen kan beïnvloeden.

Stap 4: Lees de bijsluiter

Het is belangrijk dat je een bijsluiter goed leest.
Het kan namelijk zo zijn, dat een bepaald medicijn slecht samengaat met een ander medicijn.
Dit staat duidelijk in de bijsluiter vermeld.

Het kan ook zijn dat je iets niet mag doen als je een bepaald medicijn slikt.
Kijk maar naar de volgende video over het rijden onder invloed van medicijnen.

 

Afronding

Eindopdracht

Verschillende soorten ziekten
Er zijn veel soorten ziekten waar je last van kan hebben.
In deze opdracht is het de bedoeling dat je je verdiept in één ziekte.

Hieronder staan vijf verschillende ziektes. Kies er één uit, waar jij meer over wilt weten.

  • Aids
  • Psoriasis
  • Reuma
  • Hernia
  • Bof

Hoe ga je te werk?

  • Zoek op internet informatie over de ziekte die je hebt gekozen.
    Op Wikipedia of Thuisarts.nl of Gezondheidsnet.nl is veel informatie te vinden.
    Als je een woord tegenkomt dat je niet begrijpt, is het slim om dit op te zoeken.
    Dat zorgt ervoor dat je geen belangrijke informatie mist, omdat je een zin niet begrijpt.
  • Je mag maximaal een kwartier gebruiken om informatie over de ziekte op te zoeken.
    Schrijf de informatie op die je hebt verzameld.
    Je kunt hiervoor een Googledocument maken, dat je opslaat in je eigen omgeving.
  • Zorg dat je in ieder geval de volgende vragen beantwoordt:
    1. Wat is de ziekte?
    2. Hoe ontstaat de ziekte?
    3. Wat zijn de symptomen?
    4. Kun je het voorkomen? Zo ja, hoe?
    5. Is de ziekte te behandelen? Zo ja, hoe?
    6. Kun je genezen van de ziekte?

Laat de informatie, die je gevonden hebt over de ziekte, lezen aan een klasgenoot.
Probeer de informatie die je hebt gevonden zo eenvoudig mogelijk toe te lichten.
Gebruik hiervoor vijf minuten.

Jij leest op jouw beurt de informatie die je klasgenoot over een bepaalde ziekte heeft verzameld.
Geef elkaar feedback over de manier waarop jullie de informatie hebben verzameld en opgeschreven.
Gebruik hiervoor vijf minuten.

Beoordeling

De docent zal jullie informatie beoordelen. Daarbij wordt gelet op:

  • ​Is de informatie nuttig en relevant voor de ziekte die je hebt uitgekozen?
  • Zijn bovengenoemde vragen beantwoord?
  • Was de uitleg over de ziekte en de informatie die je gevonden hebt, duidelijk?
  • Hebben jullie elkaar goede feedback gegeven over de informatie en uitleg ervan?
  • Bevatte de uitleg geen taalfouten?

Terugkijken

Intro

  • Heb je de introductievideo bekeken?
    Werden er medische woorden in gebruikt? Snapte je de humor in de video?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Op welke manieren kom je achter de betekenis van een medisch woord dat je niet kent?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig zou zijn.
    Had je die tijd ook nodig voor deze opdracht of kwam je tijd te kort?
  • Inhoud
    Lees je zelf altijd de bijsluiter bij een medicijn, voor je dit gaat gebruiken?
    Zoek je dan de medische woorden op die je niet snapt?
  • Eindopdracht
    Was het lastig informatie te zoeken over de ziekte, waarin je je had verdiept?
    Kon je de informatie goed uitleggen aan je klasgenoot?

Grammatica: Telwoorden

Grammatica - Telwoorden

Intro

In deze opdracht staan de telwoorden centraal.
In de onderbouw heb je al over telwoorden geleerd.
Bekijk de video om je geheugen nog even op te frissen.

Wat is het verschil tussen bepaalde en onbepaalde hoofdtelwoorden?

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • verschillende soorten telwoorden benoemen;
  • het verschil herkennen tussen bepaalde en onbepaalde telwoorden;
  • telwoorden voluit schrijven.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Bestudeer het Kennisbankitem 'Telwoorden' en maak de combinatieoefening.
Stap 2 Maak de drie oefeningen over telwoorden.
Stap 3 Zoek de telwoorden in een tekst en geef aan om wat voor soort telwoorden het gaat. Vergelijk mijn antwoorden met die van een klasgenoot.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Samenvattend Hier vind ik de Kennisbank die hoort bij deze opdracht.
Eindopdracht Maak zinnen met telwoorden, die mijn klasgenoot moet herkennen. Mijn klasgenoot maakt zinnen voor mij. Samen bekijken wij de antwoorden.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer twee lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Telwoorden

Bestudeer het Kennisbankitem.


Maak de volgende oefening.

Stap 2: Oefenen

In de eerste oefening leer je het telwoord herkennen in een zin.

De tweede oefening gaat over het voluit schrijven van telwoorden.
Een samengesteld telwoord wordt als één woord geschreven, behalve als 'duizend' erin voorkomt.
Voorbeeld: 43 = drieënveertig.

Op duizend volgt een spatie.
Veelvouden van miljoen en miljard worden los van elkaar geschreven.
Voorbeeld: 3458 = drieduizend vierhonderdachtenvijftig.

In de laatste oefening leer je verschillende soorten telwoorden te onderscheiden.

Stap 3: Hoeveel en welke telwoorden?

In de volgende tekst komen telwoorden voor. Schrijf alle telwoorden op die je herkent.
Daarachter schrijf je om wat voor een soort telwoord het gaat.

Je kunt kiezen uit:

  • bepaald hoofdtelwoord
  • onbepaald hoofdtelwoord
  • bepaald rangtelwoord
  • onbepaald rangtelwoord.
Jongeren gamen zich letterlijk een bochel
Honderd jaar geleden kregen kinderen een kromme rug door kinderarbeid.
Nu door hun tablets en smartphones. Veel jongeren lopen met de rug van een oud persoon. Artsen en deskundigen waarschuwen voor een oprukkend fenomeen bij kinderen en jongeren: de gameboyrug. Kinderen in de groei zitten zo vaak kromgebogen boven hun smartphones, Nintendo's of tablets, dat ze een kromme, vergroeide rug zouden ontwikkelen.

Hernia's
'Er worden al veel jongeren van 19 aan hernia's geopereerd', zegt orthopedisch chirurg Piet van Loon, die deze week samen met twee hoogleraren in Medisch Contact waarschuwt tegen de gameboyrug. Volgens hem daalt de gemiddelde leeftijd waarop mensen een hernia-operatie ondergaan al jaren.

'Ik zie in mijn spreekkamer steeds vaker jongeren met de rugproblemen van oude mensen', zegt Van Loon. Door de hoge druk 'drogen' de tussenwervelschijven bovendien uit, waardoor de rug steeds stijver wordt. ‘Laatst kwam een jongen van twintig al voor de tweede keer met een hernia!’

Afronding

Samenvattend

Hier vind je de Kennisbank die hoort bij deze opdracht.

Eindopdracht

Deze opdracht doe je samen met een klasgenoot.
In totaal mag je maximaal vijftien minuten aan deze opdracht besteden.

1. Schrijf afzonderlijk van elkaar tien zinnen op die met gezondheid te maken hebben.
In iedere zin moet één telwoord staan.
Hiervoor mag je ongeveer vijf minuten gebruiken.
Let een beetje op elkaar, zodat je gelijk op werkt.
Voorbeeld: Je bedenkt de zin "Het was de eerste keer dat ik naar het ziekenhuis ging".

Kijk nog even in de Kennisbank naar het schema.


2. Als je klasgenoot en jij allebei tien zinnen klaar hebben, wissel je het vel met zinnen.
Onderstreep nu de telwoorden in elkaars zinnen.
Achter de zin schrijf je welk soort telwoord het is.
Voorbeeld: Het was de eerste keer dat ik naar het ziekenhuis ging. [Bepaald rangtelwoord]

3. Wissel weer van blaadje.
Beoordeel of de woorden die zijn onderstreept inderdaad telwoorden zijn en of de telwoorden goed benoemd zijn.
Als dat niet zo is, corrigeer elkaar dan.

Beoordeling

Lever jullie zinnen in bij de docent. Hij of zij zal de zinnen beoordelen.

  • Hebben jullie in elke zin een telwoord gebruikt?
  • Hebben de zinnen te maken met het onderwerp 'gezondheid'?
  • Bevatten de zinnen geen taalfouten?
  • Hebben jullie de telwoorden in de zinnen goed benoemd?
  • Heb je goed samengewerkt met je klasgenoot?

Terugkijken

Intro

  • Heb je de introductievideo bekeken?
    Was de uitleg over telwoorden in de video nuttig?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je hoofdtelwoorden en rangtelwoorden uit elkaar houden? Kun je ook voorbeelden geven?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig zou zijn. 
    Had je voldoende tijd voor alle oefeningen in deze opdracht?
  • Inhoud
    Wist je al veel over telwoorden? Schrijf op wat nieuw voor je was.
  • Eindopdracht
    Vond je het leuk om zinnen voor een klasgenoot te bedenken?
    Hadden jullie zinnen bedacht die met gezondheid te maken hebben?

Fictie: Televisieseries

Fictie - Televisieseries

Intro

Bekijk de video.
Je ziet allerlei soorten seriekijkers voorbijkomen.
Tot welke TV-kijkende persoon behoor jij?


Wat kan ik straks?

Aan het eind van de opdracht kan ik:

  • omschrijven wat wordt bedoeld met televisieseries;
  • twee kenmerken van een soap noemen;
  • de begrippen 'scriptschrijver', 'cliffhanger' en 'leader' omschrijven.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Bestudeer de info over televisieseries. Kijk een stukje van de televisieserie Gooische Vrouwen en beantwoord de vraag.
Stap 2 Vergelijk een serie van vroeger met een serie van nu en bedenk hoe de televisie er in de toekomst uit gaat zien.
Stap 3 Bestudeer de kenmerken van een soap en bedenk een cliffhanger.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Eindopdracht Ik kijk 2 dagen lang allerlei series. Daarna schrijf ik recensies over de series die ik op TV gezien heb.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer één lesuur nodig.

Aan de slag

Stap 1: Televisieseries

Televisieseries zijn verhalen in beeld.
Een televisieserie is meestal fictie (= niet waar gebeurd) en wordt geschreven door een scriptschrijver.

Er zijn veel soorten televisieseries: tekenfilmseries, dramaseries, soapseries enzovoorts.
Wat vind jij de leukste televisieserie? Waarom?
Onder welk genre valt de serie?

Hier zie je de leader van de populaire serie ‘Gooische Vrouwen’.

 

Stap 2: Vroeger en nu

In de loop van de tijd zijn televisieseries erg veranderd.
Kijk maar eens naar de volgende twee video's.

Je hoeft de video's niet helemaal af te kijken.
Het is de bedoeling dat je een indruk krijgt van televisieseries uit die tijd.

In de volgende video wordt uitgelegd over hoe we in de toekomst TV gaan kijken.
Bekijk de video.

 

Stap 3: Soaps

Een soap is een genre televisieserie.
Je hebt vast wel eens een soap gezien.

Bekijk hier een stukje uit de soapserie 'GTST'.

Een soap heeft een aantal kenmerken:

  • voorspelbare verhaallijnen (relaties en problemen)
  • veel even belangrijke personages
  • veel verschillende verhaallijnen naast elkaar
  • stereotiepe personages
  • geen vooraf bepaald begin of einde
  • veel korte scènes.

Een soap eindigt vaak met een cliffhangerDit is het spannende einde van een aflevering.
Het doel van een cliffhanger is dat de kijker nieuwsgierig wordt naar de afloop en de volgende keer dus weer gaat kijken.

Opdracht

Bekijk het volgende fragment uit de serie ‘Spangas’.


Stel je voor dat dit fragment met een cliffhanger moet eindigen. Hoe zou die cliffhanger er volgens jou uitzien?
Vul het fragment aan met een spannend einde, zodat de kijker nieuwsgierig wordt naar de volgende aflevering.
Dit einde hoef je niet te filmen, maar alleen op te schrijven. Deze opdracht mag je samen met een klasgenoot uitvoeren.

Let op de volgende drie punten:
Je mag vijftien minuten gebruiken voor het schrijven van de cliffhanger.

1. Zorg dat je de gesprekken precies opschrijft.
Welk personage zegt wat? Voorbeeld: “Ik ga even mijn fiets pakken”.
(Zet hetgeen er gezegd wordt tussen aanhalingstekens.)

2. Zet de emoties van de personages bij de gesprekken.
Voorbeeld: “….”, zegt Charley op een boze manier.

3. Als laatste mogen de gebeurtenissen niet ontbreken.
Voorbeeld: en ze fietst hard weg op haar rode fiets.

Afronding

Eindopdracht

TV-recensent

Een tv-recensent is iemand die zijn/haar mening geeft over een televisieprogramma.
In deze eindopdracht ben jij een tv-recensent.

Jij gaat een dagboek bijhouden over de televisieseries die jij in twee dagen bekijkt.
Je doet dat in een Google-document, dat je opslaat in je eigen omgeving.

Hoe je een recensie schrijft, kun je lezen in de Gereedschapskist.

  • Je noteert alle televisieprogramma’s die jij kijkt gedurende twee dagen (of avonden).
  • Bij ieder programma schrijf je op wat je ervan vindt.
  • Als de twee dagen om zijn, maak je van je recensies een keurig (Google-)tekstdocument.
  • Bij iedere televisieserie noem je de titel, zoek je een plaatje van de televisieserie en typ je je recensie.
  • Gebruik voor iedere recensie minstens 80 woorden.

Voorbeeld recensie

Recensie over ‘The Voice of Holland’
"Ik heb het programma ‘The Voice of Holland’ bekeken.
Ik vond het programma erg leuk, omdat er goed werd gezongen en de uitslag was erg spannend.
Ik moest vaak lachen tijdens het programma.
Dat kwam door de grappen van de juryleden en de presentatoren."


Als je het tekstdocument klaar hebt, lever je het in bij je docent.

Beoordeling

Je docent zal de recensie lezen en beoordelen. Daarbij wordt gelet op:

  • Staat in de recensie vermeld om welk televisieprogramma het gaat?
  • Heb je duidelijk je mening gegeven over wat je van het programma vindt?
  • Heb je je mening ook onderbouwd met argumenten?
  • Ziet het (Google-)tekstdocument er verzorgd uit en is het helder geschreven?
  • Bevat de recensie geen taalfouten?

Recensie schrijven

Een recensie is een stukje tekst met daarin jouw kritische mening over iets cultureels, zoals een boek, voorstelling of film.

 

Terugkijken

Intro

  • Heb je de introductievideo bekeken?
    Herkende je jezelf in een van de TV-kijkende types?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je uitleggen waarom scriptschrijvers gebruikmaken van cliffhangers?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer één uur met de opdracht bezig zou zijn.
    Daar is natuurlijk de tijd dat je thuis TV kijkt om later een recensie te schrijven, niet meegerekend.
  • Inhoud
    Wist je al veel over televisieseries en soaps?
    Kun je duidelijk onderscheid maken tussen hoe mensen vroeger en nu TV kijken?
  • Eindopdracht
    Vond je het leuk om een recensie over een televisieserie te schrijven?
    Heb je ook duidelijk uitgelegd waarom je de ene serie leuker vindt dan de andere?

Vaardigheden: Ruzies oplossen

Vaardigheden - Ruzies oplossen

Intro

Je leest het in de krant en ziet het op TV: burenruzies, ruzies in de relationele sfeer, vechtpartijen op straat, het is helaas aan de orde van de dag.

Bekijk de video.
Hoe kun je voorkomen dat een ruzie zo uit de hand loopt?

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • tips geven over wat je kunt doen om ruzies te voorkomen of niet verder te laten escaleren;
  • omschrijven hoe ik in geval van ruzie kan bemiddelen.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Bestudeer de tips om ruzies op te lossen. Beantwoord vragen over een ruziesituatie. Vergelijk mijn antwoorden met een klasgenoot en daarna bespreken wij het in de klas.
Stap 2 Bekijk de video over leerlingenbemiddeling en beantwoord de vragen over de video.
Stap 3 Doe de test. Wat voor ruziemaker ben ik?
Afronding
Onderdeel Activiteit
Eindopdracht Beschrijf een ruzie die ik goed en een ruzie die ik niet goed heb opgelost.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer twee à drie lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Ruzie

Als mensen samenwerken, kan er wel eens ruzie ontstaan.
Een ruzie wordt ook wel een conflict genoemd.
Het is belangrijk dat een ruzie niet uit de hand loopt. Hoe kun je een ruzie oplossen?

Hieronder volgen enkele tips om ruzies te voorkomen of niet verder uit de hand te laten lopen.

  • Blijf rustig.
  • Let op dat je niet zomaar wat roept; dit maakt de ruzie vaak alleen maar erger.
  • Leg uit waarom je boos bent.
  • Probeer de frustratie van de ander te begrijpen.
  • Zoek samen naar een oplossing.

Lees de volgende situatie en beantwoord de vragen.

Stap 2: Ruzie oplossen

Op sommige scholen in Nederland wordt gewerkt met leerlingbemiddeling
Dit houdt in dat leerlingen helpen bij het oplossen van ruzies tussen leeftijdgenoten.

In de volgende video hoor en zie je meer over leerlingbemiddeling.

Stap 3: Ruziemaker

Overleg met je docent of je deze stap wel of niet doet!

Wat voor ruziemaker ben jij?
Er zijn verschillende manieren om ruzie te maken.
Welke manier past bij jou?

Doe de test via: test.quest.nl
Op de site staat nogal wat reclame. Laat je er niet door afleiden.
Het gaat om de tekst!

Komt de uitkomst van de quiz overeen met hoe jij in het echt bent?

Afronding

Eindopdracht

Eigen ervaring

Iedereen heeft wel eens ruzie. Jij ook.
De ene keer los je de ruzie beter op dan de andere keer.

In deze opdracht beschrijf je twee ruziesituaties, waarin jij een rol speelde.
In de ene situatie heb je de ruzie (volgens jou) goed opgelost en
in de andere situatie heb je de ruzie (volgens jou) niet goed opgelost.

Hoe ga je te werk?

  1. Beschrijf een ruzie, die je goed hebt opgelost.
    Geef een duidelijke beschrijving van de situatie, de betrokkenen en hoe je de ruzie hebt weten op te lossen.
    Je mag maximaal vijftien minuten gebruiken om deze beschrijving te maken.
  2. Beschrijf een ruzie, die je niet goed hebt opgelost.
    Geef een duidelijke beschrijving van de situatie en de betrokkenen.
    Beschrijf ook hoe de ruzie is afgelopen.
    Zou je, achteraf gezien, de situatie nu beter kunnen oplossen?
    Je mag maximaal vijftien minuten gebruiken om deze beschrijving te maken.
  3. Nu ga je samen met een medeleerling jullie beschrijvingen vergelijken.
    Hiervoor mag je tien minuten gebruiken.
    Vergelijk jouw ruziebeschrijving met de beschrijving van je medeleerling.
    Lijken de oplossingen voor de ruzies op elkaar? Leg uit!
    Vergelijk jouw ruziebeschrijving waarin je geen goede oplossing hebt gevonden
    met de beschrijving van je medeleerling.
    Is de situatie vergelijkbaar?
  4. Jullie hebben inmiddels veel nagedacht over het oplossen van ruzies.
    Beschrijf drie dingen die volgens jullie onmisbaar zijn om een ruzie op te lossen.
    Hiervoor mag je vijf minuten gebruiken.

Beoordeling

Jullie docent zal jullie ruziebeschrijvingen en oplossingen bekijken.
Daarbij let hij of zij op:

  • Heb je de ruziesituatie duidelijk omschreven: wie waren de betrokkenen, waar ging de ruzie over?
  • Heb je in beide situaties duidelijk omschreven hoe de ruzie wel of niet is opgelost?
  • Hebben jullie je gezamenlijke punten opgeschreven over het oplossen van ruzies?
  • Hebben jullie originele (ruzie)situaties bedacht?
  • Bevatten jullie omschrijvingen geen taalfouten?

Terugkijken

Intro

  • Heb je de introductievideo bekeken?
    Past deze goed bij het onderwerp van deze opdracht?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je tips geven hoe je een ruzie kunt voorkomen?

Hoe ging het?

  • Inhoud
    Hebben jullie op school ook wel eens ruzie? Hoe wordt dat aangepakt of opgelost?
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht? Vond je het lastig situaties te bedenken?
    Heb je er met je klasgenoot samen over gesproken? Was dat nuttig?

Afsluiting thema

Kennisbanken

Hier vind je de Kennisbankitems die horen bij dit thema.

Schrijven

Grammatica

Vaardigheden

Eindproduct

Je gaat het thema ‘Gezondheid’ afronden.
In deze eindopdracht ga je een kruiswoordpuzzel maken over gezondheid.
Je mag alleen werken, maar je mag de kruiswoordpuzzel ook samen met een klasgenoot maken.
Kijk voor tips ook in de Gereedschapskist.

Hoe ga je te werk?

  • Ga op zoek naar minimaal 10 woorden die je in de puzzel wilt gebruiken.
    De woorden hebben te maken met het onderwerp 'Gezondheid'.
  • Maak bij deze woorden duidelijke omschrijvingen.
    De maker van de puzzel moet deze straks aan de hand van de omschrijvingen oplossen, dus houd het kort en helder.
  • Ga naar de site Kruiswoordpuzzel maken.
  • Vul de woorden en omschrijvingen in, zoals aangegeven in de instructie.
    Druk op de knop 'kruiswoordpuzzel maken' en je puzzel is gereed.
  • Print de puzzel uit.

Klaar?

Laat de puzzel maken door een klasgenoot. Heeft hij of zij de puzzel kunnen oplossen? Jij maakt ook de puzzel die je klasgenoot heeft samengesteld.
Geef elkaar op een goede manier feedback. Verwerk het commentaar voor je de puzzel laat beoordelen.

Beoordeling

Jullie docent zal de kruiswoordpuzzels beoordelen.
Hij of zij let daarbij op:

  • Waren de woorden niet te moeilijk?
  • Waren de omschrijvingen niet te lang?
  • Hadden de woorden te maken met het onderwerp 'Gezondheid'?
  • Zaten er geen taalfouten in de puzzel?

Kruiswoordpuzzel maken

Bij een kruiswoordpuzzel vul je de letters van woorden in vakjes in.  

 

Examentraining

Als toets krijg je een opdracht met examenvragen.
Om de opdracht te kunnen maken heb je een Entree-account nodig.

Smaken verschillen niet

 

Meer oefenen?
Als je school deelneemt aan VO-content kun je verder oefenen met ExamenKracht.
Oefen daar ook met hele examens.

D-toets

Test je kennis. Maak de diagnostische toets.

Terugkijken

Inleiding

  • Kijk nog eens goed naar de inleiding.
    Hebben de twee video's te maken met het onderwerp van dit thema?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van dit thema nog eens door.
    Waarom bouwt een schrijver een artikel uit verschillende onderdelen op?
    Kun je ze in een bestaand artikel herkennen?

Hoe ging het?

  • Inhoud
    Heb je in deze opdracht veel nieuwe dingen geleerd?
    Welke opdracht vond je het meest leerzaam? Kun je uitleggen waarom?
  • Eindopdracht
    Is het gelukt een kruiswoordpuzzel samen te stellen met woorden over gezondheid?
    Heb jij zonder problemen de kruiswoordpuzzel van je klasgenoot kunnen oplossen?
  • Het arrangement Thema: Gezondheid vmbo-b34 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    29-11-2025 10:12:24
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Het thema 'Gezondheid B' is ontwikkeld door auteurs en medewerkers van StudioVO.

    Fair Use
    In de Stercollecties van StudioVO wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use. Meer informatie: Fair use

    Mocht u vragen/opmerkingen hebben, neem dan contact op via de helpdesk VO-content.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor vmbo-b34. In dit thema komen verschillende taalvaardigheden aan bod. Zo komt het schrijven van een artikel, de betekenis van medische woorden, het verschil tussen telwoorden, het verschil in televisiegenres en het oplossen van ruzies aan bod. Om het thema af te sluiten wordt een kruiswoordpuzzel over gezondheid gemaakt. Ook is er examentraining en een diagnostische toets beschikbaar. Veel succes!
    Leerniveau
    VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 3;
    Leerinhoud en doelen
    Nederlands; Schrijfvaardigheid; Mondelinge taalvaardigheid; Luisteren; Spreken; Gesprekken voeren (Nederlands); Leesvaardigheid;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    12 uur 30 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, artikel schrijven, gezondheid, kruiswoordpuzzel maken, medische woorden, nederlands, ruzie oplossen, stercollectie, telwoorden, vmbo-b34

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content Nederlands. (2020).

    Opdracht: Fictie - Televisieseries vmbo-b34

    https://maken.wikiwijs.nl/74512/Opdracht__Fictie___Televisieseries__vmbo_b34

    VO-content Nederlands. (2020).

    Opdracht: Grammatica - Telwoorden vmbo-b34

    https://maken.wikiwijs.nl/74511/Opdracht__Grammatica___Telwoorden__vmbo_b34

    VO-content Nederlands. (2020).

    Opdracht: Schrijven - Artikel schrijven vmbo-b34

    https://maken.wikiwijs.nl/74509/Opdracht__Schrijven___Artikel_schrijven__vmbo_b34

    VO-content Nederlands. (2020).

    Opdracht: Vaardigheden - Ruzies oplossen vmbo-b34

    https://maken.wikiwijs.nl/74513/Opdracht__Vaardigheden___Ruzies_oplossen__vmbo_b34

    VO-content Nederlands. (2020).

    Opdracht: Woordenschat - Medische woorden vmbo-b34

    https://maken.wikiwijs.nl/74510/Opdracht__Woordenschat___Medische_woorden__vmbo_b34

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Gezondheid

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Versie 2.1 (NL)

    Versie 3.0 bèta

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.