Atlasvaardigheden Basisbosatlas

Atlasvaardigheden Basisbosatlas

Vooraf

De atlas is een belangrijke bron van informatie over gebieden of verschijnselen. Op de basisschool heb je al geleerd met de atlas te werken. Via deze website “atlas vaardigheden” zullen we het gebruik van de atlas verder oefenen.

 

  Editie 53

  Editie 54

Let op:

bij de opdrachten staan soms drief verschillende kaartnummers vermeld. Op school gebruiken we de basisbosatlas. Thuis kan je ook een van de grote bosatlassen hebben. Kijk eerst goed of je zelf de 53e of de 54e druk hebt.

  • Het dikgedrukte kaartnummer is de basisbosatlas die we op school hebben
  • het schuingedrukte kaartnummer is van de 53e druk
  • het onderstreepte kaartnummer is van de 54e druk

Als je een opgave of meerdere opgaven moet maken dan moet je altijd éérst nog een keer de tekst goed lezen die vóór de opgave staat!!!

1. Kaartsoorten

Soorten kaarten

Op bladzijde 2 in de atlas staat een overzicht van enkele soorten kaarten. Neem dat overzicht goed door. Je ziet dat er gesproken wordt over 3 soorten kaarten:

  1. Overzichtskaarten (geven een overzicht van een bepaald gebied)
    1. Natuurkundige kaarten (bergen, zeeën en wateren zijn de belangrijkste elementen, de kleuren geven de hoogte weer)
    2. Staatkundige kaarten (landen en belangrijke steden zijn de belangrijkste elementen, de kleuren worden gebruikt om aan te geven dat het verschillende gebieden zijn)
    3. Gecombineerde kaarten (staat en natuurkundig worden gecombineerd, de kleuren geven de hoogte weer)
    4. Overzichtskaart Nederland (geven overzicht over het grondgebruik)
  2. Thematische kaarten (geven informatie over een bepaald thema. Het bekijken van de legenda is dan erg belangrijk)
  3. Topografische kaarten (zijn kaarten die van dichtbij zoveel mogelijk informatie geven over wat er in het gebied is.)

Overzichtskaart Nederland

De kleuren op overzichtskaarten vertellen hoe de bodem wordt gebruikt. Je kunt er bijvoorbeeld op aflezen waar akkers, bossen of industriegebieden zijn.

Staatkundige overzichtskaarten

Op staatkundige overzichtskaarten heeft ieder land (en soms zelfs iedere provincie) een eigen kleur.

Natuurkundige overzichtskaarten

 

Op natuurkundige overzichtskaarten staan zeeën,
rivieren en gebergten. De kleuren geven de hoogte van
het landschap aan. Om je beter op de kaart te kunnen
oriënteren, zijn de landsgrenzen ingetekend. Enkele
belangrijke plaatsen staan met een stip aangegeven.
De legenda staat steeds bij de kaart en heeft de vorm van
een lange gekleurde balk.


Dit is de legenda van een natuurkundige kaart. De
kleuren geven niet alleen de hoogte van het land maar
ook de diepte van de zee aan.

Thematische kaarten

Op thematische kaarten wordt informatie gegeven over een speciaal onderwerp (een thema). De informatie wordt
meestal gegeven in de vorm van lijntjes, kleurvlakken, cirkels of pictogrammen (kleine tekeningen op de kaart).
In De Bosatlas vind je bijvoorbeeld themakaartjes over klimaat, bevolking, toerisme en milieu.

2. Het vinden van de juiste kaart

In de atlas staan veel kaarten. Maar hoe vind je nu de kaart die je wilt hebben? De overzichtelijke opbouw van de basisbosatlas in vijf afdelingen kan je op weg helpen. Dezelfde indeling kent de grote bosatlas ook, echter zonder kleurenbalken.

Bovendien staan in de atlas diverse hulpmiddelen om de juiste kaart te vinden: de inhoudsopgave, bladwijzers en registers. Ben je eenmaal bij de juiste kaart aanbeland, dan kunnen kaartvakken en coördinaten je verder helpen bij het vinden van een plaats. In dit hoofdstuk komen al deze onderwerpen aan de orde. Maar eerst gaan we kijken naar de titel van de kaart.

Titel

De titel is de naam van de kaart. Aan de titel  kun je zien wat de kaartmaker met die kaart heeft willen aangeven. Kijk daar altijd naar, dan weet je waar je mee bezig bent. Als er op een bladzijde meerdere kaarten staan, dan hoort bij de titel ook de naam die bovenaan de bladzijde staat.

 

Bijvoorbeeld:

de titel van de kaart  BB26 / 54 A / 49A   is niet:     bevolkingsdichtheid

maar:     NEDERLAND (bevolking): bevolkingsdichtheid.

2.1 Registers

De registers vind je achterin de atlas. Dit is een lijst met allerlei aardrijkskundige namen, in alfabetische volgorde. Er zijn drie belangrijke registers.

- trefwoordenregister of zaakregister

- namenregister

- landenregister

A. Trefwoordenregister / zaakregister

Het trefwoorden- / zaakregister gebruik je niet om landen of plaatsen op te zoeken, maar onderwerpen. (of thema’s). Deze kaarten gaan over thema’s uit een bepaald land, werelddeel of van de hele wereld, waar je informatie over hebben wilt. Wil je meer weten over bijvoorbeeld aardbevingen, dan zie je achter dat trefwoord precies staan op welke kaarten daar iets over te vinden is.

BB vanaf pagina 151

GB53 vanaf pagina 276

GB54 vanaf pagina 300

In het trefwoorden- / zaakregister staan vetgedrukte verwijzingen naar kaarten waarop je informatie kunt vinden over bepaalde onderwerpen. Van iedere kaart is de naam en het kaartnummer vermeld. Je zoekt bijvoorbeeld informatieover aardbevingen. Onder het kopje ‘Aardbevingen’ in het zaakregister vind je dat die informatie staat op:

BB: de kaart Aarde op pagina 108-109, op kaartje 113C, op kaartje Turkije 83A en Verenigde Staten 99D. Totaal zijn er dus 4 kaarten.

GB53: de kaart Aarde op pagina 188-189, op kaart 192D, op kaart Turkije 123A en 126D en Verenigde Staten 176A. Totaal zijn er 13 kaarten over aardbevingen.

GB54: de kaart Aarde op pagina 212-213, op kaart 216D en kaart 228, op kaart Turkije 123A en 126A en Verenigde Staten 192A. Totaal zijn er 17 kaarten over aardbevingen.

 

B. Landenregister

Heb je ooit gehoord van Samoa? Of van Tadzjikistan, Kiribati of Djibouti? Als je deze landennamen tegenkomt in de krant of in de les en wilt opzoeken, kun je gebruikmaken van het landenregister in de atlas.Hierin staan alle landen van de wereld in alfabetische volgorde vermeld.

Het landenregister is te vinden vanaf:

BB153

GB53 244

GB54 266

Soms staat er meer dan 1 kaart achter. Je moet dan goed lezen wat er in je atlas staat. Zo is in de basisbosatlas het schuingedrukte nummer het werelddeel waarop het land ligt, terwijl in de grote bosatlas dit juist de kaart is waarop het land zo groot mogelijk staat afgebeeld.

C. Register van topografische namen / Namenregister

Het meeste zul je gebruik maken van het register van topografische namen / Namenregister.

Je kunt er alleen namen van steden, dorpen, gebieden, bergen, zeeën enz. in opzoeken. Bijna elke naam is hierin te vinden.

Achter elke naam vind je een vakverwijzing (bijv. C4). Deze combinatie verwijst naar de horizontale en verticale lijnen die een atlaskaart in vakken verdelen. Aan de bovenkant van de kaart staan de letters en aan de zijkant staan de nummers (in rood gedrukt).

Je vindt dit register:

BB 154 e.v.

GB53 245 e.v.

GB54 267 e.v.

 

Lees goed de uitleg door die vooraan staan bij het register:

- alles staat op alfabet

- de letter ij bestaat niet, alles staat dus onder i-j

- voorvoegsels komen achter de naam

 

Coördinaten geven aan waar je de plaats kunt vinden op de kaart. Leeuwarden wordt dus aangegeven met C1 en Eindhoven met C3.

Alles door elkaar

2.2 Algemene inhoud

Als je iets snel wilt opzoeken dan kun je ook gebruik maken van de (algemene) inhoud.

Deze vindt je op:

BB 3 t/m 5

GB53 blz. 4 t/m 11 

GB54 2 t/m 9.

In deze algemene inhoud staan alle kaarten van je atlas achter elkaar. Zo kom je er ook achter hoe de atlas is opgebouwd: eerst over je eigen omgeving (niet in de 54e druk), dan over Nederland, dan Europa, vervolgens de andere werelddelen en tenslotte vindt je in de atlas kaarten over de hele wereld. (De basisbosatlas heeft ook nog kaarten voor de canon van Nederland, deze zijn voor geschiedenis en Mens &  Maatschappij)

 

Voor de volgende opdracht gebruik je (natuurlijk) alléén de algemene inhoud!

2.3 Bladwijzer

Op de binnenkant van de kaft van de atlas staan alle gebieden waarvan overzichts-kaarten in de atlas staan. Dit noemen we de bladwijzer. In de grote bosatlas staat deze achterin. In de basisbosatlas staat deze voorin.

Deze bladwijzer is de snelste manier om de kaart van een bepaald gebied, land of werelddeel te vinden.

Natuurlijk moet je ongeveer weten hoe dat land of  werelddeel eruit ziet of waar het ongeveer ligt want anders heb je hier niks aan en dan moet je toch het register gebruiken.

 

In de kaders staat steeds de titel van de kaart en het bladnummer. Ga dus nooit zomaar bladeren in de hoop dat je per ongeluk bv. Zuid-Amerika tegenkomt. Ga het werelddeel ook nooit opzoeken in het register. (als je tenminste weet waar het ligt op de wereldkaart). Sla gewoon de atlas open en kijk op deze twee pagina’s dan zie je meteen waar je moet zijn.

3. Het lezen van de kaart

Een kaart bevat een vracht aan informatie over een bepaald gebied. Hoe haal je die informatie uit de kaart? Je moet een kaart leren lezen. Daarvoor
moet je de betekenis weten van de kleuren, tekens, lijnen en symbolen op de kaart. Over de meeste kaarten loopt een lijnenstelsel dat de kaart in
vakken indeelt. Wat betekent dat? En hoe lang is een centimeter op de kaart in werkelijkheid? Al deze vragen komen aan de orde in dit hoofdstuk.

3.1 Legenda

Je hebt nu al regelmatige gebruik gemaakt van de legenda. Het is ook erg handig als je deze goed kunt aflezen. Alleen dan begrijp je wat er op de kaart vwordt afgebeeld. Naast het vinden van de juiste kaart, moet je deze dus ook goed af kunnen lezen. De legenda bij de basisbosatlas staat altijd bij de kaart zelf afgebeeld. Bij de grote bosatlas staat de legenda voor de meest voorkomende kaarten voor in de kaft.

 

3.2. Coördinaten

Coordinaten

Als je wilt aanduiden waar op aarde iemand of iets (b.v. een schip) zich bevindt, moet je eerst zijn plaats bepalen. Bij plaatsbepaling ga je altijd uit van een aantal vaste punten. Zoals je weet is de aarde een draaiende bol. Het lijkt wel of er een grote stok door gestoken is en dat de aarde daar omheen draait. We noemen die denkbeeldige stok ‘de as’.Dankzij die as hebben we een paar vaste punten.

 

 

 

Op alle overzichtskaarten zie je dunne zwarte lijnen lopen. Deze lijnen geven de kaartvakken aan. Als je goed
kijkt, zie je dat deze lijnen onderdeel zijn van een stelsel van lengte- en breedtecirkels die worden aangeduid met graden. Lengtecirkels (meridianen) lopen over de Noord- en Zuidpool en breedtecirkels van oost naar west, dus horizontaal over de aarde. Breedtecirkels kunnen dus in lengte verschillen!

 

Breedtegraden / Breedtecirkels

De afstand tussen de polen en de evenaar is verdeeld in 90 gelijke stukjes ook wel graden  genoemd. Op de kaart zijn dit zwarte lijnen die evenwijdig (= parallel) aan de evenaar lopen.

De afstand tussen de evenaar en één van de polen noem men Noorderbreedte (NB) of  Zuiderbreedte (ZB). 

De breedtegraden staan links en rechts van een kaart (in zwart)  vermeldt.

Meridianen / lengtecirkels

Als 2de  vaste punt om een plaats op aarde te bepalen gebruiken we een meridiaan. Een meridiaan is een denkbeeldige lijn/halve cirkel die van de Noord- naar de Zuidpool loopt. De lijn/meridiaan waar vandaan we gaan meten is de nul-meridiaan, deze loopt over Londen. (Greenwich) Deze meridiaan verdeelt de aarde in een oostelijk- en een westelijk halfrond.

De afstand naar het oosten of het westen vanaf de nul-meridiaan noemen we de lengte. Daarom spreken we van Oosterlengte (OL) en Westerlengte (WL).

De meridianen zijn genummerd. Als we vanuit de nul-meridiaan naar het oosten nummeren krijg je 1,2,3 en zo verder tot 180. dit noemen we Oosterlengte. Een halve cirkel is dus 180 graden. Vanuit de nul-meridiaan naar het westen heet Westerlengte. De lengtegraden staan aan de bovenkant en aan de onderkant van de kaart (ook in zwart) vermeldt.

3.1 Schaal

Op een kaart is de werkelijkheid door de kaartenmaker verkleind. We zeggen dan: de kaarten zijn op schaal getekend. Boven de kaarten in De Basis en Grote  Bosatlas staan de schaal (het schaalgetal) en een schaalstok.

De Alpen
Bij de kaart van De Alpen staat bijvoorbeeld 1 : 3 000 000.
Dat betekent: 1 cm op de kaart is in werkelijkheid 3 000 000 cm. Van die centimeters maak je natuurlijk
kilometers: 3 000 000 cm = 30 km.

Er zijn dus 2 manieren om de werkelijke afstand meten: met de schaal of met het schaalstokje. Als ze allebei staan vermeld kies dan voor de schaal, deze is meestal het gemakkelijkst.

TIP!

Als je van centimeters kilometers moet maken, haal je er gewoon een handvol (vijf) nullen van af!

Voorbeeld: 1: 1 200 000 betekent: 1 centimeter op de kaart is in werkelijkheid 1 200 0000 cm. Van cm naar km ga je in vijf stappen: cm – dm – m – dam – hm – km. Iedere stap gaat er een nul af, vijf in totaal. Je komt dus uit op 12 km.

Opdracht 19:Schaal en schaalstokje

Extra: Puzzel

Opdracht 20: Extra puzzel

Start

Oefenen! Alle vragen komen nu door elkaar!

Opdracht 21:Alle oefeningen door elkaar

  • Het arrangement Atlasvaardigheden Basisbosatlas is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Robert Janssen Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2016-09-13 12:45:51
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    De atlas is voor het vak aardrijkskunde een heel handig hulpmiddel. Je gebruikt deze niet alleen bij het huiswerk maar ook bij toetsen. Kaarten kom je daarnaast overal in het dagelijks leven tegen. Of het nu een weerkaart is, de metro kaart van de stad, of een plattegrond van je vakantiebestemming. Goed gebruik kunnen maken van kaarten gaan we daarom oefenen.
    Leerniveau
    VMBO gemengde leerweg, 3; VMBO theoretische leerweg, 3; VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 3;
    Leerinhoud en doelen
    Aardrijkskunde;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Trefwoorden
    basisbosatlas gt3

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    aardrijkskunde. (2016).

    Atlasvaardigheden T-excellent

    https://maken.wikiwijs.nl/73874/Atlasvaardigheden_T_excellent