Les 2: Bestuiving

Les 2: Bestuiving

Voorbereiding

Bestuiving

Bestuiving is het overbrengen van stuifmeel van de meeldraden naar de stamper met als doel voortplanting. De meeste planten gebruiken insecten voor de bestuiving. De plant lokt de insecten met opvallend gekleurde bloemen en met nectar.

De insecten zoeken nectar in de bloemen. Wanneer een insect in een bloem zit vallen stuifmeelkorrels van de meeldraden op het lichaam van het insect. Dit kun je zien in de afbeelding de bij die in deze bloem op zoek is gegaan naar nectar zit onder de gele balletjes. Dit zijn de stuifmeelkorrels. De insecten transporteren dus de stuifmeel korrels van bloem naar bloem.

 

 

 

 

 

Insecten brengen dus stuifmeel van een bloem over naar de stempel van een andere bloem. Er is alleen bestuiving mogelijk als de planten van het zelfde soort zijn. Een roos kan dus alleen bestoven worden met stuifmeelkorrels van een andere roos. Een roos kan dus niet bestoven worden met stuifmeelkorrels van een madeliefje.

 

Insectbloemen

Planten met insectbloemen lokken dus insecten door de opvallende kleuren en nectar. De insecten zorgen hier dus voor de bestuiving vandaar ook de naam insectbloemen.

 

Kenmerken van insectbloemen:

- grote bloemen

- opvallend gekleurde kroonbladeren

- hebben een geur

- hebben nectar

- de meeldraden zitten in de bloem

- de stempels zijn klein

-  maken weinig stuifmeel

 

Windbloemen

Bestuiving vind niet alleen plaats met behulp van insecten. Bij andere planten zorgt juist de wind weer voor bestuiving. De bloemen van deze planten heten windbloemen. Bij deze bloemen blaast de wind het stuifmeel weg, hierdoor komt het overal terecht. Mensen met hooikoorts hebben in de lente vooral van deze planten last doordat er dan heel veel stuifmeel in de lucht zit. Wanneer de stuifmeelkorrels van een meeldraad van bijv. een grasbloem op de stempels van andere grasbloemen terecht komt heeft de wind voor de bestuiving gezorgd.

Doordat deze planten geen insecten hoeven te lokken zien de bloemen er dus ook anders uit. De bloemen zijn vaak klein en hebben onopvallende kleuren, de meeldraden zitten ook niet in de bloem maar hanger buiten de bloem, de stempels zijn vaak groot en ze hebben geen nectar.

 

 

Herhaling:

 

Opdrachten

Maak uit het boek biologie voor jou opdracht 11 t/m 14.

Blz. 140 t/m 146

Wat gaan we doen?

Deze les gaan we ons verder verdiepen in de verschillende typen bloemen. We gaan in tweetallen een schema maken met daar in de kenmerken en verschillen tussen wind en insectenbloemen.

Kenmerken insecten bloemen kenmerken van windbloemen
- -
- -
- -
- -
- -
- -

 

Wanneer jullie de tabel af hebben mogen jullie na goedkeuring van de tabel deze gebruiken om buiten met jullie telephoon photo's te nemen van 5 windbloemen en 5 insectbloemen.

Wanneer je 10 foto's hebt kun je de planten gaan determineren met behulp van de volgende website:

http://flora-europa.info/selectie.php

De 10 foto's die jullie hebben gedetermineert plaats je deze foto's met de naam van de plant in het volgende google.docs document:

 

Fotolijst planten

Wat moet af zijn en ingeleverd worden?

Wat moet af zijn:

Opdracht 11 t/m 15

Wat moet deze les worden ingelevert:

- Jullie voegen deze les toe aan jullie mapje de tabel met kenmerken en verschillen tussen wind en insectenbloemen.

- je voegt 10 foto's met naam en kenmerken van de plant.

Verdieping

Wil je meer weten over bijen bekijk dan deze klokhuis aflevering.

Biologiepagina: