Brugklas mavo Middeleeuwen

Brugklas mavo Middeleeuwen

INLEIDING

INLEIDING

 

Dit hoofdstuk gaat over de Middeleeuwen, de periode van 500 tot 1500. Deze periode bestaat uit twee tijdvakken: de tijd van Monniken en Ridders (500 - 1000) en de tijd van Steden en Staten (1000 - 1500). In Geschiedeniswerkplaats zijn dit de hoofdstukken vier en vijf.

De Middeleeuwen in West-Europa beginnen na de val van het Romeinse rijk. In Europa wordt het onveiliger, waardoor de handel en het aantal steden afneemt. West-Europa wordt weer een landbouwsamenleving. De boeren en horigen zoeken veiligheid bij domeinheren, grootgrondbezitters. Omdat er geen handel is worden deze domeinen zelfvoorzienend; alles wat de mensen nodig hebben om te leven maken zij zelf. Dit systeem staat bekend als de hofstelsel.

Vanaf de 8e eeuw onstaat er in West-Europa een groot en machtig rijk onder leiding van de Frankische koning Karel de Grote. Dit rijk is zo groot, dat hij het niet alleen kan besturen. Hij roept de hulp in van edelen, die een deel van zijn rijk in leen krijgen om te besturen namens Karel. Dit systeem met een koning of keizer als leenheer en de edelen als leenmannen noemen wij nu het leenstelsel of feodaalstelsel.

De samenleving keent een standenmaatschappij:                                                                              

1. De eerste stand bestaat uit de geestelijken, die voor de roomskatholieke kerk werken.                   2. De tweede stand bestaat uit de adel (grootgrondbezitters) die het land besturen en het leger                    aanvoeren.                                                                                                                                                3. De derde stand bestaat uit de boeren, die op het land werken                  

      

Vanaf het jaar 1000 neemt de handel in West-Europa weer toe. Er wordt steeds meer geld gebruikt in de handel en de steden groeien. De burgers in de stad worden steeds rijker en machtiger. De koningen, keizers en edelen moeten steeds meer rekening houden met de stedelijke burgerij. 

De rol van de adel in het bestuur neemt af. In de nieuwe geldeconomie kunnen de leenheren de adel als leenmannen vervangen door betaalde ambtenaren. De steden worden bestuurd door de rijke burgers.

 

Aan de slag

Aan de slag

In dit arrangement staat alle stof voor dit hoofdstuk. Je kunt via Magister in de studiewijzers in ELO zien, wat je af moet hebben voor een bepaalde datum.

 

De stof is verdeeld in drie delen:

 

  1. De basisstof

  2. De herhalingsstof

  3. De verrijkingsstof

     

    De leerstof staat voornamelijk in de digitale methoden van Geschiedeniswerkplaats en VO-content op jouw I-pad. De stof is aangevuld met opdrachten van de docent.

     

    In de basisstof staan de onderwerpen, die je moet kennen aan het einde van dit hoofdstuk.

    Als je bepaalde onderwerpen moeilijk vindt of de docent denkt dat extra oefening nodig is, kan je deze extra leerstof vinden in de herhalingsstof.

     

    Als je voortijdig klaar bent met de opdrachten uit de basisstof, mag jezelf een onderwerp uitkiezen, dat jou interesseert. In de verrijkingsstof ga je dieper in op bepaalde onderwerpen van het hoofdstuk.  Je mag ook zelf een idee aandragen en dit met je docent bespreken.

Basisstof

Geschiedeniswerkplaats

 

JULLIE MAKEN VOOR DIT ONDERWERP DE VOLGENDE VRAGEN VAN HET WERKBOEK:

HOOFDSTUK 4 MONNIKEN EN RIDDERS:

INTRODUCTIE, PAGINA 72         DE VRAGEN 1 T/M 5

4.1   DE VRAGEN 1 T/M 8

4.3 DE VRAGEN 1 T/M 11

VERGELIJKEN IN DE TIJD          DE VRAGEN 1 T/M 5, PAGINA 89

HET TIJDVAK, PAGINA 91           DE VRAGEN 1 T/M 4

TEST JEZELF, PAGINA 92           DE VRAGEN 1/3 EN 6

 

HOOFDSTUK 5 STEDEN EN STATEN

INTRODUCTIE, PAGINA 94         DE VRAGEN 1 T/M 5

5.1   DE VRAGEN 1 T/M 10

5.2   DE VRAGEN 1 T/M 9

5.3   DE VRAGEN 1 T/M 11

HET TIJDVAK, PAGINA 113        DE VRAGEN 1 T/M 3

TEST JEZELFPAGINA 114         DE VRAGEN 1 T/M 3 EN 6                              

Praktische Opdracht 'Vaardigheden'

PRAKTISCHE OPDRACHT  VAARDIGHEDEN

Jullie maken deze opdracht alleen

In deze opdracht zullen jullie drie verschillende opdrachten oefenen. De eerste zal bekend voorkomen. Jullie herhalen dan het herkennen van soorten bronnen. 

In onderdeel drie maken jullie kennis met twee nieuwe vaardigheid: het maken van historisvhe vragen en het beantwoorden van open vragen.

In totaal kunnen jullie 25 punten voor deze drie opdrachten halen. Om het cijfer te berekenen wordt gebruik gemaakt van het cito-omrekenprogramma.

De antwoorden van deze drie opdrachten verwerken jullie in één word-document en leveren jullie in via magister/opdrachten.

 

SUCCES

 

 

Deel 1: Soorten bronnen

Soorten bronnen

Deel 2: Soorten Onderzoeksvragen

Wat is feodalisme = het leenstelsel?

Hofstelsel en horigen

Opkomst handel en Ambacht

Opkomst van steden en burgerij

Centralisatie en staatsvorming

Kruistochten en de christelijke expansie

Deel 3: Beantwoorden van open vragen

Praktische opdracht 'Godsdienst in de Middeleeuwen'

Verspreiding christendom

Verspreiding Christendom in Europa

Kenmerken Islam

Ontstaan en verspreiding Islam

Voorbereiding Toets

Powerpoints van de Toetsstof

Lesstof anders bekeken

YouTube 'Monniken en Ridders'

Feodaal stelsel = leenstelsel

Hofstelsel en Horigen

Verspreiding van het christendom in Europa

Ontstaan en verspreiding van de islam

Tijd van Monniken en Ridders

Karel de Grote

Willibrord

YouTube 'Steden en Staten'

Steden en Staten

Opkomst handel en ambacht

Opkomst stedelijke burgerij en steden

Centralisatie en staatsvorming

De Gilden

VO-content

Feodalisme = leenstelsel

Hofstelsel = domeinstelsel

Terpen (vluchtheuvels)

Opkomst handel en ontstaan steden 1

Opkomst stedelijke burgerij

Strijd tussen kerk en staat

Floris V

PO De Vikingen

PO 'De Vikingen'