Thema: Ontwikkelingslanden - vmbo-kgt34

Thema: Ontwikkelingslanden - vmbo-kgt34

Ontwikkelingslanden

Inleiding

Ontwikkelingslanden en ontwikkelingssamenwerking
In veel landen zijn de levensomstandigheden voor een groot deel van de bevolking slecht; die landen noemen we ontwikkelingslanden of soms derdewereldlanden.

Op sommige punten kunnen deze landen heel verschillend zijn, maar toch is er een aantal gemeenschappelijke kenmerken en kampen deze landen vaak met dezelfde problemen. 

Het helpen van ontwikkelingslanden wordt ook wel ontwikkelingssamenwerking genoemd.
Deze samenwerking kan op veel verschillende manieren vormgegeven worden.
Wat vind jij? Moet Nederland meer geld geven aan arme landen? Of is de oplossing het kopen van meer producten uit arme landen?

Bekijk deze video.


Eindopdracht
De eindopdracht van dit thema heeft als titel 'Maak het waar'.
Je gaat samen met twee klasgenoten een plan maken en presenteren waarin jullie beschrijven wat jullie zouden kunnen doen om een probleem in een ontwikkelingsland op te lossen.

 

Naast de eindopdracht vind je bij de afsluiting ook een overzicht van alle Kennisbankitems van dit thema plus een begrippenlijst, een diagnostische toets, examenvragen en een aantal vragen die je helpen bij het terugkijken op het thema.

Genoeg te doen. Aan de slag!

Wat kan ik straks?

Aan het eind van het thema kun je:

  • aangeven waar op de wereld de meeste ontwikkelingslanden te vinden zijn en waarom dat op deze plek is.
  • omschrijven wat bedoeld wordt met een centrum-periferie-relatie.
  • minimaal twee bezwaren noemen om het inkomen per hoofd van de bevolking als maat voor de welvaart te nemen.
  • de volgende kenmerken van een ontwikkelingsland omschrijven:
    • snelle bevolkingsgroei,
    • monocultuur,
    • hoge buitenlandse schuld,
    • laag opleidingsniveau,
    • slechte gezondheidszorg,
    • sloppenwijken in de steden.
  • uitleggen wat het verschil is tussen noodhulp en structurele ontwikkelingssamenwerking door voor elk een voorbeeld te noemen.
  • verklaren wat het verschil is tussen gebonden hulp en ongebonden hulp.
  • uitleggen waarom landen protectionistische maatregelen nemen en waarom ontwikkelingslanden daar last van kunnen hebben.
  • het begrip vrijhandel omschrijven.
  • uitleggen dat aanbieders van een product de prijs van het product hoog kunnen houden door het aanbod kunstmatig laag te houden.
  • twee organisaties noemen die zich bezig houden met de financiële situatie in ontwikkelingslanden.

Wat ga ik doen?

Het thema Ontwikkelingslanden bestaat uit de volgende onderdelen:

Voor je aan de slag gaat met de afsluiting maak je vier, vijf of zes opdrachten.
In de tabel staat per activiteit hoeveel lessen je ongeveer nodig hebt.

Activiteit

Aantal lessen

Inleiding

0,5

Wat kan ik straks?

 

Wat ga ik doen?

 

Opdracht: Kenmerken ontwikkelingslanden

2

Opdracht: Nader bekeken

2

Opdracht: Ontwikkelingssamenwerking

2

Opdracht: Internationale wegen

2

Opdracht: Op de fiets*

2

Opdracht: Nigeria*

2

Afsluiting

 

Samenvattend

0,5

Eindopdracht

2

D-toets

0,5

Examenvragen

1

Terugkijken

0,5

Totaal:

17

 

*Extra opdracht

 

 

Opdrachten

Hieronder vind je de opdrachten die horen bij dit thema.
Maak je keuze.

Opdracht 1

Kenmerken ontwikkelingslanden

Opdracht 2

Ontwikkelingslanden nader bekeken

Opdracht 3

Nederland en ontwikkelingssamenwerking

Opdracht 4

Internationale ontwikkelingssamenwerking

Extra opdracht

Op de fiets

Extra opdracht

Nigeria

Afsluiting

Samenvattend

Hier vind je de Kennisbankitems die horen bij dit thema.

Ontwikkelingslanden

Ontwikkelingssamenwerking

Wereldmarkt

Tegen of met elkaar?

ontwikkelingsland
een land waar de levensomstandigheden voor een groot deel van de bevolking slecht zijn.

centrum-periferie-relatie
relatie tussen een dominant kerngebied (rijk, westers land) en andere gebieden (ontwikkelingslanden).

armoedegrens
bestaansminimum. De Wereldbank hanteert als armoedegrens voor ontwikkelingslanden een inkomen van 1,25 dollar per dag.

informele economie
werk in de informele sector is onbetaald werk of werk waarbij over het inkomen geen belasting wordt betaald.

gebonden hulp
financiële hulp aan een ontwikkelingsland waarbij voorwaarden gesteld zijn aan de besteding van het geld.

ongebonden hulp
financiële hulp aan een ontwikkelingsland waarbij het geld door het ontwikkelingsland vrij te besteden is.

protectionisme
beschermen van de eigen economie door importbeperkende maatregelen te nemen.

vrijhandel
handel zonder handelsbelemmeringen, dus geen importbeperkende maatregelen.

WTO
World Trade Organization (= wereldhandelsorganisatie): organisatie die streeft naar meer vrijhandel.

IMF
Internationaal Monetair Fonds: geeft financiële en economische adviezen aan ontwikkelingslanden.

microkrediet
een kleine lening die wordt verstrekt aan kleine ondernemers in ontwikkelingslanden.

Wereldbank
bank die langlopende leningen tegen een lage rente verstrekt aan ontwikkelingslanden.

grondstoffenovereenkomst
afspraak over de verkoopprijzen van grondstoffen tussen grondstofproducerende landen en grondstof verwerkende landen.

buffervoorraad
een deel van het aanbod van een product wordt uit de handel genomen en opgeslagen om de de prijs hoog te houden.

incidentele ontwikkelingssamenwerking
ontwikkelingssamenwerking die tot doel heeft hulp te bieden in een noodsituatie.

structurele ontwikkelingssamenwerking
ontwikkelingssamenwerking die tot doel heeft een ontwikkelingsland economisch onafhankelijk te maken.

ontwikkelingssamenwerking
samenwerking tussen rijke landen en ontwikkelingslanden met als doel de leefsituatie in de ontwikkelingslanden te verbeteren.

monocultuur
een land met een monocultuur exporteert slechts één of enkele producten.

Eindopdracht

Het thema 'Ontwikkelingslanden' sluit je af door samen met twee klasgenoten een plan te maken en te presenteren waarin jullie beschrijven wat jullie zouden kunnen doen om een probleem in een ontwikkelingsland op te lossen.

Het plan en de presentatie van het plan worden beoordeeld door jullie docent.
Hij/zij zal bij de beoordeling letten op:

  • de inhoud: is het plan er op gericht om een probleem in een ontwikkelingsland op te lossen?
  • de originaliteit: is het plan origineel?
  • de haalbaarheid: is het plan uitvoerbaar?


Werkwijze
Deze opdracht doe je in een groepje van drie of vier leerlingen.
Voor het bedenken van het plan krijgen jullie 3 lesuren.
Reserveer voor uitvoeren van het plan ook nog tijd.

 

Doelen ontwikkelingssamenwerking
Hieronder staan een aantal doelen van ontwikkelingssamenwerking in het kort omschreven.



Misschien vind je op het eerste gezicht dat de doelen weinig met elkaar te maken hebben, maar dat is niet zo. Als bijvoorbeeld de sterfte door zwangerschap afneemt (doel 2), sterven er minder kinderen (doel 6).
Bedenk zelf nog een voorbeeld waaruit de samenhang tussen de doelen blijkt.

 

Voorbeelden van ontwikkelingssamenwerking

Bekijk de volgende filmpjes over problemen in ontwikkelingslanden en voorbeelden van ontwikkelingssamenwerking.

Video: Drinkwaterzuivering

Video: Microkrediet

Video: Aids

Video: Wonen in een sloppenwijk

Video: Opklimmen in Oeganda

Bespreek in jullie groep van ieder filmpje welk probleem er wordt behandeld.
Bespreek ook wat de oplossing van het probleem zou kunnen zijn.

Alle kinderen naar school
Eén van de doelen van ontwikkelingssamenwerking is: Alle kinderen naar scholen. Alle kinderen in alle landen moeten minimaal basisonderwijs krijgen.

Hiernaast zie je een cirkelschema.
Je kunt met zo'n schema in stappen uitleggen waarom veel kinderen niet naar school gaan.
Stap 1 is al ingevuld.

Vul de overige vier stappen in.

A In ontwikkelingslanden zijn veel gezinnen arm.
B Kinderen kunnen niet lezen en schrijven.
C Kinderen kunnen later alleen slecht betaalde baantjes krijgen.
D Kinderen kunnen niet naar school.
E Kinderen moeten werken om een deel van het gezinsinkomen te verdienen.

1 = A     2 = .....     3 = .....     4 = .....     5 = .....
 

Een arm gezin kan de cirkel moeilijk doorbreken.
Daarvoor moet er iets gebeuren. Stel dat de vader van het gezin meer loon krijgt dan kan de cirkel doorbroken worden. Lees de zes stappen hieronder. Zet ze in de goede volgorde. Stap 1 staat al goed.

1 Vader krijgt meer loon.
2 Kinderen die geleerd hebben, krijgen later een betere baan.
3 Kinderen kunnen naar school.
4 Kinderen hoeven niet te werken om het inkomen aan te vullen.
5 Kinderen kunnen lezen en schrijven.
6 Kinderen gaan meer verdienen en zijn niet langer arm.

Goede volgorde: 1 - ..... - ..... - ..... - ..... - .....

Maak het waar!
Jullie hebben een aantal problemen in ontwikkelingslanden en een aantal mogelijke oplossingen gezien.
Jullie gaan bedenken wat jullie zouden kunnen doen om te helpen om één van die problemen op te lossen.
Wat voor actie jullie willen ondernemen mogen jullie zelf bepalen.

Hieronder vind je wel een aantal tips:

  • Gebruik je talenten. Kun je heel goed tekenen of zingen. Laat het zien of horen.
  • Vorm een team. Werk samen. Samen kun je meer dan alleen.
  • Vraag mensen die je kent om je te helpen. Misschien ken je iemand die werkt bij een goed doel. Ga naar hem of haar toe en vraag hulp.
  • Maak het niet te ingewikkeld. De actie moet uitvoerbaar blijven.


Bedenk een plan
Als jullie een idee hebben bedacht, gaan jullie aan de slag.

  • Omschrijf het plan zo nauwkeurig mogelijk.
  • Maak daarna een lijstje met dingen die gedaan moeten worden.
  • Verdeel de werkzaamheden onder elkaar.
  • Maak een planning. Plan een of twee bijeenkomsten om met elkaar te kunnen overleggen.

Presenteer het plan
Voor jullie het plan gaan uitvoeren, presenteren jullie het plan aan de rest van de klas en aan de docent. Zij hebben mogelijk nog goede tips om het plan tot een nog groter succes te maken. Maak hierover duidelijke afspraken met je docent.

Het plan in de praktijk
Jullie gaan het plan dat jullie hebben bedacht ook uitvoeren. Dat doen jullie op de manier die jullie zelf hebben bedacht. Hopelijk levert het plan op wat jullie bedacht hadden.

Presentatie maken

Jezelf op een goede manier presenteren is een belangrijke vaardigheid in deze maatschappij. Je laat zien waar je mee bezig bent geweest, waar je je in hebt verdiept en welke kennis je hebt opgedaan. Powerpoint of Prezi zijn programma's die jou kunnen helpen om informatie te presenteren.

 

Diagnostische toets

Test je kennis. Maak de diagnostische toets.

Examentraining

Je hebt de thema's die te maken hebben met Internationale ontwikkelingen afgerond.

Hier vind je de examentraining Internationale ontwikkelingen. In deze examentraining staat de examenstof nogmaals kort uitgelegd, kun je oefenopgaven maken en ga je aan de slag met opdrachten uit eerdere examens.

Overleg met de docent wanneer je de examentraining gaat doen.

Examentraining Internationale ontwikkelingen vmbo-kgt

 

Meer oefenen?
Wil je meer oefenen met examenvragen? Log dan in op ExamenKracht.

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
    Heb je de video bekeken?
    Vind je het een goede intro om het thema mee te beginnen?
    Waarom wel of waarom niet?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 17 uur met dit thema bezig zou zijn.
    Klopte dat ongeveer?
  • Inhoud
    Het thema bestaat uit vier gewone opdrachten en twee extra opdrachten.
    Welke opdracht vond je het leukst om te doen?
    En welke vond je het minst leuk? Schrijf op waarom je deze opdracht niet zo leuk vond.
  • Eindopdracht
    Hebben jullie de eindopdracht gemaakt? Wat vond je van de opdracht?
    Past de opdracht goed bij het thema?
  • D-toets
    Wat was je score voor de D-toets? Ben je tevreden met die score?
    Heb je geleerd van de fouten die je hebt gemaakt?
  • Examenvragen
    Heb je de examenvragen gemaakt? Ging het goed?
    Wil je meer oefenen en met recentere examens?
    Ga dan naar ExamenKracht.
  • Het arrangement Thema: Ontwikkelingslanden - vmbo-kgt34 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2024-03-18 12:21:12
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Het thema 'Ontwikkelingslanden' is ontwikkeld door auteurs en medewerkers van StudioVO.

    Fair Use
    In de Stercollecties van StudioVO wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use. Meer informatie: Fair use

    Mocht u vragen/opmerkingen hebben, neem dan contact op via de helpdesk VO-content.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor economie voor vmbo-kgt34. In dit thema gaat het over ontwikkelingslanden. Dit thema begint met een inleiding, vervolgens komen de leerdoelen, en daarna wat je gaat doen in dit thema. Dan kom je bij de opdrachten die horen bij dit thema, dit zijn: Kenmerken ontwikkelingslanden, Ontwikkelingslanden nader bekeken, Nederland & ontwikkelingssamenwerking, Internationale ontwikkelingssamenwerking, Op de fiets en Nigeria. Begrippen die hier onder andere belangrijk zijn: ontwikkelingslanden, bevolkingsgroei, noodhulp en sloppenwijken De eindopdracht van dit thema is een plan maken om een probleem in een ontwikkelingsland op te lossen. Na de eindopdracht komt een D-toets, hier worden 12 meerkeuzevragen gesteld over het thema: Ontwikkelingslanden. Vervolgens worden er nog verschillende examenvragen weergegeven die horen bij dit thema. Dit thema eindigt met het terugkijken op dit thema, dus hoe ging het? en kan ik wat ik moet kunnen?
    Leerniveau
    VMBO gemengde leerweg, 3; VMBO theoretische leerweg, 4; VMBO theoretische leerweg, 3; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO gemengde leerweg, 4; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 3;
    Leerinhoud en doelen
    Economie; Internationale ontwikkelingen;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    17 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, bevolkingsgroei, economie, gezondheidszorg, noodhulp, ontwikkelingslanden, sloppenwijken, stercollectie, structurele ontwikkelingssamenwerking, vmbokgt34

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content - Kennisbanken. (2019).

    Economie Kennisbanken vmbo-b

    https://maken.wikiwijs.nl/147157/Economie_Kennisbanken_vmbo_b