Opdracht: Belastingsysteem - vmbo-kgt34

Opdracht: Belastingsysteem - vmbo-kgt34

Belastingsysteem

Intro


In Nederland betaalt niet iedereen evenveel belasting.
Een onderwijzer met een inkomen van € 40.000,- betaalt ongeveer € 11.000,- aan belasting.

Wat vind jij?

Hoeveel belasting zou een bankdirecteur die € 400.000,- verdient aan belasting moeten betalen?

Bespreek je antwoorden met een klasgenoot. 

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • uitleggen wat bedoeld wordt met het draagkrachtbeginsel.
  • (met behulp van een voorbeeld) duidelijk maken wat een progressief belastingsysteem inhoudt.
  • twee voorbeelden noemen van belastingen die werken volgens het profijtbeginsel.
  • omschrijven wat bedoeld wordt met een retributie en twee voorbeelden van retributies noemen.
  • omschrijven wat wordt bedoeld met het schijventarief.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag

Stap

Leervragen

Stap 1

Welke kenmerken heeft ons belastingsysteem?

Stap 2

Welke belastingen werken volgens het profijtbeginsel?

Stap 3

Wat is een retributie?

Stap 4

Wat houdt het schijventarief in?

Afronding

Onderdeel

Activiteit

Eindopdracht

Doe de opdracht 'Schijventarief in Excel'.

Terugkijken

Terugkijken op de opdracht.

 

Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 uur nodig.

Aan de slag

Stap 1: Kenmerken belastingsysteem

Ga naar de Kennisbank economie en bestudeer het onderdeel 'Kenmerken belastingsysteem'.
Bekijk ook de video.

Kenmerken belastingsysteem

​Iemand met een laag inkomen betaalt in Nederland niet veel belasting.
Heb je een hoog inkomen dan betaal je meer belasting.
Je noemt dat het draagkrachtbeginsel: "de sterkste schouders dragen de zwaarste lasten".

Beantwoord de vragen in de oefening 'Kenmerken belastingsysteem'.

Stap 2: Profijtbeginsel

Belastingen op basis van het profijtbeginsel gaan er vanuit dat mensen betalen die ook echt van het gebruik van het product profiteren.

Doe de oefening.

Stap 3: Retributies

Bestudeer in de Kennisbank (nogmaals) de pagina over retributies.

Retributies


Beantwoord de vragen in de oefening.

Stap 4: Schijventarief

In Nederland bestaat het schijventarief: voor de berekening van het bedrag dat je aan inkomstenbelasting moet betalen, wordt je belastbaar inkomen verdeeld in schijven. Over het deel van je inkomen in de eerste schijf betaal je het laagste tarief, over het deel van je inkomen in de tweede schijf betaal je een hoger tarief, enzovoorts.

Doe de oefening.

Afronding

Extra opdracht: Schijventarief in Spreadsheet

Oefening

Met behulp van Google-Spreadsheet kun je snel uitrekenen hoeveel belasting je betaalt Open het Google-Speadsheet bestand: Belastingschijven.

1
Je ziet op Blad 1 een tabel met de tarieven per schijf voor 2019.
Onder de tabel kun je in de gele cel (C10) het belastbaar inkomen invullen.

  1. Vul in cel C10 als belastbaar inkomen € 70.508,- in.
  2. Het aantal schijven past zich aan.
    Klopt het aantal schijven waarover het inkomen wordt verdeeld?
  3. Klopt het bedrag dat aan belasting betaald moet worden met het bedrag dat je in de vorige oefening hebt berekend?
  4. Controleer of ook het percentage belasting dat je moet betalen klopt met je antwoord in de vorige oefening.
  5. Gebruik het Google-Speadsheetbestand om uit te rekenen hoeveel belasting je betaalt bij een belastbaar inkomen van € 25.000,- en ook bij een belastbaar inkomen van € 100.000,-.

2
De minister van Financiën wil de volgende maatregel nemen:
De grens tussen schijf 3 en schijf 4 verhogen van € 68.508 naar € 70.000.

Voer de maatregel van die de minister wil nemen door in de tabel.
Let op: je moet het bedrag op twee plaatsen aanpassen.

  1. Gebruik het Google-Speadsheetbestand om uit te rekenen hoeveel belasting je betaalt bij een belastbaar inkomen van € 25.000,- en ook bij een belastbaar inkomen van € 100.000,-.
  2. Vergelijk de antwoorden met de antwoorden op vraag e.
    Werkt de maatregel die de minister wil nemen nivellerend of denivellerend? Leg je antwoord uit.

De minister van Financiën wil ook de volgende maatregel nemen:
Het tarief in schijf 4 gaat van 51,75% naar 55%.
Voer ook deze maatregel van die de minister door in de tabel.

  1. Werkt deze maatregel die de minister nivellerend of denivellerend?
    Leg je antwoord uit.

 

Terugkijken

Intro

  • Bekijk de intro opnieuw. Past de intro goed bij de opdracht?
    Waarom wel/niet?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je de verschillende kenmerken van ons belastingsysteem benoemen en omschrijven.

Hoe ging het?

  • Tijd
    Hoelang ben je met de opdracht bezig geweest?
    Heb je in die tijd ook de eindopdracht kunnen maken?
  • Inhoud
    Vraag thuis eens of ze weten wat het draagkrachtbeginsel inhoudt en wat ze er van vinden.
  • Afronding - Eindopdracht
    Had je al eens eerder met Excel gewerkt? Lukte het nog?
    Heeft de eindopdracht geholpen bij het begrijpen van het schijventarief?
  • Het arrangement Opdracht: Belastingsysteem - vmbo-kgt34 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2021-11-29 10:42:45
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze opdracht hoort bij het thema 'Overheid - Inkomsten en uitgaven', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor economie vmbo-kgt34. De opdracht begint met een intro, hier moet je samen met een klasgenoot een vraag beantwoorden over de belastingdienst. Daarna komt er een stuk tekst over wat je straks kan na deze opdracht (de leerdoelen) en vervolgens komt er een uitleg wat je gaat doen. De opdracht bestaat uit vier verschillende stappen met bijbehorende opdrachten, een eindopdracht en een reflectie. Voor deze opdracht heb je een rekenmachine nodig. Bij stap 1 is er een opdracht over kenmerken belastingsysteem. Hier worden onder andere vragen gesteld over het draagkrachtbeginsel. Bij stap 2 is er een opdracht over het profijtbeginsel. Hier zijn meerdere oefeningen over het profijtbeginsel. Bij stap 3 is er een opdracht over retributies. Hier is een oefening over retributies. Bij stap 4 is er een opdracht over schijventarief. Hier moet je verschillende berekeningen doen aan de hand van een schijventarief. Na deze vier stappen komt de eindopdracht: Schijventarief in de Spreadheet. Hier moet je aan de hand van een spreadsheet met een schijventarief werken. Uiteindelijk wordt er nog teruggekeken naar de opdracht, dus hoe ging het? En kan ik wat ik moet kunnen?
    Leerniveau
    VMBO gemengde leerweg, 3; VMBO theoretische leerweg, 4; VMBO theoretische leerweg, 3; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO gemengde leerweg, 4; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 3;
    Leerinhoud en doelen
    Economie; Overheid en bestuur;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    2 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, belastingsysteem, draagkrachtbeginsel, economie, overheid - inkomsten en uitgaven, profijtbeginsel, progressief belastingsysteem, schijventarief, stercollectie, vmbokgt34