Thema: Overheid - vmbo-b34

Thema: Overheid - vmbo-b34

Overheid

Inleiding

De overheid speelt een belangrijke rol in de economie.
In dit thema ga je op zoek naar het antwoord op vragen als:

  • Wie is de overheid eigenlijk?
  • Op welke manier bemoeit de overheid zich met ons?
  • Welke producten worden door de overheid voortgebracht?
  • Hoe komt de overheid aan het geld om deze producten te maken?


Eindopdracht
De eindopdracht van dit thema heeft als titel 'Files'.
Je bestudeert de verkiezingsprogramma's van drie politieke partijen.
Je leest wat ze zeggen over het fileprobleem.
Daarna schrijf je een kort artikel.
In dat artikel geef je aan wie volgens jou de beste oplossing heeft voor het fileprobleem.


Naast de eindopdracht vind je bij de afsluiting:

  • een overzicht van alle Kennisbankitems
  • een begrippenlijst,
  • een diagnostische toets en
  • vragen om terug te kijken.

Genoeg te doen. Aan de slag!

Wat kan ik straks?

Aan het eind van het thema kan ik:

  • van verschillende situaties aangeven met welke overheid (Rijk, provincie, gemeente) ik te maken heb.
  • (met behulp van voorbeelden) duidelijk maken wat wordt bedoeld met economische politiek.
  • het begrip infrastructuur omschrijven.
  • voorbeelden geven van producten die door de overheid worden voortgebracht.
  • omschrijven hoe de overheid aan het geld komt om producten te kunnen maken.
  • (met behulp van voorbeelden) duidelijk maken dat mensen zonder inkomen een uitkering van de overheid kunnen krijgen.

Wat ga ik doen?

Het thema Overheid bestaat uit de volgende onderdelen:

Activiteit Aantal lessen
Inleiding 0,5
Wat kan ik straks?  
Wat ga ik doen?  
opdracht: Overheid en economie 2
opdracht: Overheid als producent 2
opdracht: Inkomsten en uitgaven 2
opdracht: Sociale zekerheid 2
Afsluiting  
Samenvattend 0,5
Eindopdracht 2
D-toets 0,5
Examenvragen 1
Terugkijken 0,5
Totaal 13

 

Opdrachten

Overheid en economie

Overheid en economie

Intro

Diny en Koos Vermolen hebben hun baan opgezegd en hun huis verkocht.
Ze hebben een camping in Frankrijk gekocht.
Om het hun gasten zoveel mogelijk naar de zin te maken, zijn er geen regels op de camping.
Op het bord bij de ingang staat: "Vrijheid, blijheid".

Wat denk jij?

Kan dat, een camping zonder regels? Waarom wel of waarom niet?
Bespreek je antwoord met een klasgenoot.

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • van verschillende situaties aangeven met welke overheid ik te maken heb.
  • de term noemen die wordt gebruikt voor iemand die voor de overheid werkt.
  • (met behulp van voorbeelden) omschrijven wat wordt bedoeld met  economische politiek.
  • (met behulp van voorbeelden) duidelijk maken wat de infrastructuur van een land is.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag

Stap

Leervragen

Stap 1

Welke drie overheden zijn er in Nederland?

Stap 2

Welke taken horen bij het Rijk, welke taken bij de provincies en welke taken bij de gemeentes?

Stap 3

Wanneer is iemand een ambtenaar?

Stap 4

Welke verziekingen zijn er allemaal in Nederland?

Stap 5

Wat is economische politiek?

Afronding

Onderdeel

Activiteit

Samenvatting

Samenvattende sleepoefening maken.

Extra

Video bekijken en bespreken met klasgenoot.

Terugkijken

Terugkijken op de opdracht.

 

Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 uur nodig.

Aan de slag

Stap 1: Overheid en bestuur

In de Kennisbank Economie vind je een onderdeel over de overheid.
Bestudeer dat onderdeel en beantwoord daarna de vragen.

Overheid en bestuur


Gebruik de informatie uit de Kennisbank bij het beantwoorden van de vragen.

Stap 2: Wie doet wat?

Er zijn in Nederland drie overheden: het Rijk, de provincies en de gemeenten.
De drie overheden hebben alle drie een eigen taak.

Kun jij voorbeelden geven van taken van de verschillende overheden?
Doe de oefening.

Stap 3: Wel of geen ambtenaar?

Iemand die in dienst is bij de overheid noem je een ambtenaar.
Ken jij iemand die voor de overheid werkt? Wat is zijn/haar beroep?
En wat denk je van de volgende beroepen?

Maak de volgende twee oefeningen.

Stap 4: Verkiezingen

In Nederland hebben inwoners van 18 jaar en ouder kiesrecht.
Tijdens verkiezingen mogen zij stemmen op een politieke partij.
Er zijn vier verkiezingen:

  • de gemeenteraadsverkiezingen
  • verkiezingen voor de Provinciale Staten
  • verkiezingen voor de Tweede Kamer
  • verkiezingen voor het Europese Parlement

Beantwoord de vragen in de volgende oefening.

 

 

Stap 5: Economische politiek

De overheid heeft op veel terreinen invloed.
Veel beslissingen van de overheid hebben invloed op de economie.
Je zegt: de overheid voert economische politiek. De overheid heeft invloed op hoe ons land eruitziet.
De inrichting van een land noem je de infrastructuur van het land.
Tot de infrastructuur horen onder andere snelwegen, spoorlijnen, vliegvelden, industrieterreinen en woonwijken.

Doe de oefeningen.

Afronding

Samenvattend

Wat heb je geleerd?

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro nog eens door.
    Begrijp je de intro? Wat heeft het openen van de camping 'Vrijheid, blijheid' te maken met overheid?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Ben je meer of minder dan twee uur met de opdracht bezig geweest?
    Welke stap kostte veel tijd? Hoe kwam dat?
  • Inhoud
    Zou je later voor de overheid willen werken? Waarom wel of waarom niet?
  • Afronding - Samenvattend
    Heb je de samenvattingsopdracht gemaakt?
    Kon de begrippen gemakkelijk naar de juiste plek slepen?

Overheid als producent

Overheid als producent

Intro

Bekijk de twee foto's hieronder.
Je ziet een foto van een winkel en een foto van een stadskantoor.



Wat denk jij?
Wat zijn de verschillen tussen beide bedrijven?
Probeer zoveel mogelijk verschillen te bedenken.
Bespreek je antwoorden met een klasgenoot.

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • verklaren waarom de overheid zelf producten maakt.
  • uitleggen wat het verschil is tussen individuele en collectieve overheidsproducten door voor elk een voorbeeld te geven.
  • (met behulp van voorbeelden) uitleggen wat het verschil is tussen particuliere bedrijven en overheidsbedrijven.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag

Stap

Leervragen

Stap 1

Welke bedrijven vormen samen de particulieren sector en welke bedrijven vormen samen de collectieve sector?

Stap 2

Welke twee soorten overheidsproducten zijn er?

Stap 3

Hoe kan de overheid het bezoek aan een museum stimuleren?
Waarom heft de overheid op sommige producten accijns?

Afronding

Onderdeel

Activiteit

Samenvatting

Samenvattende sleepoefening maken.

Terugkijken

Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je 1 à 2 uur nodig.

Aan de slag

Stap 1: Wel of geen overheidsbedrijf?

Bestudeer de eerste pagina van de volgende Kennisbank economie:

Collectief of particulier?


Gebruik de informatie uit de Kennisbank bij het beantwoorden van de vragen in de oefening.

Stap 2: Overheidsproducten

Bestudeer nu de tweede pagina van het volgende onderdeel:

Collectief of particulier?

Doe de volgende twee oefeningen.

Stap 3: Subsidies en accijns

Bestudeer nu ook de derde pagina van het volgende onderdeel:

Collectief of particulier?

Weet je wat subsidies en accijns zijn.
Doe de twee oefeningen.

Afronding

Samenvattend

Wat heb je geleerd?

Terugkijken

Intro

  • Past de intro goed bij de opdracht? Waarom wel/niet?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je uitleggen waarom de overheid zelf producten maakt?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Ben je meer of minder dan twee uur met de opdracht bezig geweest?
    Welke stap kostte veel tijd? Hoe kwam dat?
  • Inhoud
    Je hebt natuurlijk al vaker gehoord over de overheid.
    Wist je ook dat de overheid zelf zoveel producten maakt?
  • Afronding - Samenvattend
    Heb je de samenvattingsopdracht gemaakt?
    Ging het goed.

Inkomsten en uitgaven

Inkomsten en uitgaven

Intro

Belasting betalen is niet leuk, maar wel nodig.
Met het geld dat de overheid ophaalt, doet ze veel belangrijke dingen.

Wat denk jij?

Waarom vinden mensen belasting betalen niet leuk?
Wat zou er niet meer gebeuren als de overheid geen belasting zou heffen?
Wat vind jij: moet de belasting omhoog of juist omlaag?

Bespreek je antwoorden met een klasgenoot.

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • (met behulp van voorbeelden) aangeven hoe de overheid aan haar geld komt.
  • omschrijven wat wordt bedoeld met het draagkrachtbeginsel.
  • voorbeelden van uitgaven van de overheid noemen.
  • omschrijven wat wordt bedoeld met 'gezonde overheidsfinanciën'.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag

Stap

Leervragen

Stap 1

Wat zijn directe belastingen en wat zijn indirecte belastingen?

Stap 2

Hoe bereken ik de prijs met en zonder btw?

Stap 3

Wat houdt het draagkrachtbeginsel in?

Stap 4

Wat zijn de belangrijkste activiteiten van de belastingdienst?

Stap 5

Welke twee soorten overheidsuitgaven heb ik?

Stap 6

Hoe reken ik met de uitgaven van de overheid?

Stap 7

Wanneer spreek ik van een begrotingstekort en wanneer van een begrotingsoverschot?

Stap 8

Wat kan de overheid doen om een begrotingstekort tegen te gaan?

Afronding

Onderdeel

Activiteit

Samenvatting

Samenvattende sleepoefening maken.

Terugkijken

Terugkijken op de opdracht.


Benodigdheden
Voor deze opdracht heb je een rekenmachine nodig.

Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 uur nodig.

Aan de slag

Stap 1: Inkomsten overheid

Ga naar de kennisbank economie en bestudeer het volgende onderdeel:

Inkomsten overheid


In het cirkeldiagram zie je de inkomsten van de overheid in miljarden euro’s.
De totale inkomsten bedroegen 203,8 miljard euro.
Uit het diagram kun je bijvoorbeeld aflezen dat de overheid 22,5 miljard aan vennootschapsbelasting binnenkreeg.

Gebruik de gegevens uit het diagram om de vragen in de oefening 'Inkomsten overheid' te beantwoorden.

 

Stap 2: Inclusief of exclusief btw

Als je een product koopt, betaal je btw.
Voor de meeste producten is de btw 21%.
Met behulp van het schema kun je prijzen zonder btw omrekenen naar prijzen met 21% btw en omgekeerd.

Schilders mogen van de overheid 9% in plaats van 21% btw rekenen.
Op veel boeken zit ook geen 21%, maar 9% btw.

Kijken of het lukt.
Doe de oefening.

Stap 3: Draagkrachtbeginsel

Iemand met een laag inkomen betaalt in Nederland niet veel belasting.
Heb je een hoog inkomen dan betaal je meer belasting.
Je noemt dat het draagkrachtbeginsel:
"de sterkste schouders dragen de zwaarste lasten".

Stap 4: De belastingdienst

Belasting betalen doe je via een belastingaangifte.
De belastingen komen op het bureau van de belastinginspecteur.
Die kijkt of je aangifte klopt.

Bekijk de videoclip 'De belastingdienst’ van Schooltv.

Kijk eventueel ook nog even op de website van de belastingdienst: www.belastingdienst.nl.

Gebruik de info bij de volgende oefening.

 

Stap 5: Uitgaven overheid

Ga naar de kennisbank economie en bestudeer het volgende onderdeel:

Uitgaven overheid

Gebruik de informatie uit de Kennisbank bij het maken van de drie oefeningen.

Stap 6: Uitgaven overheid

Uitgaven van de overheid worden vaak gedaan door ministeries.
Een voorbeeld van zo'n ministerie is het ministerie van Onderwijs, cultuur en wetenschap.

Doe de onderstaande oefening.

Stap 7: Inkomsten/uitgaven vergeleken

Op Prinsjesdag 2017 werd de overheidsbegroting voor 2018 gepresenteerd.

De verwachte overheidsinkomsten voor 2018 bedroegen € 285 miljard.
De overheidsuitgaven voor 2018 werden geraamd op € 277 miljard.

Als de overheid meer uitgeeft dan ze ontvangt is er een begrotingstekort.
De overheid moet bij een tekort geld lenen.
Er ontstaat een staatsschuld.

Stap 8: Gezonde overheidsfinanciën

Als de overheid jaar na jaar meer uitgeeft dan ze binnenkrijgt, kan dat tot problemen leiden.
Bekijk onderstaand filmpje maar eens.


Beantwoord de vragen in de oefening 'Overheidsfinanciën'.

Afronding

Samenvattend

Wat heb je geleerd?

Terugkijken

Intro

  • Wat vind je van de leus 'Leuker kunnen we het niet maken. Wel makkelijker'?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Bedenk bij ieder leerdoel een vraag en zorg dat je die vraag ook kunt beantwoorden.

Hoe ging het?

  • Tijd
    Acht stappen in deze opdracht. Heb je ze alle acht kunnen doen binnen 2 uur?
  • Inhoud
    Van welke stap heb, volgens jou, het meeste geleerd.
    Schrijf ook op wat je geleerd hebt.
  • Afronding - Samenvattend
    Heb je de samenvattingsopdracht gemaakt?
    Kon de begrippen gemakkelijk naar de juiste plek slepen?

Sociale zekerheid

Sociale zekerheid

Intro

Bekijk de krantenkop:

In Nederland is het jaren heel goed gegaan. Maar niet iedereen heeft daarvan evenveel geprofiteerd.
Volgens de bisschop van Breda zijn er in Nederland nog steeds groepen mensen die moeilijk kunnen rondkomen met hun inkomen.

Wat denk jij?

Ben je het met de bisschop eens?
Zeg ook waarom wel of waarom niet.

Bespreek je mening met je klasgenoten.

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • omschrijven wat wordt bedoeld met sociale zekerheid.
  • voorbeelden van wetten noemen die vallen onder de sociale zekerheid.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag

Stap

Leervragen

Stap 1

Wat wordt bedoeld met sociale zekerheid?

Stap 2

Welke wetten vallen onder de volksverzekeringen?

Stap 3

Wat houdt de AOW in?

Stap 4

Welke wetten vallen onder de werknemersverzekeringen en welke onder de sociale voorzieningen?

Afronding

Onderdeel

Activiteit

Samenvatting

Samenvattende sleepoefening maken.

Terugkijken

Terugkijken op de opdracht.

 

Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 uur nodig.

Aan de slag

Stap 1: Sociale zekerheid

Ga naar de kennisbank economie en lees de eerste twee pagina's van het onderdeel 'Sociale zekerheid'.

Sociale zekerheid


Gebruik de informatie uit e Kennisbank bij het beantwoorden van de vragen.

Stap 2: Volksverzekeringen

Volksverzekeringen zijn sociale zekerheidswetten die voor alle inwoners van Nederland gelden.
Mensen met een inkomen betalen een premie voor deze verzekeringen.

Doe de oefeningen.

Stap 3: AOW

Doe de onderstaande oefening.

Stap 4: Sociale zekerheid

Ga naar de Kennisbank economie en lees de pagina's 'Werknemersverzekeringen' en 'Sociale voorzieningen'.
Bekijk ook de video op de pagina 'Sociale zekerheid'.

Sociale zekerheid

Doe de oefening.

Afronding

Samenvattend

Wat heb je geleerd?

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro nog eens door.
    Wat vind jij? Bestaat er armoede in Nederland?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Heb je in twee uur alle stappen kunnen doen?
    Welke stap kostte veel tijd? Hoe kwam dat?
  • Inhoud
    Kende alle wetten al dei genoemd worden in de opdracht.
    Schrijf op welke wet je nog niet kende.
  • Afronding - Samenvattend
    Heb je de samenvattingsopdracht gemaakt?
    Kon de begrippen gemakkelijk naar de juiste plek slepen?

Afsluiting

Samenvattend

Hier vind je de Kennisbankitems die horen bij dit thema.

overheid
er zijn in Nederland drie overheden: gemeente, provincie en het Rijk.
ambtenaar
werknemer in dienst van de overheid.
economische politiek
beleid van de overheid dat invloed heeft op de economie.
overheidsproducten
de producten die de overheid levert, zoals wegen, onderwijs, politie.
infrastructuur
de inrichting van het land: snelwegen, spoorlijnen, vliegvelden, industrieterreinen, woonwijken, enz.
collectieve sector
alle overheidsbedrijven samen.
inkomstenbelasting
belasting die je betaalt over je inkomen.
Belasting Toegevoegde Waarde (btw)
belasting die je betaalt als je producten koopt.
overheidsbegroting
overzicht van de inkomsten en uitgaven van de overheid.
begrotingstekort
de overheid geeft meer geld uit dan ze ontvangt.
sociale zekerheid
wetten waarin geregeld wordt dat iedereen in Nederland een inkomen heeft.
particuliere sector
alle niet-overheidsbedrijven samen.

Eindopdracht

Files!
De eerste file in Nederland was er al in 1925.
Sindsdien is het aantal en de lengte van files eigenlijk alleen maar toegenomen. De irritatie over files ook.
Bekijk de volgende video over het fileprobleem in Nederland.

Er wordt veel nagedacht over oplossingen. In deze opdracht kijk je hoe de overheid meedenkt.

Eindproduct
In de eindopdracht van het thema 'Overheid en bestuur' kijk je naar wat de partijen willen doen aan het fileprobleem.
Je werkt samen met een klasgenoot. Jullie schrijven een kort artikel waarin jullie vertellen op welke partij jullie zouden stemmen als het gaat om het oplossen van het fileprobleem.

Verkiezingsprogramma's
In de verkiezingsprogramma's van de drie politieke partijen kun je lezen hoe deze partijen denken over het fileprobleem.

Uit het verkiezingsprogramma van de PvdA:
Met name in en rond de grote steden moet het autogebruik worden teruggebracht ten gunste van het openbaar vervoer. Het gebruik van de fiets moet worden gestimuleerd.
Belastingvoordelen die autogebruik bevorderen moeten worden afgeschaft. Het bestaande wegennet kan beter worden benut door toeritdosering en rekeningrijden.
Het delen en huren van auto's moet aantrekkelijker worden gemaakt.

 

Uit het verkiezingsprogramma van de CDA:
Werkgevers moeten stimuleren dat werknemers waar mogelijk thuis werken (telewerken). Op alle mogelijk manieren moet het openbaar vervoer verbeterd worden. Door de introductie van rekeningrijden, toeritdosering, betaal- en doelrijbanen kan het bestaande wegennet beter worden benut.
Bestaande wegen kunnen worden verbreed en er mogen nieuwe wegen worden aangelegd.

 

Uit het verkiezingsprogramma van de VVD:
Een bedrag van 2 miljard euro moet worden uitgetrokken voor verbetering van de infrastructuur.
Het wegennet in met name de randstad is volstrekt onvoldoende.
Het autogebruik moet worden afgeremd. Dit kan door het verbeteren van het openbaar vervoer en het stimuleren van telewerken.
Flexibelere werktijden kunnen er voor zorgen dat het wegennet beter benut wordt.
Maatregelen als rekeningrijden mogen alleen ingevoerd worden als er een goed alternatief van openbaar vervoer is.

 

Beantwoord eerst samen de volgende vragen.

  1. Zoek uit wat wordt bedoeld met:
    • Rekeningrijden
    • Toeritdosering
    • Betaal- en doelrijbanen
  2. Geef van de onderstaande uitspraken aan uit welk verkiezingsprogramma ze komen (het is mogelijk dat een uitspraak in meerdere programma's voorkomt).
    1. Belastingvoordelen die autogebruik bevorderen moeten worden afgeschaft.
    2. Er moet meer geld beschikbaar komen voor beter openbaar vervoer.
    3. De fiets moet een beter alternatief voor de auto worden.
    4. Het wegennet mag/moet worden uitgebreid.
    5. Rekeningrijden moet zeker worden ingevoerd.
    6. Telewerken moet gestimuleerd worden.
    7. Het huren van een auto moet aantrekkelijker worden.
  3. Op welke punten kunnen de PvdA en de VVD goed samenwerken?
    En op welke punten verschillen ze van mening?
  4. En op welke punten kunnen het CDA en de VVD goed samenwerken?
  5. En het CDA en de PvdA?
  6. Welke partij is volgens jou het meest 'milieuvriendelijk'?
  7. Op welke partij zou jij stemmen als je alleen let op dit deel uit het programma?

Eindproduct
Samen met een klasgenoot schrijf je een kort artikel waarin je aangeeft op welke partij jullie zouden stemmen als het gaat om het oplossen van het fileprobleem.
In het artikel komt in ieder geval:

  • een titel: schrijf bovenaan de titel.
  • een inleiding: leg uit waar het artikel over gaat.
  • een middenstuk: leg uit wat jullie hebben gedaan om tot een conclusie te kunnen komen.
    Wat zijn de verschillen en overeenkomsten tussen de partijen.
  • een afsluiting: sluit af met de conclusie: 'Op welke partij stemmen jullie en waarom?'

Klaar?
Laat het artikel beoordelen door de docent.

Artikel schrijven

Een artikel is een goede manier om informatie te presenteren of een gebeurtenis te beschrijven.

 

D-toets

Test je kennis. Maak de diagnostische toets.

Examenvragen

Examenvragen
De Exameneenheid Overheid en bestuur wordt niet getoetst op het Centraal Examen.

 

 

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
    Vind je het een goede intro om de opdracht mee te beginnen?
    Waarom wel of waarom niet?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 11 uur met dit thema bezig zou zijn. Klopt dat ongeveer?
  • Inhoud
    Het thema bestaat uit vier gewone opdrachten.
    Welke opdracht vond je het leukst om te doen?
    En welke vond je het minst leuk? Schrijf op waarom je deze opdracht niet zo leuk vond.
  • Eindopdracht
    Heb je de eindopdracht gemaakt? Wat vond je van de opdracht?
    Past de opdracht goed bij het thema?
  • D-toets
    Wat was je score voor de D-toets? Ben je tevreden met die score?
    Heb je geleerd van de fouten die je hebt gemaakt?
  • Het arrangement Thema: Overheid - vmbo-b34 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    25-11-2025 09:17:13
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Het thema 'Overheid' is ontwikkeld door auteurs en medewerkers van StudioVO.

    Fair Use
    In de Stercollecties van StudioVO wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use. Meer informatie: Fair use

    Mocht u vragen/opmerkingen hebben, neem dan contact op via de helpdesk VO-content.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor economie voor vmbo-b34. In dit thema ga je opzoek naar antwoorden op de volgende vragen: Wie is de overheid? Op welke manier bemoeit de overheid zich met ons? Welke producten worden door de overheid voortgebracht? en Hoe komt de overheid aan het geld om deze producten te maken? Dit thema begint met een inleiding, vervolgens komt er een stuk tekst over wat je straks kan aan het eind van het thema 'Overheid'. Dan kom je bij de opdrachten die horen bij dit thema, dit zijn: Overheid & economie, Overheid als producent, Inkomsten & uitgaven en Sociale zekerheid. Begrippen die hier belangrijk zijn: economische politiek, infrastructuur, geld en uitkering van de overheid. Na de opdrachten komt er een samenvatting van het thema met alle belangrijke aspecten van dit thema. Dan komt de eindopdracht, hier ga je een artikel schrijven over verschillende partijen met betrekking tot fileproblemen. Na de eindopdracht komt een D-toets, hier worden 16 meerkeuzevragen gesteld over het thema: Overheid. Vervolgens worden er nog verschillende examenvragen weergegeven die horen bij dit thema. Dit thema eindigt met het terugkijken op dit thema, dus hoe ging het? en kan ik wat ik moet kunnen?
    Leerniveau
    VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 3;
    Leerinhoud en doelen
    Economie; Overheid en bestuur;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    13 uur 0 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, economie, economische politiek, geld, infrastructuur, overheid, producten, sociale zekerheid, stercollectie, vmbob34

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content Economie. (2020).

    Opdracht: Inkomsten en uitgaven - vmbo-b34

    https://maken.wikiwijs.nl/73698/Opdracht__Inkomsten_en_uitgaven___vmbo_b34

    VO-content Economie. (2020).

    Opdracht: Overheid als producent - vmbo-b34

    https://maken.wikiwijs.nl/73697/Opdracht__Overheid_als_producent___vmbo_b34

    VO-content Economie. (2020).

    Opdracht: Overheid en economie - vmbo-b34

    https://maken.wikiwijs.nl/73696/Opdracht__Overheid_en_economie___vmbo_b34

    VO-content Economie. (2020).

    Opdracht: Sociale zekerheid - vmbo-b34

    https://maken.wikiwijs.nl/73699/Opdracht__Sociale_zekerheid___vmbo_b34

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Overheid en bestuur

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Versie 2.1 (NL)

    Versie 3.0 bèta

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.