Thema: Tot 18 geen druppel vmbo-b34

Thema: Tot 18 geen druppel vmbo-b34

Thema: Tot 18 geen druppel

Intro

Tot 18 geen druppel
Alcohol is een stof in dranken zoals bier, wijn en jenever. Alcohol zit ook in allerlei mixdrankjes.
Alcohol is een natuurproduct. Het ontstaat door gisting van gerst (bier) of druiven (wijn).
Het mag dan uit de natuur komen, alcohol is wel gevaarlijk voor je lichaam.

Bekijk de volgende video. Kun je na het kijken uitleggen waarom mixdrankjes gevaarlijker zijn dan een glas bier of wijn?

Het drinken van alcohol heeft direct effect op je lichaam. De alcohol komt in je bloed terecht.
Zo komt in je hele lichaam terecht.
Na 10 minuten bereikt het je hersenen en voel je de eerste effecten.

Wanneer je in één keer veel drinkt, word je misselijk en ga je overgeven.
Vaak moet je meer plassen. Ook kun je last krijgen van black-outs.
Op het moment zelf lijkt er niets aan de hand, maar de volgende dag kun je je weinig meer herinneren.
Alcohol heeft invloed op de werking van je hersenen.

Bekijk de volgende video:

Je lichaam breekt de giftige stof alcohol af. Dit gebeurt in de lever. Bij overmatig en langdurig alcoholgebruik beschadigt je lever.
Alcohol bevat ook veel calorieën en is een echte dikmaker. Een ‘bierbuik’ is een gevolg van overmatig gebruik van alcohol.
Daarnaast heb je meer kans op hart- en vaatziekten.

Dit thema gaat over alcohol en de invloed die het heeft op je nieren, lever en hersenen.
Ook leer je meer over de verslavende werking van alcohol en andere genotmiddelen.
In andere thema’s komen calorieën en hart- en vaatziekten aan de orde.

Wat ga ik leren?

Kennis
K9 Uitscheiding

  • Omschrijven hoe bloed wordt aan- en afgevoerd naar en van de lever.
  • In een afbeelding van een toros aanwijzen waar de lever, galblaas, nieren met urineleiders, urineblaas en urinebuis in het lichaam liggen.
  • De functie van de lever omschrijven.
  • De bouw (nierschors, niermerg, nierbekken) en werking van de nier beschrijven.
  • Omschrijven dat omzetting naar afvalstoffen en niet-bruikbare stoffen in de lever plaatsvindt en dat deze daarna uitgescheiden worden.

K11 Hersenen

  • De belangrijkste onderdelen van de hersenen benoemen en de functies van de onderdelen omschrijven.
  • Een aantal functies van de grote hersenen noemen, zoals zorgen voor bewustzijn, zintuiglijke waarneming en bewuste bewegingen.
  • De functie van een aantal specifieke gebieden in de hersenen noemen, zoals het schrijfcentrum, reukcentrum, spreekcentrum.
  • Noemen dat kleine hersenen zorgen voor coördinatie van bewegingen.

K9 Genotmiddelen en verslaving

  • Met een voorbeeld duidelijk maken wat een negatief gevolg kan zijn van overmatig gebruik van alcohol en medicijnen.
  • Omschrijven wat wordt bedoeld met het verslaafd zijn aan tabak en drugs en omschrijven wat het gevolg daarvan kan zijn.

Wat kan ik al?

Weet je het nog
Het thema Tot 18 geen druppel is het zevende thema. De theorie uit enkele modules die je in de eerste thema's bent tegengekomen, heb je ook nodig bij de afsluiting van dit thema. Als je twijfelt of je het nog weet, klik de modules hieronder dan nog eens door.

Module

Cellen en weefsels

Module

Van cel tot orgaanstelsel

Module

Bloed en lymfe

Module

Hart en bloedsomloop

Module

Long-, hart- en vaatziekten

Module

Zenuwstelsel

Wat ga ik doen?

Het thema Tot 18 geen druppel bestaat uit de volgende onderdelen.
In de tabel staat per activiteit hoeveel lessen je ongeveer nodig hebt.

Activiteit

Aantal lessen

Inleiding

 

Wat kan ik straks?

0,5

Wat kan ik al?

2

Wat ga ik doen?

0,5

Modules

 

Module: Uitscheiding

2

Module: Hersenen

2

Module: Genotmiddelen en verslaving

2

Afsluiting

 

Samenvattend

0,5

Eindopdracht: examenvragen Tot 18 geen druppel

0,5

Terugkijken

0,5

Totaal:

10 à 11

 

 

Modules

Uitscheiding

Uitscheiding

Intro

Je lichaam gebruikt niet alle stoffen die je eet en drinkt.
Sommige stoffen blijven over en worden door je lichaam uitgescheiden via je urine of je ontlasting.

De stoffen die je lichaam uitscheid kunnen jou een boodschap geven.
Kijk als inleiding op deze module maar eens naar de volgende video van SchoolTV.

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze module kan ik:

  • omschrijven hoe bloed wordt aan- en afgevoerd naar en van de lever.
  • in een afbeelding van een torso aanwijzen waar de lever, galblaas, nieren met urineleiders, urineblaas en urinebuis in mijn lichaam liggen.
  • de functie van de lever omschrijven.
  • de bouw (nierschors, niermerg, nierbekken) en werking van de nier beschrijven.
  • omschrijven dat omzetting naar afvalstoffen en niet-bruikbare stoffen in de lever plaatsvindt en dat deze daarna uitgescheiden worden.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag

Stap

Activiteit

Stap 1

Je bestudeert het Kennisbankitem dat past bij dit onderdeel en test je kennis.

Stap 2

Bekijk de video over de lever, doe de puzzel en beantwoord de vragen.

Stap 3

Bekijk de video over de nieren en maak een kruiswoordpuzzel.

Afronding

Onderdeel

Activiteit

Samenvattend

Hier vind je de begrippenlijst die hoort deze module.

Examenopgaven

Maak de examenopgaven die passen bij de module.

Terugkijken

Terugkijken op de module.


Tijd
Voor deze opdracht heb je twee lesuren nodig.

 

Aan de slag

Stap 1: Kennisbank

In elke cel in ons lichaam vindt verbranding plaats.
Daarbij ontstaan afvalstoffen die het lichaam uit moeten.
In deze module staat de uitscheiding van afvalstoffen centraal.
De longen, de nieren en de lever spelen een belangrijke rol bij de uitscheiding.

Bestudeer uit de Kennisbank biologie het onderdeel.

Uitscheiding


Test je kennis
Beantwoord de volgende vragen over de theorie in de Kennisbank.

Stap 2: Focus op de lever

De lever is een orgaan met meerdere functies.
Het orgaan speelt een rol in het bloedvatenstelsel, spijsverteringsstelsel en uitscheidingstelsel.
Bekijk de volgende SchoolTV clip.


Download nu de kruiswoordpuzzel Focus op de lever en probeer de puzzel op te lossen.
Maak een kopie van het werkblad in je eigen omgeving (Bestand - Een kopie maken...)
of download het werkblad (Bestand - Downloaden als).

Kom je er niet uit, vraag dan hulp aan een klasgenoot.

Geef daarna samen ook antwoord op de volgende vijf vragen.

Stap 3: Focus op de nieren

Bekiijk de SchoolTV clip over de nieren. De informatie uit de video kun je gebruiken om zelf een kruiswoordpuzzel over nieren te maken.

Maak nu zelf een kruiswoordpuzzel zoals je deze hebt gemaakt bij de lever.

Verwerk in je kruiswoordpuzzel zoveel mogelijk onderdelen van de nieren.
En ook van de functies van die verschillende onderdelen.

Kijk voor tips in de Gereedschapskist.


Vraag een klasgenoot om jouw puzzel op te lossen.
Jij lost natuurlijk zijn of haar puzzel op.
Geef elkaar op een goede manier feedback op elkaars puzzel.

Kruiswoordpuzzel maken

Bij een kruiswoordpuzzel vul je de letters van woorden in vakjes in.  

 

Afronding

Begrippenlijst

Hier vind je de begrippenlijst die hoort bij deze opdracht.

Uitscheiding
Het verwijderen van schadelijke of overbodige stoffen uit het lichaam.

Uitscheiding - longen
De longen verwijderen koolstofdioxide uit het lichaam.

Uitscheiding - lever en nieren
De lever haalt allerlei schadelijke en giftige stoffen uit het bloed en maakt ze onwerkzaam. Daarna worden ze weer aan het bloed afgegeven en door de nieren uitgescheiden.

Uitscheiding - zweetklieren
De zweetklieren in de huid geven water en zouten af aan de omgeving.

Ureum
Ureum is een afvalproduct bij de eiwitstofwisseling in de lever.

Gal
Gal is een dikke, geelgroene vloeistof die door de lever wordt uitgescheiden.

 

Examenopgaven

Je hebt in deze module veel theorie bestudeerd en veel opdrachten gemaakt.
In de afsluiting ga je aan de slag met examenvragen over dit onderwerp. Lees eerst de tips.

Tips

 

Van de examenvragen kan de voortgang worden bijgehouden op ExamenKracht.
Vraag verdere instructies aan je docent.

Hier vind je de examens van biologie waarmee je kunt oefenen.

Examens vmbo-b34

Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Bedenk bij ieder leerdoel een vraag en geef ook het antwoord op die vraag.

Hoe ging het?

  • Tijd
    Heb je de opdracht in 2 uur kunnen maken?
  • Inhoud
    Heb je de video's over de lever en de nieren bekeken?
    Vind je het fijn om via video's te leren?
  • Examenopgaven
    Heel veel examenopgaven bij deze opdracht.
    Heb je ze allemaal gemaakt? Ging het goed?

Hersenen

Hersenen

Intro

Je hersenen zijn van levensbelang. Zonder hersenen zou er helemaal niets in je lichaam functioneren.
Een goede reden om zuinig te zijn op je hoofd!

In de volgende video van de Hersenstichting wordt de werking van onze hersenen uitgelegd.
Ook laten ze zien wat de gevolgen van hersenschade kunnen zijn.

Kijk de video en ga daarna verder met de rest van de module.

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze module kan ik:

  • de belangrijkste onderdelen van de hersenen benoemen en de functies van de onderdelen omschrijven.
  • een aantal functies van de grote hersenen noemen, zoals zorgen voor bewustzijn, zintuiglijke waarneming en bewuste bewegingen.
  • de functie van een aantal specifieke gebieden in de hersenen noemen, zoals het schrijfcentrum, reukcentrum, spraakcentrum.
  • noemen dat kleine hersenen zorgen voor coördinatie van bewegingen.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag

Stap

Activiteit

Stap 1

Je bestudeert het Kennisbankitem dat past bij dit onderdeel en test je kennis.

Stap 2

Je onderzoekt hoe het gesteld is met je geheugen.

Stap 3

Doe de 'Stroop-test' en maak van de test een verslag.

Stap 4

Bekijk de video's over het effect van alcohol en beantwoord de vragen.

Stap 5

Lees over het effect van alcohol op je rijvaardigheid.

Afronding

Onderdeel

Activiteit

Samenvattend

Hier vind je de begrippenlijst die hoort deze module.

Examenopgaven

Maak de examenopgaven die passen bij de module.

Terugkijken

Terugkijken op de module.


Tijd
Voor deze opdracht heb je twee lesuren nodig.

 

Aan de slag

Stap 1: Kennisbank

In de module 'Hersenen' leer je de functie van de grote hersenen, van de kleine hersenen, van de hersenstam en van het ruggenmerg. Ook bestudeer je waar in de hersenen de specifieke gebieden liggen die horen bij de verschillend zintuigen.

Bestudeer uit de Kennisbank biologie het onderdeel

Hersenen


Test je kennis
Beantwoord de volgende vragen over de theorie in de Kennisbank.

 

Stap 2: Het geheugen

Je kijkt en vergelijkt. Nieuwe situaties worden voortdurend vergeleken met bestaande ervaringen.
De hersenen kunnen heel precies het verleden en heden scheiden.

Zo kunnen ze van alles met elkaar vergelijken, samenvoegen, scheiden en uitzoeken. Daarvoor gebruik je je geheugen.

De informatie die binnenkomt, wordt doorgegeven aan de hippocampus (zie afbeelding). Daar begint alles wat met onthouden te maken heeft.


Je gaat onderzoeken hoe het gesteld is met je geheugen.
Daarvoor doe je de 'onbekende gezichtentest' op Quest
Wat is het resultaat van je test?
 

Stap 3: Stroop-test

Je werkt deze stap in tweetallen.

De Stroop-test (spreek uit als ‘stroep’) is een test die door onderzoekers wordt gebruikt om
te bekijken hoe verschillende delen van de hersenen samenwerken.

Je onderzoekt hoe goed je de naam van kleuren kunt uitspreken.

De Stroop-test

  • Download de onderzoeksopzet De Stroop-test.
    Maak een kopie van het werkblad in je eigen omgeving (Bestand - Een kopie maken...)
    of download het werkblad (Bestand - Downloaden als).
  • Lees de onderzoeksopzet een keer helemaal door.
  • Zoek de benodigdheden bij elkaar.
  • Voer het onderzoek uit zoals beschreven onder de werkwijze.
  • Maak het onderzoeksverslag.
  • Beoordeel eerst samen het onderzoeksverslag.
  • Laat het verslag vervolgens beoordelen door jullie docent.


Maak gebruik van de informatie in de Gereedschapskist.

Natuurwetenschappelijk verslag maken

Schrijf je een verslag van een onderzoek voor biologie of NaSk, dan wordt dit een natuurwetenschappelijk verslag genoemd. Het is hierbij vooral belangrijk dat het doel van je onderzoek en de manier waarop je het uitvoert zo duidelijk mogelijk wordt weergegeven. Het schrijven van zo’n verslag gebeurt in verschillende stappen.

 

Stap 4: Effect van alcohol

Stap 5: Alcohol en het verkeer

Het gebruik van alcohol vermindert je rijvaardigheid, of je nu in een auto, op de brommer, scooter, bromfiets of fiets zit. Je kunt sneller een verkeersongeval veroorzaken. Je mag daarom niet rijden onder invloed van alcohol.

Bekijk de video

Het is verboden om een voertuig te besturen als het alcoholgehalte in het bloed meer dan 0,5 ‰ bedraagt. Dat komt overeen met zo'n 2 glazen alcoholische drank.
Maar dit geldt voor een ervaren bestuurder.
Als beginnend bestuurder van een auto, brommer, scooter of snorfiets gelden strengere regels.
Dan mag je niet rijden met meer dan 0,2 promille alcohol in je bloed.

In het filmpje werd gezegd dat je hooguit twee alcoholische drankjes mag nemen om nog in de auto te stappen? Klopt dat wel?
Ga naar www.alcoholhulp.be en zoek het uit!

  • Vul je eigen gegevens in.
  • Kies voor twee glazen.
  • Kies voor aantal uren vanaf het eerste glas afwisselend voor: 0 uur, 1 uur, 2 uur, 4 uur en 8 uur.
  • Maak een grafiek van het alcoholpromillage in je bloed in de loop van de tijd voor twee glazen alcohol. (Kijk voor tips in de Gereedschapskist.)
  • Doe dit ook voor één glas.
  • Doe dit ook voor drie glazen alcohol.

Wat merk je op?
Bespreek dit in de klas.

Grafiek maken

In een grafiek kun je heel overzichtelijk informatie aflezen over één specifiek onderwerp. Je maakt naar aanleiding van een onderzoek of opdracht een grafiek waarin je de opgedane kennis of resultaten weergeeft.

 

Afronding

Begrippenlijst

Hier vind je de begrippenlijst die hoort bij deze opdracht.

Hersenen
Een buitengewoon ontwikkeld orgaan, dat alle gevoelens, het bewustzijn en alle mogelijkheden om iets te doen bevat.

Grote hersenen
Orgaan van het zenuwstelsel; grootste deel van de hersenen, waar signalen van zenuwen worden verwerkt en de beweging van je lichaam wordt geregeld. Is ook het regelcentrum voor o.a. plannen, redeneren, emotie en het geheugen.

Kleine hersenen
Orgaan van het zenuwstelsel, zorgt o.a. voor coördinatie van bewegingen.

Hersenstam
De hersenstam is het oudste hersendeel, ligt in het verlengde van het ruggenmerg en regelt de basale functies.

Impulsen
Elektrische stroompjes die door zintuigcellen worden doorgegeven aan zenuwcellen.

Reflex
Een zeer snelle reactie van het zenuwstelsel, waarbij het signaal in eerste instantie niet via de hersenen verloopt, maar alleen via het ruggenmerg.

Gewenning
Het hoger worden van de prikkeldrempel voor een bepaalde drempel door een constante aanvoer ervan.

Examenopgaven

Je hebt in deze module veel theorie bestudeerd en veel opdrachten gemaakt.
In de afsluiting ga je aan de slag met examenvragen over dit onderwerp. Lees eerst de tips.

Tips

 

Van de examenvragen kan de voortgang worden bijgehouden op ExamenKracht.
Vraag verdere instructies aan je docent.

Hier vind je de examens van biologie waarmee je kunt oefenen.

Examens vmbo-b34

Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Ben je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig geweest?
    Heb je binnen die twee uur ook de 'Stroop-test' gedaan?
  • Inhoud
    Je wist waarschijnlijk al wel dat alcohol niet goed voor je is.
    Ben je toch nog wat nieuws tegengekomen in stap 4 of stap 4?
  • Examenopgaven
    Heb je de examenopgaven gemaakt? Ging het goed?

Genotmiddelen en verslaving

Genotmiddelen

Intro

Genotmiddelen geven je een prettig gevoel. Dit is vaak maar van korte tijd waardoor je lichaam en geest, steeds meer gaan vragen om deze middelen. Toch is de één gevoeliger om verslaafd te raken aan genotmiddelen dan de ander.
Hoe dat zit zie je in de volgende Clipphanger.

Ga na het kijken verder met de rest van deze module.

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze module kan ik: 

  • met een voorbeeld duidelijk maken wat een negatief gevolg kan zijn van overmatig gebruik van alcohol en medicijnen.
  • omschrijven wat wordt bedoeld met het verslaafd zijn aan tabak en drugs en omschrijven wat het gevolg daarvan kan zijn.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag

Stap

Activiteit

Stap 1

Je bestudeert het Kennisbankitem dat past bij dit onderdeel en test je kennis.

Stap 2

Bekijk de video over de werking van drugs op het brein.

Stap 3

Hoe kun je het effect van alcohol waarnemen. Bekijk de video's.

Stap 4

Praat met je klasgenoten over verschillende stellingen over blowen.

Stap 5

Praat met je klasgenoten over verschillende stellingen over alcohol.

Afronding

Onderdeel

Activiteit

Samenvattend

Hier vind je de begrippenlijst die hoort deze module.

Examenopgaven

Maak de examenopgaven die passen bij de module.

Terugkijken

Terugkijken op de module.


Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 à 3 lesuren nodig.

 

Aan de slag

Stap 1: Kennisbank

Bestudeer uit de Kennisbank biologie het onderdeel:

Genotmiddelen


Test je kennis
Beantwoord de volgende vragen over de theorie in de Kennisbank.

Stap 2: Zoveel drugs

Wanneer kun je spreken van een verslaving?
Leg dit uit in je eigen woorden na het kijken van de volgende video:

Je gaat nu een spel spelen in groepjes.
Je ontvangt van de docent een stapeltje met kaartjes.
Maak een kopie van het werkblad in je eigen omgeving (Bestand - Een kopie maken...) of download het werkblad (Bestand - Downloaden als).

Op het kaartjes staat een meningsvraag, een kennisvraag of een opdracht.
Geef antwoord of voer de opdracht uit en voer vervolgens de actie uit die op het kaartje staat.
Een voorbeeld van zo’n actie is: Geef je kaartje door.

 

Stap 3: Effecten van alcohol

Volg Eva of Filemon. Beiden zijn ze proefkonijnen.
Zo kun je het effect van alcohol op hun gedrag waarnemen.
Wat doet alcohol met Eva en Filemon?

Noteer je waarnemingen.
Bespreek dit na het kijken in de klas.

Eva:


Filemon:

Stap 4A: Blowen?

Kies uit toepassing Blowen (stap 4A)? of Alcohol (stap 4B)?.

Bekijk de video. Vorm een mening over blowen tijdens het kijken.

Vorm groepjes.
Kies drie stellingen die je met elkaar gaat bespreken:

  1. Ik vind dat ik best met blowers om kan gaan zonder zelf te gaan blowen.
  2. Een blowtje is minder schadelijk dan alcohol.
  3. Ik vind dat je nooit moet beginnen met welke drugs dan ook.
  4. Als mijn ouders merken dat ik drugs gebruik, zetten ze me het huis uit.
  5. Ik vind in het weekend blowen oké.
  6. Blowen maakt dom, blijkt uit onderzoek.

Per stelling:

  • Zijn jullie het met de stelling eens of oneens?
  • Leg uit waarom jullie het eens zijn of oneens.

Bespreek de opdracht na in de klas.

Debat voeren

Bij een debat hebben twee of meer mensen een verschillende mening over een onderwerp. Deze standpunten worden helder in beeld gebracht door argumenten voor het eigen standpunt te geven, of door de argumenten van de ander met tegenargumenten te bestrijden.

 

Stap 4B: Alcohol?

Kies uit toepassing Blowen (stap 4A)? of Alcohol (stap 4B)?.

Bekijk de video. Vorm een mening over alcohol tijdens het kijken.

  1. Ik vind dat ik best 3 biertjes op een avond kan drinken.
  2. Op mijn 18de ga ik gelijk een keer flink zuipen.
  3. Drinken maakt je minder slim, omdat het hersenschade veroorzaakt.
  4. Ik sta echt voor gek als mijn vrienden geen pilsje krijgen op mijn verjaardag.
  5. Vrienden bij wie je er alleen bij hoort als je meedrinkt, zijn geen goede vrienden.
  6. Als je tot je 18de niet drinkt, ben je verstandig bezig.

Per stelling:

  • Zijn jullie het met de stelling eens of oneens?
  • Leg uit waarom jullie het eens zijn of oneens.

Bespreek de opdracht na in de klas.

Debat voeren

Bij een debat hebben twee of meer mensen een verschillende mening over een onderwerp. Deze standpunten worden helder in beeld gebracht door argumenten voor het eigen standpunt te geven, of door de argumenten van de ander met tegenargumenten te bestrijden.

 

Afronding

Begrippenlijst

Hier vind je de begrippenlijst die hoort bij deze opdracht.

Genotmiddel
Middelen die je een prettig gevoel geven als je ze gebruikt.

Alcohol
Bekendste legale genotmiddel. Alcohol wordt snel opgenomen in je bloed en geeft je een roes gevoel.

Drugs
Middelen die je hersenen een bepaalde prikkel geven waardoor een bepaald gevoel ontstaat. Mensen gebruiken drugs als genotmiddel.

Legale middelen
Genotmiddelen die in de winkel te koop zijn en goedgekeurd zijn door de wet. Bijvoorbeeld sigaretten of alcohol.

Illegale middelen
Genotmiddelen die niet in een winkel te koop zijn en zijn verboden door de wet. Je kunt ze krijgen via het criminele circuit. Bijvoorbeeld cocaïne.

Opwekkende middelen
Genotmiddelen die ervoor zorgen dat je alerter wordt. Zoals bijvoorbeeld cafeïne in koffie. Deze middelen verhogen je hartslag en je lichaamstemperatuur.

Pepmiddelen
Illegale opwekkende middelen zoals bijvoorbeeld speed. Ze maken je alerter.

Geestverruimend middel
Illegaal middel dat zorgt voor hallucinaties (dingen zien die er niet zijn).

Doping
Pepmiddelen die in de sport worden gebruikt om een sporter beter te laten presteren.

Nicotine
Nicotine is een voorbeeld van een opwekkend middel. Het zit in tabaksrook. Nicotine beschadigd de wanden van je bloedvaten.

Cocaïne
Ook wel bekend onder de naam Coke. Chemische bewerking van de cocaplant. Een gevaarlijke en illegale drug die ervoor zorgt dat je lichaam zijn eigen grenzen overschrijdt. Je kunt bijvoorbeeld veel langer feesten onder invloed van cocaïne zonder moe te raken. Hierdoor kan je hart ermee stoppen.

XTC
Pepmiddel in tabletvorm dat je remmingen wegneemt. XTC geeft een groot risico op leververgiftiging.

Opium
Drugs van de papaverplant. Zeer verslavend. Het geeft je een gevoel van dromenland.

Morfine
Medicijn dat ook afkomstig is van de papaverplant. Zeer sterk verdovend en pijnbestrijdend middel. Morfine is heel verslavend voor patiënten.

Heroïne
Zeer sterke drugs die van de papaverplant komt. Veroorzaakt een zeer sterke roes. Heroïne wordt meestal in de aderen gespoten.

LSD
Geestverruimend middel. Geeft je het gevoel dat je dingen ziet die niet bestaan.

Marihuana
Wordt gemaakt van de hennepplant. Geestverruimend middel. Een andere naam voor marihuana is wiet. Marihuana gebruik je door het te roken (blowen). Marihuana wordt door de overheid gedoogd. Het is illegaal, maar toch toegestaan. Het wordt verkocht in coffeeshops.

Hasj
Wordt gemaakt van de hennepplant, maar is sterker dan Marihuana. Illegaal geestverruimend middel.

Trippen
Een reis die je met je hoofd maakt na het gebruik van geestverruimende middelen. Anders gezegd: een droom die levensecht voelt.

Badtrip
Angstaanjagende dromen die iemand krijgt door het gebruik van geestverruimende middelen. Zo levensecht dat mensen erdoor in gevaar kunnen komen.

Verslaving
Gewenning van je lichaam waardoor je steeds meer van een bepaalde stof wilt hebben.

Ontwenningsverschijnselen
Reactie van het lichaam als je een bepaald middel niet neemt terwijl je er wel verslaafd aan bent. Je kunt bijvoorbeeld heftig gaan trillen, zweten of braken.

Examenopgaven

Je hebt in deze module veel theorie bestudeerd en veel opdrachten gemaakt.
In de afsluiting ga je aan de slag met examenvragen over dit onderwerp. Lees eerst de tips.

Tips

 

Van de examenvragen kan de voortgang worden bijgehouden op ExamenKracht.
Vraag verdere instructies aan je docent.

Hier vind je de examens van biologie waarmee je kunt oefenen.

Examens vmbo-b34

Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je aangeven wat de gevolgen van overmatig gebruik van genotmiddelen kunnen zijn.

Hoe ging het?

  • Tijd
    Ben je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig geweest.
    Heb je zowel stap 4 als stap 5 gedaan? Of hebben jullie de stappen gecombineerd?
  • Inhoud
    Is je mening over drugs en/of alcohol veranderd door deze opdracht?
    Schrijf op wat er veranderd is.
  • Examenopgaven
    Heb je de examenopgaven gemaakt? Ging het goed?

Afsluiting

Samenvattend

Hier vind je de Kennisbankitems bij dit thema.

Examenvragen

Je hebt in zeven modules veel theorie bestudeerd en veel opdrachten gemaakt.
In de afsluiting ga je aan de slag met examenvragen over dit onderwerp. Lees eerst de tips.

Tips


Van de examenvragen kan de voortgang worden bijgehouden op ExamenKracht.
Vraag verdere instructies aan je docent.

VMBO-B34 2018-TV1

VMBO B34 2018-TV1 Vraag 5
VMBO B34 2018-TV1 Vragen 15-18
VMBO B34 2018-TV1 Vraag 31

VMBO-B34 2019-TV1

VMBO B34 2019-TV1 Vraag 25
VMBO B34 2019-TV1 Vragen 34 en 35

VMBO-B34 2021-TV1

VMBO B34 2021-TV1 Vraag 33
VMBO B34 2021-TV1 Vraag 34

VMBO-B34 2021-digitaal examenvariant 1

VMBO B34 2021-digitaal exvariant 1 Vraag 10
VMBO B34 2021-digitaal exvariant 1 Vraag 18
VMBO B34 2021-digitaal exvariant 1 Vraag 23

VMBO-B34 2021-digitaal examenvariant 2

VMBO B34 2021-digitaal exvariant 2 Vraag 4
VMBO B34 2021-digitaal exvariant 2 Vraag 13
VMBO B34 2021-digitaal exvariant 2 Vraag 17
VMBO B34 2021-digitaal exvariant 2 Vraag 34
VMBO B34 2021-digitaal exvariant 2 Vraag 35

Terugkijken

Intro

  • Kijk nog eens naar de intro van het thema. Sluit de intro goed aan bij het thema?
    Waarom wel/niet?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • De leerdoelen van dit thema vind je onder het kopje 'Wat ga ik leren?'
    Lees die leerdoelen nog eens door. Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Voor dit thema was ongeveer 10 uur gepland.
  • Klopt dat met het aantal uur dat je met dit thema bezig bent geweest?
  • Modules
    Kijk nog eens naar de titels van de modules.
    Passen alle modules bij de intro van het thema? Welke wel en welke niet?
  • Inhoud
    Niet alle modules waren helemaal nieuw.
    Een deel van de stof heb je in klas 1 of 2 ook al behandeld?
    Schrijf twee onderwerpen op die helemaal nieuw waren.
  • Examenvragen
    Heb je de examenvragen gemaakt? Ging het goed?
  • Het arrangement Thema: Tot 18 geen druppel vmbo-b34 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2025-11-06 22:30:29
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Het thema 'Tot 18 geen druppel' is ontwikkeld door auteurs en medewerkers van StudioVO.

    Fair Use
    In de Stercollecties van StudioVO wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use. Meer informatie: Fair use

    Mocht u vragen/opmerkingen hebben, neem dan contact op via de helpdesk VO-content.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor biologie voor vmbo-b34. Dit thema gaat over alcohol en bevat 3 onderwerpen. Het eerste onderwerp is uitscheiding, hierbij leer je hoe het bloed word aan en afgevoerd naar de lever en wat de functie van de lever is. Ook leer je wat de bouw en functie zijn van de nieren en hoe niet-bruikbare stoffen en afvalstoffen worden uitgescheiden. Het tweede onderwerp is hersenen, hierbij leer je wat de belangrijkste onderdelen van de hersenen zijn en wat hun functies zijn. Het derde onderwerp is genotsmiddelen en verslaving, hierbij kan je met een voorbeeld duidelijk maken wat de negatieve gevolgen zijn van overmatig alcohol of medicijngebruik. Ook leer je wat verslaafd zijn aan alcohol of drugs inhoud en wat de gevolgen hiervan zijn.
    Leerniveau
    VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 3;
    Leerinhoud en doelen
    Biologie; Instandhouding en ontwikkeling;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    9 uur 0 minuten
    Trefwoorden
    alcohol, arrangeerbaar, b34, biologie, grote hersenen en kleine hersenen, lever, nieren, stercollectie, uitscheiding, verslaving

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content - Kennisbanken. (z.d.).

    Kennisbank Biologie - blauw

    https://maken.wikiwijs.nl/147184/Kennisbank_Biologie___blauw

    VO-content Biologie. (2020).

    Genotmiddelen vmbo-b34

    https://maken.wikiwijs.nl/73600/Genotmiddelen__vmbo_b34

    VO-content Biologie. (2020).

    Hersenen vmbo-b34

    https://maken.wikiwijs.nl/73613/Hersenen__vmbo_b34

    VO-content Biologie. (2020).

    Uitscheiding vmbo-b34

    https://maken.wikiwijs.nl/73599/Uitscheiding__vmbo_b34

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.