Het gezoem van bijen is niet altijd even fijn, bovendien is een bijensteek al helemaal geen feestje! Maar bijen zijn ontzettend belangrijk voor de voorplanting van zaadplanten.
Waarom? Dat zie je in de volgende video.
Ga na het kijken verder met de rest van deze module.
Wat kan ik straks?
Aan het eind van deze module kun je:
omschrijven wat bestuiving is en een manier van bestuiving beschrijven.
omschrijven wat bevruchting is.
Wat ga ik doen?
Activiteiten
Aan de slag
Stap
Activiteit
Stap 1
Je bestudeert het Kennisbankitem dat past bij dit onderdeel en test je kennis.
Stap 2
Bekijk de video over Bijensterfte en beantwoord de vragen.
Stap 3
Bekijk welke onderdelen van een banaan een rol spelen bij de voortplanting.
Stap 4
Lees en bekijk de ontwikkeling van de pindaplant en geef antwoord op de vragen.
Stap 5
Lees over de rol van vleermuizen bij de bevruchting van cactussen.
Afronding
Onderdeel
Activiteit
Samenvattend
Hier vind je de begrippenlijst die hoort deze module.
Examenopgaven
Maak de examenopgaven die passen bij de module.
Terugkijken
Terugkijken op de module.
Tijd
Voor deze opdracht heb je twee lesuren nodig.
Aan de slag
Stap 1: Kennisbank
Bestudeer uit de Kennisbank biologie het volgende onderdeel.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Als jij een banaan eet, heeft die banaan al een
heel leven achter de rug. Deze clip laat het je zien.
Stap 4: Olienoten - pinda's
De meeste mensen houden van olienoten ofwel pinda’s. De pinda is een zaad dat veel lijkt op de bruine boon. De pinda zit, net als de bruine boon, in een peul. De peul heet bij de pinda een dop.
De dop is ontstaan uit een vruchtbeginsel. De dop is dus een vrucht. Als het vruchtbeginsel bevrucht is, groeit de bloeistengel de grond in. Daar ontwikkelt de vrucht zich tot dop met ‘aardnoten’.
Hoe dat werkt, zie je in de volgende video. Maak na het kijken de oefening onder de video.
Stap 5: Bestuiving door vleermuizen
Vleermuizen kunnen een rol spelen bij de bestuiving van cactussen.
De Lesser Long-Nosed bat is een vleermuissoort die leeft in Amerikaanse Sonorawoestijn.
Deze vleermuis bestuift cactussen zoals de Saguaro, de Organ Pipe en de Cardon. De vleermuizen steken hun neus in de bloem om nectar te drinken. Dan komt er stuifmeel op hun neus. Soms vliegen ze wel 60 km voordat ze hun neus weer in een volgende bloem steken. Het stuifmeel op hun neus komt dan op de stempel van de stamper van een andere bloem. Als het dezelfde cactussoort is, spreken we van bestuiving.
De vleermuizen eten ook de vruchten en spugen de zaden uit.
Afronding
Begrippenlijst
Hier vind je de begrippenlijst die hoort bij deze opdracht.
Geslachtelijke voortplanting
Voortplanting waarbij bevruchting (= versmelting van geslachtscellen) plaatsvindt. Bij planten smelt een eicel samen met een stuifmeelkorrel. Bij dieren (en mensen) smelt een eicel samen met een zaadcel.
Zygote
Een zygote is wat ontstaat als een zaad- en eicel versmelten.
Stamper
Vrouwelijk geslachtsorgaan in een bloem, bestaande uit een stempel, stijl en vruchtbeginsel.
Stempel
Bovenste deel van de stamper; hierop komen stuifmeelkorrels terecht bij bestuiving.
Stijl
Stuk van de stamper tussen de stempel en het vruchtbeginsel.
Vruchtbeginsel
Onderste deel van de stamper dat eicellen (vrouwelijke geslachtscellen van de plant) bevat. Uit het vruchtbeginsel kan na bevruchting een vrucht ontstaan.
Zaadbeginsel
Deel van het vruchtbeginsel, waarin zich een eicel bevindt die kan worden bevrucht.
Uit het zaadbeginsel kan na bevruchting zaad ontstaan.
Meeldraad
Mannelijk geslachtsorgaan in een bloem dat stuifmeelkorrels (mannelijke geslachtscellen van de plant) bevat.
Helmknop
De helmknop is onderdeel van de meeldraad en bestaat uit enkele helmhokjes.
Helmdraad
De helmdraad is onderdeel van de meeldraad en draagt een helmknop.
Stuifmeelkorrels
Mannelijke voortplantingscellen van zaadplanten.
Vrucht
Deel van een plant dat ontstaat uit het vruchtbeginsel en een of meerdere zaden bevat. Speelt vaak een belangrijke rol bij de zaadverspreiding.
Kiem
Deel van een plant dat een embryo (kiem) bevat en kan uitgroeien tot een nieuwe plant. Een zaad is ontstaan uit een zaadbeginsel na versmelting van de eicel en een stuifmeelkorrel. Zaad bevat reservevoedsel voor de kieming en de eerste groei van het kiemplantje, voordat de fotosynthese op gang komt.
Voortplantingscellen
Geslachtscellen. Bij planten: stuifmeelkorrels (man) en eicellen (vrouw). Bij dieren en mensen: spermacellen/zaadcellen (man) en eicellen (vrouw).
Voortplanting
Het proces waarbij organismen zorgen voor nakomelingen.
Examenopgaven
Je hebt in deze module veel theorie bestudeerd en veel opdrachten gemaakt.
In de afsluiting ga je aan de slag met examenvragen over dit onderwerp. Lees eerst de tips.
Het arrangement Voortplanting bij zaadplanten vmbo-b34 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor biologie voor basisberoepsgerichte leerweg, leerjaar 3 en 4. Dit is thema 'Groene vingers'. Het onderwerp van deze les is: Geslachtelijke voortplanting bij planten. In deze les komt aan bod wat bestuiving is (stuifmeelkorrel komt bij een stamper) en manieren van bestuiving (insectenbestuiving en windbestuiving). Ook wordt er beschreven wat bevruchting is (dit vindt plaats wanneer de bestuiving is gelukt).
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor biologie voor basisberoepsgerichte leerweg, leerjaar 3 en 4. Dit is thema 'Groene vingers'. Het onderwerp van deze les is: Geslachtelijke voortplanting bij planten. In deze les komt aan bod wat bestuiving is (stuifmeelkorrel komt bij een stamper) en manieren van bestuiving (insectenbestuiving en windbestuiving). Ook wordt er beschreven wat bevruchting is (dit vindt plaats wanneer de bestuiving is gelukt).
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Geslachtelijke voortplanting bij planten
Bijensterfte
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.