Geslachtsziekten
Intro
De term 'SOA' heb je vast wel eens gehoord. Maar wat is het eigenlijk?
Kijk de volgende Clipphanger van SchoolTV. Ga daarna aan de slag met deze module.
Wat kan ik straks?
Aan het eind van deze module kun je:
- aangeven waar de afkorting SOA voor staat.
- minimaal drie geslachtsziekten noemen en van die geslachtsziekten omschrijven hoe je ze herkent.
- omschrijven hoe je geslachtsziekten voorkomt.
Wat ga ik doen?
Activiteiten
Aan de slag
|
Stap
|
Activiteit
|
Stap 1
|
|
Je bestudeert het Kennisbankitem dat past bij dit onderdeel en test je kennis.
|
Stap 2
|
|
Speel het Aidsspel.
|
Stap 3
|
|
Doe de SOA stoelendans.
|
Afronding
|
Onderdeel
|
Activiteit
|
Samenvattend
|
|
Hier vind je de begrippenlijst die hoort deze module.
|
Examenopgaven
|
|
Maak de examenopgaven die passen bij de module.
|
Terugkijken
|
|
Terugkijken op de module.
|
Tijd
Voor deze opdracht heb je twee lesuren nodig.
Aan de slag
Stap 1: Kennisbank
Bestudeer uit de Kennisbank biologie het onderdeel 'Geslachtsziekten'.
Test je kennis
Beantwoord de volgende vragen.
Test je kennis: Geslachtsziekten
Stap 2: Aidsspel
Hoe snel verspreidt het Hiv-virus zich?
Je gaat het Aids-spel spelen met de klas.
|
Aids-spel
|
Aantal personen:
10-20 personen
Korte uitleg:
- iedereen krijgt een bekertje met vloeistof
- iedereen krijgt een kaartje met een persoonsbeschrijving van het seksleven van de speler
- in één van de bekertjes zit een zetmeeloplossing en, dit stelt het aidsvirus voor.
In alle andere bekertjes zit water, dit stelt een niet geïnfecteerd persoon voor.
Wanneer twee spelers elkaar tegenkomen lezen ze deze persoonsbeschrijving.
Als er volgens de omschrijving geslachtsgemeenschap plaats vindt, doe je de inhoud van de bekertjes bij elkaar.
Daarna verdeel je alles weer over de twee bekertjes.
Daarna kunnen de spelers weer op pad.
Aan het einde van het spel wordt er aan alle bekertjes een druppeltje jodium toegevoegd.
Jodium is de indicator van zetmeel. Het laat zien of er zetmeel in het water zit door blauw/zwart te verkleuren.
Wie is er besmet met het HIV-virus?
|
Stap 3: SOA stoelendans
De klas wordt verdeeld in twee groepen.
Groep 1 heeft 5 leerlingen. Groep 2 heeft 6 leerlingen.
Beide groepen gaan aan een kant van de ruimte staan met een bord.
Beide groepen kiezen 2 SOA-raders. Zij gaan achter hun bord staan.
Van elke groep gaan 3 leerlingen zitten op de stoelen (in een kring).
Elke van deze leerlingen krijgt een SOA-kaartje.
Dat betekent dat deze leerlingen zijn besmet met een SOA.
Nu staat nog 1 leerling in het midden van de kring.
Wat ga je doen?
Eén leerling begint met het benoemen van één van de kenmerken van zijn SOA, de manier van behandelen, de manier van beschermen.
Je doet dit met een zinnetje, zoals:
- Ik heb een Soa… en heb enorm veel last van pijn bij het plassen…
- Ik heb een Soa… en moet hierdoor veel rusten…
- Ik heb een Soa… en had mij veel beter kunnen beschermen door het gebruiken van een condoom…
enzovoort
- Elke leerling die hetzelfde symptoom heeft, doet nu zijn best om op een andere stoel te zitten.
Dit betekent dus een stoelwissel!
- Als de besmette leerling iets noemt in het zinnetje dat niemand met hem deelt, dan moet hij de plaats in het midden innemen.
Als iemand zijn stoel verliest, komt die ook in het midden terecht.
- De persoon die in het midden staat moet zo vlug mogelijk een lege stoel zien te bemachtigen.
- De SOA-raders raden ondertussen zo vlug mogelijk wie met welke SOA is besmet.
Dus goed opletten!
- Op het moment dat de eerste SOA-raders alles denken geraden te hebben stopt de stoelendans.
Je krijgt 2 punten per goed antwoord en 3 extra punten voor de groep die het eerste is.
Wissel daarna de rollen om binnen de groepen.
De winnaar is de groep met de meeste punten.
Afronding
Begrippenlijst
Hier vind je de begrippenlijst die hoort bij deze opdracht.
Soa
Seksueel overdraagbare aandoening.
|
Geslachtsziekte
Seksueel overdraagbare aandoening.
|
Antibioticum
Medicijn dat stoffen bevat die bacteriën remmen of doden.
|
Symptomen
Ziekteverschijnselen
|
Chlamydia
Seksueel overdraagbare aandoening, die wordt veroorzaakt door een bacterie. De ziekte kan leiden tot onvruchtbaarheid als het niet op tijd wordt bestreden met antibiotica.
|
Onvruchtbaarheid
Als je onvruchtbaar bent kun je je niet voortplanten, door een niet goed werkend voortplantingssysteem.
|
Vaccin
Een verzwakte ziekteverwekker of deel van een ziekteverwekker wordt gebruikt bij inenting (vaccinatie), zodat het lichaam zelf antistoffen kan gaan maken tegen deze ziekte.
|
Candida
Seksueel overdraagbare aandoening. Het is een schimmelinfectie die tot chronische klachten kan leiden. Veel mensen dragen de schimmel bij zich maar alleen bij ene zwak afweersysteem komt de schimmel tot uiting.
|
Syfilis
Seksueel overdraagbare aandoening. Syfilis komt nauwelijks nog voor. Symptomen zijn bruine plekken op het lichaam. De ziekte wordt bestreden met antibioticum.
|
Gonorroe
Seksueel overdraagbare aandoening. De aandoening wordt veroorzaakt door een bacterie en levert ontstekingsklachten aan het geslachtsdeel op. Met antibiotica wordt de ziekte bestreden.
|
Koorts
Verhoging van de lichaamstemperatuur die vaak ontstaat door een ontsteking.
|
Geneesmiddel
Middel dat is bedoeld om je beter te maken, zoals pijnstillers, antibiotica en koortswerende middelen.
|
Bijwerking
Ongewenste of onbedoelde effecten van geneesmiddelen.
|
Ontsteking
Plaatselijke reactie van het lichaam op een beschadiging, bijvoorbeeld door een ziekteverwekker, een giftige stof of warmte.
|
Examenopgaven
Je hebt in deze module veel theorie bestudeerd en veel opdrachten gemaakt.
In de afsluiting ga je aan de slag met examenvragen over dit onderwerp. Lees eerst de tips.
Van de examenvragen kan de voortgang worden bijgehouden op ExamenKracht.
Vraag verdere instructies aan je docent.
Hier vind je de examens van biologie waarmee je kunt oefenen.
Terugkijken
Kan ik wat ik moet kunnen?
- Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
Kun je wat je moet kunnen?
Hoe ging het?
- Tijd
Bij de activiteiten stond dat je 2 uur met de opdracht bezig zou zijn.
Klopt dat?
- Inhoud
Vond je het leerzaam om het aidsspel en de SOA stoelendans te doen?
Schrijf op waarom wel of waarom niet.
- Begrippenlijst
De begrippenlijst is vrij lang. Ben je alle begrippen in de opdracht tegengekomen?
- Examenopgaven
Heb je de examenopgaven gemaakt? Ging het goed?