De natuur heeft verschillende manieren bedacht om dieren te laten overleven.
Slimme manieren om te overleven noem je overlevingsstrategieën.
Er zijn verschillende overlevingsstrategieën.
In deze video zie je een voorbeeld. Bespreek na het kijken met een klasgenoot op welke manier de dieren in deze video slim proberen te overleven.
Kennen jullie ook nog meer voorbeelden van overlevingsstrategieën?
Ga nu verder met de rest van deze module.
Wat kan ik straks?
Aan het eind van deze module kun je:
met behulp van een voorbeeld aangeven hoe dieren zich kunnen beschermen tegen vijanden.
met behulp van een voorbeeld aangeven hoe dieren kunnen overleven onder ongunstige omstandigheden.
omschrijven hoe camouflage werkt en wat mimicry is.
het verschil tussen de winterslaap en winterrust uitleggen.
omschrijven wat een wintervacht is.
een voorbeeld noemen van een dier(soort) die in de winter naar het zuiden trekt.
Wat ga ik doen?
Activiteiten
Aan de slag
Stap
Activiteit
Stap 1
Je bestudeert het Kennisbankitem dat past bij dit onderdeel en test je kennis.
Stap 2
Bekijk de video en doe de sleepoefening 'Wintervacht bij schapen'.
Stap 3
Maak een collage over camouflage.
Stap 4
Bekijk de video over nachtvlinders en kijk wat hun overlevingsstrategie is.
Stap 5
Bedenk waarom vogels naar het zuiden trekken.
Afronding
Onderdeel
Activiteit
Samenvattend
Hier vind je de begrippenlijst die hoort deze module.
Examenopgaven
Maak de examenopgave die past bij de module.
Terugkijken
Terugkijken op de module.
Tijd
Voor deze opdracht heb je twee lesuren nodig.
Aan de slag
Stap 1: Kennisbank
In de module 'Overlevingsstrategieën' staan verschillende eigenschappen die dieren hebben om zich te beschermen tegen vijanden centaal.
Ook kijk naar eigenschappen van dieren om moeilijke perioden, zoals de winter, door te komen.
Bestudeer in de Kennisbank het onderdeel 'Overlevingsstrategieën'.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Mensen gebruiken wol als grondstof. Wol bestaat uit zachte dunne haren en wordt daarom gebruikt om kleding en dekens van te maken. Wol is vaak afkomstig van schapen, maar ook wol van een kasjmiergeit, angorakonijn en alpaca (kleine lama) is goed te gebruiken. Hiervoor moet eerst een dier geschoren worden. Daarna volgen andere bewerkingen zoals reinigen, spinnen en verven.
Bekijk de video en maak daarna de sleepoefening.
Stap 3: Camouflage
Veel dieren maken gebruik van camouflage om zich te beschermen tegen andere dieren. Ze maken gebruik van bepaalde kleuren of vormen waardoor ze tegen een bepaalde achtergrond bijna helemaal wegvallen.
Bij camouflage is dus eigenlijk sprake van gezichtsbedrog.
Je doet deze opdracht samen met een klasgenoot. Ga samen op zoek naar de mooiste voorbeelden van camouflage bij dieren en maak hiervan een (online) collage.
Kies minstens vijf dieren uit de volgende lijst:
Wandelende tak
Spitskopslang
Peper-en-zoutvlinder
Moerassneeuwhoen
Reuzennachtzwaluw
Kikkers
Bidsprinkhaan
Sneeuwuil
Stone flounder (Engelse naam)
Spinnen
Fazant
Zeepaard
Sneeuwpanter
Bladstaartgekko
Wandelend blad
Verzamel van de dieren van jullie keuze foto's waarin duidelijk te zien is hoe het dier gebruik maakt van camouflage.
Verzamel bij elke foto de volgende informatie:
De naam van het dier.
Waar komt het dier voor? In welk land of werelddeel?
Wat is het leefgebied van het dier? Leeft het in het water of op het land?
Welke achtergrond heeft het dier nodig, zodat het niet opvalt?
Maak de collage. Kijk voor tips en tools over het maken van een collage in de Gereedschapskist.
Klaar?
Laat je collage beoordelen door één of twee klasgenoten.
Een collage bestaat uit knipsels die op een ander papier geplakt zijn en samen een nieuwe afbeelding vormen.
Stap 4: Nachtvlinders
Maak deze stap in tweetallen.
Wist je dat er twee groepen vlinders zijn? De dagvlinders en de nachtvlinders.
Vliegen dagvlinders alleen overdag en de nachtvlinders alleen ’s nachts?
Nee, er bestaan ook nachtvlinders die overdag vliegen.
Bekijk het filmpje:
Je kunt het verschil tussen een dag- en een nachtvlinder zien aan de manier waarop ze hun vleugels vouwen.
En aan de vorm van hun voelsprieten. Je ziet ook verschillen in kleur.
Verwerk alle antwoorden tot een verslag of een presentatie.
Jezelf op een goede manier presenteren is een belangrijke vaardigheid in deze maatschappij. Je laat zien waar je mee bezig bent geweest, waar je je in hebt verdiept en welke kennis je hebt opgedaan. Powerpoint of Prezi zijn programma's die jou kunnen helpen om informatie te presenteren.
Stap 5: Vogeltrek
Bekijk de video. Daarin krijg je informatie over de vogeltrek.
Mensen zijn warmbloedig.
Dat betekent dat onze lichaamstemperatuur constant
dezelfde temperatuur heeft. Bij zoogdieren is dat ook
het geval maar bij vissen, amfibieën of reptielen niet.
Zij zijn koudbloedig.
Kijk naar de uitleg in de volgende video over de lichaamstemperatuur van onder andere vogels. Bespreek na het kijken met een klasgenoot waarom sommige vogels niet naar het warme zuiden hoeven te trekken.
Afronding
Begrippenlijst
Hier vind je de begrippenlijst die hoort bij deze opdracht.
Wintergasten
Vogels die in de winter in Nederland verblijven.
Broedgebied
Het gebied waar vogels naartoe trekken om hun eieren te leggen.
Snelheid
Hoe snel iets/iemand gaat. Snelheid van een organisme kan belangrijk zijn om aan predators te ontsnappen. Bijvoorbeeld: haas.
Schutkleur
Een vorm van camouflage: de kleur (of vorm) valt weg tegen de achtergrond of het landschap. Vorm van aanpassing om het organisme te beschermen tegen vijanden. Bijvoorbeeld: wandelende tak.
Wintervacht
Een aanpassing van vogels of zoogdieren waarbij zij veren of de vacht vervangen. Veel vogels hebben een zomerkleed en een winterkleed. Door het winterkleed zijn de vogels klaar voor een trektocht en/of om de winter te overleven.
Vogels ruien ook om een opvallend verenkleed te krijgen voor de balts en de voortplanting. Zoogdieren hebben een zomer- en een wintervacht als aanpassing aan wisselende temperaturen.
Examenopgaven
Je hebt in deze module veel theorie bestudeerd en veel opdrachten gemaakt.
In de afsluiting ga je aan de slag met examenvragen over dit onderwerp. Lees eerst de tips.
Het arrangement Overlevingsstrategieën vmbo-b34 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor biologie voor basisberoepsgerichte leerweg, leerjaar 3 en 4. Dit is thema 'vogels'. Het onderwerp van deze les is: Aanpassing aan de omgeving. In deze les wordt beschreven hoe dieren zich kunnen beschermen tegen vijanden (snelheid, gif, schutkleur of camouflage en mimicry) en kunnen overleven in ongunstige omstandigheden (winterslaap, winterrust, wintervacht). Ook wordt er besproken hoe camouflage werkt en wat mimicry is. Ook het verschil tussen een winterslaap en een winterrust komt aan bod en wat een wintervacht is. Als laatst wordt er een voorbeeld gegeven van een dier wat in de winter naar het zuiden trekt (trekvogel).
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor biologie voor basisberoepsgerichte leerweg, leerjaar 3 en 4. Dit is thema 'vogels'. Het onderwerp van deze les is: Aanpassing aan de omgeving. In deze les wordt beschreven hoe dieren zich kunnen beschermen tegen vijanden (snelheid, gif, schutkleur of camouflage en mimicry) en kunnen overleven in ongunstige omstandigheden (winterslaap, winterrust, wintervacht). Ook wordt er besproken hoe camouflage werkt en wat mimicry is. Ook het verschil tussen een winterslaap en een winterrust komt aan bod en wat een wintervacht is. Als laatst wordt er een voorbeeld gegeven van een dier wat in de winter naar het zuiden trekt (trekvogel).
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Overlevevingsstrategieën
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.