Verschillende eters vmbo-b34

Verschillende eters vmbo-b34

Verschillende eters

Intro

Aan het begin van deze module even een opfrisser van je geheugen!

Herbivoren (planteneters), carnivoren (vleeseters), omnivoren (alleseters)...weet jij het nog uit de onderbouw?
Kijk naar de volgende video. Ga daarna aan de slag met deze module.

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze module kun je:

  • voorbeelden noemen van herbivoren, carnivoren en omnivoren.
  • verschillen noemen tussen het gebit van herbivoren, carnivoren en omnivoren.
  • verschillen noemen tussen de lengte van het spijsverteringskanaal van herbivoren, carnivoren en omnivoren.
  • (met behulp van een voorbeeld) uitleggen dat je aan de snavel van een vogel kunt zien welk soort voedsel de vogel eet.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag

Stap

Activiteit

Stap 1

Je bestudeert het Kennisbankitem dat past bij dit onderdeel en test je kennis.

Stap 2

Bekijk de video over de Civetkat. Wat voor soort eter is deze kat?

Stap 3

Bedenk wat voor soort eter een vleermuis is.

Stap 4

Bestudeer de vertering van een koe.

Stap 5

Doe de opdracht 'Snavelstaren'.

Afronding

Onderdeel

Activiteit

Samenvattend

Hier vind je de begrippenlijst die hoort deze module.

Examenopgaven

Maak de examenopgaven die passen bij de module.

Terugkijken

Terugkijken op de module.


Tijd
Voor deze opdracht heb je twee lesuren nodig.

 

Aan de slag

Stap 1: Kennisbank

Elk dier moet eten om in leven te blijven.
Door te eten krijgt een dier energie en kan zo bewegen, waarnemen, enzovoort.
Bestudeer uit de Kennisbank biologie het onderdeel 'Verschillende eters'.

Verschillende eters

 

Test je kennis
Beantwoord de volgende vragen over de theorie in de Kennisbank.

 

 

 

Stap 2: Civetkat

Bekijk het filmpje van een baby civetkat in een dierentuin in Zuid-Afrika.
De tekst in de video is in het Engels, je hebt de tekst niet nodig om de vraag te beantwoorden

Een baby civetkat drinkt melk.
Maar wat eet een civetkat als hij groter is?

Lees de volgende informatie over de Civetkat

In Azië en Afrika weten ze wel raad met de civetkat.
Ze gebruiken hem daar als huisdier, als muizenvanger, als voedsel en als grondstof voor parfum.
Een gebraden civetkat wordt gegeten in enkele Aziatische landen.
Er is een koffiespecialiteit gemaakt van bonen die de civet uitpoept na het eten van vruchten van de koffieplant.
De geurklieren van de civetkat maken een olieachtige stof met een sterke muskgeur.
Dat geurtje wordt gebruikt in de parfumindustrie.

Stap 3: Vleermuizen

Bekijk het filmpje van een etende vleermuis:

Vleermuizen eten voornamelijk insecten en andere ongewervelde dieren.
Sommige vleermuissoorten eten dikke motten of mestkevers.
Andere soorten eten liever kleine motjes, kevertjes of muggen. Soms eet een vleermuissoort ook fruit.
Doordat vliegen veel energie kost, eten vleermuizen iedere nacht bijna hun eigen gewicht aan dieren.
Bij de dwergvleermuis komt dit neer op zo'n 3.000 muggen per nacht.
Bij zwangere vrouwtjes kan dit oplopen tot 6.000 muggen in één nacht!

Stap 4: Vertering koe

Bekijk de twee video's over het verteren van plantencellen door een koe op SchoolTV.

 

Stap 5: Snavelstaren

Sommige vogels eten insecten, andere vogels eten muizen.
Er zijn vogels die vruchten en zaden eten en er zijn vogels die zowel vlees als plantaardig materiaal eten.
Welke voorkeur een vogel heeft, kun je vaak wel bedenken als je naar de snavel van de vogel kijkt.

Het volgende werkblad komt van de site www.verrijkingsstof.nl.
Het werkblad bevat twee opdrachten over 'snavelstaren'.

Werkblad Snavelstaren

  • Download het werkblad Snavelstaren
  • Maak eerst opdracht 1.
  • Bespreek de antwoorden klassikaal.
  • Maak daarna samen met een klasgenoot opdracht 2.

Bedenk dat bij deze opdracht vaak meerdere antwoorden goed kunnen zijn.
Het belangrijkste is dat je goed naar de verschillende snavels leert kijken.
Je moet goed onthouden dat er een relatie is tussen het soort voedsel dat een vogel eet en de snavel van de vogel.

 

Afronding

Begrippenlijst

Hier vind je de begrippenlijst die hoort bij deze opdracht.

Vorm snavel
De bek van een vogel is aangepast (adaptatie) aan het voedsel dat de vogels eten. Bijvoorbeeld: haakvormige snavel bij roofvogels en kegelvormige snavel bij zaadetende vogels.

Vorm poten
De poten van een vogel zijn aangepast (adaptatie) aan hun leefomgeving. Bijvoorbeeld: reiger met lange poten om door ondiep water te waden en eend met zwemvliezen om goed te kunnen zwemmen.

Vorm lichaam
Vorm van het lichaam is aangepast (adaptatie) aan de functie. Bijvoorbeeld: een gestroomlijnd lichaam van dieren die in het water leven en/of jagen, zoals de dolfijn en pinguïn, om goed te kunnen zwemmen.

Vorm kiezen
Kiezen zijn aangepast (adaptatie) aan het voedsel dat de dieren eten: herbivoren hebben plooikiezen, carnivoren hebben knipkiezen en omnivoren hebben knobbelkiezen.

Spijsverteringsstelsel
Orgaanstelsel bestaande uit organen die samen zorgen voor de spijsvertering. Spijsverteringsorganen zijn o.a. de maag, alvleesklier, dunne darm en dikke darm.

Herbivoren
Planteneters; eten alleen plantaardig voedsel. Bijvoorbeeld: konijn, koe, gans, bladluis.

Carnivoren
Vleeseters; eten alleen dierlijk voedsel (o.a. vlees, vis en insecten). Bijvoorbeeld: kat, wolf, mol, egel, haai, spin.

Omnivoren
Alleseters.  Benaming voor organisme dat zowel plantaardig als dierlijk voedsel eet. Bijvoorbeeld: varken, mens, kakkerlak.

De lengte van het spijsverteringsstelsel
Lengte van darmkanaal, ook wel spijsverteringsstelsel, is aangepast (adaptatie) aan voedsel dat de dieren eten: herbivoren hebben een lang darmkanaal om planten te kunnen verteren en carnivoren hebben aan een korter darmkanaal voldoende.

Examenopgaven

Je hebt in deze module veel theorie bestudeerd en veel opdrachten gemaakt.
In de afsluiting ga je aan de slag met examenvragen over dit onderwerp. Lees eerst de tips.

Tips

 

Van de examenvragen kan de voortgang worden bijgehouden op ExamenKracht.
Vraag verdere instructies aan je docent.

Hier vind je de examens van biologie waarmee je kunt oefenen.

Examens vmbo-b34

Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je de verschillende soorten eters omschrijven?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Hoelang ben je met de opdracht bezig geweest?
  • Inhoud
    Wat vond je van de opdracht 'Snavelstaren'?
    Had je al eens eerder op zo'n manier naar de snavels van vogels gekeken?
  • Examenopgaven
    Veel examenopgaven bij deze opdracht.
    Heb je ze allemaal gemaakt? Ging het goed?
  • Het arrangement Verschillende eters vmbo-b34 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2022-03-02 16:22:04
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor biologie voor basisberoepsgerichte leerweg, leerjaar 3 en 4. Dit is thema 'vogels'. Het onderwerp van deze les is: Verschillende eters. In deze les wordt er gesproken over verschillende eters zoals herbivoren (planteneters), carnivoren (vleeseters) en omnivoren (alleseters) en daarbij worden de verschillen tussen het gebit van herbivoren (snijtanden, maalkiezen en plooikiezen), carnivoren (snijtanden, hoektanden en kniptanden) en omnivoren ((knobbel)kiezen, hoektanden en snijtanden) genoemd. Je kan de verschillen in de lengte van hun spijsverteringskanaal benoemen (van de herbivoren is dit heel lang). Ook kan je uitleggen aan de hand van een snavel van een vogel wat voor soort voedsel ze eten (pincetsnavel bij insecteneters, kegelsnavel bij zaadeters, zeefsnavel bij planktoneters, scheur- of haaksnavel bij vleeseters en priemsnavel bij vogels die hun eten uit de bodem/modder halen).
    Leerniveau
    VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 3;
    Leerinhoud en doelen
    Biologie; Instandhouding en ontwikkeling;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    2 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, b34, biologie, carnivoren, herbivoren, omnivoren, snavel, spijsverteringskanaal, stercollectie, verschillende eters

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Leermateriaal, StudioVO. (z.d.).

    Tijdelijk bio vmbo-b34

    https://maken.wikiwijs.nl/151692/Tijdelijk_bio_vmbo_b34