In deze module kijken we naar verschillende soorten cellen en weefsels.
Als je het verschil weet tussen een dierlijke en plantaardige cel dan kun je ook makkelijker herkennen of je te maken hebt met dierlijk of plantaardig weefsel.
Daarover meer in deze module!
Succes!
Wat ga ik leren?
Na deze module kun je:
benoemen hoe weefsels zijn opgebouwd.
vier soorten dierlijk weefsel noemen.
drie soorten plantaardig weefsel noemen.
Wat ga ik doen?
Activiteiten
Aan de slag
Stap
Activiteit
Stap 1
Je bestudeert het Kennisbankitem dat past bij dit onderdeel en test je kennis.
Stap 2
Je maakt schematische tekeningen van beenweefsel en kraakbeenweefsel.
Stap 3
Je onderzoekt de samenstelling van (kraak)been.
Stap 4
Je kijkt of je van verschillende weefsels aan kunt geven waar ze in het lichaam voorkomen.
Afronding
Onderdeel
Activiteit
Samenvattend
Hier vind je de begrippenlijst die hoort deze module.
Examenopgaven
Maak de examenopgave die past bij de module.
Terugkijken
Terugkijken op de module.
Benodigdheden
Omschrijving practica en practicumspullen.
Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 à 3 lesuren nodig.
Aan de slag
Stap 1: Kennisbank
Alle organismen bestaan uit cellen.
Soms kunnen organismen zelfstandig leven als eencellige.
Maar de meeste organismen bestaan uit meerdere cellen.
Bestudeer uit de Kennisbank het onderdeel 'Cellen en weefsels'.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Been en kraakbeen zijn voorbeelden van steunweefsel.
Steunweefsel zorgt voor stevigheid in het lichaam.
De tussencelstof van been en kraakbeen bevat lijmstoffen en kalkzouten.
Beencellen liggen rondom een klein kanaaltje, kraakbeencellen liggen in groepjes bij elkaar.
Je gaat met de microscoop cellen bekijken van beenweefsel en kraakbeen weefsel.
Practicum Been en kraakbeen
Download nu het werkblad Been en kraakbeen. Maak een kopie van het werkblad in je eigen omgeving (Bestand - Een kopie maken...)
of download het werkblad (Bestand - Downloaden als).
Lees het werkblad een keer helemaal door.
Zoek de benodigdheden bij elkaar.
Voer de opdrachten uit zoals beschreven onder de werkwijze.
Maak gebruik van de informatie in de Gereedschapskist.
Beoordeel eerst zelf (eventueel samen met een klasgenoot) de schematische tekeningen.
Laat de tekening vervolgens beoordelen door je docent.
Met een schematische tekening kun je iets duidelijk weergeven. In tegenstelling tot natuurgetrouwe tekeningen bevat een schematische tekening weinig details.
Stap 3: Samenstelling
Been en kraakbeen zijn voorbeelden van steunweefsel.
Steunweefsel zorgt voor stevigheid in het lichaam.
De tussencelstof van been en kraakbeen bevat lijmstoffen en kalkzouten.
Lijmstoffen zorgen ervoor dat bot een beetje buigzaam is, kalkzouten zorgen ervoor dat botten hard zijn.
Werk in tweetallen.
Waaruit bestaat been en kraakbeen?
Practicum Samenstelling been en kraakbeen
Download nu het practicum Samenstelling been en kraakbeen. Maak een kopie van het werkblad in je eigen omgeving (Bestand - Een kopie maken...)
of download het werkblad (Bestand - Downloaden als).
Lees het practicum een keer helemaal door.
Zoek de benodigdheden bij elkaar.
Voer het practicum uit zoals beschreven onder de werkwijze.
Maak het onderzoeksverslag.
Maak gebruik van de informatie in de Gereedschapskist.
Beoordeel eerst samen het onderzoeksverslag.
Laat het verslag vervolgens beoordelen door jullie docent.
Schrijf je een verslag van een onderzoek voor biologie of NaSk, dan wordt dit een natuurwetenschappelijk verslag genoemd. Het is hierbij vooral belangrijk dat het doel van je onderzoek en de manier waarop je het uitvoert zo duidelijk mogelijk wordt weergegeven. Het schrijven van zo’n verslag gebeurt in verschillende stappen.
Stap 4: In het lichaam
In het Kennisbankitem staat een afbeelding met een lichaam en acht soorten weefsels opgebouwd uit acht verschillende soorten cellen:
Zenuwcellen
Wangslijmvliescellen
Kraakbeencellen
Gladde spiercellen
Darmepitheel
Botcellen
Dwarsgestreepte spiercellen
Rode bloedcellen
Iedere soort cel heeft zijn eigen rol.
Doe de volgende twee oefeningen.
Stap 5: Plantaardig weefsel
Deze module gaat vooral over dierlijk weefsel, maar in de Kennisbank staan ook nog drie soorten plantaardige weefsels:
steunweefsel, dekweefsel en vaatweefsel.
Heb je opgelet? Doe de oefening.
Afronding
Begrippenlijst
Hier vind je de begrippenlijst die hoort bij deze opdracht.
Weefsel
Groep cellen met dezelfde vorm en functie (hetzelfde celtype).
Tussencelstof
Het materiaal tussen en rond de lichaamscellen, dat de cellen steunt en voedt.
Bindweefsel
Is een vorm van weefsel dat onderdeel uitmaakt van alle organen van het lichaam van mens en dier. Bindweefsel heeft een steunende, dan wel verzorgende functie. Bindweefsel beschermt de organen en bepaalt hun vorm.
Impulsen
Elektrische stroompjes die door zintuigcellen worden doorgegeven aan zenuwcellen.
Celwand
Stevige structuur rondom een cel; bestaat uit cellulose. Komt voor bij bacteriën, schimmels en planten.
Examenopgaven
Je hebt in deze module veel theorie bestudeerd en veel opdrachten gemaakt.
In de afsluiting ga je aan de slag met examenvragen over dit onderwerp. Lees eerst de tips.
Het arrangement Cellen en weefsels vmbo-b34 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor biologie voor basisberoepsgerichte leerweg, leerjaar 3 en 4. Dit is thema 'Het grootste orgaan'. Het onderwerp van deze les is: Cellen en weefsels. In deze les wordt besproken hoe weefsels zijn opgebouwd en kan je vier soorten dierlijk weefsel (steunweefsel, beenweefsel, kraakbeenweefsel, spierweefsel, zenuwweefsel (gevoelszenuwcellen, schakelcellen en bewegingszenuwcellen) en drie soorten plantaardig weefsel (steunweefsel, dekweefsel, vezels en vaatweefsel) noemen.
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor biologie voor basisberoepsgerichte leerweg, leerjaar 3 en 4. Dit is thema 'Het grootste orgaan'. Het onderwerp van deze les is: Cellen en weefsels. In deze les wordt besproken hoe weefsels zijn opgebouwd en kan je vier soorten dierlijk weefsel (steunweefsel, beenweefsel, kraakbeenweefsel, spierweefsel, zenuwweefsel (gevoelszenuwcellen, schakelcellen en bewegingszenuwcellen) en drie soorten plantaardig weefsel (steunweefsel, dekweefsel, vezels en vaatweefsel) noemen.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Cellen en weefsels
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.