Afval groep 7/8

Afval groep 7/8

Inleiding

Afval


Iedereen heeft te maken met afval. De schil van de aardappel, het plastic om het speelgoed, de krant die gelezen is, het lege blikje, batterijen die geen stroom meer geven maar ook de kapotte telefoon of wasmachine.

In de afgelopen jaren wordt er steeds meer aandacht besteed aan het voorkomen en de verwerking van afval, omdat anders de wereld er over een poosje mee overspoeld zou raken.

Soms is afval makkelijk te voorkomen. Als je een pen gaat kopen, bijvoorbeeld, hoeft die niet apart in plastic verpakt te zijn. Bij het boodschappen doen, kun je zelf een tas meenemen, zodat je niet een plastic tas van de winkel hoeft te gebruiken.

Er zijn verschillende soorten afval.

Sommige kunnen gewoon in de grond, zoals tuinafval.
Dat noemen we biologisch afbreekbaar. 

Enkele zijn opnieuw te gebruiken om als grondstof te dienen.
Glas en papier bijvoorbeeld.

Een aantal soorten afval zijn erg gevaarlijk voor ons milieu, zoals chemicaliën en dergelijke.
 

Anderen zijn niet te recyclen omdat ze niet vergaan of er lang over doen.
We noemen dat restafval.

En voor een deel bestaat de afvalberg uit spullen die eigenlijk nog niet weggegooid hoeven te worden, zoals de broek die je niet meer past

VOOR DAT JE VERDER GAAT, BEKIJK HET FILMPJE HIERONDER:

Afval recyclen

Opdracht

Wat gaan we vandaag doen? 

Je gaat in tweetallen werken aan verschillende opdrachten. Op het voorblad van je werkboek staat bij welke opdracht je begint. Aan het einde van de les zorg je ervoor dat je deze opdracht (de opdracht waar je mee begint) weer helemaal compleet en netjes bij elkaar ligt. 

Aan het einde van de les heb je geleerd:

- Wat de verschilende soorten afval zijn

- Hoe je afval moet scheiden

- Kun je voor jezelf een goede manier van afval scheiden benoemen

- Wat recyclen is

 

Verwerking

Opdracht 1: Voelen

Voelen

1. Je ziet een tafel met allemaal veschillende soorten afval. 1 van jullie doet een blinddoek om. Je voelt wat voor materiaal het is en bedenkt hoe je dit afval zou moeten scheiden. Hierna wissel je.

2. Jullie zien 3 bakken staan met verschillende soorten afval. Sorteer het afval op de tafel in de goede bak. Schrijf op hoe je dit hebt gedaan en waarom. 

3. Pak bijlage 1 erbij. Wat hoort er in de glasbak? Streep door wat NIET juist is. 

Opdracht 2: KCA

KCA

KCA betekent Klein Chemisch Afval. Batterijen horen niet in de grijze container, maar moeten bij het KCA. We gebruiken jaarlijks miljoenen kilo's batterijen. Van elke 4 batterijen worden er al 3 apart ingeleverd. Oude batterijen kunne opnieuw worden gebruikt. In een fabriek worden ze uit elkaar gehaald. Wat nu in een nieuwe fiets zit, zat vorig jaar nog wel in een batterij.

 

Opdracht:

1. Schrijf in je werkboek 5 producten op die volgens jullie wel bij het KCA horen.

2. Schrijf 3 voorwerpen op die op batterijen werken.

3. Er is heel veel energie nodig om een batterij vol met energie te stoppen. Jullie hebben 3 voorbeelden opgeschreven. Zit er ook een voorwerp tussen dat ook zonder batterijen kan? Zo ja, welke? Waarom?

Opdracht 3:Recyclen

Recyclen

Als je thuis de booschappen bekijkt, dan zitten daar een heleboel verpakingen bij. De ene verpakking is slechter voor het milieu dan de andere. Bekijk de boodschappen die in deze tas zitten. Praat met elkaar over de verpakkingen.

1. Welke verpakkingen vinden jullie niet zo slecht voor het milieu en welke wel? Waarom? Schrijf je antwoord op. 

2. Schrijf 3 manieren op om minder afval te krijgen. Schrijf ze op in volgorde van milieuvriendelijkheid. Bij nummer 1 komt de meest vriendelijke vorm van afvalverwerking te staan.

Kies uit: 1. Afval verbranden 2. Afval hergebruiken 3. Voorkomen van afval

Leg je antwoord uit.

3. Afval dat niet meer hergebruikt kan worden, wordt gebruikt als brandstof. Ga naar de afvalberg in de hoek van het lokaal. Zoek 5 stukken afval op die volgens jullie verbrand kunnen worden in een verbrandingsoven. 

Opdracht 4: Wat moet je ermee?

Ik vind...

Voor deze opdracht bedenken jullie samen hoe jullie het afvalprobleem (milieuvervuiling) zouden aanpakken. Je tekent dit uit op een groot wit papier en geeft hier een kleine presentatie over. Je schrijft je eigen tekst en overlegt samen wie wat vertelt. Je houdt rekening met:

- Verschillende soorten afval

- Kosten

- Mileuvriendelijkheid

Bedenk eerst voor jezelf: Wat vind jij het groote afvalprobleem? Waarom? Zou ik dit kunnen oplossen?

Informatie en materialen

Wat heb je nodig?

In het lokaal staat het nummer van de opdracht + de materialen al klaar. Wat je zelf bij je moet hebben is:

- Je werkboek met werkbladen

- Potlood/pen/gum

Hieronder staan verschillende sites die je op weg kunnen helpen om de opdrachten te maken.

 

Overheid

Sorteren

KCA

Afval verwerken/recyclen

Beoordeling

Presentatie

De presentatie wordt beoordeeld op de volgende punten:

- Opdracht 1 t/m 3 (per opdracht 10 punten, totaal 30 punten)

- Je geschreven tekst bij opdracht 4 (25 punten)

- Jullie tekening met de uitleg van het afvalprobleem (25 punten)

- Presenteren (20 punten)

Afsluiting

We bekijken de presentaties van elkaar. Ik beoordeel de presentaties en ik kies steeds 2 andere kinderen uit die ook meeschrijven en beoordelen.

 

Veel plezier en succes!!

Leerkracht

Doelen

- De leerlingen leren bij producten uit hun eigen omgeving relaties te leggen tussen de werking, de vorm en het materiaalgebruik.

- De leerlingen leren in de eigen omgeving veel voorkomende planten en dieren onderscheiden en benoemen en leren hoe ze functioneren in hun leefomgeving.

- De leerlingen leren dat er verschillende soorten afval zijn

- De leerlingen leren presenteren en hun verhaal op te schrijven

- De leerlingen leren over de milieuvervuiling door afval en leren nadenken over verschillende oplossingen hiervoor