Vooraf
aardbeving Nepal
Leerdoelen
Hoe ontstaat een aardbeving? En wat heeft een aardbeving te maken met bewegende platen? Aan het eind van deze opdracht weet je het.
KDA6.1 |
De leerling kan aardbevingen herkennen
(in de atlas), beschrijven en verklaren.
|
KDA6.1.1 |
De leerling kan aardbevingen beschrijven en verklaren. |
|
|
KDA6.1.2 |
De leerling kan plekken waar aardbevingen voorkomen herkennen en aanwijzen (in de atlas). |
KDA6.2 |
De leerling kan de gevolgen van een aardbevingen op lange en korte termijn benoemen en beredeneren. |
KDA6.2.1 |
De leerling kan de gevolgen van een aardbeving op korte termijn beschrijven en beredeneren. |
|
|
KDA6.2.2 |
De leerling kan de gevolgen van een aardbeving op lange termijn beschrijven en beredeneren. |
Eindproduct-Beoordeling
Eindproduct
In deze opdracht kom je verschillende begrippen tegen die te maken hebben aardbevingen. Je gebruikt deze begrippen voor het maken van een eindproduct over aardbevingen. De keuze van het eindproduct is vrij.
Beoordeling
Je laat het eindproduct beoordelen door je docent.
Je docent zal het eindproduct beoordelen op:
- de inhoud: komen alle begrippen terug in het eindproduct?
- de vorm: is het eindproduct origineel en met zorg gemaakt?
Werkwijze
Groepsgrootte
Afhankelijk van de keuze van het eindproduct doe je de opdracht alleen of met z'n tweeën.
Spreek dit duidelijk af met je docent.
Benodigdheden
De atlas en/of internet.
Tijd
Afhankelijk van de keuze van het eindproduct kun je meer of minder tijd nodig hebben. Overleg met je docent.
Aan de slag
Stap1
Aardbeving
Bekijk het filmpje hieronder.
Geef antwoord op de volgende drie vragen. Doe dit op het werkblad aardbevingen.
- Welke plaatbewegingen van de aardkorst veroorzaken aardbevingen?
- Op de grens van welke twee platen is San Francisco gebouwd?
- Welke wereldkaart in de atlas geeft informatie over waar aardbevingen plaatsvinden?
Werkblad aardbevingen
Stap2 KNMI (1)
Aardbeving
Een aardbeving verspreidt zich doorgaans in een cirkelvorm.
Het midden van die cirkel wordt aangeduid met epicentrum.
In het epicentrum zijn de schokken het grootst en vaak vind
je rond het epicentrum de meeste verwoestingen.
Het epicentrum ligt recht boven het hypocentrum.
Het hypocentrum is de plaats onder de aardkorst waar
de aardbeving ontstaat.
Aardbevingen worden geregistreerd met behulp van een
seismograaf. De hevigheid van een aardbeving wordt
gemeten op de schaal van Richter. Een aardbeving met een
sterkte tot 4 op de schaal van Richter is een lichte
aardbeving. Aardbevingen met een sterkte boven de 5 zijn
al vrij krachtig. En met een sterkte boven de 8 is de aardbeving zeer zwaar.
(zie schema hieronder)
Lees verder op pagina 2.
Stap2 KNMI (2)
Aardbevingen
In Nederland vond in 1992 in de buurt van Roermond een aardbeving plaats. Zoek op internet hoe sterk deze aardbeving was op de schaal van Richter.
1. Zoek op internet (www.knmi.nl=> zoeken op ‘aardbeving Roermond’) wat de kracht op de schaal van Richter van de aardbeving was.
2. Zoek op wat de schade van deze aardbeving (Roermond, 1992) was.
In de buurt van Japan (Sendai) vond in 2011 een zeebeving plaats.
3. Zoek op wat de kracht van die beving was.
4. Zoek ook op wat de schade van deze aardbeving was.
5. Wat veroorzaakte deze zeebeving? (plaatbeweging)
Waterkeringschade door aardbeving bij Roermond in 1992. Je ziet scheuren in de rechteroever van de Maas bij Leeuwen, tegenover Buggenum. (Bron: https://beeldbank.rws.nl, Rijkswaterstaat / Henk Bakker)
Stap 3 USGS
USGS - United States Geological Survey
Via de site van de USGS kun je heel veel informatie vinden over natuurkrachten.
Klik op de volgende link om meer te weten te komen over aardbevingen.
https://earthquake.usgs.gov/earthquakes/browse/
Beantwoord nu de vragen van stap 3 op je werkblad.
extra: resonantie
Vraag je je wel eens af waarom de huizen in Nederland bij hele lichte aardbevingen toch al scheuren kunnen krijgen?
Bekijk dan het onderstaande filmpje (staat rechts boven op deze site). http://www.iris.edu/hq/inclass/animation/building_resonance_the_resonant_frequency_of_different_seismic_waves
In het begin een beetje moeilijk, maar je kunt ook starten bij 4:18.
In Nederland hebben we een zachte ondergrond, waardoor de trillingen zich makkelijk kunnen verplaatsen.
Stap4
Canterbury Earthquake in 2010
Eindproduct
In deze opdracht ben je in ieder geval de volgende 'begrippen' tegengekomen.
- aardbeving
- epicentrum
- hypocentrum
- schaal van Richter
- seismograaf
- schuivende platen
- tsunami
Gebruik deze begrippen om het eindproduct voor deze opdracht te maken. Je mag zelf kiezen wat voor soort eindproduct je maakt. Dat kan een poster of collage zijn, maar misschien ook een animatiefilm over aardbevingen. In het eindproduct moeten de verschillende begrippen duidelijk worden uitgelegd.
Klaar?
Laat je eindproduct samen met je werkblad aardbevingen beoordelen door je docent.