Bloed - CCG AH2

Bloed - CCG AH2

Intro

Intro

Bloed

In deze opdracht staat de samenstelling van het bloed centraal.
Je kunt de informatie teruglezen in je boek Biologie voor Jou 2a Thema 3 de Bloedsomloop BS1 Bloed, BS 9 Bloedstolling en BS 10 Bloedgroepen en bloedtransfusie.

Als je bedenkt dat je ongeveer 5 miljoen rode bloedcellen per microliter (= één miljoenste van een liter) hebt, hoeveel heb je er dan wel niet in je hele lichaam....

Vooraf

Eindproduct-Beoordeling

Eindproduct
Als afronding van deze opdracht maak je een toets.De toets bestaat uit 16 vragen.

Beoordeling
Voor een voldoende, moet je minimaal 13 vragen goed beantwoorden.

Extra uitdaging

lever je een ingevuld werkblad in.
Op dit werkblad teken je ook verschillende soorten bloedcellen, die je met een microscoop bekijkt. De tekening moet voldoen aan de tekenregels
Daarnaast maak je een toets.



 

Leerdoelen

Leerdoelen
Na deze opdracht:

  • Ken je de volgende begrippen: rode en witte bloedcellen, bloedplaatjes, bloedplasma, bloedserum, fibrinogeen en fibrine en weet je de functie van deze bloedbestanddelen is.
  • Weet je hoe de 3 soorten bloedcellen er uitzien.
  • Weet je hoe een korstje op een wond ontstaat.
  • Begrijp je hoe bloedarmoede kan ontstaan en vermoeidheid veroorzaakt.
  • Weet je welke bloedgroepen er zijn
  • Begrijp je waarom je niet van iedereen bloed kunt krijgen
  • extra:
  • Kun je bloed onder de microscoop bekijken en onderdelen tekenen en benoemen.

Werkwijze

Opdracht bloed
Deze opdracht doe je alleen. Je bestudeert de stof zelfstandig.

Bij het practicum mag je samenwerken met een klasgenoot, maar de tekeningen maak je alleen. Ook maak je de toets alleen.

Je kunt BS 1, 9 en 10 als extra informatie gebruiken.

Benodigdheden Microscopie

  • Microscoop
  • Kant en klaar preparaat bloed (gesteriliseerd)
  • Werkblad Bloed bekijken

Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 lesuren nodig.

Aan de slag

Stap1 (1)

Samenstelling bloed
Bestudeer uit de kennisbank biologie het onderdeel:
Bloed

Bekijk ook het volgende filmpje:



Bloed is samengesteld uit bloedplasma en bloedcellen. Bloedplasma bestaat voor het grootste deel uit water. Hierin worden onder andere voedingsstoffen, afvalstoffen en hormonen vervoerd. In het bloedplasma zweven ook verschillende bloedcellen met een eigen functie.

Beantwoord de volgende vragen:

  1. Hoeveel liter bloed stroomt er ongeveer door je lichaam?
    1. 0,5 liter
    2. 1 liter
    3. 5 liter
  2. 55% van het bloed is ...
    1. bloedplasma
    2. bloedplaatjes
    3. rode en witte bloedcellen

Stap1 (2)

Vragen - vervolg

  1. Bloedplasma bestaat voor het grootste deel uit ...
    1. water
    2. plasma-eiwitten
    3. bloedplaatjes

  2. Er zijn drie typen bloedcellen.
    Welk type zie je hiernaast afgebeeld?
    1. bloedplaatjes
    2. witte bloedcellen
    3. rode bloedcellen

  3. Er zijn drie typen bloedcellen.
    Welk type zie je hiernaast afgebeeld?
    1. bloedplaatjes
    2. witte bloedcellen
    3. rode bloedcellen

Stap1 (3)

Vragen - vervolg

  1. Er zijn drie typen bloedcellen.
    Welk type zie je hiernaast afgebeeld?
    1. bloedplaatjes
    2. witte bloedcellen
    3. rode bloedcellen

  2. Welke bloedcellen zorgen voor de rode kleur van het bloed?
    1. bloedplaatjes
    2. witte bloedcellen
    3. rode bloedcellen

  3. Hoe heet de stof in rode bloedcellen die zuurstof kan vervoeren?
    1. fibrine
    2. gerostyen
    3. hemoglobine

  4. Welke bloedcellen beschermen ons tegen bacteriën en virussen?
    1. bloedplaatjes
    2. witte bloedcellen
    3. rode bloedcellen

Stap1 (4)

Vragen - vervolg

  1. Welke bloedcellen spelen een belangrijke rol bij de stolling van bloed?
    1. bloedplaatjes
    2. witte bloedcellen
    3. rode bloedcellen

  2. Hoe heet het eiwit dat zorgt voor een korstje op een huidwond?
    1. fibrine
    2. gerostyen
    3. hemoglobine

  3. In het bloedplasma zijn verschillende stoffen opgelost.
    Wat is geen voorbeeld van een opgeloste voedingsstof?
    1. zouten
    2. glucose
    3. koolstofdioxide

Stap2 (1)

Rode bloedcellen
De taak van de rode bloedcellen is het vervoeren zuurstof van de longen naar de cellen en van koolstofdioxide van de cellen naar de longen.
Deze twee stoffen hechten zich aan het eiwit hemoglobine. Hemoglobine bevat ijzer dat zuurstof en koolstofdioxide kan binden.
Bloedcellen met veel zuurstof zijn lichtrood. Bloedcellen zonder zuurstof zijn donkerrood.

Een rode bloedcel heeft een doorsnede van 7 à 8 micrometer (= 0,007 à 0,008 millimeter). Het bloed bestaat uit 40 tot 50% uit rode bloedcellen. Reken je het uit, dan zitten er in elke milliliter bloed tussen de 4 à 6 miljard rode bloedcellen.

Rode bloedcellen hebben geen kern. Een cel zonder kern kan zich bij beschadiging niet herstellen. Rode bloedcellen leven gemiddeld drie maanden. Nieuwe bloedcellen worden gemaakt in het beenmerg dat zich in het binnenste van je botten bevindt.

Stap2 (2)

Bloedarmoede
Bij een tekort aan rode bloedcellen spreek je van bloedarmoede.
De meeste mensen die hier aan lijden zijn heel snel moe. Waarom?
Bekijk het filmpje om hier meer over te leren:


Een erfelijke vorm van bloedarmoede is sikkelcel anemie.
Klik op de website oscar.antenna.nl en bestudeer de eerste pagina over de sikkelziekte.
Probeer daarna de volgende vragen te beantwoorden.

  1. Als de inhoud van een platte cel en een 'ingklapte' cel hetzelfde is, kan een platte cel ...
    1. in dezelfde tijd meer zuurstof opnemen of afstaan.
    2. gemakkelijker de kleinste bloedvaten blokkeren.

  2. De stof die de kleur van de rode bloedcellen veroorzaakt is ...
    1. het eiwit hemoglobine.
    2. ijzer.

Stap2 (3)

Vragen - vervolg

  1. Hemoglobine in de rode bloedcellen vervoert ...
    1. alleen zuurstof.
    2. zowel zuurstof als koolstofdioxide.

  2. De belangrijkste oorzaak van bloedarmoede is ...
    1. tekort aan ijzer in het bloed.
    2. tekort aan witte bloedlichaampjes in het bloed.

  3. Bloedarmoede kun je aantonen met ...
    1. een bloedonderzoek.
    2. een urinetest.

  4. Vitamine B12 en B11 (= foliumzuur) zijn nodig voor het aanmaken van voldoende hemoglobine in de rode bloedcellen. In welk soort voedsel komen deze vitamines het voor?
    1. alleen in dierlijk voedsel.
    2. alleen in plantaardig voedsel.

Stap3 (1)

Witte bloedcellen
Je hebt vast wel eens een infectieziekte gehad. Gelukkig ben je daarna weer beter geworden. Daar had je de witte bloedcellen voor nodig. De functie van de witte bloedcellen is het lichaam verdedigen tegen ziektekiemen.

Witte bloedcellen worden net als rode bloedcellen in het beenmerg gemaakt. Er zijn veel verschillende soorten witte bloedcellen.

Eén van de soorten is de macrofaag (= vreetcel). Hij kan van vorm veranderen en door de kleine openingen van de bloedvaatjes naar buiten kruipen. Hij eet de bacteriën en virussen die hij tegenkomt. (zie kennisbank).

Bloed - Witte bloedcellen


Een andere soorten witte bloedcellen maakt antistoffen tegen ziektekiemen. Door die antistoffen kleven bacteriën of virussen aan elkaar vast en kunnen ze het lichaam niet meer ziek maken.

Vervolgens eten de macrofagen ze op. Vaak gaan die macrofagen daarna dood. Dode macrofagen en ziektekiemen samen zijn witachtig van kleur en vormen de pus bij sommige wondjes.

Stap3 (2)

Beantwoord de volgende vragen:

  1. Wat is de functie van de witte bloedcellen?
    1. Zuurstof en koolstofdioxide vervoeren.
    2. Wondjes dichten.
    3. Bacteriën en virussen bestrijden.

  2. Welke eigenschap hoort niet bij macrofagen?
    1. Van vorm veranderen.
    2. Door bloedvaten heen kruipen.
    3. Antistoffen maken.

  3. Voor antistoffen geldt:
    1. Ze laten ziektekiemen aan elkaar vastkleven.
    2. Het zijn stoffen op de buitenkant van ziektekiemen.
    3. Ze eten ziektekiemen op.

Stap4 (1)

Bloedplaatjes en bloedstolling
Weet jij wat je moet doen bij een snijwondje?
En weet je hoe het komt dat je een korstje op een wond krijgt?

Bekijk en lees eerst de animatie op:
Stolling - users.telenet.be - Flash
Je ziet hoe je lichaam zorgt dat een wond geneest.

Bekijk vervolgens dit filmpje om te zien welke maatregelen je zelf kunt nemen bij een klein bloedend wondje.



Iedereen heeft zich weleens gesneden. Meestal groeit de wond vanzelf weer dicht. Wat gebeurt er dan precies met je huid en hoe kan je ervoor zorgen dat wonden zo snel mogelijk herstellen?

 


Bloedstolling
De functie van de bloedplaatjes is dus bloedstolling. Bloedplaatjes worden net als de rode en witte bloedcellen in het beenmerg gemaakt.
De cellen waaruit ze ontstaan vallen echter vaak in duizenden kleine stukjes uit elkaar. Elk stukje is een bloedplaatje. Een bloedplaatje is dus heel klein.

Stap4 (2)

Beantwoord de volgende vragen:

  1. Welke bloedbestanddelen zorgen voor een korstje op de wond?
    1. bloedplaatjes
    2. witte bloedcellen
    3. rode bloedcellen

  2. Waarvoor zorgen de bloedplaatjes?55% van het bloed is ...
    1. Dat fibrinogeen in fibrinedraden verandert en zo een vangnet vormt die de wond afsluit.
    2. Dat de rode bloedcellen aan elkaar vastkleven en een korstje vormen.
    3. Dat de witte bloedcellen de wond verdedigen tegen bacteriën en virussen.

  3. Waar moet je de jodium op druppelen?
    1. Op de wond.
    2. Rond de wond.
    3. Op het doekje waarmee je de wond afdekt.

Stap4 (3)

Vragen - vervolg

  1. Welk soort bloedbestanddelen heeft dezelfde taak als jodium?
    1. witte bloedcellen
    2. rode bloedcellen
    3. bloedplaatjes

  2. Welke soort bloedbestanddelen heeft dezelfde taak als een stukje steriel verbandgaas?
    1. fibrine
    2. witte bloedcellen
    3. bloedplaatjes

Stap5

Bloedcellen tekenen
Je gaat straks met een microscoop bloedcellen bekijken en je gaat van witte en rode bloedcellen een tekening maken.
Gebruik de volgende twee links om je goed voor te bereiden op het practicum:

Werken met de microscoop
Een biologische tekening maken


Practicum bloed bekijken

  • Download nu het werkblad bloed bekijken .
  • Lees het werkblad inclusief de beoordeling een keer helemaal door.
  • Zoek de benodigdheden bij elkaar.
  • Voer het practicum uit.

Klaar?
Vul zelf de beoordeling in en laat de beoordeling invullen door je docent.

stap6

Bloedgroepen

Ieder mens heeft een bepaalde bloedgroep A, B, AB of 0.

Bekijk het filmpje over de verschillende bloedgroepen:

 

Wil je nog meer uitleg? Bekijk dan de volgende animatie van Bioplek

http://www.bioplek.org/animaties%20onderbouw/bloedgroepeenvABO.html

 

 

Stap7

Eindtoets
Je sluit deze opdracht af met het maken van een toets.
De toets bestaat uit zestien vragen. Aan eht eind van de toets zie je hoeveel vragen je goed hebt beantwoord.

Klik op de volgende link om te beginnen:

Toets:Bloed

  • Het arrangement Bloed - CCG AH2 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Dianne Gijsbertsen Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2016-01-15 22:59:28
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Leerniveau
    VWO 2; HAVO 2;
    Leerinhoud en doelen
    Biologie; Instandhouding en ontwikkeling; Instandhouding;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    2 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    bloed samenstelling bloedstolling bloedgroepen