Tussen productie en verkoop/ supermarkt

Tussen productie en verkoop/ supermarkt

Toelichting

In de context de supermarkt kom je in aanraking wat er gebeurd met voeding in de supermarkt.

Deze 6 taken gaan over voeding en producten zoals:

-Etiketten

-Houdbaarheid

-Gezond eten

-Marketing

 

•Taak 1: Houdbaarheid
•Taak 2: Biologische voeding?
•Taak 3: Marketing en verpakkingen
•Taak 4: De schijf van 5
•Taak 5: Etiketten
•Taak 6: Transport en opslag

 

Taak 1: Etiketten

Wat ga je doen?

Voor consumenten is het vaak een ware zoektocht om wijs te worden uit de samenstelling van de verschillende producten. Op de etiketten staat heel veel informatie die voor de leek niet altijd even duidelijk is:

 

  • Op basis waarvan maak je een keuze?

  • Welke informatie is relevant en welke niet?

  • Wat is het waarheidsgehalte van de informatie?

 

Wat staat er allemaal op een etiket?

Een opsomming van de informatie op een etiket:

 

  • omschrijving van het product;

  • inhoud van de verpakking;

  • houdbaarheid (vervaldatum);

  • THT (ten minste houdbaar tot);

  • ADI (Acceptable Daily Intake);

  • genetisch gemodificeerd;

  • naam, adres of plaatsnaam van de fabrikant.

  •  

Voor het beantwoorden van de vragen kun je gebruikmaken van de vermelde bronnen (waarmee leer je). Daar staan allerlei bruikbare filmpjes met uitleg op detailniveau (emulgatoren, vrije vetzuren enzovoort).

 

 

Waarom doe je het?

Je leert: voedingsmiddelen uit de groene sector adequaat, hanteren, verwerken, bereiden en bewaren. 

Dit leer je door: een verpakking inclusief opdruk te ontwerpen en te maken voor een gezond product (p/gr/2.1)

Verdwaald in etikettenland

Hoe vind je de weg in het doolhof van informatie op de verpakkingen van boter, margarine, halvarine en braadproducten? Deze opdracht heeft niet als doel alles te weten te komen over deze producten. Wel is het de bedoeling erachter te komen wat er schuilgaat achter de etikettering en samenstelling van producten. Met deze opdracht:

  • oriënteer je je binnen een bepaalde productgroep (in dit geval boter, margarine, halvarine en braadproducten);

  • kun je verschillende producten onderscheiden en beschrijven;

  • maak je kennis met een aantal internetsites binnen het vakgebied;

  • kun je de informatie op de sites selecteren en toepassen;

  • kun je de verschillende soorten informatie op de verpakking van levensmiddelen lezen en uitleggen.

Hoe ga je het doen?

Hierna staan 8 zoekvragen beschreven en een afsluitende opdracht. De vragen gaan over informatie op de verpakking van levensmiddelen. In deze opdracht zijn het vooral verpakkingen van boter, margarine, halvarine en braadproducten.

Opdracht 1: Wat is het verschil in aanduiding tussen de THT (tenminste houdbaar tot) en de TGT aanduiding (te gebruiken tot)?

Opdracht 2: Bij welke producten staat vooral de TGT-datum vermeld?

Opdracht 3: Wat is het belangrijkste verschil tussen een ingrediëntendeclaratie en een voedingswaardedeclaratie op een etiket?

Opdracht 4: De inhoud van een verpakking kan op twee manieren zijn aangegeven: met of zonder toevoeging van ‘e’.

  1. Wat is voor de consument de betekenis van de letter ‘e’ op de verpakking?

  2. Waarom is destijds de aanduiding met de letter ‘e’ ingevoerd?

  3. Wat is de gemiddelde afwijking in gewicht of volume die een consumentenverpakking kan bevatten?

Opdracht 5: Aan welke (wettelijke) eis moet de ingrediëntendeclaratie op een verpakking voldoen?

Opdracht 6: In het kader van gezonde voeding hanteert Campina op sommige producten het IKB-logo. Dit betekent dat het product past in een ‘Ik-kies-bewuststrategie’. Zoek de gegevens over dit logo op en beantwoord de volgende vragen:

  1. Welke voorwaarden zijn er verbonden aan het gebruik van het IKB-logo?

  2. Staat het gebruik van producten met dit logo automatisch garant voor een gezonde voedingsstijl? Leg uit.

  3. ‘Ik kies bewust’ hoeft voor een aantal consumenten niet automatisch verbonden te zijn met gezonde voeding. Geef ten minste twee andere criteria waarop de consument bewust kan kiezen en geef aan hoe fabrikanten op de etikettering van producten de consument hierover informeren.

  4. Welke informatie staat op boter, margarine en halvarine vermeld waardoor de consument bewust(er) kan kiezen?

Opdracht 7: Uit de voedingswaardetabel blijkt dat Becel Dieetmargarine meer energie bevat dan margarine met 80% vet.

  1. Verklaar dit verschil.

  2. Waarom wordt toch Becel dieetmargarine geadviseerd als passend in een cholesterolverlagend dieet?

Eindopdracht 8:

 

Waarmee leer je?

Hier staan de bronnen die je nodig hebt om de opdrachten uit taak 1 te kunnen maken.

Etiketten Jumbo supermarkt

Evaluatie/ beoordeling

Geef antwoord op de volgende vragen:

  • Tegen welke problemen liep je aan bij deze opdracht?

  • Wat zou je de volgende keer anders doen?

  • Hoe zou je de opdracht veranderen om hem leuker te maken?

  • Wat heb je geleerd van deze opdracht?

  • Wat zou je met het geleerde kunnen doen in je latere werk?

Taak 2: Converseren

Wat ga je doen?

Waarom doe je het?

Hoe ga je het doen?

Waarmee leer je?

Evaluatie/ beoordeling

Taak 3: Hygiene

Wat ga je doen?

Waarom doe je het?

Hoe ga je het doen?

Waarmee leer je?

Evaluatie/ beoordeling

Taak 4: Marketing

Introductie in de Marketing

filmpje Javier Guzman

Wat ga je doen?

Waarom doe je het?

Hoe ga je het doen?

Waarmee leer je?

Marketing-taal:

Wat bedoelt men met onderstaande woorden en begrippen. Zoek op in boeken, via internet, of vraag een expert.

 

·         Doelgroep

·         Winkelformule

·         Merkimago

·         Marketingmix

·         A-merk, B-merk

·         Huisstijl

·         Promotie

·         Manipulatie

·         Stuntprijzen

·         Discountwinkel

·         Psychologische prijzen

·         A-locatie, B-locatie

·         Klanttevredenheid

·         Naamsbekendheid

·         Herhalingsaankoop

·         Marketingplan

·         Push- marketing

·         Pull- marketing

·         Aankoopproces

·         Consument

·         Impulsaankoop

·         Productdifferentiatie

·         Massa-individualisering

·         Assortiment

·         Potentiële klant

·         Marktleider

·         Distributiekanaal

 

 

 

Kijken en vergelijken

Er zijn oneindig veel producten op de markt, te koop in allerlei soorten winkels. Maar waarom koop je nu juist dat ene product en niet het andere? Dat heeft alles te maken met de ‘Marketingmix’. In de opdracht 'Marketingmix in de praktijk' wordt duidelijk wat hier achter steekt. De 6 P’s van de marketing komen aan bod, in theorie en in de praktijk.

 

 Marketingmix:


1. Product: kwaliteit, verpakking, assortiment, service.


2. Prijs: Wat betaal je voor een product, betalingsvoorwaarden.


3. Plaats: distributiebeleid en de kanaalkeuze, welke winkels doen je verkoop?


4. Promotie: reclame, vertegenwoordigers, salespromotie , sponsering, PR


5. Personeel: vooral bij diensten en retail


6. Presentatie:vooral retail/ detailhandel

 

 

Evaluatie/ beoordeling

Beoordelingsformulier Taak 1 Going Green leerjaar 3 

Naam:      

 

Klas:      

Totaal aantal te behalen punten

Aantal behaalde punten

Film op tijd klaar: planning

(niet op tijd klaar = 0 punten)

2 punten

(6,7%)

 

Spreektijd

- Aan de spreektijd van 1½ minuut is voldaan: 2 punten

- Minder dan 1- 1½ minuut: 1 punt

- Minder dan 1 minuut: 0 punten

2 punten

(6,7%)

 

Spreken: Woordenschat ondersteunend

- voor de overhoringen is een gemiddeld cijfer tussen 8,1 - 10 gescoord: 4 punten

- voor de overhoringen is een gemiddeld cijfer tussen 6,1 - 8 gescoord: 3 punten

- voor de overhoringen is een gemiddeld cijfer tussen 4,1 - 6,0: 2 punten

- voor de overhoringen is een gemiddeld cijfer tussen 2,1 - 4,0 gescoord: 1 punt

- voor de overhoringen is een gemiddeld cijfer van 2 of lager gescoord: 0 punten

4 punten

(13,3%)

 

Spreken: woordgebruik

- Je gebruikt de taal ‘creatief”: je hebt nieuwe woorden

  opgezocht en gebruikt en je maakt lange(re) zinnen: 4 punten

- Je gebruikt korte zinnen, maar deze zijn logisch aan elkaar

  geplakt: 3 punten

- Je gebruikt veel korte uit het hoofd geleerde, zinnen: 2

  punt

- je woordenschat is niet voldoende om duidelijk te maken wat bedoeld wordt: 1 punt

x 2=

8 punten

(26,7%)

 

Spreken: Grammaticale correctheid

- Je maakt nauwelijks fouten in de basisgrammatica; er zijn

  geen fouten die de communicatie verstoren:3 punten

- Je maakt fouten in de basisgrammatica maar zij verstoren 

  de communicatie niet: 3 punt

- Je maakt veel fouten in de basisgrammatica. Je gebruikt

  veel ‘losse’ woorden, waardoor niet duidelijk is wat je

  bedoelt: 1 punten

3 punten

(10%)

 

Spreken: Vloeiendheid en uitspraak

- Je bent duidelijk verstaanbaar en je klinkt tamelijk

  natuurlijk: 4 punten

- Je bent duidelijk en goed verstaanbaar; je spreekt wel

  langzaam en een accent is hoorbaar: 3 punten

- Af en toe maak je storende fouten: 2 punten

- De uitspraak van sommige woorden is onjuist en daardoor

  wordt onbegrijpelijk wat je wilt zeggen 1 punt

x 2=

4 punten

(26,7%)

 

Script (schrijven --> woordenschat en woordgebruik):

- het woordgebruik past goed bij de opdracht en is soms boven niveau: 3 punten

- het woordgebruik past goed bij het niveau van de opdracht: 2 punten

- het woordgebruik sluit matig aan bij het niveau van de opdracht (je hebt bijvoorbeeld te veel gebruik gemaakt van een vertaalmachine) : 1 punt

- Het woordgebruik is onvoldoende voor het niveau van de opdracht: 0 punten

3 punten

(10%)

 

totaal aantal punten

30

 

 

:3

 

 

Cijfer

 

Je hebt het goed gedaan als:

  • Woordenschat en woordgebruik

Je met uit het hoofd geleerde uitdrukkingen en kleine groepen van woorden beperkte informatie hebt overgebracht in eenvoudige alledaagse situaties (je hebt kunnen vertellen waarom je voor de sector Groen gekozen hebt; je hebt daarvoor onder andere de woorden- en zinnenlijsten gebruikt)

  • Grammaticale correctheid

Je maakt op de juiste wijze gebruik van eenvoudige constructies, maar je maakt daarbij nog wel regelmatig fouten

  • Vloeiendheid

Je gebruikt korte zinnetjes, maakt veel gebruik van pauzes, je maakt soms fouten waardoor je opnieuw moet beginnen

  • Uitspraak

Je uitspraak is duidelijk genoeg om je te kunnen volgen. Je hebt nog wel een accent en soms moeten luisteraars om herhaling vragen.

Beoordelingsformulier Taak 1 Going Green leerjaar 3 

Naam:      

 

Klas:      

Totaal aantal te behalen punten

Aantal behaalde punten

Film op tijd klaar: planning

(niet op tijd klaar = 0 punten)

2 punten

(6,7%)

 

Spreektijd

- Aan de spreektijd van 1½ minuut is voldaan: 2 punten

- Minder dan 1- 1½ minuut: 1 punt

- Minder dan 1 minuut: 0 punten

2 punten

(6,7%)

 

Spreken: Woordenschat ondersteunend

- voor de overhoringen is een gemiddeld cijfer tussen 8,1 - 10 gescoord: 4 punten

- voor de overhoringen is een gemiddeld cijfer tussen 6,1 - 8 gescoord: 3 punten

- voor de overhoringen is een gemiddeld cijfer tussen 4,1 - 6,0: 2 punten

- voor de overhoringen is een gemiddeld cijfer tussen 2,1 - 4,0 gescoord: 1 punt

- voor de overhoringen is een gemiddeld cijfer van 2 of lager gescoord: 0 punten

4 punten

(13,3%)

 

Spreken: woordgebruik

- Je gebruikt de taal ‘creatief”: je hebt nieuwe woorden

  opgezocht en gebruikt en je maakt lange(re) zinnen: 4 punten

- Je gebruikt korte zinnen, maar deze zijn logisch aan elkaar

  geplakt: 3 punten

- Je gebruikt veel korte uit het hoofd geleerde, zinnen: 2

  punt

- je woordenschat is niet voldoende om duidelijk te maken wat bedoeld wordt: 1 punt

x 2=

8 punten

(26,7%)

 

Spreken: Grammaticale correctheid

- Je maakt nauwelijks fouten in de basisgrammatica; er zijn

  geen fouten die de communicatie verstoren:3 punten

- Je maakt fouten in de basisgrammatica maar zij verstoren 

  de communicatie niet: 3 punt

- Je maakt veel fouten in de basisgrammatica. Je gebruikt

  veel ‘losse’ woorden, waardoor niet duidelijk is wat je

  bedoelt: 1 punten

3 punten

(10%)

 

Spreken: Vloeiendheid en uitspraak

- Je bent duidelijk verstaanbaar en je klinkt tamelijk

  natuurlijk: 4 punten

- Je bent duidelijk en goed verstaanbaar; je spreekt wel

  langzaam en een accent is hoorbaar: 3 punten

- Af en toe maak je storende fouten: 2 punten

- De uitspraak van sommige woorden is onjuist en daardoor

  wordt onbegrijpelijk wat je wilt zeggen 1 punt

x 2=

4 punten

(26,7%)

 

Script (schrijven --> woordenschat en woordgebruik):

- het woordgebruik past goed bij de opdracht en is soms boven niveau: 3 punten

- het woordgebruik past goed bij het niveau van de opdracht: 2 punten

- het woordgebruik sluit matig aan bij het niveau van de opdracht (je hebt bijvoorbeeld te veel gebruik gemaakt van een vertaalmachine) : 1 punt

- Het woordgebruik is onvoldoende voor het niveau van de opdracht: 0 punten

3 punten

(10%)

 

totaal aantal punten

30

 

 

:3

 

 

Cijfer

 

Taak 5: Versproducten en meer

Wat ga je doen?

Waarom doe je het?

Hoe ga je het doen?

Waarmee leer je?

Evaluatie/ beoordeling

Taak 6: Keurmerken

Wat ga je doen?

Waarom doe je het?

Hoe ga je het doen?

Waarmee leer je?

Evaluatie/ beoordeling

Reflectie:

Beantwoord kort de volgende vragen.

  1. Tegen welke (praktische) problemen liep je aan bij het maken van deze opdracht?
  2. Wat was (vak)inhoudelijk nieuw voor jou?
  3. Welke informatie in relatie tot het onderwerp is naar jouw mening onvoldoende aan bod gekomen?
  4. Welke vraag is onbeantwoord gebleven?
  5. Hoe vat je het geleerde samen?

Waarmee leer je nog meer?

  • Het arrangement Tussen productie en verkoop/ supermarkt is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteurs
    Marije Bent
    Laatst gewijzigd
    2016-01-21 16:47:13
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld

    Bronnen

    Bron Type
    Etiketten Jumbo supermarkt
    https://www.youtube.com/watch?v=nulfC3TzFt4
    Link
    filmpje Javier Guzman
    https://www.youtube.com/v/fIeZHULOH_o&hl=nl_NL&feature=player_embedded&version=3
    Video

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Bent, Marije. (2020).

    Supermarkt 1

    https://maken.wikiwijs.nl/69801/Supermarkt_1

    van der Toorn, Erik. (z.d.).

    Groene productie/ De Kwekerij

    https://maken.wikiwijs.nl/70572/Groene_productie__De_Kwekerij

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.