Inleiding over de Jeugdstorm
Jeugd van Nederland!
De Nationale Jeugd Storm komt tot U en roept U!
Roept U, hoofd voor hoofd, om mede te strijden voor de vorming van een waarlijk nationaal-voelende, eensgezinde Jeugd.
Het symbool, waaronder wij dien strijd willen voeren is de meeuw, een stormvogel, die, vlug gewiekt en scherp van blik, het tempo aangeeft, waarin wij willen strijden: de meeuw wit op een veld van bleu, omgeven door de nationale kleur, het Oranje. Dit symbool geeft ons te kennen, dat bij ons plaats is voor de geheelde Nederlandsche Jeugd.
Dit stukje tekst gaat over de Jeugdstorm, een jongeren beweging in Nederland ten tijde van de Tweede Wereldoorlog. De beweging had als voorbeeld de Hitlerjugend, een beetje dezelfde variant alleen dan in Duitsland. De Jeugdstorm werd gezien als de jongeren beweging van de NSB, Nationaal Socialistisch bond. Kinderen die bij de jongeren beweging zaten deden vele activiteiten als het beoefenen van sporten, het lopen van marsen, zingen en films kijken over Hitler.

De opdracht
Je bent een journalist voor een historisch nieuwsblad. Je krijgt de opdracht van je baas om een achtergrondstuk te schrijven over de Jeugdstorm. Je hebt al wel enige kennis over dit onderwerp, maar je hebt ook vele vragen over het onderwerp de Jeugdstorm. De belangrijkste vraag, die bij je opkomt is: Waarom gingen kinderen zich aansluiten bij de Jeugdstorm? Dit is de centrale vraag waarop je, door middel van het schrijven van een artikel, een antwoord gaat geven. De hoofdvraag dus. Voor de beantwoording van de hoofdvraag ga je in op 4 deelvragen, welke hieronder beschreven zijn. Bij elke vraag horen bronnen die je op weg kunnen helpen.
- Waarom mochten Joden niet bij de Jeugdstorm?
- Wat leerden de leden van de Jeugdstorm? En wat over Nederland?
- Wat waren de activiteiten die de leden en de vereniging ondernamen?
- Hoe keken kinderen die niet lid waren van deze vereniging tegen de kinderen die wel lid waren aan?
Iedere deelvraag neemt ongeveer 1 alinea in beslag in je artikel. Uiteindelijk geef je in je conclusie dus antwoord op de hoofvraag door de informatie die je door de deelvragen hebt opgedaan. In een conclusie mag je geen informatie geven die nog niet eerder genoemd is. Houd daar rekening mee.
In de werkwijze staat hoe je de opdracht moet aanpakken.
Hoe ga je de opdracht aanpakken?
1. Schrijf eerst een inleiding, waarin duidelijk wordt waarom je een artikel schrijft over dit onderwerp (je bent journalist).
2. Lees de vragen goed door en bekijk wat er van je wordt gevraagd.
3. Zoek in de bronnenlijst naar de bronnen. Deze zijn ingedeeld bij de vraag waarbij ze horen.
4. Lees de bronnen goed door, hou hierbij de vraag in het achterhoofd.
5. Probeer een duidelijk antwoord te geven op de vragen 1 t/m 4.
6. Trek hieruit de conclusie/ de keuze en beargumenteer deze.
Zie beoordeling om erachter te komen of je aan de eisen voldoet.

De benodigde bronnen
Hoe word je beoordeeld?
Wanneer je aan de volgende punten voldoet, heb je een voldoende te pakken.
- Je artikel bestaat uit een inleiding, antwoord op de 4 vragen (per vraag een alinea) en een conclusie.
- In de inleiding geef je kort aan waarom je als journalist het onderwerp Jeugdstorm interessant vindt.
- In je middenstuk geef je antwoord op de 4 vragen die in de opdracht staan.
- In je conclusie geef je een beargumenteerd antwoord op de hoofvraag
- Je geeft geen nieuwe informatie in de conclusie
Randvoorwaarden:
- Je laat zien dat je de bronnen hebt gebruikt door hier naar te verwijzen/annoteren (minstens 1 per vraag).
- Het artikel beslaat ongeveer 1 A4. (Times New Roman, 12).
- Correcte spelling.
Wat hebben we geleerd?
- Je hebt je ingeleefd in een journalist en hebt door de verschillende deelvragen een afgewogen antwoord gevonden op de hoofdvraag.
- Je weet wanneer iemand lid werd van de jeugdstorm, wat ze daar leerden en welke activiteiten ze zoal deden.
- Je hebt analytisch naar bronnen gekeken en deze toegepast op de vragen.
Docentinformatie
- Voorafgaand aan de opdracht moet het onderwerp Tweede Wereldoorlog al zijn behandeld.
- De opdracht gaat ca. 1 uur duren.
- De leerlingen mogen in tweetallen bezig gaan, het kan ook individueel.
- Opdracht is voor havo/vwo.
- Evt. presentaties mogelijk als extra afsluiting.
Makers: Arend-Jan Hartman & Jelle Veltman (LVOGS Windesheim)