KB Keuzevak Het houden van dieren

KB Keuzevak Het houden van dieren

Wat ga ik leren?

Competenties en LOB

In dit keuzevak ga je je oriënteren op het werken met dieren, over de dagelijkse en periodieke verzorging, huisvestingseisen en dierewelzijn.

In dit keuzevak werk je daarom aan de volgende competenties:

  • Samenwerken en overleggen
  • Bewust gebruik van materialen en middelen
  • Plannen en organiseren
  • Omgaan met veranderingen en zich aanpassen (flexibel zijn)
  • Bedrijfsmatig handelen (bij alles wat je doet is het belang van het bedrijf het uitgangspunt)

 

Opdracht: LOB-formulier

  1. Aan het begin van dit keuzevak; wat heb je gedaan en wat heb je daarvan geleerd? Aan welke competenties heb je gewerkt? Bedenk regelmatig wat je wel en niet leuk vond én waarom je dat vond. Waar ben je goed in? Als je dit weet, helpt je dat in het maken van loopbaankeuzes. 
  2. Aan het eind van de periode ga je in gesprek met je praktijkdocent over dit ingevulde formulier.

 

Klik hier om de opdracht te maken in Qompas bij stap 1: Voorbereiding Profiel Groen.

Schoolexamens

Om het examen te kunnen halen zijn de volgende punten heel belangrijk. We moeten het tempo er wel goed in houden om alles te kunnen behalen.

  • Je houdt je aan de deadlines zodat je achterstanden voorkomt. 
  • Je neemt verantwoording voor het huiswerk en het leren van de toetsen.
  • Je vraagt om hulp als het even niet lukt. 
  • Je doet je uiterste best om te slagen voor dit keuzevak.  

Oriëntatie

Als je dieren leuk vindt en graag bezig bent met en voor dieren, dan zit je in dit keuzevak goed! Wil je later dierverzorger worden, of wil je meer weten over dieren? Over deze onderwerpen leer je meer tijdens dit keuzevak.

Video opdracht A: Dierverzorger in de dierentuin

  1. Lees eerst de vragen door.
  2. Bekijk de video.
  3. Beantwoord de vragen in een tweetal.
  4. Bespreek de antwoorden van de groepjes klassikaal.

Open bestand Vragen bij video: Dierverzorger in de dierentuin

 

Opdracht B: Wat wil je leren?

Lees de opdracht door en beschrijf wat je zou willen leren in dit keuzevak. Jullie leervragen worden bekeken en de docent kijkt of er ruimte is om aan je leervraag gehoor te geven.

Open bestand Wat wil je leren?

 

Relatie met profielmodules en keuzevakken

Onderstaande powerpoint geeft de relatie weer tussen profielmodules en keuzevakken.

Open bestand introductie profiel groen BL (11).pptx

Open bestand introductie profiel groen KL (11).pptx

1. Diersoorten en rassen

1.1 Rassen en raseigenschappen

In deze les werken we aan de volgende eindtermen:

- Gangbare rassen herkennen en benoemen

- Ras eigenschappen herkennen en benoemen

 

Inleiding

Als je met dieren werkt is het goed om te weten met welke dieren je te maken hebt. In profielmodule 3 leerde je dat dieren je dieren verdeeld in diersoorten. Dit is een groep dieren waarbij het erfelijk materiaal (het DNA) overeenkomt. Als je met deze dieren fokt krijg je vruchtbare nakomelingen. Dieren binnen een diersoort verdeel je in rassen. Het DNA van deze dieren is hetzelfde. Alleen het uiterlijk verschilt. De verschillen zijn bijvoorbeeld kleur en bouw.

 

Ras eigenschappen

Ras eigenschappen vertellen hoe het dier eruit ziet. Eigenschappen in zo'n beschrijving zijn bijvoorbeeld grootte, gewicht, kleur en vachtsoort. Als je de ras eigenschappen van een dier weet, kun je het dier herkennen.

 

Opdracht A: Hondenrassen 1

Open bestand Hondenrassen 1

 

Opdracht B: Een dieren memorie maken

Open bestand Een dieren memorie maken

 

Opdracht C: Rassen oefenen

Open bestand Rassen oefenen

 

Opdracht D: Hondenrassen 2

Open bestand Opdracht hondenrassen 2

1.2 Exterieur

In deze les werken we aan de volgende eindtermen:

  • exterieuronderdelen van het dier herkennen en beschrijven

 

Onderdelen benoemen

Als je met dieren omgaat, moet je de namen en functies van de onderdelen kennen. Dat heeft een aantal redenen.

Allereerst is het belangrijk dat je kunt uitleggen aan specialisten, zoals de dierenarts, aan welk onderdeel het dier iets mankeert. Het praat veel makkelijker als je de onderdelen kent. Je moet ook iets kunnen vertellen over het exterieur van het dier. Als je met dieren naar een keuring gaat, worden alle onderdelen van het dier goed bekeken. Ze bekijken dan de buitenkant van het dier. Dat noemen we exterieur. De keurmeester vormt uiteindelijk een oordeel over het exterieur. Mensen die dieren keuren, moeten de onderdelen natuurlijk goed kennen. Maar als je de dieren verzorgt, is het ook handig dat je weet om welke onderdelen het gaat. Als je bijvoorbeeld een paard of pony moet meten, dan moet je de schofthoogte meten. Je moet dan wel weten wat de schoft is.

 

Opdracht A: Exterieur

Open bestand Exterieur hond

Open bestand Opdracht B: Exterieur Paard, invul opdracht

Open bestand Namen bij Exterieur Paard, te gebruiken bij opdracht B

 

Opdracht B: Exterieur met Thinglink

Open bestand Opdracht B Exterieur met Thinglink

Open bestand Hoe werk je met Thinglink

1.3 Signalementskenmerken

In deze les werken we aan de volgende eindtermen:

  • een signalement opstellen van een ras

 

Er zijn meerdere manieren om een dier te herkennen. Een daarvan is een signalement. Een signalement wordt vaker gebruikt. Bijvoorbeeld bij een polititebericht. Bij dieren wordt vaak de afkorting GROHKA gebruikt.

 

Opdracht A: Signalement opstellen van een huisdier

Open bestand Signalement bij een huisdier

 

Opdracht B: Signalement bij runderen

Open bestand signalement bij runderen

 

Opdracht C: Diernamen

Open bestand Opdracht diernamen

1.4 Signalement bij paarden

Het signalement bij paarden

Het signalement van het paard is een zo volledig mogelijke omschrijving van het exterieur van het paard. (buitenkant)

Als ezelsbruggetje kan je het beste de letters GHROKA onthouden.

G = Geslacht, merrie/ hengst of ruin (gecastreerde hengst)

H = Hoogte, Dit noem je stokmaat en wordt gemeten naast het voorbeen van het paard tot de schoft.

R = Ras, bij rijpaarden spreek je ook over type (denk aan: dressuurpaarden, springpaarden, tuigpaarden.)

O = Ouderdom, betekent de leeftijd van het dier.

K = Kleur. Dit wordt verderop verder uitgebreid beschreven.

A = aftekeningen. Dit is het laatste onderdeel, maar tevens wel het moeilijkste. Aftekeningen zijn witte vlekken die te vinden zijn op het hoofd, de benen en soms ook op andere delen van het lichaam. Als een paard zeer veel witte vlekken op zijn lichaam heeft, dan hebben we het niet meer over aftekeningen maar dan is het paard bont.

Witte vlekken die zijn ontstaan als litteken van een wondje of een drukking horen niet bij de aftekeningen.

Aftekeningen zijn belangrijk voor het signalement van een paard en worden dan ook nauwkeurig beschreven in het paspoort

Dan heb je ook nog bijzonderheden, hieronder verstaan we: chipnummer, tatoeages, brandmerken en wondjes etc.

Hieronder staan bijbehorende praktische opdrachten die je kunt oefenen.  

Stamboekpapier Wireda
Stamboekpapier Wireda

Open bestand Opdracht bij het stamboekpapier van Wireda

Open bestand Werkblad signalement paard

1.5 Presenteer je dier!

Je lievelingsdier, wat voor diersoort is is dat? Heb je dan ook nog voorkeur voor een bepaald ras en waarom? Maak een presentatie van je liefste dier.

 

Theorie: Prezi maken

Bekijk de video over hoe je een prezi maakt:

 

Opdracht A: Presenteer je dier!

  1. Open het bestand.
  2. Volg de aanwijzingen in de opdracht.

Open bestand Presenteer je dier!

1.6 Reptielen

Reptielen worden steeds populairder als huisdieren. Momenteel worden er meer dan 650.000 reptielen in Nederland gehouden. Deze groep dieren is minder makkelijk te houden als bijvoorbeeld een konijn of een hamster. Reptielen stellen bijvoorbeeld bijzondere eisen aan de huisvesting.

In deze opdracht leer je meer over de reptielen die wij op school houden. Onder andere hanteren, huisvesting en voer komen voorbij.

Opdracht reptielen

Open bestand Opdracht reptielen

Bijlagen opdracht reptielen

Open bestand Geslacht bepalen schildpad

Open bestand Schildpad rassen

2. Advies geven

In deze les werken we aan de volgende eindtermen:

  • anderen adviseren en informeren over rassen en raseigenschappen

 

Er wordt op allerlei plekken advies gegeven. Een voorbeeld is in de dierenwinkel. Mensen willen infomatie over dieren, de voeding en de benodigdheden. Om dit goed te kunnen doen moet je van verschillende onderwerpen wat weten.

Er wordt ook advies gegeven door de dierenarts, een fokker of een leverancier van dierenverblijven. Hoe kan je het beste advies geven? Dat ga je in dit hoofdstuk leren.

 

Opdracht A: Advies hond BB

Open bestand Opdracht advies hond BB

NB. Correctievoorschrift in map sharepoint

 

Opdracht B: advies hond KB

Open bestand Opdracht advies hond KB

NB. Correctievoorschrift in map sharepoint

3. Huisvesting

3.1 Huisvesting algemeen

In deze les werk je aan de volgende eindtermen:

  • voor verschillende dieren de huisvestingsnorm herkennen en beschrijven

  • voor- en nadelen noemen van verschillende huisvestingsmaterialen in relatie tot het te huisvesten diersoort

 

Hóe je het dier houdt is de huisvesting. Huisvesting heeft heel veel invloed op hoe het dier leeft en hoe het zich voelt.

Als je een dierenwinkel binnen loopt is er enorm veel te kiezen. Er zijn kooien van tralies voor knaagdieren. Er zijn aquaria voor de vissen en terraria voor de reptielen. Maar welk hok is nu het meest geschikt voor een diersoort?

soorten huisvestingen
soorten huisvestingen

Opdracht 1: Huisvesting

Open bestand Opdracht huisvesting

Opdracht 2: knipblad huisvesting

Open bestand knipblad huisvesting

3.2 Inrichten van een verblijf

Tijdens deze les werk je aan de volgende eindtermen:

  • een hok, een stal en een kooi volgens de huisvestingseisen inrichten

 

Een leeg lokaal zonder stoelen en tafels, daarin voelt een klas zich heel ongemakkelijk. Zo is dat ook met een dierverblijf zonder dat het ingericht is voor de diersoort.

Allereerst hebben de verschillende diersoorten een aantal basisbehoeften. Voorbeelden van basisbehoeftem zijn een plek om te eten, te drinken en te schuilen.

Daarnaast heeft iedere diersoort soort eigen behoefte. Dit heeft vaak te maken met de natuurlijke leefomgeving. Sommige dieren willen bijvoorbeeld graag graven. Andere dieren willen graag klimmen. Als het verblijf aan deze soort eigen behoefte voldoet zal het dier zich fijner voelen. Dit noemen we welzijn.

 

In de wet staan de 5 vrijheden beschreven. Ieder dier dat gehouden wordt heeft recht op die vrijheden. De 5 vrijheden zijn:

  • dieren zijn vrij van honger en dorst. Ze hebben gemakkelijk toegang tot vers water en een adequaat rantsoen;

  • dieren zijn vrij van ongemak. Ze hebben een geschikte leefomgeving inclusief onderdak en een comfortabele rustplaats;

  • dieren zijn vrij van pijn, verwonding en ziekte. Er is sprake van preventie en een snelle diagnose en behandeling;

  • dieren zijn vrij van angst en stress. Er is zorg voor voorwaarden en behandelingen die geestelijk lijden voorkomen;

  • dieren zijn vrij om normaal gedrag te vertonen. Ze hebben voldoende ruimte, goede voorzieningen en gezelschap van soortgenoten.

Bij het inrichten van een verblijf moet je ook rekening houden met deze 5 vrijheden.

 

Opdracht A: Verblijf schooldier ontwerpen

Open bestand Opdracht verblijf schooldier ontwerpen

 

Opdracht B: Hok voor schaap inrichten (BB)

Open bestand Opgaven opdracht hok schaap inrichten (BB)

Open bestand Uitwerkbijlage opdracht hok schaap inrichten (BB)

NB. Correctievoorschriften in map sharepoint

 

Opdracht C: Opdracht hok schaap inrichten (KB)

Open bestand Opgaven opdracht hok schaap inrichten (KB)

Open bestand Uitwerkbijlage opdracht hok schaap inrichten (KB)

NB. Correctievoorschriften in map sharepoint

 

Opdracht D: Verblijf ontwerpen dierentuin

Open bestand Opdracht dierentuin

 

Opdracht E: Advies geven over het inrichten van een vogel verblijf

Open bestand Opdracht huisvesting vogel

Open bestand Bijlage huisvesting vogel

3.3 Gedrag van dieren

Gedrag is een manier om te kijken of het dier zich prettig voelt. Door te kijken naar het gedrag, krijg je informatie over of het verblijf voor het dier goed genoeg is.

Als het dier zich goed voelt zal het natuurlijke gedrag laten zien. Voelt een dier zich niet goed zal het afwijkend gedrag laten zien. Dit noemen wij stereotiep gedrag. Door het dier te bestuderen kun je zien welk gedrag het laat zien. Zo'n gedragsstudie noemen wij een ethogram.

 

Opdracht 1: Stereotiep gedrag

Open bestand Opdracht stereotiep gedrag

gedrag

Opdracht 2: Gedrag van een gerbil

Open bestand Opdracht gedrag van een gerbil

Open bestand Bijlage gedrag van een gerbil

3.4 Huisvesting beoordelen buiten school

Elke diersoort heeft andere huisvestingseisen. In deze les ga je kijken hoe de huisvesting van dieren op een andere locatie geregeld is.

 

Theorie: Het belang van goede huisvesting

Bekijk de video's over de verschillende soorten stallen en het belang van goede huisvesting ter preventie van klauwproblemen.

 

Opdracht A: Huisvesting beoordelen buiten school

  1. Luister naar de instructies van je docent en lees de praktijkopdracht door.
  2. Voer de opdrachten uit.
  3. Lever via de ELO in bij je docent: de antwoorden op de vragen.

Open bestand Beoordelen huisvesting

3.5 Huisvesting beoordelen op school

Theorie: Scharrelkippen

Bekijk de video.

 

 

Opdracht A: Welzijn, huisvesting en verzorging kip beoordelen

Volg de aanwijzingen in de opdracht en maak gebruik van de bijlage.

Open bestand Welzijn, huisvesting en verzorging kip beoordelen

Open bestand Bijlage Welzijn, huisvesting en verzorging kip

3.6 Waterkwaliteit aquarium

Vissen zijn het meest gehouden huisdier in Nederland. Totaal worden er meer dan 18 miljoen vissen in ons land gehouden! Dat is meer dan het aantal inwoners van Nederland. Maar we hebben het niet vaak over vissen.

Vissen houdt je natuurlijk in een aquarium. Er bestaan verschillende soorten aquaria. Je hebt aquaria met zoet- en zoutwater. De kwaliteit van dat water is erg belangrijk voor vissen. Vissen zijn erg gevoelig. Teveel schadelijke stoffen in het water zal betekenen dat je vissen dood zullen gaan. Het is belangrijk om het water in een aquarium regelmatig te testen. Daar gaat deze opdracht over.

Opdracht waterkwaliteit aquarium 

Open bestand Opdracht waterkwaliteit aquarium

4. Verzorging

4.1 Gezondheid

Wanneer is een dier gezond? En hoe kun je dat zien? De verzorging van dieren heeft een directe invloed op de gezondheid van dieren.

 

Theorie: Verzorging van dieren

Lees de theorie en beantwoord de vragen.

Opdracht A: Gezondheid bij dieren

Volg de aanwijzingen in de opdracht.

Open bestand Gezondheid bij dieren

Opdracht C: Verzorging en gezondheid

Open bestand Verzorging en gezondheid theorie

4.2 Dagelijkse verzorging

4.3 Periodieke verzorging

Opdracht A: Periodieke verzorging van gezelschapsdieren

De docent kiest welke periodieke verzorging uitgevoerd moet worden, hier kan onder andere gedacht worden aan:

  • Nagels knippen van konijnen en cavia’s;
  • Dieren ontwormen;
  • Dieren wassen.

Volg de aanwijzingen van de docent.

 

 

Opdracht B: Werken met Halamid-D

Open bestand Opdracht werken met Halamid-d

Test je kennis!

Laten zien

Hier volgt later een diagnostische opdracht waarin de leerling laat zien dat hij/zij kennis, vaardigheden en houding kan integeren in een praktijksituatie. 

Reflectie

Opdracht: Reflectie

Wat heb je gedaan in het keuzevak Het houden van dieren? Heb je nieuwe dingen geleerd en hoe vond je dat?

Bij "Wat ga ik leren?" heb je een LOB-formulier gedownload dat je elke les hebt bijgehouden. 

  1. Heb je nog niet alles ingevuld, vul dan het document eerst verder in. 
  2. Bespreek het ingevulde document met je praktijkdocent.
  3. Plaats het document in Qompas, als bewijsstuk voor in je LOB-portfolio.

 

Klik hier om de opdracht te maken in Qompas bij stap 2: Reflectie Proefiel Groen

Voor de docent

Beste collega,

Dit arrangement is ontwikkeld voor leerlingen van de kaderberoepsgerichteleerweg die profiel Groen volgen.

Het arrangement beoogt alle leerstof voor keuzevak Het houden van dieren af te dekken zoals omschreven in de (deel)taken van keuzevak Het houden van dieren van conceptexamenprogramma versie 2 (2015-2017).

Het arrangement is op basis van bestaande leermiddelen van Groenkennisnet, Ontwikkelcentrum en eigen materialen samengesteld.

In schooljaar 2015-2016 wordt dit arrangement gebruikt in de pilot (project Vernieuwing VMBO) van Clusius College (Castricum), waarna er geëvalueerd zal worden en het arangement zal worden aangepast.

Eventuele verbeterpunten en -suggesties kunt u e-mailen naar l.spruijt@clusius.nl.

  • Het arrangement KB Keuzevak Het houden van dieren is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Laatst gewijzigd
    2019-11-18 13:58:51
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Leerniveau
    VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 3;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld

    Bronnen

    Bron Type
    Uitleg stamboek keuring K.W.P.N
    https://kwpn.tv/watch/4854
    Video
    gedrag
    https://youtu.be/b0vnTZL7SE0
    Video

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Profiel groen Castricum. (z.d.).

    [Leerweg] Keuzevak [x]: [titel keuzevak]

    https://maken.wikiwijs.nl/67143/_Leerweg__Keuzevak__x____titel_keuzevak_

    Profiel groen Castricum. (2020).

    Keuzevak Groei & Oogst 2019/20

    https://maken.wikiwijs.nl/68979/Keuzevak_Groei___Oogst_2019_20