Onderhoud basis entree
leerwijzer
onkruid
intro onkruiden
Intro onkruid:
Wat hebben de volgende zaken met elkaar te maken?
•Verklikker
•Vlinder
•Kleurstof.
•verf
•Eten
•Mest
•Medicijn
•gif
•Touw.
•Strafwerktuig
Het antwoord: Brandnetel !!!!
Indicatorplant. Planten groeien op (stiktof)rijke grond.
Vlinderlokkend. Atalanta, kleine vos en dagpauwoog bezoeken de plant vaak.
Kleurstof. In de EG toegelaten kleurstof met als code E140.
Als verfstof. Van brandnetelextract maakt men gele of oranje verfstof.
Eetbaar.De toppen kun je gebruiken in soep. Maar ook rauw. (brandnetelkaas)
Als meststof. Rijk aan mineralen.
Medicinaal. Brandnetel is bloedzuiverend en ontwaterend.
Als bestrijdingsmiddel. Aftreksel is goed middel tegen schimmelziekten en bladluis.
Grondstof. Vroeger maakte men van vezels touw en vislijnen.
Strafwerktuig. Brandharen bevatten mierezuur.
De vraag is wat is onkruid? Onkruid is een plant die groeit op een plaats die ongewenst is. Staatsbosbeheer laat doelbewust stukken met brandnetels staan voor de vlinders, in een tuin zal men sneller de brandnetel willen verwijderen.
redenen om onkruid te verwijderen
redenen om onkruid te verwijderen zijn:
1. Het staat minder mooi. Onkruiden hebben in het algemeen minder mooie bloemen, bladeren enzovoort. De aangeplante planten hebben meer sierwaarde.
2. De onkruiden zorgen er voor dat de sierplanten minder water, voeding en licht krijgen. De groei van de sierplanten gaat hierdoor achteruit.
3. Onkruiden zijn soms waardplanten van ziekten en plagen. (verderop uitleg over waardplanten)
4. Onkruiden vermeerderen zich beter dan sierplanten. Sierplanten kunnen uiteindelijk verdwijnen/dood gaan.
ken uw vijand!
bestrijding van onkruid.
Als er al onkruid staat, is het van belang om te weten hoe de plant zich vermeerderd. Dat kan op 2 manieren; Via zaad. (Generatief) of via groei van plantendelen. (vegetatief)
Voorbeelden van zaadonkruiden zijn; muur, klein kruiskruid en straatjesgras.
Door te schoffelen kun je de planten makkelijk weg krijgen.
Sommige planten hebben een penwortel. Voorbeelden; Akkerdistel, paardebloem en ridderzuring. In deze wortel zit reservevoedsel. Bij het schoffelen loopt de plant snel weer uit. Beter is het om de plant met wortel en al te verwijderen.
Dan zijn er planten die zich vermeerderen via wortelstokken of stukjes wortel.
Voorbeelden zijn brandnetel, kweek en zevenblad. Deze planten moet je ook met wortel en al verwijderen.
Ook zijn er planten die zich via bovengrondse uitlopers vermeerderen. Denk bijvoorbeeld aan klaver en boterbloem.
Daarnaast is het ook van belang om te weten of een ongewenste plant eenjarig is of overblijvend. Een plant als straatjesgras zal in de winter kapot vriezen. Duizendblad en fluitekruid sterft alleen bovengronds af en zal het volgende jaar weer terugkomen.
Sommige planten kunnen goed tegen belopen of betreding. De zogenaamde tredplanten. Je komt ze vaak tegen op plekken die veel betreden worden, zoals grasvelden en langs paden. Denk aan paardebloem, witte klaver, smalle weegbree, brede weegbree, madeliefje en boterbloem.
Mossen en algen groeien graag op plekken die niet zo vaak worden betreden. Daarnaast houden deze planten van schaduw.
Beter dan bestrijden (curatief) is het voorkomen (preventief) dat er onkruid gaat groeien. Veel planten hebben licht nodig om zaden te laten kiemen. Is een stuk grond bedekt met bodembedekkers, dan zal hier niet snel onkruid gaan groeien.
handmatig
plukken of wieden
Plukken of wieden is het met de hand uittrekken van onkruiden. We doen dit op plekken waar het onkruid dicht bij de planten staat. Ook bij bodembedekkende planten zoals pachysandra, wordt geplukt. Bij het schoffelen op de open plekken beschadig je de wortels. Hierdoor zal de beplanting minder snel sluiten. Door te plukken krijg je wel een gesloten beplanting en daardoor op termijn minder onkruidgroei.
schoffelen
schoffel2.jpg
1311325979-schoffel.jpg
beurs hardenberg 2015
De schoffel is in vele modellen en uitvoeringen te koop. Zie foto's. Er zijn nog steeds nieuwe ontwikkelingen. De foto in het midden is een schoffel die op de beurs in Hardenberg in 2015 werd getoond. Verkoopargument van de standhouder: Door de vorm hoef je minder kracht uit te oefenen. Ook kun je vlak langs planten schoffelen zonder ze te beschadigen.
Je moet zo oppervlakkig mogelijk door de grond heen en weer gaan met een schoffel. Hierdoor zal het bovenste laagje grond uitdrogen en kunnen onkruidzaden niet kiemen. Het mes van de schoffel snijdt de wortels af van het onkruid. Daardoor gaat het onkruid dood. De grond net onder het schoffeloppervlakte blijft mooi vochtig. Dit komt door capillairen. Dit zijn hele dunne buisjes, waardoor grondwater makkelijk naar boven wordt getransporteerd. De beplanting groeit dus door, terwijl de onkruidzaden niet kiemen. Pas na een regenbui worden de capillairen hersteld en zal het bovenste laagje weer vochtig worden.
Het grote voordeel van schoffelen is de snelheid van werken. Het gaat sneller dan plukken. Bij droog weer heb je een goed resultaat.
Een mogelijk nadeel van schoffelen is beschadiging van de bast van planten, waardoor er wild ontstaat. Meer info zie je bij het onderdeel snoeien. Een ander nadeel is dat je onkruid met penwortels of wortelstokken niet goed weg krijgt. Ook wordt schoffelen afgeraden in bijna gesloten vaste plantbeplantingen. Bij het schoffelen van een plantvak met Pachysandra zul je de wortels van deze vaste plant beschadigen.
Schoffelen werkt het best bij droog weer. Bij droog en warm weer heb je weinig afval om te harken. Het geraakte onkruid verschroeid. Als je het onkruid bij elkaar harkt, mag je het onkruid niet op het gazon harken. Je krijgt dan lelijke plekken in het gras. De andere nadelen zijn beschreven bij grasonderhoud. Hark ook niet te veel zand mee. Hieronder zie je wat er gebeurt als je dit jarenlang wel doet!
schoffelen en onkruid + zand (jarenlang) weghalen...
hakken of schrepelen
hak.jpg
De hak is een omgekeerde schoffel. De hak wordt ingezet op zwaardere gronden, zoals kleigrond. Ook bij groot en grof onkruid wordt de hak ingezet. Met de hak sla je de wortels net onder de grond door van het onkruid. Het is zwaarder werk dan schoffelen. Je gaat dieper door de grond en belucht op die manier de grond.
De schrepel is een handhak. Deze wordt gebruikt tussen beplanting die dicht op elkaar staan. Met de ene hand sla je het onkruid los, met de andere hand pluk je het onkruid.
schrepel.jpg
uitrieken
greep.jpg
De greep wordt ingezet om wortelonkruiden in een beplanting te verwijderen. Denk aan zevenblad. Door een stuk grond met zevenblad te schoffelen, krijg je dit onkruid niet weg. Tenzij je heel vaak achter elkaar de plant schoffelt, waardoor je de plant uitput.
Omspitten van de grond werkt ook niet. Kweek groeit snel weer terug.
Omfrezen met een freesmachine maakt de zaak nog erger. De machine hakt de wortels in kleine stukjes. Elk stukje loopt weer uit.
Door met de greep de wortels te verwijderen, krijg je de meeste wortelonkruiden weg. Vaak is een tweede behandeling nodig, omdat je niet alle wortels in een keer weg krijgt.
cultivator
cultivator.jpg
De cultivator of drietand wordt ingezet op stukken met weinig onkruid. Met de tanden breek je de grond los. De losgetrokken grond zal bij droog weer verkruimelen en uitdrogen. Grof onkruid pluk je weg. De kleine kiemplanten zullen verdrogen en zaden zullen in de droge grond niet kiemen.
onderspitten en frezen
Omleggen
Door grond met onkruid onder te spitten, kun je ook onkruid verwijderen. De grond kun je heel ondiep omspitten. We noemen dit omleggen. Deze methode wordt toegepast bij regenachtig weer, waarbij schoffelen niet zinvol is.
Ook bij najaarsbeurten en voorjaarsbeurten kun jre kiezen voor omleggen. of spitten. Je kunt dan meteen tuinafval onderwerken.
Frezen.
Ook kun je met een tuinfrees een terrein onkruidvrij maken. De frees wordt bij grondbewerking besproken.
Hier al wel een nadeel van frezen: Als je een terrein met onkruid met wortelstokken omfreest, dan is de grond tijdelijk zwart, maar na enkele dagen heb je nog veel meer onkruid!
onderhoud gras basis
hoe vaak maaien?
Maaien.
Als je op braak (kaal) terrein niets doet, zullen er vanzelf (on)kruiden gaan groeien. Daarna zie je struiken en pioniersbomen. Uiteindelijk groeit er bos. Nadat de bomen door ouderdom sterven krijg je een kale plek, Hierop groeien weer kruiden... (enzovoort) Dit proces noemen we successie. Door te maaien sturen we dit proces. Gras kan goed tegen betreden, evenals tredplanten. Bij 1x per jaar maaien op een terrein zie je dat er zich een kruidenvegetatie ontwikkeld. Bij vaak maaien hou je alleen grassen en tredplanten over. Hoe vaak je een terrein maait is dus afhankelijk van het doel en gebruik. Bermen worden ongeveer 3x per jaar gemaaid, gazons 26x per jaar en op bepaalde stukken op de golfbaan kan dit oplopen tot wel 300 x per jaar maaien!
Bij bodemkunde heb je geleerd dat planten pas groeien zodra het bodemleven actief is. Bij een bodemtemperatuur van 5 graden Celsius gaat gras groeien. G(rasg)roei is afhankelijk van de temperatuur en de hoeveelheid vocht. In de tabel zie je het effect van deze 2 onmstandigheden. In Nederland kun je zeggen dat gras begint te groeien in april. In mei heb je de eerste groeipiek. Daarna neemt de groei af. Zeker in droge periodes. In augustus/september komt er een tweede groeipiek. Het gras groeit wel minder hard dan in mei. Eind oktober zal het gras in rust gaan. Een siergazon groeit ongeveer een half jaar. Per week wordt het gras gemiddeld 1x per week gemaaid. Een jaar heeft 52 weken. Vandaar 26x per jaar maaien. De green op de golfbaan wordt grote delen van het jaar dagelijks gemaaid.
klimaatverandering
Op de vorige bladzijde is gemeld dat de standaard voor grasmaaien van een particulier grasveld 26 keer is. Afgelopen seizoenen blijkt dat het warmer is dan gemiddeld. Omdat het afgelopen jaren al in het voorjaar snel warmer werd en ook in de herfst hogere temperaturen worden behaald, gaan sommige bedrijven al uit van een standaard van 30x maaien per jaar.
maaihoogte
Maaihoogte
De hoogte is afhankelijk van het gebruik en de gebruikte grassoorten. Sommige soorten vormen laag boven de grond knoppen en kunnen daarom ook laag afgemaaid worden. Andere soorten maken de knoppen hoger en moeten daarom ook hoger worden afgemaaid. Bermen worden hoger gemaaid. Op siergazons wordt het gras op ongeveer 3 centimeter hoogte gemaaid. Sportvelden vaak op 4 tot 5 centimeter. De green op de golfbaan wordt op slechts 4 tot 5 millimeter hoogte gemaaid.
grasgroei
Onder de 5 graden Celcius groeit het gras niet. Daarom hoeft gras in de wintermaanden niet gemaaid te worden. In april begint het gras te groeien. In mei is de grootste groeipiek. In deze periode zie je dat gras ook eerder bloeit. Als de natuur zaden maakt, is dit ook de beste periode om gras te zaaien. In de zomer is er minder groei. Bij hogere temperaturen en minder water zal de groei minder zijn.
Een 2e groeipiek zie je in augustus. In deze periode zie je ook dat gras eerder gaat bloeien. Ook dit is dus een periode om gras te zaaien. In het najaar zal de groei afnemen vanwege lagere temperaturen en nachtvorst.
grasgroei.jpg
graskanten en bladruimen
graskanten onderhoud.
De grassen zullen na verloop van tijd uitstoelen. De grasmat wordt breder na verloop van tijd. Om de vorm te behouden, moeten we de graskanten onderhouden. Door regelmatig de kanten te knippen met en kantenknipper of grasschaar werd dit in het verleden gedaan. Veel hoveniers gebruiken tegenwoordig een bosmaaier met draadkop om de graskanten te onderhouden. Daarnaast zul je na verloop van tijd de kanten moeten steken. Dit kan met een kantensteker of met een kantenstekermachine.
Bij de aanleg heb je een kielsteek gemaakt. Na het inzaaien heb je de kanten schuin afgestoken. Met een kantensteker kun je de grasmat ook schuin afsteken. Ook de kantensteker machine kun je afstellen zodat de kant schuin gestoken wordt. In de praktijk zal een grasmat recht worden gestoken.
Blad ruimen
Grassen zijn ook in de winter groen. Als in de herfst de loofbomen hun blad laten vallen, dan kunnen de afgevallen bladeren op de grasmat een laag vormen. Het gevolg is vergeling van de grasmat en het kan zelfs zijn dat het gras afsterft. Daarom is het nodig om het blad van de grasmat te verwijderen.
Het blad kun je in de border blazen. Tussen de struiken of boven op de afgestorven vaste planten geeft een mulchlaag van blad veel positieve effecten. De grond is afgedekt, dus je hebt geen onkruiden. Het blad beschermt de grond tegen erosie. Het blad verteert. Gunstig voor het bodemleven en je bemest de grond.
water
Water geven
In de winter heeft Nederland een overschot aan regenwater. In de zomer een tekort. Dit omdat door de hoge temperaturen er meer water verdampt dan er aan neerslag bij komt. Het gras groeit niet meer en kan slechter tegen betreding. Als je een grasmat hebt doorgezaaid, of net hebt ingezaaid, moet je water geven.
Groot nadeel van regelmatig water geven is dat de graswortels niet diep gaan wortelen. Als iemand de tuin elke dag kort beregend, zal deze grasmat het groenst zijn in de buurt. Zodra de mensen op vakantie gaan, zal het gras geel worden en mogelijk zelfs doodgaan. Je kunt beter 1 x per week heel veel water geven. De beste tijd is 's morgens vroeg of 's avonds laat.
snoeien basisregels
waarom snoeien we?
Bij oudere struiken zie je de bloei terug lopen. Door de struiken te verjongen hou je takken die volop bloeien. Verwaarloosde struiken kun je op deze manier ook weer herstellen.
Ook het gezond houden en soortecht houden kan een reden zijn om de snoeischaar te pakken. Meer informatie over de zogenaamde probleemtakken zie je verderop.
Laanbomen kronen we op in verband met het verkeer. Vrachtauto´s moeten onder de bomen kunnen rijden, zonder dat ze de takken raken. Afhankelijk van de doorrijhoogte worden de bomen opgekroond.
Als er een heg staat bij een kruispunt, dan kun je je voorstellen dat een hoge heg het uitzicht belemmert. In het kader van de verkeersveiligheid worden heggen laag afgesnoeid, zodat je goed kunt zien of er ander verkeer het kruispunt nadert.
De laatste reden om te snoeien is het in toom houden van de beplanting.
Maar eigenlijk is dit een hele rare reden. Als je goed op let bij plantenkennis, dan weet je dat een Buddleja of vlinderstruik met gemak 2 meter hoog kan worden. Als je de plant in je voortuin net voor het raam zet en je wilt graag op straat kijken, dan moet je regelmatig snoeien. Maar als je een Viburnum davidii had geplant, dan hoef je niet te snoeien!
Afbeelding2.jpg
Afbeelding3.jpg
probleemtakken
Afbeelding14.jpg
Bij probleemtakken komen een aantal termen aan bod. Zie hieronder. De termen worden met hulp van afbeeldingen nader uitgelegd. Probleemtakken kun je altijd weghalen.
- Dood hout
- Ziek hout
- Wild.
- Schurende of kruisende takken.
- Waterlot.
- Teruglopen.
wild
Afbeelding16.jpg
De Corylus avellana "Contorta" of kronkelhazelaar zie je op de foto. De kronkelhazelaar wordt geent op de wortels van een gewone hazelaar oftewel Corylus avellana. Bij het schoffelen van onkruid kan het zijn dat je de wortels beschadigd. De plant reageert met het maken van slapende knoppen op de plek van de wond. Uit de knop ontstaat een tak van een gewone hazelaar. Deze groeit recht omhoog. De gewone hazelaar heeft veel meer groeikracht dan de kronkelhazelaar en zal de kronkelhazelaar verdringen. De oplossing is om de wilde scheuten zo diep mogelijk terug te snoeien. Indien mogelijk de tak tot onder de grond afsnoeien en de wond bedekken met grond. Zonder licht is de kans veel groter dat de plant niet opnieuw zal uitlopen. Het verschijnsel wildgroei zien we bij meer planten die worden geent. Denk aan gekweekte rozen, fruitrassen op onderstam en/of tussenstam enzovoort.
teruglopen
Afbeelding20.jpg
De bonte olijfwilg of Eleagnus pungens "Maculata" zie je op de foto. De olijfwilg is van nature groenbladig. Door een speling der natuur is een bontbladige variant ontstaan. Door te stekken is deze plant leverbaar in bontbladige vorm. Door dezelfde speling der natuur kan de plant weer teruglopen naar de oorspronkelijke vorm. Planten met groen blad bevatten meer bladgroen. Meer bladgroen betekent een betere fotosynthese en daardoor een betere groei. De takken met groene bladeren groeien harder. De sierwaarde van de bontbladige plant lopen snel terug. Teruglopen zie je vaak bij bontbladige cultivars. Bontbladige esdoorns lopen vaak terug. Door tijdig in te grijpen en de teruggelopen takken geheel weg te snoeien, kun je de plant bontbladig houden.
ziekten
Afbeelding15.jpg
Op de foto een Japanse sierkers of Prunus serrulata. De uitgebloeide bloemen gaan verwelken en kunnen gemakkelijk geinfecteerd worden door ziekten.Door de plant terug te snoeien tot gezond weefsel en het snoeiafval meteen verwijderen, zal de ziekte zich niet verder verspreiden.
schurende takken
Op de foto 2 takken van een Acer campestre of veldesdoorn. De takken zaten kruislings in de struik. De takken bewegen door de wind en schuren steeds langs elkaar heen. Links de voorkant van de tak. Rechts zie je duidelijk het effect van het schuren.
Afbeelding17.jpg
Afbeelding18.jpg
waterlot
Afbeelding19.jpg
De Malus of appel reageert fel op snoeien. Bij oudere, verwaarloosde bomen ontkom je er niet aan om toch drastisch te snoeien. De plant reageert fel op het verstoorde evenwicht bovengronds/ondergronds. De nieuwe scheuten bevatten veel water en weinig vezels. De nieuwe uitlopers zijn daarom veel minder sterk dan normaal gevormde takken.
hoe snoeien we? basisregels.
Afbeelding21.png
•Maak gladde wonden. Regelmatig het mes slijpen dus!
•Zaag de wond iets schuin af. Water kan op een wond blijven staan en kan leiden tot inrotting.
•Knip de tak niet te schuin af. Een te scheef afgeknipte tak geeft een hele grote wondoppervlakte. Des te groter de wond, des te meer kans op infecties en ziekten.
•geen kapstokken.
•Snoei zo natuurlijk mogelijk.
•Snoei niet bij vorst/ijzel/sneeuw.
•zware takken kun je beter in 2 keer zagen. Op stomp. Zie laanbomen snoeien voor meer info.
Als je een zieke plant hebt gesnoeid dan is ontsmetten van het blad van het snoeimes soms noodzakelijk. Als sporen van de ziekte op het mes achterblijven, kun je de ziekte bij een volgende klant verspreiden.
heggen snoeien
Hieronder de link naar heggen snoeien.
link naar heggen snoeien