Baanvaardig

Baanvaardig

Baanvaardig worden.

 

 

 

 

 

 

 

Welkom bij het vak werknemersvaardigheden binnen de Entree opleiding, dit vak bestaat uit meerdere thema’s. Thema baanvaardig worden is er een van.

Baanvaardig worden zegt iets over je beroepshouding en hoe competent je bent. Om een baan te krijgen moet je jezelf goed presenteren. Deze 3 onderdelen vind je terug in dit programma.

Competenties zeggen veel over baanvaardig zijn. We werken binnen de Entree opleiding aan 9 competenties. Op deze competenties wordt je beoordeeld op je stage. In hoeverre je ze kent en kunt. Tijdens de les en dit programma wordt hier aan gewerkt.

Je krijgt informatie over wat competenties zijn en maken de koppelingen a.d.h.v. opdrachten.

Dit programma is zo opgebouwd dat je hier zelfstandig mee aan het werk kan tijdens de lessen werknemersvaardigheden op de tijdstippen dat de docent dit aangeeft. De docent is aanwezig tijdens deze momenten.

Heel veel succes met het doorlopen en uitvoeren van de opdrachten om baanvaardig te worden.

Team Entree

 

 

Inleiding

 

 

 

 

 

 

Tijdens het doorlopen van dit programma ga je aan de slag met de volgende thema's ;

-Beroepshouding

-Competenties

-Jezelf presenteren

 

Elk thema heeft een stuk theorie met opdrachten. Onderaan zie je de afbeeldingen (afbeelding 1 en 2)  die je ziet bij de opdracht, zodat helder is of je een groepsopdracht of een indivudele opdracht moet doen.

Bij sommige opdrachten is er een concreet voorbeeld omschreven, die staat dan onder de opdracht omschreven.

De opdrachten moeten allemaal worden gemaakt. Sommige opdrachten zijn verwerkt in een word document, deze klik je aan dan verschijnt de opdracht. Sla dit bestand op onder je eigen usb stick. Dan kun je de opdracht vanuit de usb stick altijd weer vinden en bijwerken. De docent is aanwezig tijdens het doorlopen van dit programma.

Als je het hele programma hebt doorlopen geef je een presentatie voor de klas. Dit staat beschreven in de opdrachten.

 

 

indivuduele opdracht
indivuduele opdracht
Groepsopdracht
Groepsopdracht

Doelen

 

 

 

 

 

Doelen;

proces;

De leerling voert de opdrachten zelfstandig uit.

De leerling zoekt zelf afstemming met medeleerlingen om opdrachten te plannen.

 

produkt;

De leerling kan navertellen wat beroepshouding is.

De leerling herkent zijn eigen beroepshouding en benoemt deze.

De leerling kan weergeven wat een competentie is.

De leerling kan zijn eigen presentatie tot stand brengen .

 

Subdoelen;

De leerling beargumenteert zijn eigen beroepshouding.

De leerling voert een presentatie uit.

De leerling evalueert zijn presentatie.

De leerling motiveert zijn keuzes tijdens de presentatie.

De leerling somt op welke competenties binnen de Entree je moet kennen en kunnen.

De leerling geeft weer hoe hij /zij  werken onder stress oplost.

De leerling vraagt om hulp.

 

 

 

 

 

 

 

Competenties

 

 

 

 

 

 

Competenties

De competenties waar je aan werkt tijdens deze Zil;

 

-Samenwerken en overleggen 
-Plannen en organiseren
-Materialen en middelen inzetten 
-Instructies en procedures volgen
- Met druk en tegenslag omgaan.
 

 

Deze competenties zijn ook beschreven in je studiehandleiding en komen voort uit het kwalificatiedossier (*1).

 

 

*1) kwalifaicatiedossier mbo ;Crebo 22269, 22270 Versie Dossiers geldig vanaf 2014  (Geldig vanaf 2014)

internetlink ; https://www.s-bb.nl/onderwijs/kwalificeren-en-examineren

 

 

 

 

Voorkennis

 

 

 

 

 

De voorkennis die je nodig hebt om dit programma te doorlopen is ;

 

-Alle lessen en readers met thema's; eigenschappen, kritiek geven en krijgen.

-Boek ;Entree kerntaak 1 van Edu Aktueel ( blz 1 t/m 40 afgerond)

 

Tijd

 

 

 

 

 

De studie uren per thema

 

thema 1 beroepshouding      ;  3 uur

Thema 2 Competenties        ;  4 uur

Thema 2 Jezelf presenteren  ;  3 uur

Materialen

 

 

 

 

 

 

 

Wat heb je nodig;

Om dit programma te doorlopen heb je een computer nodig.

De link van dit programma krijg je op je usb stick

Usb stick

Pen en Papier

 

Beroepshouding

 

 

 

 

 

Beroepshouding

Een letterlijke vertaling is je houding tijdens een beroep. Dit betekent niet dat je voor elk beroep dezelfde beroepshouding hebt.

Wanneer je een goede beroepshouding hebt, kun je je ontwikkelen tot professional. Dan kun je dus onderstaande uitvoeren:

1  .Fatsoen en respect (in contact met cliënten, kinderen)
2  .Op de juiste manier informatie vragen
3  .Op de juiste manier informatie geven
4  .Op de juiste manier omgaan cliënten, kinderen, patiënten
5  .Duidelijk communiceren met collega’s
6  .Duidelijk communiceren met clienten, kinderen
7  .Inzicht in eigen emoties, normen, waarden en vooroordelen
8  .Op de juiste wijze omgaan met collega’s.
9  .Eigen grenzen kennen; omgaan met feedback

10.Inzet, betrokkenheid en verantwoordelijkheid laten zien

Deze punten in de beroepshouding moet je kennen en kunnen. Deze punten zijn ook verwerkt in de competenties die je moet kennen en kunnen en worden tijdens je stage beoordeeld.

 

 

Opdracht 1 A Beroepshouding

indivuduele opdracht
indivuduele opdracht

Open bestand opdracht 1A Beroepshouding

Opdracht 2 A Vaardigheden

Indivuduele opdracht
Indivuduele opdracht

Open bestand Opdracht 2A beroepshouding;vaardigheden

Opdracht 3 A stellingen

Groepsopdracht
Groepsopdracht

Open bestand Opdracht 3 A Stellingen

Competenties

 

 

 

 

 

Competenties

Competenties zijn eigenlijk niks meer of minder dan specifieke kwaliteiten die je nodig hebt voor de uitoefening van de kerntaken van je vak.(*1)

Competent zijn vereist combinatie van;
• kennis (- weten, theorie en inzicht),
• vaardigheid (- in de praktijk het doen en kunnen) en de
• attitude in de beroepscontext (-wie ben je en wat wil je, wat is je beroepshouding wat is je karakter)

 

Hieronder staan de 9 competenties die je aan het einde van schooljaar moet kennen en kunnen.

 

1.Aandacht en begrip tonen
2.Samenwerken en overleggen 
3.Plannen en organiseren
4.Materialen en middelen inzetten 
5.Op de behoefte en verwachting van de klant richten 
6.Instructies en procedures volgen
7. Omgaan met veranderingen en aanpassen
8. Met druk en tegenslag omgaan.
9.Vakdeskundig zijn


 

*1) Internet ; http://www.competentiesvoorbeelden.nl/wat-een-competentie)

 

                                        

competent zijn
competent zijn

Opdracht 1 B Competentie

Indivuduele opdracht
Indivuduele opdracht

Filmpje competenties

Open bestand Opdracht 1B competenties

Opdracht 2 B Zoek een you tube filmpje

Indivuduele opdracht
Indivuduele opdracht

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Opdracht 2 B

1) Zoek op you tube een filmpje wat gaat over jouw werk(profiel);

Waar moet het het filmpje aan voldoen;

-Middelen en materialen die voorkomen op jouw stageplek.

Bv je loopt stage bij logistiek, hierin vervoer je producten, kijk of een filmpje bestaat over dit product. Mag ook een reclame zijn

- Het filmpje mag niet langer dan 5 minuten duren.

 

2) Sla de link op, gebruik je usb stick

Je bent deze link nodig omdat jij jezelf gaat presenteren voor de klas, een onderdeel van deze presentatie is dit you tube filmpje, waarin jij gaat toelichten waarom jij dit filmpje hebt gekozen.

 

3) Beschrijf voor jezelf;

-Waarom jij dit filmpje hebt gekozen

-Welke competenties je er in ziet.

-Wat jezelf binnen je stage al doet aan deze competenties.

Maak deze beschrijving in Word sla dit op bij je link.

 

4) Presenteren;

Je maakt een afspraak met de docent over het presenteren van jou filmpje, deze presentatie doe jij wanneer jij onderdeel c jezelf presenteren hebt doorlopen.

* Waaruit bestaat het presenteren....

Voor de klas staan toelichten waar je stage loopt en met welke middelen en materialen er gewerkt worden, wat doe jij er precies. Laat het filmpje zien.

Vertel waarom dit filmpje, de klas kan vragen stellen.

Dit is een onderdeel van je presentatie, het andere onderdeel staat bij jezelf presenteren.

Deze presentatie wordt beoordeeld aan de hand van een aantal punten. Deze zijn te vinden bij het kopje beoordeling

 

 

Jezelf presenteren

 

 

 

 

 

 

 

Jezelf presenteren, hoe pak je dat aan? Hoe presenteer je je zelf op een manier die overtuigt en boeit? Hoe kan je je een indruk van jezelf geven die bij je past? De eerste indruk (waar iedereen het altijd maar over heeft) die anderen van jou krijgen is belangrijk, die kun je maar één keer maken! Het gaat niet alleen om uiterlijk en woorden. Jezelf presenteren heeft ook veel met non-verbale communicatie en met gevoel en sfeer te maken.  Het gaat écht niet alleen om de inhoud en vorm van je verhaal. Je presenteert jezelf, jouw presentatie vertelt veel over jou.

 

Je houding en uitstraling

De kunst is om het evenwicht te vinden tussen de ongeïnteresseerde houding "ik ben nu eenmaal zoals ik ben" en te hard je best doen en jezelf overschreeuwen.

 wat je vertelt is belangrijk, maar ook hoe je het vertelt. Al geef je nog de beste presentatie met woorden, als je er al een zoutzak bij staat komt jouw boodschap niet over.

zorg voor een actieve, maar ontspannen houding.

Ben je bewust van je zenuwtrekjes. Lach niet voortdurend, klik niet met je pen en blijf van de pluisjes op je mouw af.

Let op de lichaamstaal , zoals knikken, fronsen en op het horloge kijken.

Let op je stemgebruik. Praat niet te hard of te zacht en let op de snelheid waarmee je spreekt. 

Voorkom het gebruik van stopwoorden en articuleer duidelijk.

Als laatste belangrijke punt: Probeer zoveel mogelijk jezelf te zijn. 

Presentatietips

Deze 3 tips gaan je zeker helpen bij om jezelf goed te presenteren:
• Bereid je presentatie goed voor, oefen!
• Spreek in contact met je publiek, stem af!
• Spreek kort en bondig.

 

Opdracht 1C Collage maken

indivuduele opdracht
indivuduele opdracht

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Maak een collage om jezelf te verkopen;

•Een mooie beschrijving van je geweldige eigenschappen.
•Een beschrijving van je verbluffende vaardigheden en sterke kanten
•Over je uiterlijk en verzorging.
 
Dit mag je doen op de computer (sla deze dan op, op je usb stick) of je vraagt om een blad, pennen, stiften en tijdschrijft enz.. (wees creatief)
 
Deze collage laat je zien tijdens je presentatie voor de klas (is dus een onderdeel van je presentatie).
 

 

Opdracht 2 C Kijk en antwoord

indivuduele opdracht
indivuduele opdracht

https://www.youtube.com/watch?feature=player_detailpage&v=vCjQjyLurj0

Open bestand Opdracht 2C Jezelf presenteren

Opdracht 3 C Jezelf presenteren

Groepsopdracht
Groepsopdracht

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bekijk onderstaande link om te kijken hoe iemand zich presenteert.(voorbeeld presenteren).

 

Zoek 2 leerlingen op om deze opdracht samen te maken.

Bespreek het filmpje;

-Wat ging goed volgens jullie?

-Wat ging minder goed volgens jullie?

-Hoe zou jij het doen?

Bedenk een verhaal over jezelf; denk aan hobby, broers/zussen, sport, bij baantje ? Kijk evt op internet wat bij je past, wat is kenmerkend voor jou ?

Maak een samenvatting van je verhaal, vertel je verhaal aan je groepje, zo oefen je direct. Je verhaal mag niet meer dan 5 miuten duren.

Deze samenvatting van je verhaal is onderdeel van je presentatie voor de klas, zie opdracht beschrijving bij kopje presentatie voor de klas.

 

 

jezelf presenteren
voorbeeld jezelf presenteren

Beoordeling

 

 

 

 

 

 

De beoordeling;

 

De beoordeling bestaat uit de volgende onderdelen;

-Alle opdrachten(thema beperoepshouding/competenties en jezelf presenteren ) zijn gemaakt en af.  Deze worden geprint aangeleverd.

-Het verslag, deze is geprint en toegevoegd aan de geprinte opdrachten

-De presentatie inclusief reflectie

 

Als alle onderdelen afgerond zijn kijkt de docent het na en beoordeelt dit adhv punten . De puntentelling staat beschreven. Je krijgt een certificaat die vervolgens in je portfolio toegevoegd wordt.

Is het niet voldaan, dan zal de docent aangeven waar je nog wat in te doen hebt en kan je het bijstellen.

 

 

 

 

 

Opdrachten

De 3 thema's ;

Beroepshouding

Competenties

Jezelf presenteren.

* alle opdrachten in de thema's zijn gemaakt en staan in het programma of op je usb stick

 

 

 

presentatie voor de klas

 

Je maakt afspraken met de docent over wanneer jij jezelf gaat presenteren in de klas.

 

Als jij jezelf presenteert in de klas, let de klas op een aantal punten, zie bijlage; Observatiepunten presentatie leerling.

 

De presentatie ;

- Je stelt jezelf voor ( Denk aan opdracht 3C)

- Je vertelt iets over jezelf, gebruik je collage ( Denk aan opdracht 1C)

- Je vertelt over je stageplek; Waar loop je stage, welke afdeling, wat doe je zoal ? Laat je you tube filmpje zien. (Denk aan opdracht 2 B)

 

De presentatie mag maximaal 10 minuten duren. Je staat voor de klas.

Als onderdeel van je verslag schrijf je een reflectie over hoe je de presentatie vond gaan.

 

 

Bijlage Observatiepunten presentatie leerling

 

Observatie presentatie leerling

Onderstaand tabel wordt uitgedeeld in de klas bij een presentatie.

De leerling schrijft er bij wat hij/zij gezien/gehoord heeft tijdens de presentatie.

De presentatie wordt nabesproken in de klas a.d.h.v dit tabel.

De Presentatie; antwoord;
Houding;  
De leerling staat recht op ?  
De leerling heeft zijn handen ?  
De leerling praat ( zacht /hard/snel ?)  
De leerling ziet er ontspannen uit  
Heeft de leerling stopwoordjes ?  
   
jezelf presenteren;  
Wat verteld de leerling over zichzelf ?  
Heeft de leerling hobby's ? welke ?  
   
Competentie;  
verteld de leerling iets over zijn stage ? wat ?  
wat vind je van het filmpje?  
Welke middelen of matialen zag je in het filmpje ?  
   

Wat ging goed;

 

Wat kan de leerling verbeteren;

 

 

 

 

 

Verslag maken

 

Je maakt een reflectie verslag over deze opdrachten.

Waar moet het verslag aan voldoen;

-Minimaal een half A 4 en maximaal 1 A 4 .

- Reflectie over de gemaakte opdrachten; Welke vond je leuk/ niet leuk?, welke vond je makkelijk/moeilijk ?

- Reflectie zelfstandig werken; Beschrijving hoe je het vond om zelf aan het werk te gaan ? Kon jij je concentreren, begreep je het programma, had je hulp nodig?

- Reflectie Presentatie;Wat vond jij van je presentatie, was het moeilijk? spannend? viel het mee? is het gegaan zoals je wilde ? wat was de feedback van de klas /docent.

 

Sla het verslag op onder werknemersvaardigheden op je usb stick, print het uit en voeg het toe aan alle geprinte opdrachten en lever het in bij je docent.

 

 

 

Puntentelling

 

Puntentelling per onderdeel;

 

1) Opdrachten; 8 punten.

Je kunt per opdracht 1 punten krijgen

Thema beroepshouding       ; 3 opdrachten ( = 3 punten )

Thema compententies         ; 2 opdrachten ( = 2 punten )

Thema 3 jezelf presenteren ; 3 opdrachten ( = 3 punten )

 

2) Presentatie                    ; 5 punten

3 ) Verslag                         ; 6 punten

In het totaal kun je voor je verslag 6 punten halen,

-reflectie over de gemaakte opdrachten 2 punten

-reflectie over jouw gehouden presentatie 2 punten

-reflectie over zelfstandig werken aan dit programma 2 punten

 

Totaal te behalen ;19 punten

10 punten of minder = Onvoldoende

Tussen 11 en 15 punten = Voldoende

Tussen 16 tot 19 punten = Goed