Activiteitenmap

Activiteitenmap

baby

beeldend

vingerverven 

Activiteit

Vingerverven

Kuikens maken

Doelgroep

Baby vanaf 6 maand

Doel

Een kuiken geschilderd door kinderen va 6 maand levert geen herkenbare resultaten op. Door ze vingerverf te geven krijgen ze de gelegenheid om verf te voelen en beweging te sturen. De herkenbare details laten aanbrengen met een andere kleur benadrukt deze accenten. Kinderen nodig je zo uit doelbewust op een bepaalde plaats een stip of een lijntje te zetten, met een vinger. Hiervoor is beheersing van de beweging nodig en groeit herkenning. 

Benodigdheden

 

Kuikens in alle soorten en maten, ze moeten wel geel zijn.

Afbeeldingen uit tijdschriften, pluche kuikens, paaskuikens, veertjes, indien mogelijk; echte kuikens!

Gele, rode en zwarte vingerverf.

Vellen papier. Minimaal A3 formaat

Plaats

Binnen

Voorbereiding

Praat over kuikens, hoe zacht ze zijn. Wijs op de snaveltjes, de zwarte oogjes, en de dunnen pootjes. Laat de kinderen met een vinger een zacht speelgoedkuiken voelen, of de veertjes.

Uitvoering

Geef alleen zwarte en gele vingerverf en inspireer tot het schilderen van een kuiken. Zet in alle soorten en maten en materialen verzamelde kuikens in de buurt. Als een kuiken geschilderd is, mogen ze 1x hun vinger in de zwarte verf dopen om een oogje te zetten 2 pootjes te maken. Laat ze zelf bepalen waar de poten en het oog komen, maar houdt het bij hooguit 2x dopen. Daarna nog 1x vinger in rode verf voor snaveltje. NIET voordoen, laat je verrassen!

Variatie

Ander onderwerp kiezen, vlinder, winter sneeuwman, etc.

 

 

zand erover!

 

Leeftijd

Baby v.a. 8 maanden

Activiteit

Tekenzand

Nodig

Per kind 1 dienblad met opstaande rand

Aardappelmeel; maïzena

Lepel

Zout

Schoon zand, engels duinzand, vogelzand

Voorbereiding

Maak een papje van maïzena. Het papje moet slijmerig zijn en van een lepel afdruipen. Meng dit papje door het zand om er ‘pakzand’ van te maken. Als je een hand ‘pakzand’ samenknijpt, staan de afdrukken van je vinger in het zand en blijft de samengedrukte vorm op je hand liggen. Evt. beetje zout toevoegen.  Leg op ieder dienblad een laagje zand, laat de kinderen daarin tekenen met hun vinger of stokje.

 

Evt. zet rustige muziek op.

 

( paar week bewaren in dichte emmer, ivm maïzena is bederfelijk)

 

Waar

Binnen / Buiten

Doel, visie

Stimuleert spelen met zand, door grijpen, prikken, voelen kinderen de structuur en kunnen opgaan in deze beleving

 

 

vingerverven in zakjes 

Activiteit

Vingerverf in zakjes

Doelgroep

Baby v.a. 12 maanden

 

Doel

met voelzakjes werk je aan de sensorische ontwikkeling, creativiteit  en kleurenkennis

Benodigdheden knutselen met kleuters

  • Wat heb je nodig?
  • Een hersluitbare diepvrieszak, groot model
  • vingerverf, aangelengd met water
  • Schilders tape
  • Je giet de aangelengde verf in

  de diepvrieszak en sluit het af.

 

Plaats

Binnen / Buiten

Voorbereiding

in een paar zakjes 1 of twee verschillende kleuren verf doen. In geval van 2 kleuren; zodat de kinderen het zelf door de zak heen kunnen mengen, zo ontdekken ze dat je op die manier nieuwe kleuren kunt maken. Vooraf met de kinderen even bespreken dat ze er alleen met hun handen en vingertoppen op mogen (tenzij je zelf aanvullende materialen gebruikt zoals wattenstaafjes) omdat het zakje anders kan scheuren.

Uitvoering

je kunt met dit simpele concept eindeloos variëren en het kan, met kleine aanpassingen, in vrijwel elk thema ingezet worden. Voelzakjes!

Variatie

  • witte verf met glitters voor kerst
  • scheerschuim of shampoo er in…

je kunt zelfs nog een foto of tekening achter het zakje op het raam plakken zodat je door in de verf te wrijven de afbeelding zichtbaar maakt.

 

muziek

Muziek
Ontwikkelingsfase: de baby/ babyliedjes

Activiteit

Babyliedjes zingen/opzegversjes opzeggen.
 

Voorbeeld:
Klap eens in je handjes, blij, blij, blij
op je boze bolletje, allebei.
Handjes in de hoogte, handjes in je zij
zo varen de scheepjes voorbij
zo varen de scheepjes voorbij.

 

Gekregen opdracht tijdens de les muziek:
Uiteindelijk zitten er vijf voorbeelden van een opzegversje en/of een babyliedje in je map

(ga op zoek naar liedjes die je nog niet kent).

Doelgroep

Baby’s
(ook geschikt voor peuters, kleuters).

Doel

Contact maken met de baby, de baby laten luisteren naar je stem. Het helpt om luister- en concentratievermogen te verhogen.


Je stem is een muziekinstrument waarmee je het meest directe contact maakt met een baby.
Je geeft de baby persoonlijke aandacht, het biedt troost/geruststelling, bezorgt vrolijkheid enz.
 

Het kan structuur helpen geven aan de dag (bijvoorbeeld liedjes zingen voor het slapen gaan).


Simpele melodieën leggen de basis voor muzikaliteit en een goed muzikaal gehoor.
 

Op latere leeftijd:

Liedjes zingen ondersteunt taalontwikkeling, taalvaardigheid en het vergroten van de woordenschat. Ritme, rijm, melodie en intonatie vormen de basis van taal.
 

Bij muziek hoort bewegen: klappen of dansen (motorische ontwikkeling), een kringdansje of een spelletje (sociale ontwikkeling).

Benodigdheden

Babyliedjes/opzegversjes.
De melodietjes van veel traditionele kinderliedjes zijn, in rustig tempo, er wordt gebruik gemaakt van veel herhaling, voor kinderen al snel mee te zingen; dat geeft zelfvertrouwen.

Plaats

-

 

Voorbereiding

Zoek de tekst op en leer het liedje/opzegversje uit je hoofd.

 

 

Uitvoering

Zing het liedje of zeg het opzegversje op. Maak (oog) contact met de baby. Gebruik mimiek, varieer in toonhoogte en dynamiek met je stem en gebruik eventueel ondersteunende gebaren/overige lichaamstaal.

Variatie

Tekstvariatie; “poesje mauw” wordt “hondje waf”.

Variatie in uitvoering: verander je stem/mimiek/overige lichaamshouding en gebaren.

 

 

 

 

 

 

Opdracht 5 babyliedjes

  1. Zagen zagen:

Zagen, zagen, wiedewiedewagen
Jan kwam thuis om een boterham te vragen
Vader was niet thuis, moeder was niet thuis
Piep, zei de muis in het voorhuis.

  1. Kabouterdans:

Iedereen goed opgelet

 Want dit is je grote kans

 Luister goed naar wat ik zeg

 Want hier komt de Kabouterdans

 Elke jongen kiest nu eerst

 Een kaboutermeisje uit

 Neem haar vast bij de hand

 En doe een stap vooruit

 

 Draai een keer in het rond

 Stamp met je voeten op de grond

 Sla je armen in de lucht

 Ga nu zitten met een zucht

 Stap nu rond als een gans

 Zo gaat de Kabouterdans!

 

 Ja, dat ging al reuze goed

 Maar we zijn nog lang niet klaar

 Wij doen gewoon die dans opnieuw

 Maar twee keer na elkaar

 

Refrein 2x

 

 Jullie dansen écht heel mooi

 Ploppertjes, geloof me maar

 Daarom doen we 't nog een keer

 Nu drie keer na elkaar

Refrein 3x

  1. Poesje mauw:

 

Poesje mauw
Kom eens gauw
Ik heb lekkere melk voor jou
En voor mij
Rijstebrie
O, wat heerlijk smullen wij

 

4. Slaap kindje slaap:

 

Slaap kindje, slaap
Daar buiten loopt een schaap
Een schaap met witte voetjes
Dat drinkt zijn melk zo zoetjes
Slaap, kindje, slaap
Daar buiten loopt een schaap

5. Olifantje in het bos:

 Olifantje in het bos

 Laat je mamma toch niet los

 Anders raak je de weg nog kwijt

 En dan heb je straks nog spijt

 Olifantje in het bos

 Laat je mamma toch niet los

sport en spel

spel rammelaar

Activiteit

RAMMELAAR

Doelgroep

 

6-9 maanden

 

Doel

 

Stimulering van de motoriek.

  • Verbetering van de hand-oog coördinatie.
  • Verbetering van grip en vasthouden 

 

Benodigdheden

 

  • Omgespoeld 0,2cl flesje
  • Knikker
  • papier

Plaats

 

Binnen; op de grond/ kussen of in de box

 

Voorbereiding

 

Stop een knikker in een klein drinkflesje. LIJM DE DOP VAST! Plak een papier over de helft van het flesje.

 

Uitvoering

  • Laat de baby het flesje vasthouden.
  • Help de baby in het begin met bewegingen heen en weer. De baby ziet de knikker wel; en niet meer als de knikker achter het opgeplakte papier ‘verdwijnt’.
  • Vraag de baby; ‘waar is de knikker?’

 

Variatie

 

Laat het flesje rollen over de grond of door de box.(dichtbij genoeg)  Stimuleer de baby om het flesje te pakken.

 

 

Expressievorm:      SPEL

 

 

drama

peuter

beeldend

vingerverf in zakjes 

Activiteit

Vingerverf in zakjes

Doelgroep

Peuter

Kleuter

Doel

Wij werken met deze zakjes aan de fijne motoriek (voorbereidend schrijven)

Maar met voelzakjes werk je ook aan de sensorische ontwikkeling, creativiteit (op een veilige manier, want wat je niet ‘mooi’ vindt kun je zo weer wegvegen) en kleurenkennis (in dit geval herfstkleuren)

Benodigdhedenvoelzakjes1

Ziploczakjes, of zakjes met een ‘ritssluiting’ aan de bovenkant (op de foto zie je Ziploc van 1 liter)
Brede doorzichtige tape
Verf
Een raam om ze op te hangen
(Let op: dit laatste is niet noodzakelijk, maar verhoogt wel de waarde van je activiteit. Het tegenlicht zorgt voor een extra effect en kinderen vinden het heerlijk om tussendoor naar buiten te kijken

Plaats

Binnen / Buiten

Voorbereiding

in een paar zakjes twee verschillende kleuren verf doen, zodat de kinderen het zelf door de zak heen kunnen mengen, zo ontdekken ze dat je op die manier nieuwe kleuren kunt maken. Vooraf met de kinderen even bespreken dat ze er alleen met hun handen en vingertoppen op mogen (tenzij je zelf aanvullende materialen gebruikt zoals wattenstaafjes) omdat het zakje anders kan scheuren.

Uitvoering

je kunt met dit simpele concept eindeloos variëren en het kan, met kleine aanpassingen, in vrijwel elk thema ingezet worden.Voelzakjes!

Variatie

  • witte verf met glitters voor kerst
  • een rijtje zakjes met wit en steeds een beetje meer blauw zodat je van wit naar donkerblauw kunt werken voor de winter (of met een andere kleur voor de lente of zomer)
  • een heleboel zakjes dicht tegen elkaar aan om een groot kunstwerk te maken
  • haargel of shampoo er in…

je kunt zelfs nog een foto of tekening achter het zakje op het raam plakken zodat je door in de verf te wrijven de afbeelding zichtbaar maakt.

 

stempelen 

Activiteit

Stempelen met verf

Doelgroep

Peuter

Doel

Je biedt allerlei materialen aan om de verf mee te verkennen, te voelen en eigen te maken terwijl het kind ook zijn motoriek oefent en veel leert over verschillende technieken en structuren. Het proces is belangrijker dan het product, vooral voor peuters is het nog zo belangrijk de verf te ervaren met het hele lichaam.

Benodigdheden

Crafts for Tots -- flower prints from soda bottles, colorful sun catchers, and more! #crafts #kids #ece #preschool #parenting:

papier, vinger-/plakkaatverfverf, bordjes om de verf op te doen en ‘’dingen ‘’ die geschikt zijn om mee te stempelen.

 

Denk aan:

achterkant van plastic fles

wc rol

ballon beetje opgeblazen

doormidden gesneden groente en fruit

aardappel waar figuurtje uit gesneden is door begeleider

sponsjes

proppen kranten

bladeren etc.

Plaats

Binnen

Voorbereiding

doe wat verf op een bord, niet meer dan 3 kleuren tegelijk, Het is leuk om af te wisselen in kleur omdat kinderen zo leren hoe mengkleuren gemaakt worden

Smeer de verf een beetje uit over het bord zodat er een  dun laagje verf ligt om het rolletje in te drukken.

Uitvoering

Druk de stempel in de verf en maak een afdruk op een groot stuk ( minimaal Aa3) papier. Stempel ook door zodat je het effect ziet van de verf die steeds minder zichtbaar wordt.

Evt. peuter in luier laten stempelen aan tafel zittend of staand ivm klieder-ongelukjes

Of schort aan doen.

 

Variatie

Het kan lang duren voor de verf helemaal droog is vanwege de soms grote hoeveelheid verf.

De tekeningen zijn leuk om zo op te hangen, maar je kan er ook kaarten van maken of het gebruiken om rolletjes mee te beplakken, of om een cadeau mee in te pakken.

 

extra activiteiten peter

Brooddeegfiguren maken

 

 

 

Leeftijd

Dreumes

Peuter

Kleuter

Jongeren

Volwassenen

Ouderen

Activiteit

Figuren maken van zout broodeeg

Nodig

3 koppen witte bloem, 1 kop zout, 1-1/4 kop handwarm water, 1 theelepel slaolie

Doe de bloem in een kom, in het midden een kuiltje maken en daar het zout in doen. Het water bij het zout doen en door elkaar gaan mengen. Eerst het zout en dan langzaam steeds meer bloem erbij. Ook de slaolie er nu even doorheen gooien. Blijf het deeg zeker vijf minuten goed door kneden tot het soepel aanvoelt en je er een gladde bal van kunt maken.
Als het deeg te droog is komen er scheurtjes in, dan iets water toevoegen. Als het nat en plakkerig aanvoelt gewoon iets bloem erbij doen.
Bewaren gaat goed in een afgesloten plastic zak.

Voorbereiding

 

Waar

 

Doel, visie

 

Kinderen ervaren het proces van middel naar eindresultaat. Dit soort activiteiten maakt duidelijk hoe iets gemaakt wordt. Ervaring en zelfwaardering zijn met elkaar verbonden, bij dingen die kinderen zelf gemaakt hebben stijgt hun zelfwaardering.

 

 

 

 

Zand erover!

 

Leeftijd

Peuter v.a. 2 jaar

Activiteit

Zand zeven

Nodig

Bak

Vergiet

Droog fijn zand, schelpenzand

Rijst

Krant of dienblad

Lepel

Trechter

2 potjes of voorraaddozen

Voorbereiding

Zet alles klaar. Laat de bak vullen met 2 scheppen zand . laat de kinderen bij het zand rijstkorrels strooien. Laat zand en rijst vermengen. Spreidt de krant of geef het dienblad. Zet het vergiet erop. Laat een deel van het mengsel in de vergiet gooien. Laat de kinderen zeven. Zodra het zand uit de vergiet is, zet het kind de trechter in het potje en giet de overgebleven rijst , uit de vergiet in het potje.

Waar

Binnen / buiten

Doel, visie

Dit spel past bij peuters, ze houden van sorteren door zeven en dit soort processen waarbij begin en eind op elkaar aansluiten. Het geeft ze behalve ordening, inzicht in oorzaak en gevolg en het leert ze welke middelen je moet gebruiken om je doel te bereiken.

 

 

Zand erover!

 

 

Leeftijd

Peuter v.a. 2 jaar

Activiteit

Gekleurd zand maken en schilderen met zand

2 dagdelen

Nodig

Droog fijn zand, schelpenzand

Kleine bakjes

Vingerverf

Lepeltjes

Plastic kleed/vuilniszakken

Kranten of keukenpapier

Kannetje water

Stevig papier

Plaksel (behangerslijm)

Dienblad

Voorbereiding

Deel 1; Geef ieder kind een bakje. Vul ieder vakje halfvol met zand. Doe bij dit zand een scheutje water en een flinke lepel van een kleur vingerverf. Laat de verf door het zand roeren met de lepeltjes. Alle korreltjes moeten gekleurd raken. Bedek een tafel met tafelkleed en leg daarop de kranten. Keer de bakjes daarop om zonder te mengen met de andere kleuren. Zand goed uitspreiden en laten drogen.

 

Deel 2; doe het droge gekleurde zand terug in de bakjes, laat een stuk stevig papier insmeren met lijm of behangersplaksel. Maak schilderij door te strooien, met spuitzak zand te strooien of door elkaar te wrijven.

Waar

Binnen

Doel, visie

Peuters ervaren het proces van middel naar eindresultaat. Dit soort spelletjes maakt duidelijk hoe iets gemaakt wordt.om zand te pakken is de pengreep nodig. Zand strooien kan door de duim tegen de wijsvinger te draaien, dit is een moeilijke fijn motorische beweging voor peuters.

 

Zand erover!

 

Leeftijd

Peuter v.a. 2 jaar

Activiteit

Vindsels in gips

Nodig

Plastic weggooi bakjes

Zand

Gips, aangemaakt met water

Oogjes, gemaakt van dubbelgevouwen ijzerdraad

Oude tandenborstel

Vindsles, zoals blaadjes, eikels, schelpen, dopjes

2 dagdelen

Voorbereiding

Deel 1; Alle kinderen leggen een laagje zand van 2 cm. In hun bakje. Laat ze hun vindsels met de mooie kant naar beneden in het zand drukken. Elk voorwerp krijgt een eigen plekje. Bedek deze collage voorzichtig met een laagje gips. Niets mag uitsteken. Laat de kinderen een ophangoogje in het midden boven aan het gips zetten. Laat alles goed drogen.

 

Deel 2; Keer het bakje om en laat de maker met een tandenborstel het zand weghalen. Hang het eindresultaat op aan het oogje.

Waar

Binnen / buiten

Doel, visie

Vinden, verzamelen en bewaren geven ordening en waarde. Het maken van deze schilderijen blijft boeien door verrassing. Verklap de bedoeling niet bij voorbaat. Zoeken naar mooie dingen is een andere activiteit dan vindsels in het zand drukken. Het terugvinden van verdwenen voorwerpen past bij peuters, net als poetsen!

 

Zand erover!

 

Leeftijd

Peuter

Kleuter

Schoolkind

Activiteit

Zandtaart maken

Nodig

Stevig speelzand in bak

Bakvormen met sluiting

Taartpapier

Mooie steentjes of kralen

Stukjes limonaderietjes

Theelepel

Spuitzak, zeef

Poederzand

Verjaardag kaarsjes

Voorbereiding

Deel 1; Laat de kinderen een bakvorm tot de bovenste rand vullen met speelzand, druk dit stevig aan.

Taart versieren en zijkant er af halen, nu ook zijkant versieren.

 

Deel 2; Later het zand weer zeven om nogmaals te gebruiken.

Waar

Binnen / buiten

Doel, visie

 

Zand blijft leuk door het af en toe op een nieuwe manier te gebruiken. Met zand kan niets mislukken, opnieuw beginnen is geen probleem. Zand is daardoor een belangrijk middel om kinderen mogelijkheden zelf te laten ervaren ontdekken en uitproberen. Zand draagt bij aan het ontwikkelen van inventiviteit en zelfvertrouwen. Doen-alsof spelen hoort bij peuters, versieren vereist veel fijne motoriek, is spannend, is creatief en vereist concentratie. 

Papier-maché

 

 

Leeftijd

Peuter

Kleuter

Schoolkind

Activiteit

Paddenstoel van vliegerpapier

Variatie; iedere vorm is mogelijk, sinterklaas, paasei, kerstboom, etc.            2 dagdelen

Nodig

Vliegerpapier, rood, wit

Watjes of wol

Huishoudfolie

Papier

Lijm en behangerslijm

Tape of plakband

Voorbereiding

 

Variatie;

http://www.jufkelly.me/wp-content/uploads/2012/10/P1100909-Small.jpg

Deel 1; Bereid behangerslijm voor met water, zie verpakking. Teken van te voren 2 vormen, 1 hoed van de paddenstoel, 1 stam van de paddenstoel uit A4 papier. Vormen los van elkaar . Plak over vorm 1 een stuk huishoudfolie, groter dan de vorm zelf.

Laat het kind het rode en witte vliegerpapier in kleine stukjes van ongeveer 2 a 3 cm scheuren. Doe dit in twee verschillende bakjes. Laat het kind een stukje van het folie insmeren met behangerslijm.

Laat de stukjes vliegerpapier op het folie plakken, randjes overlappen elkaar. Daarna over de bovenkant van het vliegenpapier nog wat lijm smeren. Doorgaan tot de hoed van de paddenstoel helemaal gevuld is, mag stukje over de randjes heengaan, niet afknippen.

Herhaal dit met de stam.

 

Deel 2; Plak de twee delen aan elkaar als alles goed gedroogd is. Laat nu de propjes erop plakken.

Waar

Binnen

Doel, visie

 

Kinderen ervaren het proces van middel naar eindresultaat. Dit soort activiteiten maakt duidelijk hoe iets gemaakt wordt. Om papier te pakken is de pengreep nodig. Ervaring en zelfwaardering zijn met elkaar verbonden, bij het kleinste dingetje dat kinderen zelf gemaakt hebben stijgt hun zelfwaardering.

 

muziek

Muziek
Ontwikkelingsfase: de peuter

Activiteit

Een hoorspel maken voor/met peuters

Doelgroep

Peuters
(ook geschikt voor andere doelgroepen).

Doel

Het helpt om luister- en concentratievermogen te verhogen.

Simpele melodieën leggen de basis voor muzikaliteit en een goed muzikaal gehoor.
 

Ondersteunt taalontwikkeling, taalvaardigheid en het vergroten van de woordenschat. Ritme, rijm, melodie en intonatie vormen de basis van taal.
 

Bij muziek hoort bewegen: klappen of dansen (motorische ontwikkeling), een kringdansje of een spelletje (sociale ontwikkeling).

Benodigdheden

Instrumenten die geschikt zijn voor kleuters (geen kleine, losse of scherpe onderdelen). Bij voorkeur ritme (percussie) instrumenten.

 

Je kunt ook werken met zelf geknutselde instrumenten en/of geluiden/liedjes die je maakt met je stem.

Plaats

-

Voorbereiding

Instrumenten klaarleggen die geschikt zijn. Nadenken over welk kind je laat werken met welk instrument.

Uitvoering

Laat de peuters kennis maken met de instrumenten op een speelse manier. Laat ze tegelijk geluid maken; zacht geluid maken, hard geluid maken, om de beurt geluid maken, alle jongens geluid maken, alle meisjes geluid maken, alle trommels eerst enz. Maak eventueel een op- en afbouw (spreek een volgorde af) en maak zo een muziekstuk/hoorspel met de leerlingen. Geef voorbeelden en doe zelf mee. Spreek een stilte-teken af en laat de peuters ook een keer van instrument wisselen.

Variatie

Zie benodigdheden; je kunt in deze les ook werken met zelf geknutselde instrumenten (shakers gemaakt van wc rolletjes met rijst erin enz.) en/of met stemmen (klakken met je tong maakt geluid, zoemen als een bij, klanken maken (ha, ho, he) enz.)

 

Bij oudere kinderen:
Je kunt een leerling de “dirigent-rol” geven; hij/zij kan dan (groepjes) leerlingen aanwijzen die het instrument mogen bespelen, stil moeten houden enz.

 

 

 

sport en spel

pittenzakken

Activiteit

Pittenzakken

Doelgroep

 

2-4 jaar

 

Doel

 

Stimulering van de motoriek.

  • Verbetering van de motoriek van het gehele lichaam. Handen i.c.m. voeten(werk).
  • Verbetering van de hand-oog coördinatie. 

 

Benodigdheden

 

  • Pittenzakken
  • Blikken
  • Bakken of emmers

 

Plaats

 

Binnen / buiten

 

Voorbereiding

 

Draag zorg voor aanwezigheid van het benodigde materiaal.

 

Uitvoering

  • Laat de kinderen de pittenzak voelen.
  • Laat de kinderen in een kring lopen met een pittenzak in de hand
  • Laat de kinderen met de pittenzak met gestrekte armen lopen.
  • Laat de kinderen met een pittenzak op het hoofd lopen
  • Laat de kinderen met een pittenzak op een schouder lopen en wissel de schouder af.
  • Laat een kind de pittenzak op de rug dragen en als een ‘paard’ dragen.
  • Laat de kinderen in groepjes een stapel blikken (blokjes) omgooien.
  • Laat een kind met gespreide benen staan en een ander de pittenzak erdoor gooien.
  • Laat een kind de pittenzak bij zichzelf verstoppen en een ander zoeken.

 

 

Variatie

 

Zijn reeds bovenstaand beschreven..

 

 

    SPEL   2-4 jaar

concentratiespellen

Activiteit

Concentratiespelen

 

Doelgroep

 

PEUTERS

 

Doel

 

Ontwikkelen van de zintuigen

 

Voelen   Proeven   Zien   Ruiken   Horen

 

Benodigdheden

 

Voorwerpen

Grote memory platen

 

Extra: 2 gasten  JAN en Fatima

 

 

Plaats

 

Speellokaal

 

 

Voorbereiding

 

Materiaal sorteren

 

 

Uitvoering

 

Intro door poppen Jan en Fatima

 

*kring  alle kinderen met……….mogen gaan staan

*kring  Memory met voorwerpen

*platen verstoppen en weer bij elkaar zoeken

*wat is weg onder kleed

*tik tik tik  wie ben ik

( fruit laten proeven)

 

Variatie

 

Gemakkelijker of moeilijker maken door aantal of moeilijkheidsgraad

 

 

 

 

 

 

 

drama

kleuter

beeldend

ecoline en wasco 

Activiteit

Ecoline met wasco

Doelgroep

Kleuter

Doel

http://www.jufanke.nl/afbeeldingen/creatief7.jpg

De kinderen komen in aanraking met het thema oceen/de vis, het materiaal ecoline en wasco ( vet/water) ontwikkelen de fijne motoriek, stimuleren van de creativiteit

Benodigdheden

Voorbeelden van vissen, of boek over vissen, A-3 papier, 200 gram, Bekertjes, Ecoline, wasco, kwasten, Verfschort, Oude kranten

 

Plaats

Binnen

Voorbereiding

Bedek de hele werkplek met oude kranten, vul de bekertjes met verschillende kleuren ecoline. Leg de kwasten en het papier en de wasco klaar. Geef eerst iedereen de wasco, daarna pas de ecoline ( als de tekening klaar is) Ieder kind krijgt een A-3tje. Introduceer de opdracht door over het thema te praten en laat spullen, boeken ed zien die met de vissen/oceaan ed te maken hebben

Uitvoering

Laat de kinderen een eigen bedachte vis tekenen met wasco, lijnen dik aanzetten.

Ga met de ecoline over de wascotekening heen, dat kan met 1 kleur zijn, maar mag ook meerdere kleuren.

Variatie

http://www.veetje.be/wp-content/uploads/2015/06/WP_20150612_029-656x1024.jpg

 

Maak een’’ Tovertekening’’ door met witte wasco  te tekenen, de afbeelding verschijnt dan wanneer er met ecoline overheen geschilderd wordt!

 

ecoline blazen 

Activiteit

Ecoline blazen  

Doelgroep

Kleuter

Doel

Dmv het blazen ben je bezig met mondmotorische oefeningen, deze zullen een ondersteuning zijn voor het spreken: verstevigen van de spraakspieren.

De kinderen komen in aanraking met het thema herfst, donker(paraplu) / licht(wit papier), het materiaal ecoline

Benodigdheden

A-4 papier, 200 gram, wit, Zwart papier, Malletje van een paraplu zelf gemaakt, overgetrokken van een voorbeeld van internet, Rietjes, Bekertjes, Ecoline, Wit potlood om map over te trekken op zwart papier, Verfschort, Ouder kranten

Schaar, Lijm, Schaar

Plaats

Binnen

Voorbereiding

Bedek de hele werkplek met oude kranten, vul de bekertjes met verschillende kleuren ecoline. Leg de rietjes klaar, je hebt zelf van te voren de paraplu’s uitgeknipt. Ieder kind krijgt een A-4tje. Introduceer de opdracht door over het thema Herfst te praten en laat spullen, boeken ed zien die met de herfst/regen te maken hebben

Uitvoering

Laat de paraplu’s aan de onderkant van het papier opplakken

Laat een druppel ecoline op het vel bovenaan het papier vallen ( dmv kwast of rietje in de ecoline te steken). Doe dit met verschillende kleuren.
Blaas met een rietje tegen de druppel zodat de druppel uit gaat lopen. 
Doe dit met verschillende kleuren ecoline tot je een ‘’flinke regenbui’’ hebt.

Variatie

 

Laat de kinderen een vuurpijl uitknippen uit stroken papier  en plak een vuurpijl over het geblazen werkje

vuurpijl met vuurwerk                         https://s-media-cache-ak0.pinimg.com/736x/2b/39/fb/2b39fbe976ba06022c78c3904f79b3d6.jpg

Laat de kinderen een monster blazen en plak er 2 ogen op

 

muziek

Muziek
Ontwikkelingsfase: de kleuter

Activiteit

Een hoorspel met verhaal maken voor/met kleuters

Doelgroep

Kleuters
(ook geschikt voor andere doelgroepen).

Doel

Het helpt om luister- en concentratievermogen te verhogen.

Simpele melodieën leggen de basis voor muzikaliteit en een goed muzikaal gehoor.
 

Ondersteunt taalontwikkeling, taalvaardigheid en het vergroten van de woordenschat. Ritme, rijm, melodie en intonatie vormen de basis van taal.
 

Bij muziek hoort bewegen: klappen of dansen (motorische ontwikkeling), een kringdansje of een spelletje (sociale ontwikkeling).

Benodigdheden

Instrumenten die geschikt zijn voor kleuters (geen kleine, losse of scherpe onderdelen). Bij voorkeur ritme (percussie) instrumenten.

 

Je kunt ook werken met zelf geknutselde instrumenten en/of geluiden/liedjes die je maakt met je stem.

 

Een zelfgemaakt of bestaand kort verhaal die aansluit bij de doelgroep kleuters.

Plaats

-

 

Voorbereiding

Instrumenten klaarleggen die geschikt zijn. Nadenken over welk kind je laat werken met welk instrument.

 

Het verhaal kennen; door hebben gelezen; weten waar de leerlingen wat kunnen doen.

Uitvoering

Laat de kleuters geluiden maken bij een verhaal. Geef van te voren voorbeelden door zelf te doen.
Bijvoorbeeld: het regent: tik zachtjes met ritmestokjes op een tafel, de wind waait: blaas lucht uit met je mond, de olifant komt aanlopen: trommel langzaam een paar keer op een zware trommel.

Begin met duidelijk afspreken wie wat wanneer moet doen.

Spreek een stilte-teken af en laat de peuters ook een keer van instrument wisselen.

Variatie

Je kunt een ander verhaal gebruiken.
Je kunt zelf gemaakte instrumenten en/of (alleen) stemmen gebruiken.
Je kunt de leerlingen de vrijheid geven om zelf geluiden te maken, of je kunt dingen vastleggen/afspreken van te voren.

 

 

 

Opdracht verhaaltje met verschillende geluiden

 

Lientje naar de dierentuin

Het is ochtend en de haan kraait. (kukeleku, Manon)

Lientje springt uit bed (spring geluid, Iris) en rent de trap af. (traplopen, Iris)

Vandaag is het zo ver, ze gaan naar de dierentuin met de trein.(troeketjoeke, Zoêy)

Maar eerst klaarmaken, snel een broodje eten(eet geluid, Romy) en kleren aan.

Lientje en haar vader gaan naar de trein. De conducteur fluit(fluiten, Madelief)

Lientje en haar vader gaan snel naar binnen.

Bij de dierentuin zien ze als eerst de apen.(oehoehahah, Madelief)

Daarna lopen ze naar de tijgers(raaarghh, Romy)

De bel gaat (tring, Manon) de zeehonden worden gevoerd.( zeehonden geluid, Zoêy en Romy)

De ijscoman komt eraan(ijscoman geluidje, Iris) en Lientje wil een ijsje ondertussen maakt de vader foto’s van Lientje (flits flits, Zoêy)

Daarna sluit de dierentuin en gaan ze weer terug naar de trein en naar huis (tjoeke tjoeke, Romy)

Als ze thuis komen gaat Lientje naar bed(snurk snurk, Madelief)

 

 

 

 

sport en spel

schipper mag ik overvaren

Activiteit

Schipper,

mag ik overvaren

 

Doelgroep

  • 4-6 jaar

 

 

Doel

 

  • Kinderen in beweging te laten zijn.
  • Kinderen op verschillende manieren de mogelijkheden van bewegen te laten ontdekken.
  • Versterking / verbetering van de motoriek.

 

Benodigdheden

 

  • Grote open ruimte

 

 

Plaats

 

  • Binnen / Buiten

 

Voorbereiding

 

  •  

 

Uitvoering

 

  • Leer kinderen het spel a.d.h.v. de ‘zongregel’; schipper mag ik overvaren, ja of nee? Moet ik dan ook geld betalen ja of nee?
  • Bij nee kunnen de kinderen gewoon oversteken.
  • Bij ja; geeft de ‘schipper’ (tikker) aan hoe. Bijv; hinkelend, als een olifant, kruipend enz..

 

Variatie

 

  • Je zou eventueel obstakels in de ruimte kunnen plaatsen; spannender en uitdagender (moet de groep wel aan toe zijn!)

 

 

 

 

 

 

 

ballonnen voleybal

 

Activiteit

  • Ballonen volleybal

Doelgroep

 

  • 4-6 jaar

 

Doel

 

  • Plezier
  • Hand-oog coördinatie verbeteren.

 

Benodigdheden

 

  • Meerdere ballonnen
  • Touwtje om op te hangen

 

Plaats

 

  • Open ruimte /gymzaal
  • Buiten

 

Voorbereiding

 

  • Hang een touw of draad (of meerdere) in de ruimte op.
  • Blaas meerdere ballonen op en bewaar ze achteraf. (kunnen kinderen er niet bij).

 

Uitvoering

 

  • Laat kinderen een ballon hoog houden.
  • Laat kinderen daarna de ballon over een langere afstand de ballon over een touwtje heen tikken.

 

Variatie

 

  • Breng meer ballonen in het spel dan er kinderen zijn.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

drama

schookind

muziek

Muziek
Ontwikkelingsfase: het schoolkind

Activiteit

Liedjes zingen aangevuld met een muziekactiviteit.

 

Gekregen opdracht tijdens de les muziek:
Uiteindelijk zitten er in je map per “bouw”(onderbouw, middenbouw, bovenbouw) drie liedjes in je map (dus totaal 9 liedjes), op een A4’tje met de titel van het liedje en de artiest.
Ook voeg je per bouw een extra muziekactiviteit (geen zingen) die je kort omschrijft (dus drie activiteiten). Om de activiteit te omschrijven kun je dit schema gebruiken (activiteit, doelgroep, doel enz.).

Doelgroep

Schoolkinderen
 

Doel

Het helpt om luister- en concentratievermogen te verhogen.

Simpele melodieën leggen de basis voor muzikaliteit en een goed muzikaal gehoor.
 

Ondersteunt taalontwikkeling, taalvaardigheid en het vergroten van de woordenschat. Ritme, rijm, melodie en intonatie vormen de basis van taal.
 

Het kan structuur helpen geven aan de dag (bijvoorbeeld liedjes zingen voor het slapen gaan).

 

Feiten in rijmpjes en liedjes worden vaak makkelijk onthouden (abc, tellen, seizoenen, enz.).

 

De teksten stimuleren de fantasie.

 

Bij muziek hoort bewegen: klappen of dansen (motorische ontwikkeling), een kringdansje of een spelletje (sociale ontwikkeling).

Benodigdheden

Liedjes; de teksten, eventueel de akkoorden/noten voor als je de kinderen wilt begeleiden op een instrument.

Eventuele andere instrumenten/benodigdheden die je nodig hebt bij een bedachte muziekactiviteit.

Plaats

-

 

Voorbereiding

Zoek een lied uit die passend is bij je doelgroep. Niet te moeilijk/makkelijk qua (hoeveelheid en inhoud) tekst en passend qua toonhoogte (jongere kinderen: hogere noten). Zorg dat het inhoudelijk (thema) aansluit bij de belevingswereld van je doelgroep.
 

Zorg dat je het lied zelf kent, hebt gehoord, hebt gezongen en dus kunt voorzingen, eventueel kunt begeleiden op een instrument.

Bereid je bedachte muziekactiviteit ook voor; leg materialen klaar, bedenk hoe je het wilt uitvoeren en waarom (maak je groepjes? Waarom? Wie bij wie? Enz.)

Uitvoering

Leer de kinderen een lied. Vertel waar het over gaat. Laat het horen. Bespreek de tekst. Oefen het lied in korte stukjes. Zing voor, laat nazingen. Herhaal veel. Geef hoog- en laag (qua toonhoogte) aan d.m.v. handgebaren. Heb aandacht voor kinderen die het spannend vinden; motiveer ze, complimenteer ze, laat ze met z’n allen tegelijk zingen.

 

Voer de muziekactiviteit uit die je hebt bedacht voor de onder-, midden-, bovenbouw.

Variatie

Variatie op het lied:
Laat de kinderen de melodie neuriën (zonder tekst). Laat de kinderen het ritme klappen of spelen met instrumenten. Laat de leerlingen een nieuw couplet schrijven bij het lied/ een andere tekst bedenken op de melodie (geschikt voor bovenbouw).

 

 

 

 

Activiteiten op muziek
Ontwikkelingsfase: het schoolkind

Activiteit: 1

Activiteit

Muziekje aan en voetjes van de vloer. Het is tijd voor de krantendans. Wie is de winnaar van deze danswedstrijd?

Doelgroep

Schoolkinderen
 

Doel

Het helpt om luister- en concentratievermogen te verhogen.

 

Bij muziek hoort bewegen: dansen op muziek (motorische ontwikkeling).

Benodigdheden

Opengevouwen krantenpagina

Dansmuziek
Muziekinstallatie


Eventuele andere instrumenten/benodigdheden die je nodig hebt bij een bedachte muziekactiviteit.

Plaats

-

Voorbereiding

Zoek een lied uit die passend is bij je doelgroep

Bereid je bedachte muziekactiviteit ook voor; leg materialen klaar.

Uitvoering

Ieder kind legt de krant plat op de vloer en gaat erop staan. Zodra de muziek start dansen de kinderen op hun kranten. De krant mag hierbij niet scheuren en de voeten mogen de vloer naast de krant niet raken. Anders moet het kind aan de kant gaan staan.

Telkens als de muziek stopt, moet elk kind zijn krantenpagina dubbelvouwen. Hierdoor wordt het dansen steeds moeilijker. Wie blijft er het laatste over.

Tip: Om de kinderen die afgevallen zijn bij het spel te blijven betrekken worden zij uitgeroepen tot scheidsrechters.

Variatie

-

 

Activiteit: 2

Activiteit

Ga helemaal uit je dak met dit dansspel! Zorg er wél voor dat je op tijd stil kan staan als de muziek stopt.

Doelgroep

Schoolkinderen
 

Doel

Het helpt om luister- en concentratievermogen te verhogen.

 

Bij muziek hoort bewegen: dansen op muziek (motorische ontwikkeling).

Benodigdheden

Muziekinstallatie

Vrolijke feestmuziek


Eventuele andere instrumenten/benodigdheden die je nodig hebt bij een bedachte muziekactiviteit.

Plaats

-

Voorbereiding

Zoek een lied uit die passend is bij je doelgroep

Bereid je bedachte muziekactiviteit ook voor; leg materialen klaar.

Uitvoering

Alle kinderen dansen op een leuk muziekje. Als de muziek stopt, moeten ze direct blijven staan, als een standbeeld. Degene die nog beweegt is af, maar mag de volgende ronde wel de muziek stop zetten.

Variatie

-

 

Activiteit: 3

Activiteit

Dit is niet zomaar buikdansen, maar buikdansen met een bal. Schudden dus met die heupen, maar niet zo hard dat de bal op de grond valt.

Doelgroep

Schoolkinderen
 

Doel

Het helpt om luister- en concentratievermogen te verhogen.

 

Bij muziek hoort bewegen: dansen op muziek (motorische ontwikkeling).

Benodigdheden

Bal

Vrolijke muziek

Muziekinstallatie


Eventuele andere instrumenten/benodigdheden die je nodig hebt bij een bedachte muziekactiviteit.

Plaats

-

Voorbereiding

Zoek een lied uit die passend is bij je doelgroep

Bereid je bedachte muziekactiviteit ook voor; leg materialen klaar.

Uitvoering

Twee kinderen per bal. Als de muziek begint, gaan ze dansen met de bal tussen hun buiken. Het paar dat het langst de bal kan vasthouden is de winnaar.

 

 

Variatie

Je kunt het ook met een ballon doen. Dit maakt het makkelijker, omdat de ballon flexibel is.

 

 

 

 

 

Opdracht over de onder, midden en bovenbouw

 

 

Onderbouw:

  • papagaaitje leef je nog- Robin Leek
  • dikkertje dap- Annie M.G. Schmidt
  • hoofd schouders knie en teen- geen schrijver bekend

bewegingen maken die te maken hebben met het liedje (dansen)

 

Middenbouw:

  • oya lé lé - K3
  • helemaal – Monsif
  • cowboy – Chipz

Ondersteunt taalontwikkeling veel nieuwe woorden leren

 

 

Bovenbouw:

  • baby – Justin Bieber
  • uit elkaar - Yes r
  • lazy song – Bruno Mars

sociale ontwikkeling samen de zelfde muziek leuk vinden

 

beeldend

patronen 

Activiteit

Patronen tekenen met fineliner en stift

Doelgroep

Het schoolkind

Doel

http://3.bp.blogspot.com/_rMt0M-ndko4/SxK_UMXKnhI/AAAAAAAABN8/-RFiSvx-0kE/s1600/Elaine+uil.jpg

Ontwikkelen van de fijne motoriek en concentratievermogen.

Doordat je bezig bent met herhaling van patronen ben je ook bezig met de aanzet tot het schrijven. ( krullen maken, hekjes maken, etc)

Je stimuleert de creativiteit, dmv het maken van fantasie patronen die niet realistisch hoeven te zijn

Benodigdheden

wit tekenpapier op A4 of A3 formaat, zwarte viltstiften en markers in verschillende diktes, gele ecoline, penselen, zwart papier, foto's van uilen  

Plaats

Binnen

Voorbereiding

Bespreek met de kinderen kenmerken van uilen en bekijk daarbij diverse foto's. Uilen zijn nachtdieren. Ze slapen overdag en jagen 's nachts.

Uitvoering

http://1.bp.blogspot.com/_rMt0M-ndko4/SxK4dOpQ8PI/AAAAAAAABNk/TymrZZz2ySE/s1600/DSC06060.JPG

De kinderen schetsen met potlood een uil op een tak, waarbij ze rekening houden met de kenmerken van de uil zoals die besproken zijn. Hierna worden met diverse diktes zwarte stiften patronen aangebracht in de lichaamsdelen van de uil. Door middel van verschillende patronen, moeten de afzonderlijke onderdelen van de uil te herkennen zijn. Alleen de ogen en de snavel mogen met geel of oranje worden ingekleurd, de rest blijft zwart.

Als de tekening klaar is, wordt de achtergrond rondom de uil en de tak met gele ecoline ingekleurd. Pas op dat de tekening niet geraakt wordt, want dan loopt de stift uit. Blijf daarom zo'n halve centimeter uit de buurt van de uil. Plak het werk op een zwarte achtergrond.

Variatie

http://thingadayforever.files.wordpress.com/2012/02/zentangle.jpg

Bedenk een andere vorm of fantasievormen zoals een Zentangle, zie: http://www.writersplaza.nl/c-1429776/wat-is-zentangle-tekenen/

 

 

sport en spel

pionnenroof

 

Activiteit

 

  • Pionnenroof

 

Doelgroep

 

  • 6-10 jaar

 

Doel

 

  • Vergroten van reactievermogen
  • Omgaan met ‘scheidsrechter’ en regels wel/ niet af.
  • Verbetering loopvermogen

 

Benodigdheden

 

  • Groot veld
  • Pion(nen)
  • Mogelijkheid tot afbakenen achterlijnen

 

Plaats

 

  • Buiten of gymzaal

 

Voorbereiding

  •  
  • Zet een veld af ter grootte van 30 bij 10.
  • Gebruik hiervoor lint of bestaande lijnen.

 

Uitvoering

 

  • Groep 1 beschermd de Pion en moet de tegenstander aftikken
  • Stapt deze groep tikkers over de lijn dan moet een ander getikt worden; zo niet dan is de tikker zelf af. Hij/zij gaat zitten op de bank; zijn alle rovers getikt dan winnen de tikkers.
  • De rovers moeten de Pion trachten te stelen
  • Zijn zij eerder over de veilige zone achter de lijn, hebben zij gewonnen.

 

Variatie

 

  • Afstand verschillend maken
  • Attribuut veranderen.
  • Niet alleen rennen; iedereen moet hinkelen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

als de kat van huis

 

Activiteit

 

  • “als de kat van huis is..”

 

Doelgroep

 

  • 6-10 jaar

 

Doel

 

  • Energizer
  • Samenspel
  • Reactievermogen vergroten

 

Benodigdheden

 

  • Vier hoeken, palen, matten of anderzijds ‘hoek’ materiaal
  •  

 

Plaats

 

  • Grote ruimte of buiten

 

Voorbereiding

 

  • Creëer met vier matten of tape/ linten een veilig ‘holletje’ voor de muizen.

 

Uitvoering

 

  • Vier muizen trachten van hoek /holletje te wisselen.
  • Als er een lege hoek is, probeert de kat deze plek op te vullen.
  • Lukt dit dan is de muis zonder hoek de kat geworden.

 

Variatie

 

  • Je kunt dit altijd vergroten met meerdere muizen en katten.

 

 

 

 

 

 

 

de reddingsboot

 

Activiteit

 

  • “De reddingsboot.”

 

Doelgroep

 

  • 6-10 jaar

 

Doel

 

  • Energizer
  • Samenspel/ samen werken

 

 

Benodigdheden

 

  • Een of meer gymzaal banke(n)/ afgetapte vorm van max 20 cm breed.

 

Plaats

 

  • Binnen /  buiten

Voorbereiding

 

  • Zet / maak 1 of meer banken of vormen klaar in de ruimte.

Uitvoering

 

  • Er staan een x aantal kinderen op de reddingsboot (bank)
  • Er zijn ook een aantal haaien.
  • De kinderen moeten in een nader aangegeven volgorde gaan staan (bijv; op leeftijd, 1e letter van de voornaam enz.) als er iemand in het water komt is deze af. En wordt door de haaien opgegeten.

 

Variatie

 

  • De kinderen moeten zich m.b.v. klein materiaal veilig naar het land begeven.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

evenwichtsduo's

 

Activiteit

 

  • “evenwichtsduo’s’

 

Doelgroep

 

  • 6-10 jaar

 

Doel

 

  • Energizer
  • Samenspel
  • Afhankelijkheid ervaren.

 

Benodigdheden

 

  • Kinderen in duo’s

 

Plaats

 

  • Binnen en buiten

 

Voorbereiding

 

  • Schone ruimte/ vloer

 

Uitvoering

 

  • Laat de kinderen tegen over elkaar staan.
  • Tenen tegen elkaar (hier kan bijv eerst een omgekeerde gymzaalbank tussen; voor de persoonlijke ruimte) en de handen vast.
  • Langzaam gaan de kinderen naar achteren leunen en proberen de armen te strekken.

 

Variatie

 

  • Met de rug tegen elkaar en dan omlaag; met de billen op de grond komen, vervolgens weer omhoog.
  • Schouders tegen elkaar en leunen tegen elkaar; daarna de voeten langzaam opzij schuiven.

 

 

 

 

 

drama

puber

muziek

Muziek
Ontwikkelingsfase: de puber/adolescent

Activiteit

Rappen

 

Gekregen opdracht tijdens de les muziek:
Voeg je zelfgemaakte rap of de bestaande tekst die je hebt gebruikt in de muziekles (en eventueel een opname van je rap op beat of een link van waar de beat (of je hele rap) te vinden is online) toe aan je online activiteitenmap.

Doelgroep

Pubers/adolescenten
 

Doel

Het helpt om luister- en concentratievermogen te verhogen.

Simpele melodieën leggen de basis voor muzikaliteit en een goed muzikaal gehoor.
 

Ondersteunt taalontwikkeling, taalvaardigheid en het vergroten van de woordenschat. Ritme, rijm, melodie en intonatie vormen de basis van taal.
 

Feiten in rijmpjes en liedjes worden vaak makkelijk onthouden (abc, tellen, seizoenen, enz.).

 

De teksten stimuleren de fantasie.

Benodigdheden

Een beat (zelfgemaakt; van te voren of ter plekke gespeeld of een bestaande beat).

 

Tekst (bestaand of zelfgemaakt).

 

Apparatuur: materiaal om de beat af te spelen, (eventueel: ) microfoons.

Plaats

-

 

Voorbereiding

Zorg dat je een beat hebt (zoek deze online, maak hem zelf of zorg dat er materialen zijn om deze ter plekke te maken (gebruik bijvoorbeeld drums, overige percussie of een loopstation en je stem).

 

Zorg dat je teksten hebt (zelfgemaakt of een bestaande tekst of gedicht) of inspireer de pubers om teksten te maken (geen voorbeelden, thema’s).

Uitvoering

Gebruik een beat om de tekst op te zetten. Besteed aandacht aan hoe je en tekst maakt (of gebruik bestaande teksten). Besteed aandacht aan: ritme, rijm, uitspraak, hoe gebruik je verder je stem. Dit kan in allerlei vormen/oefeningen.

Laat pubers/adolescenten een rap maken, oefenen, performen.

Variatie

Gebruik informatieve teksten; om (studie)stof te onthouden.

Voeg aan de raps zangkoortjes en/of instrumenten toe. Werk de nummers uit. Voeg teksten samen. Neem de nummers op. Zet de nummers online. Maak een videoclip erbij, organiseer een optreden(tje) enz.

 

Opdracht rap

 

Ik heb de rap samen met madelief gemaakt we hebben de tekst opgezocht van een liedje die we leuk vonden en die je makkelijk kan onthouden. De beat heeft Daniël gemaakt.

Paula de koe: He Paula is een koe die zegt niet alleen BOE!

Ze maakt vla met echte koeienvlekken, speciaal voor echte lekkerbekken!

Die met haar coole koeiengrillen, voor Paula met haar brillen!

He Paula is echt heel speciaal, coole vlekken allemaal!

beeldend

street-art 

Activiteit

Street-art ( stoepkrijt tekening maken op straat)

Kijk eens anders naar de dingen om je heen

 

Doelgroep

Puber/adolescent

Doel

Met deze activiteit kom je tegemoet aan de behoefte van de puber om zelf te creëren en te ontwerpen. Eigenheid te brengen in het werk, een uniek werk te maken en zelfstandig te werken. Je sluit aan bij de belevingswereld van de doelgroep.

Benodigdheden

Fotocamera/telefoon, evt. selfie-stick, usb-kabel om foto’s op computer te zetten, printer, viltstiften, Stoepkrijt, gekleurde kinderklei

Plaats

Binnen en buiten 

Voorbereiding

Zorg dat de kinderen hun mobiel opgeladen hebben en hun eigen kabeltjes meebrengen.

Uitvoering

 

Ga in duo’s aan de slag. Je gaat naar buiten en je bekijkt je omgeving eens anders dan je gewend bent! Een paaltje waar je altijd omheen liep wordt nu ineens de neus van Pinoccio, een putdeksel wordt het huisje van een slak en in een streep van het zebrapad kun je allerlei andere dingen zien, bv een horlogebandje.

 

bedenk zelf eens een ander beeld van iets bestaands en fotografeer deze plekken.

 

print deze foto’s uit op A4 formaat in zwart/wit en maak hier overheen een ontwerp met viltstiften

 

voer 1 van de ontwerpen i.o. met de docent uit in het echt met stoepkrijt en/of klei (zoek wel een veilige plek, dus niet midden op de straat!)

 

maak hier een foto of filmpje van en presenteer deze aan elkaar in de klas 

Variatie

 

Voeg meer materialen toe, zoals plakplastic, natuurlijke materialen of gebruik indien het toegestaan is bijvoorbeeld spuitverf ( graffiti)

 

sport en spel

estafette

 

Activiteit

 

  • Pantomime-estafette

 

Doelgroep

 

  • 10-14 jaar

 

Doel

 

  • Samenspel
  • D.m.v. uitvoeren en beweging de kinderen comfortabeler laten voelen met en in hun eigen lijf.

 

Benodigdheden

 

  • Kaartjes met woorden die uitgebeeld kunnen worden.

 

Plaats

 

  • binnen

 

Voorbereiding

 

  • maak genoeg kaartjes met verschillende categorieën woorden / begrippen / personen

 

Uitvoering

 

  • maak 2 groepen
  • laat de groepen tegen over elkaar zitten
  • laat de 1e ‘uitbeelders’ voor de eigen groep staan. De uitbeelders zien tegelijk het kaartje en proberen nu om de eigen groep zo snel mogelijk te laten raden wat uitgebeeld wordt.

 

Variatie

 

  • van makkelijk naar moeilijk;
  • makkelijk; sporten, gevoelens
  • moeilijker; handelingen; koken, naaien, stofzuigen, ook dingen zoals; televisie, mobiel, brievenbus
  • nog moeilijker; karaktereigenschappen; eerlijkheid, respect, betrouwbaar…

 

 

 

 

 

 

 

bruggenbouwers

 

Activiteit

 

  • ‘bruggen bouwers’

 

Doelgroep

 

  • 10-14 jaar

 

Doel

 

  • samenwerken

 

Benodigdheden

 

  • grote ruimte en veel deelnemers

 

Plaats

 

  • binnen en buiten

 

Voorbereiding

 

  • maak met 2 lijnen duidelijk een begin en eind.

 

Uitvoering

 

  • de groep verdeeld zich in 2 groepen; een kleine en een grote.
  • De grote worden de brug onderdelen als start
  •  De kleine groep zijn de ‘overstekers’.
  • De groep overlegt welke vorm wordt gekozen om de “rivier” over te steken. Bijv; op handen en knieen een brug maken of armen gekrijst vasthoudend.
  • Wanneer alle ‘oversterkers’ aan de overkant zijn, worden de 1e brugdelen ook overstekers en zijn de overstekers worden brugdelen.
  • Doel is van begin tot eindstreep niet de rivier in te gaan en dus geen ‘natte’ voeten te halen.

 

Variatie

 

  • Eerst 1 persoon naar de overkant
  •  Groep weer terug en de volgende halen

 

 

 

 

 

 

vlaggenroof

 

 

Activiteit

 

  • Vlaggenroof

 

Doelgroep

 

  • 10-14 jaar

 

Doel

 

  • Samenwerken
  • Tactisch leren denken

 

Benodigdheden

 

  • Een vlag (bijv een theedoek)
  • Een ruimte buiten zoals een groot  perceel bos

 

Plaats

 

  • Buiten / bos

 

Voorbereiding

 

  • Kijk of het bos geschikt is; bramenbosjes / brandnetels end..

 

Uitvoering

 

De spelers worden verdeeld in twee (of meer) gelijke groepen. Elke speler krijgt een wollen draadje, een leven, om de arm. De groepen hebben een verschillende kleur draad. De opdracht voor deze groepen luidt: verover de vlag van een andere groep. Iedere groep heeft op zijn speelveld een vrijplaats waar de vlag wordt verdedigd. De afmetingen van deze vrijplaats zijn van te voren door de leiding vastgesteld. Ook wordt door de leiding de plaats van de vlag gecontroleerd. Je kunt er levens proberen te veroveren. Zo'n leven is een wollen draad die door alle spelers dwars over de borst gedragen wordt. Als een speler zijn leven kwijt is -de draad kapot getrokken-, moet hij eerst naar de spelleider om een nieuw leven te halen. Vervolgens mag deze speler weer meespelen.

Variatie

 

  • Meerdere teams
  • Als het een beetje tegenzit is de vlag binnen een paar minuten gepakt. Een oplossing daarvoor: De vlag bestaat bijvoorbeeld uit 10 linten vastgemaakt aan een stok. Per keer mag er maar 1 lint meegenomen worden. De groep die als eerste een kale stok overhoudt heeft verloren. Als een speler in de vrijplaats van de tegenstander is doorgedrongen, is deze speler vrij, er mag dan geen leven van hem/haar worden afgepakt. Het spel is afgelopen als de vlag van de tegenstander is geroofd en naar het eigen gebied is meegenomen.
  • In het donker met Light-sticks

 

 

 

 

 

blaasvoetbal

 

Activiteit

 

  • Blaasvoetbal

 

Doelgroep

 

  • 10-14 jaar

 

Doel

 

  • samenwerken

 

Benodigdheden

 

  • tafel of grote plaat
  • rietjes
  • kleine doeltjes

 

Plaats

 

  • binnen

 

Voorbereiding

 

  • maak een veld op een tafel of een plaat door er een rand op te maken.
  • Maak een doeltje op de beide einden van de plaat

 

Uitvoering

 

  • Verdeel de spelers in twee partijen rondom een tafel met opstaande randen en daarop twee goals. Alle spelers krijgen een rietje en moeten het pingpong balletje in het goal van de tegenstander blazen. Voor spelers die in hun buigrietje nog wel een hockeystick herkennen en deze ook als zodanig gebruiken, is een schaar aanbevelenswaardig. In elk geval het dreigen ermee. Als het maken van de doelen moeilijk is, of het is voor de spelers lastig om een doelpunt te maken, haal dan de opstaande uiteindes van de tafel af en werk met dit tafelbrede goal.

 

Variatie

 

  • i.pv. een harde rand kan er ook meel worden gebruikt (het effect dat het een grote puinhoop wordt moet dan ook maar geaccepteerd worden)

 

VERSLAG & REFLECTIE : SPEL 15-18 JAAR 

 

Het spel is een wedstrijd tussen een ‘x’ aantal teams dat binnen een bepaald tijdframe dezelfde opdrachten dient uit te voeren. Het aantal teams wordt ingedeeld naar de groep, het meest ideaal is wanneer er groepen van 3-4 spelers ontstaan.

Doel: De bedoeling van dit spel is dat er een wedstrijdelement wordt gecreëerd, welke de teams stimuleert om fanatiek mee te doen.

Benodigdheden:

  • Stopwatch/timer
  • Deelnemers hebben per team één smartphone nodig voor het maken van foto’s
  • Uitgeprintte opdrachten in enveloppe
  • Prijs

Tijd: Wij hebben het spel, in verband met de tijd, vijftien minuten gespeeld. Het spel is met meer opdrachten/raadsels uit te breiden waardoor deze langer zou kunnen duren.

Opdrachten: De opdrachten worden vastgelegd met een camera. De meeste opdrachten zijn normaal geformuleerd, opdracht 4 is echter een raadsel. De oplossing dient zelf bedacht/gegoogled te worden. Ook hebben we gebruik gemaakt van het Engels. We hebben bedacht dat er hierdoor wel goed moet worden nagedacht over het spel.

 

Dit was het opdrachtenvel:

 

OPDRACHTEN

 

  1. Ga op weg naar lokaal B 2.17, maak hier een selfie.
  2. Zoek een pinguin en zet deze op de foto, uiteraard staan jullie zelf ook op deze foto!
  3. Vind een klok die precies 15:20 laat zien.
  4. “Uit mij kun je zwart goud halen.” (Zet dit ‘item’ op de foto)
  5. Vind vijf mensen met zwart haar, zet deze op één foto. Let op: dit mogen geen teamleden zijn.
  6. Vind een ‘ladybug’ en zet deze op de foto!

 

LET OP: BIJ OPDRACHTEN 5 & 6 HOEFT HET TEAM NIET OP DE FOTO TE STAAN.

 

 

 

 

 

REFLECTIE

 

 

 

TIPS

TOPS

 

  • DUIDELIJKERE REGELS M.B.T WAT WEL EN NIET MAG (OUT OF THE BOX DENKEN BIJVOORBEELD)
  • BETERE BESCHRIJVING OPDRACHTEN
  • NADENKEN OVER DYNAMIEK, ER WAS GEWOON LES TIJDENS DIT SPEL
  • CHAOTISCH EN NIET FLEXIBEL
  • OPTIE TOT HINTS
  • ANDER SOORT VRAGEN

 

 

 

 

 

  • PAST PRECIES BIJ DOELGROEP
  • CHILL/TOF SPEL
  • ACTIEF
  • LEUK DAT HET IN TEAMVERBAND IS
  • ORIGINEEL, GOED BEDACHT
  • CREATIEF
  • DUURT NIET TE LANG
  • LEUKE VRAGEN
  • ERG LEUK!

 

 

drama

adolescent

beeldend

street-art 

Activiteit

Street-art ( stoepkrijt tekening maken op straat)

Kijk eens anders naar de dingen om je heen

 

Doelgroep

Puber/adolescent

Doel

Met deze activiteit kom je tegemoet aan de behoefte van de puber om zelf te creëren en te ontwerpen. Eigenheid te brengen in het werk, een uniek werk te maken en zelfstandig te werken. Je sluit aan bij de belevingswereld van de doelgroep.

Benodigdheden

Fotocamera/telefoon, evt. selfie-stick, usb-kabel om foto’s op computer te zetten, printer, viltstiften, Stoepkrijt, gekleurde kinderklei

Plaats

Binnen en buiten 

Voorbereiding

Zorg dat de kinderen hun mobiel opgeladen hebben en hun eigen kabeltjes meebrengen.

Uitvoering

 

Ga in duo’s aan de slag. Je gaat naar buiten en je bekijkt je omgeving eens anders dan je gewend bent! Een paaltje waar je altijd omheen liep wordt nu ineens de neus van Pinoccio, een putdeksel wordt het huisje van een slak en in een streep van het zebrapad kun je allerlei andere dingen zien, bv een horlogebandje.

 

bedenk zelf eens een ander beeld van iets bestaands en fotografeer deze plekken.

 

print deze foto’s uit op A4 formaat in zwart/wit en maak hier overheen een ontwerp met viltstiften

 

voer 1 van de ontwerpen i.o. met de docent uit in het echt met stoepkrijt en/of klei (zoek wel een veilige plek, dus niet midden op de straat!)

 

maak hier een foto of filmpje van en presenteer deze aan elkaar in de klas 

Variatie

 

Voeg meer materialen toe, zoals plakplastic, natuurlijke materialen of gebruik indien het toegestaan is bijvoorbeeld spuitverf ( graffiti)

 

muziek

Muziek
Ontwikkelingsfase: de puber/adolescent

Activiteit

Rappen

 

Gekregen opdracht tijdens de les muziek:
Voeg je zelfgemaakte rap of de bestaande tekst die je hebt gebruikt in de muziekles (en eventueel een opname van je rap op beat of een link van waar de beat (of je hele rap) te vinden is online) toe aan je online activiteitenmap.

Doelgroep

Pubers/adolescenten
 

Doel

Het helpt om luister- en concentratievermogen te verhogen.

Simpele melodieën leggen de basis voor muzikaliteit en een goed muzikaal gehoor.
 

Ondersteunt taalontwikkeling, taalvaardigheid en het vergroten van de woordenschat. Ritme, rijm, melodie en intonatie vormen de basis van taal.
 

Feiten in rijmpjes en liedjes worden vaak makkelijk onthouden (abc, tellen, seizoenen, enz.).

 

De teksten stimuleren de fantasie.

Benodigdheden

Een beat (zelfgemaakt; van te voren of ter plekke gespeeld of een bestaande beat).

 

Tekst (bestaand of zelfgemaakt).

 

Apparatuur: materiaal om de beat af te spelen, (eventueel: ) microfoons.

Plaats

-

 

Voorbereiding

Zorg dat je een beat hebt (zoek deze online, maak hem zelf of zorg dat er materialen zijn om deze ter plekke te maken (gebruik bijvoorbeeld drums, overige percussie of een loopstation en je stem).

 

Zorg dat je teksten hebt (zelfgemaakt of een bestaande tekst of gedicht) of inspireer de pubers om teksten te maken (geen voorbeelden, thema’s).

Uitvoering

Gebruik een beat om de tekst op te zetten. Besteed aandacht aan hoe je en tekst maakt (of gebruik bestaande teksten). Besteed aandacht aan: ritme, rijm, uitspraak, hoe gebruik je verder je stem. Dit kan in allerlei vormen/oefeningen.

Laat pubers/adolescenten een rap maken, oefenen, performen.

Variatie

Gebruik informatieve teksten; om (studie)stof te onthouden.

Voeg aan de raps zangkoortjes en/of instrumenten toe. Werk de nummers uit. Voeg teksten samen. Neem de nummers op. Zet de nummers online. Maak een videoclip erbij, organiseer een optreden(tje) enz.

 

sport en spel

estafette

Activiteit

 

  • Pantomime-estafette

 

Doelgroep

 

  • 10-14 jaar

 

Doel

 

  • Samenspel
  • D.m.v. uitvoeren en beweging de kinderen comfortabeler laten voelen met en in hun eigen lijf.

 

Benodigdheden

 

  • Kaartjes met woorden die uitgebeeld kunnen worden.

 

Plaats

 

  • binnen

 

Voorbereiding

 

  • maak genoeg kaartjes met verschillende categorieën woorden / begrippen / personen

 

Uitvoering

 

  • maak 2 groepen
  • laat de groepen tegen over elkaar zitten
  • laat de 1e ‘uitbeelders’ voor de eigen groep staan. De uitbeelders zien tegelijk het kaartje en proberen nu om de eigen groep zo snel mogelijk te laten raden wat uitgebeeld wordt.

 

Variatie

 

  • van makkelijk naar moeilijk;
  • makkelijk; sporten, gevoelens
  • moeilijker; handelingen; koken, naaien, stofzuigen, ook dingen zoals; televisie, mobiel, brievenbus
  • nog moeilijker; karaktereigenschappen; eerlijkheid, respect, betrouwbaar…

 

bruggen bouwers

Activiteit

 

  • ‘bruggen bouwers’

 

Doelgroep

 

  • 10-14 jaar

 

Doel

 

  • samenwerken

 

Benodigdheden

 

  • grote ruimte en veel deelnemers

 

Plaats

 

  • binnen en buiten

 

Voorbereiding

 

  • maak met 2 lijnen duidelijk een begin en eind.

 

Uitvoering

 

  • de groep verdeeld zich in 2 groepen; een kleine en een grote.
  • De grote worden de brug onderdelen als start
  •  De kleine groep zijn de ‘overstekers’.
  • De groep overlegt welke vorm wordt gekozen om de “rivier” over te steken. Bijv; op handen en knieen een brug maken of armen gekrijst vasthoudend.
  • Wanneer alle ‘oversterkers’ aan de overkant zijn, worden de 1e brugdelen ook overstekers en zijn de overstekers worden brugdelen.
  • Doel is van begin tot eindstreep niet de rivier in te gaan en dus geen ‘natte’ voeten te halen.

 

Variatie

 

  • Eerst 1 persoon naar de overkant
  •  Groep weer terug en de volgende halen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

vlaggenroof

Activiteit

 

  • Vlaggenroof

 

Doelgroep

 

  • 10-14 jaar

 

Doel

 

  • Samenwerken
  • Tactisch leren denken

 

Benodigdheden

 

  • Een vlag (bijv een theedoek)
  • Een ruimte buiten zoals een groot  perceel bos

 

Plaats

 

  • Buiten / bos

 

Voorbereiding

 

  • Kijk of het bos geschikt is; bramenbosjes / brandnetels end..

 

Uitvoering

 

De spelers worden verdeeld in twee (of meer) gelijke groepen. Elke speler krijgt een wollen draadje, een leven, om de arm. De groepen hebben een verschillende kleur draad. De opdracht voor deze groepen luidt: verover de vlag van een andere groep. Iedere groep heeft op zijn speelveld een vrijplaats waar de vlag wordt verdedigd. De afmetingen van deze vrijplaats zijn van te voren door de leiding vastgesteld. Ook wordt door de leiding de plaats van de vlag gecontroleerd. Je kunt er levens proberen te veroveren. Zo'n leven is een wollen draad die door alle spelers dwars over de borst gedragen wordt. Als een speler zijn leven kwijt is -de draad kapot getrokken-, moet hij eerst naar de spelleider om een nieuw leven te halen. Vervolgens mag deze speler weer meespelen.

Variatie

 

  • Meerdere teams
  • Als het een beetje tegenzit is de vlag binnen een paar minuten gepakt. Een oplossing daarvoor: De vlag bestaat bijvoorbeeld uit 10 linten vastgemaakt aan een stok. Per keer mag er maar 1 lint meegenomen worden. De groep die als eerste een kale stok overhoudt heeft verloren. Als een speler in de vrijplaats van de tegenstander is doorgedrongen, is deze speler vrij, er mag dan geen leven van hem/haar worden afgepakt. Het spel is afgelopen als de vlag van de tegenstander is geroofd en naar het eigen gebied is meegenomen.
  • In het donker met Light-sticks

blaasvoetbal

Activiteit

 

  • Blaasvoetbal

 

Doelgroep

 

  • 10-14 jaar

 

Doel

 

  • samenwerken

 

Benodigdheden

 

  • tafel of grote plaat
  • rietjes
  • kleine doeltjes

 

Plaats

 

  • binnen

 

Voorbereiding

 

  • maak een veld op een tafel of een plaat door er een rand op te maken.
  • Maak een doeltje op de beide einden van de plaat

 

Uitvoering

 

  • Verdeel de spelers in twee partijen rondom een tafel met opstaande randen en daarop twee goals. Alle spelers krijgen een rietje en moeten het pingpong balletje in het goal van de tegenstander blazen. Voor spelers die in hun buigrietje nog wel een hockeystick herkennen en deze ook als zodanig gebruiken, is een schaar aanbevelenswaardig. In elk geval het dreigen ermee. Als het maken van de doelen moeilijk is, of het is voor de spelers lastig om een doelpunt te maken, haal dan de opstaande uiteindes van de tafel af en werk met dit tafelbrede goal.

 

Variatie

 

  • i.pv. een harde rand kan er ook meel worden gebruikt (het effect dat het een grote puinhoop wordt moet dan ook maar geaccepteerd worden)

 

 

 

 

VERSLAG & REFLECTIE : SPEL 15-18 JAAR

 

Het spel is een wedstrijd tussen een ‘x’ aantal teams dat binnen een bepaald tijdframe dezelfde opdrachten dient uit te voeren. Het aantal teams wordt ingedeeld naar de groep, het meest ideaal is wanneer er groepen van 3-4 spelers ontstaan.

Doel: De bedoeling van dit spel is dat er een wedstrijdelement wordt gecreëerd, welke de teams stimuleert om fanatiek mee te doen.

Benodigdheden:

  • Stopwatch/timer
  • Deelnemers hebben per team één smartphone nodig voor het maken van foto’s
  • Uitgeprintte opdrachten in enveloppe
  • Prijs

Tijd: Wij hebben het spel, in verband met de tijd, vijftien minuten gespeeld. Het spel is met meer opdrachten/raadsels uit te breiden waardoor deze langer zou kunnen duren.

Opdrachten: De opdrachten worden vastgelegd met een camera. De meeste opdrachten zijn normaal geformuleerd, opdracht 4 is echter een raadsel. De oplossing dient zelf bedacht/gegoogled te worden. Ook hebben we gebruik gemaakt van het Engels. We hebben bedacht dat er hierdoor wel goed moet worden nagedacht over het spel.

 

Dit was het opdrachtenvel:

 

OPDRACHTEN

 

  1. Ga op weg naar lokaal B 2.17, maak hier een selfie.
  2. Zoek een pinguin en zet deze op de foto, uiteraard staan jullie zelf ook op deze foto!
  3. Vind een klok die precies 15:20 laat zien.
  4. “Uit mij kun je zwart goud halen.” (Zet dit ‘item’ op de foto)
  5. Vind vijf mensen met zwart haar, zet deze op één foto. Let op: dit mogen geen teamleden zijn.
  6. Vind een ‘ladybug’ en zet deze op de foto!

 

LET OP: BIJ OPDRACHTEN 5 & 6 HOEFT HET TEAM NIET OP DE FOTO TE STAAN.

 

 

 

 

 

REFLECTIE

 

 

 

TIPS

TOPS

 

  • DUIDELIJKERE REGELS M.B.T WAT WEL EN NIET MAG (OUT OF THE BOX DENKEN BIJVOORBEELD)
  • BETERE BESCHRIJVING OPDRACHTEN
  • NADENKEN OVER DYNAMIEK, ER WAS GEWOON LES TIJDENS DIT SPEL
  • CHAOTISCH EN NIET FLEXIBEL
  • OPTIE TOT HINTS
  • ANDER SOORT VRAGEN

 

 

 

 

 

  • PAST PRECIES BIJ DOELGROEP
  • CHILL/TOF SPEL
  • ACTIEF
  • LEUK DAT HET IN TEAMVERBAND IS
  • ORIGINEEL, GOED BEDACHT
  • CREATIEF
  • DUURT NIET TE LANG
  • LEUKE VRAGEN
  • ERG LEUK!

 

 

drama

improvisatiespel

Drama Werkvorm

Improvisatiespel
De spelers maken géén of enkele afspraken over een aantal gegevens. Het spel ontstaat op de speelvloer door op elkaar te reageren.

http://www.dieuwertjetheater.com/ddgraphics/toiletdames.jpgDeze werkvorm is voor spelers die meer durven of al ervaring hebben met drama. Een belangrijke spelregel om een toneelspel in improvisatie te laten slagen is dat de spelers elkaars ideeën accepteren. Het is belangrijk om elkaars ideeën niet te blokkeren en steeds ook zelf spelideeën te leveren om het verhaal in het toneelstukje verder te helpen. Daarbij is het belangrijk dat de spelers snel de 5 W’s concreet maken, waarbij geldt ‘wie het eerst concretiseert bepaalt’. Bijvoorbeeld: “Hallo pappa” kun je logischerwijs niet beantwoorden met “Ik ben je pappa niet”.

Activiteit

Aanbelspel

Doelgroep

Vanaf 7 jaar

Doel

  • In samenspel leren spelideeën geven en accepteren
  • Fouten durven maken

Benodigdheden

(zo nodig) decor, attributen, verkleedkleren

Plaats

Speelvlak

Voorbereiding

Van tevoren krijgen de spelers een opdrachtkaartje met daarop een typetje, bijvoorbeeld stoer, verlegen, dromerig. De spelers oefenen hun typetje. Dit kan door de groep in tweeën te delen en eerst de ene rij bij de andere rij te laten aanbellen en daarna omgekeerd.

Uitvoering

Het publiek zit in een halve cirkel. Steeds twee spelers, die niet met elkaar geoefend hebben, staan tegenover elkaar voor het publiek. De ene speelt zijn of haar typetje en loop over een denkbeeldig tuinpad naar het midden van het speelvlak en doet of ie aanbelt. De ander loopt dan, op dezelfde manier, naar ‘de deur’. Dan start het spel. De aanbeller komt iets brengen, zeggen of verkopen. De ander probeert op dezelfde manier te reageren, dus hetzelfde typetje te worden.
 

Variatie

  • De ‘opendoener’ moet het tegenover gestelde typetje worden.
  • Op de opdrachtkaartjes staat iets anders, bijvoorbeeld emoties, een dier, celebrity.

 

 

Bedenk nu zelf een improvisatiespel met typetjes en vul het onderstaand format in.
 

Drama Werkvorm

Improvisatiespel
De spelers maken géén of enkele afspraken over een aantal gegevens. Het spel ontstaat op de speelvloer door op elkaar te reageren.

Deze werkvorm is voor spelers die meer
durven of al ervaring hebben met drama.
Een belangrijke spelregel om een
toneelspel in improvisatie te laten slagen
is dat de spelers elkaars ideeën accepteren.
Het is belangrijk om elkaars ideeën niet te
blokkeren en steeds ook zelf spelideeën te
leveren om het verhaal in het toneelstukje                                                    afbeelding
verder te helpen. Daarbij is het belangrijk
dat de spelers snel de 5 W’s concreet
maken, waarbij geldt ‘wie het eerst
concretiseert bepaalt’. Bijvoorbeeld:
“Hallo pappa” kun je logischerwijs niet
beantwoorden met “Ik ben je pappa niet”.

Activiteit

bankje in het parkje

Doelgroep

Vanaf 13 jaar

Doel

  • In samenspel leren spelideeën geven en accepteren
  • Fouten durven maken

Benodigdheden

een bankje

Plaats

speelvlak en/of podium

Voorbereiding

de spelers krijgen als opdracht om degene die op het bankje zit, van het bankje af te krijgen dit mag alleen met woorden en gebaren en niet met duwen of trekken.

 

 

 

Uitvoering

het spel zal gespeeld worden in groepjes van 2.

er zit altijd 1 iemand op het bankje dit is de beginspeler, de speler die als 2e bij komt zal de beginspeler van het bankje af moeten krijgen.

 

 

 

 

 


 

Variatie

  • je kan de rollen omdraaien de beginspeler moet de 2e speler van het podium/speelplaats afkrijgen. 

 

afspraakspel 

Drama Werkvorm

Afspraakspel
De spelers maken van te voren afspraken over het te spelen spel en oefenen dit.

http://s.s-bol.com/imgbase0/imagebase/large/FC/4/9/1/4/9200000027494194_1.jpgDit is de meest bekende manier van
toneelspelen. De spelers maken afspraken
over de 5 W’s: wie, wat waar, waarom,
wanneer. Dit geeft veel houvast en maakt
deze werkvorm ook geschikt voor
beginnende of jonge spelers. Nog meer
houvast geeft eerst oefenen van het
toneelstukje.
Niet alle doelgroepen zijn in staat om
zelfstandig spelafspraken te maken. Die
begeleid je daarin.

Activiteit

Verweggiestan

Doelgroep

Vanaf 7 jaar

Doel

  • Zich aan (spel)afspraken houden
  • Samenspel
  • Hanteren van de 5 W’s en het maken van een speelbaar verhaaltje
  • Presenteren (o.a. niet met de rug naar het publiek)
  • Durf

Benodigdheden

(zo mogelijk) decor, attributen, verkleedkleren

Plaats

Op veel plekken mogelijk

Voorbereiding

Maak groepjes. Geef de volgende gegevens: het speelt zich af in een ver vreemd land. Er zijn inwoners van dit Verweggiestan en een paar Nederlandse toeristen die de taal niet spreken. De toeristen hebben geen geld meer en komen in de problemen. Laat elk groepje de 5W’s invullen en hun toneelstukje oefenen.
Extra uitdaging voor de Verweggiestaanders om een andere (fantasie)taal te spreken. Je kunt vooraf een Jabbertaal oefening spelen om dat te oefenen.

Uitvoering

Elk groepje speelt hun toneelstukje. Het publiek benoemt de 5 W’s.
 

Variatie

  • Geef andere onderwerpen of spelgegevens. De variaties zijn eindeloos.

 

 

 

Bedenk nu zelf een afspraakspel voor een zelfgekozen doelgroep en vul onderstaand format aan.
 

Drama Werkvorm

Afspraakspel
De spelers maken van te voren afspraken over het te spelen spel en/of oefenen dit.

Dit is de meest bekende manier van
toneelspelen. De spelers maken afspraken
over de 5 W’s: wie, wat waar, waarom,
wanneer. Dit geeft veel houvast en maakt
deze werkvorm ook geschikt voor
beginnende of jonge spelers. Nog meer                                                         afbeelding
houvast geeft eerst oefenen van het
toneelstukje.
Niet alle doelgroepen zijn in staat om
zelfstandig spelafspraken te maken. Die
begeleid je daarin.

Activiteit

emotiebus

Doelgroep

vanaf 12 jaar

Doel

  • Zich aan (spel)afspraken houden
  • Samenspel
  • leren tonen van emoties
  • Presenteren (o.a. niet met de rug naar het publiek)
  • Durven te spelen
  • leren met emotie omgaan

Benodigdheden

 paar stoelen en verschillende emoties

Plaats

kan overal 

Voorbereiding

je bedenkt wie welke emotie heeft en wie wanneer in de bus komt

 

Uitvoering

je maakt van een aantal stoelen een kleine bus, vervolgens ga je er zelf in zitten als chauffeur. je legt aan de leerlingen uit hoe het spel werkt. er komt één kind bij zitten, dat kind heeft een bepaalde emotie alle andere inzittenden nemen de emotie over van degene die in de bus komt zitten na een tijdje komt er weer iemand en die emotie neem je weer over etc. etc. als iedereen in de bus zit gaat de eerste die in de bus is gestapt weer uitstappen en dat totdat de bus weer leeg is.

 

 

 




 

 

 

 


 

Variatie

  • steeds weer verschillende emoties

 

inspringspel

Bedenk een inspringspel met de titel ‘In de wachtkamer’ en vul het onderstaand format in.

Drama Werkvorm

Inspringspel
Een improvisatiespelvorm waarbij de spelers volgens een bepaalde spelregel na elkaar in het spel komen, oftewel inspringen.

http://3.bp.blogspot.com/-bTL-M8fPmZI/T8T6N7OTuvI/AAAAAAAABwk/_UI7rbEfA34/s1600/P2180417.JPGDeze werkvorm is een variatie op improviseren en is bestemd voor spelers die meer durven of al ervaring hebben met drama.
Meestal spreek je ook af hoe spelers weer uit het spel kunnen. Zo blijft het
overzichtelijk.

Activiteit

In de wachtkamer

Doelgroep

schoolkind en puber

Doel

  • In spel durven stappen
  • In samenspel leren spelideeën geven en accepteren
  • Elkaar verrassen
  • Fouten durven maken
  • Flexibel reageren op de (spel)situatie zonder eigen rol of speldoel te verliezen (in je rol blijven) 

Benodigdheden

een aantal stoelen

een scherm (waar je achter vandaan kan komen)

Plaats

Speelvlak/podium

Voorbereiding

iedere persoon heeft een probleem gekregen die ze voor zichzelf moeten houden en zo goed mogelijk moeten uitbeelden en spelen.

het is in de wachtkamer van een dokterspraktijk en er komen een aantal mensen binnen met een probleem. iedereen heeft zijn eigen probleem en karakter zlefs de dokter en zijn assistenten. deze moet je dan ook groot spelen. als er 3 mensen in de wachtkamer zitten zal de dokter er een aantal uitroepen

Uitvoering

het spel zal worden gespeeld met een klein groepje van maximaal 7 mensen. iedereen krijgt een kaartje met daarop het karakter/probleem die moet je voor jezelf houden. alleen wie de dokter is word bekend maar zijn karakter/probleem niet. iedereen komt 1 voor 1 binnen (daar zit ongeveer 3 tot 4 minuten tussen) in de wachtkamer.nadat er 3 mensen in de wachtkamer zitten zal de dokter wat mensen ghalen het halen zie je verder niet want het gaat om de wachtkamer. na afloop spreek je met zijn allen na of het goed gign en of iedereen elkaars karakter/probleem weet.
 

 

 

Bijlage
Opdrachtkaartjes

Maak zo veel kaartjes als nodig zijn voor jouw inspringspel. Ga uit van jouw klas voor het aantal spelers. Noteer de kaartjes op één of meer pagina’s, zodat ze geprint en geknipt kunnen worden.


Opdrachtkaartjes

dokter: de dokter vind alles vies en heeft smetvrees


Opdrachtkaartjes

persoon 1: ernstige bloedneus en is bang dat hij doodbloed


Opdrachtkaartjes

persoon 2: een vrouw die last heedft van haar zwangersschapkrampen en is bang dat er iets met de baby is


Opdrachtkaartjes

persoon 3: de man van de zwangere vrouw hij is overal heel relaxt over en vind niks erg 


Opdrachtkaartjes

persoon 4: iemand die door extreme sport zijn been heeft gebroken


Opdrachtkaartjes

persoon 5: iemand die denkt dat hij alle ziektes heeft en neemt de problemen en ziektes over van mensen in de wachtkamer


Opdrachtkaartjes

persoon 6: iemand die last heeft van spontaan flauwvallen


Opdrachtkaartjes

persoon 7: iemand die iets in zijn kont heeft zitten omdat hij gevallen is.

 

schimmenspel 

Drama Werkvorm

(Levend) Schimmenspel
De spelers spelen tussen een doek en een lichtbron. Met hun schaduw verbeelden ze het spel.

http://www.parkschool-utrecht.nl/uploads/1/3/4/9/13495396/776592861.jpgDit is voor veel doelgroepen een
fascinerende werkvorm. Hoe ouder de leeftijdsgroep hoe preciezer en
gedetailleerder ze hiermee willen werken.
Voor sommigen is het fijn om zich achter
het doek te kunnen verbergen, anderen
vinden het confronterend om in de
schaduw hun eigen lichaamsvormen
terug te zien. Verkleden/vervormen is
dan een oplossing.
Technische aspecten:
Dichtbij het doek geeft kleine en scherpe schaduwen, verderaf groter; langzaam bewegen maakt de details goed zichtbaar; altijd voorwerpen gebruiken die de schaduw verbeelden; in profiel maakt mimiek zichtbaar; gebruik de trucjes met verbergen-verschijnen en de magie van schaduwspel waarbij je kunt doen alsof je
elkaar raakt, kust, verwondt zolang het in
de schaduwen maar klopt.

Activiteit

De handeling

Doelgroep

Vanaf 8 jaar

Doel

  • (lichamelijke) uitdrukkingsvaardigheid vergroten
  • Goed kijken en bewust uitbeelden stimuleren
  • Nadenken over (lichamelijke) verhoudingen

Benodigdheden

Doek, lichtbron, attributen, 2 schotten naast het doek

Plaats

Binnen of buiten m.b.v. de zon

Voorbereiding

Uitleg: Licht de technische mogelijkheden van schimmenspel toe. Deel de groep in twee- of drietallen. Elk groepje kiest één handeling en verzint daaromheen een verhaaltje met begin midden eind. Ze zoeken attributen bij elkaar en proberen alles uit achter het doek. Handelingen die uitdagen zijn: vechten, toveren, opereren, zoenen.

Uitvoering

De groepjes presenteren om de beurt hun verhaal. Naderhand laten ze zien welke materialen ze hebben gebruikt en het publiek raadt de gekozen handeling.
 

Variatie

  • Laat groepjes een schaduwspel maken bij een lied
  • Speel handschimmenspel.
  • Speel met uit karton geknipte figuren. Dit kan ook achter een klein doek op een tafel.

tableau vivant 

Drama Werkvorm

Tableau Vivant / fotospel
De spelers verbeelden situatie, handeling en gevoel met stilstaande houding en mimiek in een bepaalde opstelling

http://4.bp.blogspot.com/-SXruZeMyij4/T5gYYbS8aLI/AAAAAAAAAG8/M5luxEa9UeY/s1600/DSCF0125.JPGDeze werkvorm is met name geschikt voor beginnende spelers. Het maakt hen bewust van het gebruik van houding en mimiek en het uitvergroten daarvan. Voor bepaalde groepen is het stilstaan een extra uitdaging.

Activiteit

Groepsfoto

Doelgroep

Vanaf 4 jaar

Doel

  • (lichamelijke) uitdrukkingsvaardigheid vergroten
  • Goed kijken en bewust uitbeelden stimuleren
  • Inzicht in non verbale communicatie vergroten

Benodigdheden

niets

Plaats

Op veel plekken mogelijk

Voorbereiding

Uitleg: Deel de groep in tweeën. Elke groep bereid twee tableaus voor. In de eerste zien we een bepaalde groep mensen, b.v. een groep voetbalsupporters. Op de tweede foto zien we wat er intussen is gebeurd, b.v. er is gescoord. Geef korte overlegtijd. Ze mogen zelf bedenken welke groep mensen ze worden.

Uitvoering

De eerste groep komt op het speelvlak. De andere is publiek maar kijkt niet. In de eerste tien tellen stellen de spelers zich op in foto 1 (tel hardop van 10 naar 1, de nul is de klik voor de foto). Publiek kijkt, maar reageert nog niet. Dan tien tellen voor opstellen foto 2 terwijl het publiek niet kijkt. Nu mogen de kijkers hun vinger opsteken als ze foto 1 en 2 begrijpen. Bespreek na op wat er te zien was en wat je daardoor weet.
 

Variatie

  • Geef een thema of welke groep mensen het moet zijn.
  • Geef langer voorbereidingstijd.
  • Geef de mogelijkheid attributen ed. te gebruiken.
  • Laat een andere groep een foto bedenken tussen 1 en 2.

 

uitbeeldspel 

Drama Werkvorm

Uitbeeldspel
De spelers laten hun spel zien zonder tekst te gebruiken, eventueel wel met geluid. Een professionele vorm is mime of pantomime

https://static.mijnwebwinkel.nl/winkel/woonmaterie/full32559978.jpgDeze werkvorm is met name geschikt
voor beginnende spelers.
Uitbeelden geeft ook de vrijheid om
zonder decor en attributen toch te
verbeelden dat dat er allemaal is.

De allerjongsten kun je in het uitbeelden
begeleiden door mee te spelen of ze als
verteller mee te nemen in het uit te
beelden spel.

Activiteit

Twee stoelen

Doelgroep

Vanaf 6 jaar

Doel

  • (lichamelijke) Uitdrukkingsvaardigheid vergroten
  • Goed kijken en bewust uitbeelden stimuleren
  • Inzicht in non verbale communicatie vergroten

Benodigdheden

Twee stoelen naast elkaar, los in de ruimte

Plaats

Op veel plekken mogelijk

Voorbereiding

Uitleg: Deel de groep in tweetallen. Elk tweetal bedenkt wat de twee stoelen kunnen voorstellen. Speel eventueel een auto als voorbeeld. Daarbij bedenken ze een begin, midden en een eind van een verhaaltje dat ze op/bij/rondom de stoelen kunnen laten zien zodat het publiek begrijpt waar ze zijn en wat er gebeurt. Controleer eventueel of elk tweetal een andere plek heeft gekozen.

Uitvoering

De tweetallen spelen om de beurt hun scene met de stoelen. Bespreek na wat het publiek zag en welke plek het dus is. Laat ze ook zeggen wat ze leuk vonden aan het uitbeelden.
 

Variatie

  • Stoelen staan tegenover elkaar
  • Tweetal maakt de plek duidelijk voor andere spelers die na kort overleggen er een gebeurtenis uitbeelden.
  • Eén speler begint te spelen tot de plek duidelijk is, freeze en vraagt “Wat nu?’. Het publiek doet suggesties voor het vervolg van het verhaal. Net zo lang herhalen tot een verhaaltje is ontstaan.

 

volwassene

beeldend

muziek

sport en spel

drama

ouderen

beeldend

muziek

Muziek
Ontwikkelingsfase: de oudere

Activiteit

Lied zingen uit de tijd van de oudere

 

Gekregen opdracht tijdens de les muziek:
Voeg je gemaakte verslag toe aan je online activiteitenmap.

Welke muziek luisterden de ouderen van nu toen ze zo oud waren als jullie?
Zoek muziek op uit de jaren 50 en 60.

Maak een kort verslagje (1A4, mag handgeschreven) in deze les en beantwoord de volgende vragen:
Werk alleen, in een twee-of drietal.

1. Welke muziek was er populair in de jaren 50?
2. Wat was kenmerkend aan deze muziek? (noem 3 dingen)
3. Noem vijf artiesten/bands uit deze tijd en bij iedere 1 nummer. Luister deze nummers.
4. Welke muziek was er populair in de jaren 60?
5. Wat was kenmerkend aan deze muziek? (noem 3 dingen)
6. Noem vijf artiesten/bands uit deze tijd en bij iedere 1 nummer. . Luister deze nummers.

Voeg het verslagje toe aan je online activiteitenmap (getypt of duidelijk geschreven en een duidelijke foto ervan).

 

Doelgroep

Ouderen (kan evt. ook voor volwassenen).
 

Doel

Vermaak, herinneringen ophalen

Benodigdheden

Een lied uit de jaren van de ouderen (in dit geval jaren ’50 en ’60). Denk ook aan Nederlandstalig.

Plaats

-

 

Voorbereiding

Zorg dat je het lied zelf kent; de melodie en de tekst. Eventueel kun je de akkoorden instuderen op een begeleidend harmonie instrument (bijvoorbeeld een gitaar of piano) en het lied begeleiden.


Wil je het lied zingen/aanleren met ouderen: zorg voor tekst op groot formaat.

Uitvoering

Zing het lied voor of laat het horen. Geef aan welk stuk je eerst gaat oefenen (bijvoorbeeld de eerste twee zinnen van het eerste couplet).
Herhaal het een aantal keer. Besteed eventueel aandacht aan: ritme, melodie (op toon zingen), hoe gebruik je verder je stem.

Variatie

Maak de melodie tweestemmig (maak een heel koor).

 

Opdracht ouderen muziek

 

 

1. Welke muziek was erg populair in de jarig 50?: In de jaren 50 kwam de rock 'n roll op, wat wordt gezien als de eerste popmuziek. De grote popidool uit deze tijd was Elvis Presley, die uiteindelijk de bijnaam ‘the king' kreeg.

 

2. Wat was kenmerkend aan deze muziek?: er word vaak gebruik gemaakt van zang (vaak meerstemmig), elektrische gitaren, saxofoon (in de beginjaren) en drumstel.

 

 

3. Noem 5 artiesten/bands uit de jaren 50 en noem van iedere band of artiest een nummer?:

  1.  

Love Me Tender

Elvis Presley                                             

  1.  

Living Doll

Cliff Richard                                                

  1.  

Blueberry Hill

Fats Domino                                               

  1.  

Peggy Sue

Buddy Holly                                                   

  1.  

True Love

Bing Crosby & Grace Kelly                                       

 

4. Welke muziek was erg populair in de jarig 60?: In de jaren 60 ontstond er een mengvorm van rock 'n roll en blues met een eigen stijl, dit heette beatmuziek.

 

5. Wat was kenmerkend aan deze muziek?: protestmuziek, het werd steeds ruiger en het werd gewelddadiger.

 

 

6. Noem 5 artiesten/bands uit de jaren 60 en noem van iedere band of artiest een nummer?:

 

1           Sammy Davis Jr.-  I Gotta Right to Swing

2           The Everly Brothers - It's Everly Time

3           Bill Haley & His Comets - Bill Haley and His Comets

4           Elvis Presley - Elvis Is Back!

5           Frank Sinatra - Nice 'n' Easy

sport en spel

drama

  • Het arrangement Activiteitenmap is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Zoêy Veldman
    Laatst gewijzigd
    2016-01-28 14:49:34
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.