De eerste opdracht gaat over de Eerste Wereldoorlog, die duurde van 1914 tot 1918. In Frankrijk en België vond een enorme slachting plaats in de loopgraven, maar ook op andere plaatsen werd hevig gevochten met steeds verschrikkelijker wapens. Waardoor werd dit zo’n lange en uitzichtloze strijd?
Aan het eind van deze les:
ken je enkele hoofdoorzaken van de Eerste Wereldoorlog;
kun je het verloop en de belangrijkste gebeurtenissen van de Eerste Wereldoorlog beschrijven;
begrijp je het verband tussen de gevolgen van de Eerste Wereldoorlog en de oorzaken van de Tweede Wereldoorlog.
Eindproduct-Werkwijze
Eindproduct
Als eindproduct van deze les maak je een gesproken toelichting bij een filmpjeover de loopgravenoorlog.
Werkwijze Groepsgrootte
Je werkt alleen, maar met z’n tweeën aan de eindopdracht.
Benodigdheden
computer met internet
audio opnametool voor de eindopdracht
Tijd
Je hebt ongeveer drie lessen nodig voor deze opdracht.
B Aan de slag
Stap 1
Stap 1
Inleiding - Twee wereldoorlogen
De eerste helft van de 20e eeuw werd ontsierd door twee wereldoorlogen. Wereldwijd waren er landen bij deze oorlogen betrokken en daarom staan ze bekend als de Eerste en de Tweede Wereldoorlog.
De Tweede Wereldoorlog is te zien als een logisch vervolg op de Eerste Wereldoorlog.
De loopgravenoorlog
Oorzaken Eerste wereldoorlog
Voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog waren meerdere oorzaken:
Rivaliteit Frankrijk - Duitsland
In 1870 verloor Frankrijk een oorlog met de Duitse staten onder leiding van Pruisen. Frankrijk werd militair vernederd en werd gedwongen tot het betalen van forse herstelbetalingen. Ook verloor het de economische belangrijke provincies Elzas en Lotharingen aan Duitsland. Het verlangen naar wraak en genoegdoening in Frankrijk was daarom groot.
Bondgenootschappen
Duitsland had een bondgenootschap met Oostenrijk-Hongarije en Italië. Frankrijk voelde zich bedreigd en zocht toenadering tot het tsaristische Rusland. In 1907 sloot ook Groot-Brittannië zich aan bij Frankrijk en Rusland om tegenwicht te bieden aan het machtige Duitsland.
Er stonden twee groepen tegenover elkaar: de Centralen (Duitsland en bondgenoten) en de Entente (Rusland, Frankrijk en Groot Brittannië). Bondgenoten beloofden elkaar militaire steun als één van hen werd aangevallen. Door deze wederzijdse beloften werd de kans op een oorlog groter.
Imperialisme/kolonialisme
De strijd om de koloniën versterkte de rivaliteit tussen de landen in Europa. De Duitse keizer Wilhelm II wilde meedoen in de strijd om de koloniën. In korte tijd liet hij een sterke militaire vloot bouwen. Zijnkoloniale ambitie was bedreigend voor het koloniale rijk van Groot-Brittannië.
Wapenwedloop/militarisme
Duitsland was vanaf 1871 een keizerrijk onder leiding van Wilhelm I. Het land werd door een snelle industrialisatie een belangrijke economische en militaire macht. De opkomst van Duitsland verstoorde het machtsevenwicht in Europa. Het gevolg was een wapenwedloopwaarbij landen probeerden om meer en betere wapens te hebben dan de concurrerende landen.
Als gevolg van de industriële ontwikkeling had het wapentuig alsmaar meer vernietigingskracht. We kunnen de Eerste Wereldoorlog dan ook zien als de eerste industriële oorlog.
Nationalisme
De toenemende rivaliteit tussen de grootmachten in en buiten Europa uitte zich in een sterk opkomend nationalisme. De nationale eer van Groot-Brittannië, Frankrijk en Duitsland was in het geding.
De landen voerden een wapenwedloop om de rivalen op militair gebied voor te zijn. De ingevoerde dienstplicht had tot gevolg dat de legers uit miljoenen soldaten bestonden. Toen de oorlog uitbrak gingen veel soldaten optimistisch de oorlog in om de eer van het vaderland te verdedigen.
Oorzaken Tweede Wereldoorlog
Duitsland kreeg het als verliezer van de Eerste Wereldoorlog zwaar te verduren.
De geallieerden legden de schuld van de oorlog geheel bij Duitsland. Daarom legden ze Duitsland een strenge vrede op: de Vrede van Versailles.
Duitsland verloor grondgebied en haar koloniën. Het land werd ontwapend en veroordeeld tot torenhoge herstelbetalingen. Dat was compensatie voor alle schade en het leed van de oorlog. Deze maatregelen bij elkaar krenkten Duitsland tot op het bot.
Economie
In de eerste jaren na de oorlog waren de voedselprijzen in Duitsland hoog en er was armoede en werkloosheid. Amerikanen kwamen met economische steunprogramma's: het Dawes- en het Youngplan.
Dat waren leningen waarmee de Duitse economie weer op gang werd geholpen. Daardoor steeg dewelvaart in Duitsland. In de periode 1925 - 1929 was er redelijke voorspoed. Berlijn stond bekend om zijn hippe en gewaagde uitgaansleven.
Toen in 1929 de economie van de VS in een diepe crisis raakte, werden de leningen stopgezet. Duitse bedrijven gingen failliet en de werkloosheid in Duitsland steeg dramatisch.
Na de beurskrach van New York in 1929 raakte de wereldeconomie in een diepe depressie. Ook de Duitse economie kwam zowat stil te liggen. De werkloosheid steeg en de onvrede groeide snel. In die sfeer groeide de aanhang van de partij van Adolf Hitler.
Toen Hitler in 1933 aan de macht kwam, hervormde hij deeconomie. De Duitse economie werd een oorlogseconomie. Het werk stond in dienst van een naderende oorlog.
De werkloosheid werd 'opgelost' door investeringen in deinfrastructuur zoals snelwegen (Autobahnen) en de wapenindustrie. Ook door herinvoering van de dienstplicht daalde de werkloosheid
Het keizerrijk Duitsland hield in 1918 met het einde van de oorlog op te bestaan. Duitsland werd een republiek genoemd naar het stadje Weimar. Daar werd de nieuwe grondwet van Duitsland afgekondigd.
Sociaaldemocraten riepen de republiek uit en regeerden Duitsland in de periode 1918 - 1933. De democratie in Duitsland had het zwaar te verduren onder aanvallen vancommunisten en nationaal-socialisten.
Aan de linkerkant dreigde het gevaar van een communistische revolutie. Aan de rechterkant stonden de nationaal-socialisten van Hitler klaar om de macht over te nemen.
Op de afbeelding zie je een verkiezingsaffiche van de sociaal-democraten. Deze toont de vijanden van de Weimar-regering: conservatieve aanhangers van het keizerrijk, nationaal-socialisten en communisten.
B Aan de slag - Stap1De Eerste Wereldoorlog
Lees de inleiding en klik op de tweede knop.
Lees alle oorzaken in het onderdeel ‘Oorzaken Eerste wereldoorlog’.
Hieronder staan zes mogelijke oorzaken van een oorlog.
Welke zinnen waren van toepassing op de Eerste Wereldoorlog?
Landen willen wraak nemen voor een verloren oorlog uit het verleden.
In een land breekt een grote revolutie uit en buurlanden gaan zich ermee bemoeien.
Landen maken afspraken om elkaar te helpen bij een aanvalsoorlog.
Een zwakke leider die populair wil worden, stookt de bevolking op om oorlog te voeren tegen een klein buurland.
Landen gaan steeds grotere legers opbouwen en nieuwe wapens ontwikkelen waardoor een dreigende situatie ontstaat.
Mensen leren thuis en op school dat vechten voor je land het mooiste is wat er bestaat.
Stap 2
Stap 2
Bondgenootschappen
Al voor er een oorlog uitbrak, hadden veel landen afspraken met
elkaar gemaakt om elkaar in geval van oorlog te hulp te schieten.
Maak de volgende vragen
Stap 3
Stap 3
Wapenwedloop Dit Duitse kanon werd Dikke Bertha genoemd, naar de vrouw van de Duitse staalfabrikant Krupp. Het kon van 9 km afstand granaten afvuren van meer dan 1100 kg per stuk. Veel landen waren bang dat Duitsland het machtsevenwicht in Europa zou verstoren.
Download en lees het onderstaande artikel en maak hierna de oefening:
Frans-Duitse vijandschap Lees de onderstaande tekst 'Rivaliteit Frankrijk - Duitsland
Rivaliteit Frankrijk - Duitsland
In 1870 verloor Frankrijk een oorlog met de Duitse staten onder leiding van Pruisen. Frankrijk werd militair vernederd en werd gedwongen tot het betalen van forse herstelbetalingen. Ook verloor het de economische belangrijke provincies Elzas en Lotharingen aan Duitsland. Het verlangen naar wraak en genoegdoening in Frankrijk was daarom groot.
Noteer punt voor punt de oorzaken van deze rivaliteit. Gebruik nu je aantekeningen om de volgende vragen te beantwoorden
Stap 5
Stap 5
Imperialisme Cecil Rhodes was een bekende Britse ondernemer en politicus die zich rond inspande om de macht van Groot-Brittannië in Afrika te vergroten. In 1880 werd hij eerste Minister van de Kaapkolonie.
Met imperialisme wordt bedoeld: het streven naar vorming van een groot rijk. Dus: het veroveren van andere landen om je eigen macht te vergroten.
In de negentiende eeuw was het Britse Rijk het grootste ter wereld. Afrika was het laatste werelddeel waar Europese landen voet aan de grond probeerden te krijgen. Op de afbeelding zie je een bekende Britse imperialist, Cecil Rhodes, die heel Afrika Engels wilde maken. Andere landen wilden ook graag meedoen aan deze wedstrijd om Afrika te verdelen. Het doel: macht, grondstoffen en markten voor de snel groeiende industrieën in Europa. Het gevolg: nog meer conflicten tussen Europese landen, vooral met laatkomer Duitsland dat nog nauwelijks koloniën had; het was pas in 1865 één land geworden. Bang om achterop te raken, voerde Duitsland een agressieve politiek om meer invloed in Afrika te krijgen.
Of dat lukte? Bekijk de volgende pagina om hier achter te komen.
Stap 5B
Verovering koloniën
Rond 1880 was Afrika zo goed als verdeeld over de Europese landen. Normaal lopen grenzen langs natuurlijke barrières zoals rivieren en bergketens.
De grenzen op de kaart van Afrika waren het gevolg van de rivaliteit en onderlingeafspraken tussen Europese landen. Ze werden als het ware met de liniaal op de tekentafel getrokken. Ook dunbevolkte gebieden en grondstofarme gebieden werden ingelijfd.
Prestige en macht waren de drijfveren van de Europese landen. Als land leek je pas mee te tellen als je meedeed met de 'wedloop om Afrika' en andere delen van de wereld.
Bekijk de kaart over de verdeling van Afrika. Zoek alle landen op die in bezit waren van Duitsland. Beantwoord hierna de volgende vragen:
Stap 6
Stap 6
De loopgravenoorlog
De moord op de Oostenrijkse troonopvolger Frans Ferdinand door een jonge terrorist zorgde voor grote onrust. Oostenrijk-Hongarije beschuldigde het land Servië van betrokkenheid. Servië zocht hulp bij het ‘broedervolk’ Rusland en Oostenrijk-Hongarije zocht steun bij Duitsland. Door de bondgenootschappen breidde de oorlog zich uit over heel Europa. Door het imperialisme raakten gebieden over de hele wereld betrokken bij een gruwelijke oorlog. Die werd vooral uitgevochten in de loopgraven in Noord-Frankrijk. Daar liep de Duitse aanval vast en bleef er vastzitten tot 1918.
Ga naar stap 6B en geef antwoord op de vragen.
Stap 6B
Beantwoord nu samen met een medeleerling de onderstaande vraag en de vragen bij Stap 6C:
Vraag 2: Klopt deze stelling? De moord op Frans Ferdinand was alleen maar de aanleiding tot het uitbreken van de oorlog. Als hij niet was vermoord, was er waarschijnlijk toch wel oorlog gekomen. Leg uit waarom de stelling (niet) klopt.
Stap 6 C
Vraag 3:
Lees de onderstaande informatie.
De Eerste Wereldoorlog
Iedereen ging ervan uit dat de Eerste Wereldoorlog maar kort zou duren. Toch werd het een oorlog die veel levens en geld kostte.
Duitsland was verwikkeld geraakt in een oorlog op twee fronten. Aan de ene kant vocht Duitsland tegen Frankrijk en aan de andere kant tegen Rusland. Daarom bedacht de chef van de Duitse Generale Staf, generaal Von Schlieffen, een plan om dat te kunnen voorkomen. Dit plan was eigenlijk de oorzaak van de talloze levens die verloren gingen.
Door België
De gedachte was dat het Franse leger sneller gevechtsklaar zou zijn dan het Russische. Daarom moest Frankrijk als eerste worden uitgeschakeld. Het Duitse leger zou om de Franse verdedigingsforten heen, door België heen optrekken naar Parijs. Als Parijs zich overgegeven had, kon daarna met Rusland worden afgerekend.
Tegenstand
De werkelijkheid bleek anders. Toen de Duitsers België binnen vielen, stuitten ze op veel meer tegenstand dan was verwacht. Bovendien bleek Rusland veel sneller gemobiliseerd dan verwacht. Duitsland moest daar extra troepen naar toe sturen en vocht dus alsnog op twee fronten tegelijkertijd.
In september 1914 wisten de Duitse legers zich alsnog door België heen te vechten. Ze trokken door Noord-Frankrijk, maar ook de Fransen, bijgestaan door de Engelsen (British Expeditionary Force) boden grote tegenstand
Ingraven
Bij de rivier de Marne kwam het westelijke front uiteindelijk tot stilstand. De Duitsers groeven zich in. Omdat de Engelsen en Engelsen dit ook deden, ontstond er een frontlinie van de Franse kust tot aan Zwitserland.
Loopgravenoorlog
De loopgraven vormden een stelsel van honderden gangen, kilometers lang. De loopgraven waren goed te verdedigen met machinegeweren, artillerie en prikkeldraad. De aanvaller zou het moeilijk krijgen. Daarom vielen er ook zoveel doden en duurde de oorlog ontzettend lang. De Eerste Wereldoorlog zou vooral bekend worden als een Loopgravenoorlog.
Klopt deze stelling?
Het Schlieffenplan mislukte, en daardoor ontstond er een Loopgravenoorlog.
Leg uit waarom de stelling (niet) klopt.
Vraag 4:
Bekijk deze video over een beruchte slag tijdens de Eerste Wereldoorlog.
Leg uit waarom de strijd in de loopgraven niet tot een doorbraak leidde, ondanks de massale inzet van wapens en manschappen.
Bespreek je antwoorden met je docent en/of je klasgenoten.
Stap 7
Stap 7
Deelname van de VS Zie de onderstaande tekst Lees bij het onderdeel 'Verenigde Staten' hoe de VS bij de oorlog werden betrokken.
De loopgravenoorlog
Lees ook de onderstaande tekst over de verschillende soorten oorzaken van gebeurtenissen en maak hierna de bijbehorende oefening bij Stap 7C.
In de geschiedenis heb je te maken met verschillende soorten oorzaken van gebeurtenissen:
Oorzaken op korte termijn
Oorzaken op lange termijn
Directe oorzaken
Indirecte oorzaken
Ook in de aanloop naar de Eerste Wereldoorlog zie je verschillende oorzaken. Bijvoorbeeld:
Het imperialisme was een oorzaak van de oorlog die al heel lang speelde, en die niet direct tot oorlog leidde maar wel de politieke sfeer verziekte.
De moord op Frans Ferdinand was een directe oorzaak van oorlog; op heel korte termijn, al 2 maanden later, brak een oorlog uit.
Dat de VS gingen meedoen aan de Eerste Wereldoorlog, had ook verschillende oorzaken.
Stap 7C
Stap 8
Stap 8
Nieuwe wapens en einde van de oorlog
Lees hier het onderdeel 'Einde oorlog'.
De loopgravenoorlog
Lees nu het verhaal over het einde van de oorlog en maak daarna de oefening.
Eén van de Duitse soldaten die het einde van de oorlog wel meemaakte, was de jonge korporaal Adolf Hitler. Hij had zich als Oostenrijkse vrijwilliger aangemeld. Zoals velen had hij grote verwachtingen van de oorlog. Duitsland was onoverwinnelijk, had hij op school geleerd, en zou heel Europa weer gaan beheersen. Hij raakte echter verblind door een aanval met een nieuw wapen in deze oorlog: het verschrikkelijke mosterdgas, dat door kleding heendringt en longen en ogen aantast. De Duitsers hadden dit chemische wapen zelf voor het eerst gebruikt in België, bij Ieper.
Hitler moest enkele maanden in een hospitaal doorbrengen. Daardoor maakte hij de ineenstorting van het Duitse leger niet mee. De wapenstilstand in november 1918 kwam voor hem dan ook als een totale verrassing. Hitler was geschokt. Het machtige Duitse leger verslagen? Dat kon niet waar zijn! Er moest wel sprake zijn van verraad… Hitler kwam zoals veel Duitse soldaten verbitterd en vol wraakgevoelens terug uit de oorlog. Dat beloofde weinig goeds voor de toekomst…
Stap 9
Stap 9
B Aan de slag - Stap9 De Eerste Wereldoorlog
Keizer Wilhelm II van Duitsland
In dit mini-onderzoek naar een historische persoon leer je stap voor stap de keizer van Duitsland kennen, die leiding gaf aan Duitsland tijdens de Eerste Wereldoorlog.
De hoofdvraag van ons onderzoek is: Was Wilhelm II schuldig aan het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog?
Deze hoofdvraag verdelen we in deelvragen. Die onderzoek je stuk voor stuk. Daarna kun je de hoofdvraag beantwoorden.
Noteer alle antwoorden op de deelvragen in je eigen verslag, met de titel: Keizer Wilhelm II en de Eerste Wereldoorlog.
Spreek met je docent af of je dit onderzoek alleen doet of dat je de deelvragen verdeelt met enkele medeleerlingen. Leg de afspraken daarover vast in je verslag.
Maar lees eerst vast iets meer over keizer Wilhelm II! Veel informatie kun je lezen op deze website: www.wereldoorlog1418.nl
Lees verder bij Stap 9B
Stap 9B
Deelvraag 1: Wat voor opvoeding kreeg Wilhelm II?
Vaak heeft iemands opvoeding grote invloed op zijn karakter. De kleine Wilhelm had het niet gemakkelijk: lees maar eens over zijn handicap en zijn keiharde opvoeding. Wat denk je, zou dit invloed hebben gehad op zijn optreden als keizer?
Schrijf je antwoord in je verslag.
Zoek op internet een passende afbeelding bij deze deelvraag en voeg die toe aan je verslag.
Ga naar Stap 9C voor deelvraag 2.
Stap 9C
Deelvraag 2: Welke veranderingen bracht Wilhelm II in de politiek, toen hij keizer werd?
Voor Wilhelm keizer werd, had de politicus Bismarck goede afspraken gemaakt met buurland Rusland om ervoor te zorgen dat Duitsland niet in de rug zou worden aangevallen. Ook was Bismarck een tegenstander van kolonies – dat zou alleen maar conflicten opleveren met andere koloniserende landen. Maar Wilhelm II was het hiermee niet eens. Hij ontsloeg Bismarck.
Onderzoek op www.wereldoorlog1418.nlof andere betrouwbare websites welke veranderingen Wilhelm bracht en bedenk of dit goed of slecht was voor de vrede in Europa.
Schrijf het antwoord in je verslag. Zoek een passende afbeelding bij deze deelvraag en voeg die toe aan je verslag.
Ga naar Stap 9D voor deelvraag 3.
Stap 9D
Deelvraag 3: Wat deed Wilhelm toen de oorlog dreigde uit te breken?
Wilhelm II was door zijn afkomst verwant aan bijna alle koningen en keizers in Europa, en dat waren er heel wat in die tijd. Zo was hij een neef van de Engelse koning en een neef van de Russische tsaar Nicolaas. Wilhelm en de tsaar noemden elkaar Nicky en Willy. Toen de oorlog bijna uitbrak, schreef Wilhelm nog telegrammen aan zijn neef Nicky waarin hij smeekte om de oorlog tegen te houden.
Lees op Wikipedia of Wilhelm II inderdaad zijn best deed om oorlog te voorkomen:www.wikipedia.nl
Schrijf het antwoord in je verslag.
Zoek een passende afbeelding bij deze deelvraag
en voeg die toe aan je verslag.
Ga naar Stap 9E voor deelvraag 4.
Stap 9E
Deelvraag 4: Hoe liep de oorlog af voor Wilhelm II?
Wilhelm II was opperbevelhebber van het Duitse leger. Maar toen dat trotse leger in 1918 ineenstortte, was er voor hem geen rol meer weggelegd. In Duitsland dreigde een opstand, en de tegenstanders van Duitsland wilden geen wapenstilstand sluiten zolang de oorlogszuchtige keizer aan de macht was. Kortom: de keizer moest aftreden.
Schrijf in je verslag kort op, waarom Wilhelm II geen keizer kon blijven, en wat er daarna met hem gebeurde. Zoek een passende afbeelding bij deze deelvraag en voeg die toe aan je verslag.
Lees verder bij Stap 9F en maak hier de eindtoets.
Stap 9F
Antwoord op de hoofdvraag:
Nu weet je heel wat meer over de Duitse keizer en zijn rol in de Eerste Wereld Oorlog, ook wel Grote Oorlog genoemd.
Probeer nu met alle informatie die je hebt, antwoord te geven op de hoofdvraag: Was Wilhelm II schuldig aan het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog?
In je antwoord mag je alleen gegevens gebruiken die je al eerder hebt gevonden bij het onderzoek naar de deelvragen.
Schrijf het antwoord in je verslag.
Zoek ook bij dit antwoord een passende afbeelding.
Eindig het verslag met een lijst van bronnen die je hebt gebruikt.
Lever het verslag in bij je docent.
Je bent nu klaar om de eindtoets te maken bij dit onderzoek! Dan kun je zien of je de juiste antwoorden hebt gevonden. Natuurlijk mag je je verslag gebruiken bij het maken van de toets.
Stap 9G
De Eindtoets
Stap 10
Nederland in de Eerste Wereldoorlog Nederland was geen lid van één van de bondgenootschappen voor de Eerste Wereldoorlog. Ons land probeerde voor en tijdens de Grote Oorlog neutraal te blijven. Dat was nog niet zo gemakkelijk. Ondanks de neutraliteit kreeg ook Nederland te maken met allerlei gevolgen van de oorlog.
Het arrangement Wereldoorlogen is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Floris Sieffers
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2015-10-16 10:40:37
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.