Grammatica GT1

Grammatica GT1

Persoonsvorm

De persoonsvorm: pv 

Uitleg

Bij zinsontleding hak je een zin in stukjes en benoem je de zin per stukje. Bij zinsdeelbenoeming begin je altijd met het benoemen van de persoonsvorm. De persoonsvorm is altijd een werkwoord.

 

De persoonsvorm is op drie manieren te vinden.

Manier 1: Wanneer je de zin in een andere tijd zet, verandert de pv mee.

Voorbeeld:

  • Ik loop naar de stad. - Ik liep naar de stad.

loop wordt liep dus is loop de pv

 

Manier 2: Wanneer je de zin verandert van aantal, verandert de pv mee.

Voorbeeld:

  • Ik loop naar de stad. - Wij lopen naar de stad.

loop wordt lopen dus is loop de pv

 

Manier 3: Wanneer je de zin vragend maakt, is de pv het eerste werkwoord.

Voorbeeld:

  • Ik loop naar de stad. - Loop ik naar de stad?

loop is het eerste werkwoord, dus loop is de pv

Hoe vind je de persoonsvorm?

Zinsdelen

Zinsdelen

Uitleg

Je kunt een zin in delen verdelen: de zinsdelen. Er is een heel gemakkelijke manier om dat te doen. Onthoud het volgende: Alles wat voor de persoonsvorm staat of kan staan is één zinsdeel.

 

Zodra je dus weet wat de pv (persoonsvorm) is, maak je steeds (in je hoofd) een andere zin. Tussen de zinsdelen zet je streepjes.

 

Dus:

  • Ik heb dat cadeau op maandag aan Greetje gegeven.
  • Ik heb dat cadeau aan Greetje gegeven.
  • Dat cadeau heb ik aan Greetje gegeven.
  • Aan Greetje heb ik dat cadeau gegeven.

 

 

De zinsdelen zijn dus: Ik | heb | dat cadeau | aan Greetje | gegeven.

 

Let op: maak een zinsdeel zo lang mogelijk, maar een plaats en een tijd zijn wel aparte zinsdelen.

Zinsdelen

Maak de volgende opdracht

Lidwoorden

Lidwoorden

  • Een lidwoord hoort altijd bij een zelfstandig naamwoord. Soms staat tussen het lidwoord en het zelfstandig naamwoord nog een ander woord: het oude boek.
  • De en het zijn bepaalde lidwoorden; een is een onbepaald lidwoord
  •  

Lidwoorden

Bepaalde en onbepaalde lidwoorden

Zelfstandignaamwoorden

Zelfstandige naamwoorden

  • Zelfstandige naamwoorden zijn woorden waar je altijd een lidwoord voor kunt zetten: (het) boek, (de) ijspret
    Infinitieven kunnen voorkomen als zelfstandige naamwoorden:
    Hardlopen is goed voor je. Schaatsen is erg populair.
    Eigennamen zijn ook zelfstandige naamwoorden. Je schrijft ze met een hoofdletter:Frits, Zaltbommel, Hema, Nokia enz.

zelfstandignaamwoord

Oefening zelfstandig naamwoord

Laatste oefening: Kahoot

Pak allemaal je telefoon! We gaan kahoot spelen als laatste oefening voor de toets!

TOETS!!!!